Naslaggids voor de hardware HP Compaq Pro 4300 Small Form Factor zakelijke PC
© Copyright 2012 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De bijgevoegde informatie kan zonder aankondiging worden verandert. Microsoft, Windows en Windows Vista zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in Verenigde Staten en/of andere landen/ regio's. De enige garanties die gelden voor HP producten en diensten zijn de garanties die worden beschreven in de garantievoorwaarden behorende bij deze producten en diensten.
Over deze handleiding Deze handleiding bevat algemene informatie voor het upgraden van dit model computer. WAARSCHUWING! Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of levensgevaar. VOORZICHTIG: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van de apparatuur of verlies van gegevens. OPMERKING: De tekst na dit kopje biedt belangrijke aanvullende informatie.
iv Over deze handleiding
Inhoudsopgave 1 Voorzieningen ................................................................................................................................................. 1 Voorzieningen van de standaardconfiguratie ....................................................................................... 1 Onderdelen aan de voorkant ................................................................................................................ 2 Onderdelen van de mediakaartlezer .........................
Bijlage B Externe beveiligingsapparaten ...................................................................................................... 47 Beveiligingsslot bevestigen ................................................................................................................ 47 Kabelslot ............................................................................................................................ 47 Hangslot ...........................................................................
1 Voorzieningen Voorzieningen van de standaardconfiguratie De voorzieningen van de HP Compaq Small Form Factor kunnen per model verschillen. Voer het diagnostische hulpprogramma (alleen meegeleverd bij bepaalde computermodellen) uit voor een compleet overzicht van de hardware en software die op de computer is geïnstalleerd. OPMERKING: De Small Form Factor desktopcomputer kan ook in een minitorenconfiguratie worden gebruikt.
Onderdelen aan de voorkant De configuratie van de schijfeenheden kan per model verschillen. Op sommige modellen worden een of meer schijfposities afgedekt door een afdekplaatje.
Tabel 1-2 Onderdelen van de mediakaartlezer (vervolg) Nr. Slot Media 2 MicroSD ● MicroSD (T-Flash) ● MicroSDHC 3 Lampje van de mediakaartlezer 4 SD/MMC+/miniSD ● Secure Digital (SD) ● MiniSDHC ● ● Secure Digital High Capacity (SDHC) ● MultiMediaCard (MMC) MultiMediaCard 4.0 (MMC Plus) ● MiniSD ● Compacte MultiMediaCard (RS MMC) Compacte MultiMediaCard 4.
Onderdelen aan de achterkant Afbeelding 1-4 Onderdelen aan de achterkant Tabel 1-3 Onderdelen aan de achterkant 1 RJ-45-netwerkconnector 6 DVI-D-connector 2 VGA-monitorconnector 7 PS/2-muisconnector (groen) 3 Seriële poort 8 PS/2-toetsenbordconnector (paars) 4 Netsnoerconnector 9 Uitgang voor audioapparaten met netvoeding (groen) 5 Universal Serial Bus (USB) 10 Audio-ingang (blauw) OPMERKING: Een optionele tweede seriële poort en een optionele parallelle poort zijn verkrijgbaar bij HP.
Toetsenbord Afbeelding 1-5 Onderdelen van het toetsenbord Tabel 1-4 Onderdelen van het toetsenbord 1 1 Functietoetsen Met de functietoetsen kunt u speciale functies uitvoeren, afhankelijk van de gebruikte applicatie. 2 Bewerkingstoetsen Hieronder vallen de volgende toetsen: Insert, Home, Page Up, Delete, End en Page Down. 3 Statuslampjes Deze lampjes geven informatie over de status van de computer en de toetsenbordinstellingen (Num Lock, Caps Lock en Scroll Lock).
Windows-logotoets gebruiken U gebruikt de Windows-logotoets in combinatie met andere toetsen om bepaalde functies in Windows uit te voeren. Raadpleeg Toetsenbord op pagina 5 voor meer informatie over de Windows-logotoets. Tabel 1-5 Functies van de Windows-logotoets De volgende functies van de Windows-logotoets zijn beschikbaar in Microsoft Windows XP, Microsoft Windows Vista en Microsoft Windows 7. Windows-logotoets Hiermee opent of verbergt u het menu Start.
Tabel 1-5 Functies van de Windows-logotoets (vervolg) Windows-logotoets + pijl-omhoog Hiermee maximaliseert u het venster. Windows-logotoets + pijl-links Hiermee plaatst u het venster aan de linkerkant van het scherm. Windows-logotoets + pijl-rechts Hiermee plaatst u het venster aan de rechterkant van het scherm. Windows-logotoets + pijl-omlaag Hiermee minimaliseert u het venster. Windows-logotoets + Shift + pijl-omhoog Hiermee rekt u het venster uit tot de boven- en onderkant van het scherm.
2 Hardware-upgrades Voorzieningen voor onderhoud De computer beschikt over speciale voorzieningen die het uitvoeren van upgrades en onderhoud aan de computer vergemakkelijken. Voor de meeste installatieprocedures die in dit hoofdstuk worden beschreven, heeft u geen gereedschap nodig. Waarschuwingen en instructies Lees zorgvuldig alle instructies en waarschuwingen in deze handleiding voordat u een upgrade uitvoert.
Toegangspaneel van de computer verwijderen 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals cd's of USB-flashdrives, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
Toegangspaneel terugplaatsen Schuif de rand aan de voorkant van het toegangspaneel onder de rand aan de voorkant van de behuizing (1) en druk de achterkant van het toegangspaneel tegen de computer aan totdat het vastklikt (2).
Voorpaneel verwijderen 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals cd's of USB-flashdrives, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Neem de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
2. Als u een afdekplaatje wilt verwijderen, drukt u de twee lipjes die het afdekplaatje op zijn plek houden, naar de rechterbuitenkant van het paneel (1) en schuift u het afdekplaatje naar achteren en naar rechts om het te verwijderen (2).
Voorpaneel terugplaatsen Steek de drie haken aan de onderkant van het paneel in de rechthoekige gaten op de behuizing (1) en draai de bovenkant van het paneel op de behuizing (2) totdat het vastklikt. Afbeelding 2-5 Voorpaneel terugplaatsen Small Form Factor desktopcomputer gebruiken in een minitorenconfiguratie De Small Form Factor computer kan worden gebruikt in staande positie met een optionele torenstandaard die kan worden aangeschaft bij HP. 1.
5. Leg de computer met de rechterkant omlaag en plaats de computer in de optionele standaard. Afbeelding 2-6 Desktopconfiguratie omzetten in torenconfiguratie OPMERKING: HP beveelt het gebruik van een torenstandaard aan om de computer te stabiliseren wanneer deze in een torenconfiguratie wordt gebruikt. 6. Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en zet vervolgens de computer aan. OPMERKING: Zorg dat aan alle zijden van de computer een ruimte van ten minste 10,2 cm vrij blijft.
Tabel 2-1 Connector voor systeemkaart Nr.
Extra geheugen installeren De computer wordt geleverd met DDR3-SDRAM (Double Data Rate 3 Synchronous Dynamic Random Access Memory) DIMM's (Dual Inline Memory Modules). DIMM's De systeemkaart bevat geheugenmodulevoetjes voor maximaal twee DIMM's die voldoen aan de industrienormen. In deze voetjes bevindt zich ten minste één vooraf geïnstalleerde DIMM. Voor een optimale geheugencapaciteit kunt u maximaal 8 GB geheugen op de systeemkaart installeren en configureren in een tweekanaalmodus met hoge prestaties.
DIMM-voetjes van geheugen voorzien De systeemkaart bevat twee DIMM-voetjes. XMM1 en XMM3 met één voetje per kanaal. XMM3 werkt in geheugenkanaal A. XMM1 werkt in geheugenkanaal B. Het systeem selecteert automatisch de enkelkanaalmodus, de tweekanaalmodus of de flexmodus, afhankelijk van de manier waarop de DIMM's zijn geplaatst. ● Het systeem werkt in de enkelkanaalmodus wanneer alleen in de DIMM-voetjes van één kanaal DIMM's zijn geïnstalleerd.
5. Als de computer op een standaard is geplaatst, verwijdert u de computer van deze standaard. 6. Verwijder het toegangspaneel. WAARSCHUWING! Laat de interne systeemonderdelen afkoelen voordat u ze aanraakt, omdat u anders het risico van brandwonden loopt. 7. Draai de externe schijfpositie omhoog om toegang te krijgen tot de geheugenmodulevoetjes op de systeemkaart.
8. Open beide vergrendelingen van het geheugenvoetje (1) en plaats de geheugenmodule in het voetje (2). Afbeelding 2-9 DIMM installeren OPMERKING: Een geheugenmodule kan slechts in één stand worden geïnstalleerd. Zorg dat de uitsparing op de module aansluit op het lipje van het geheugenvoetje. Voorzie de voetjes op een dusdanige manier van geheugen dat de geheugencapaciteit zo evenredig mogelijk is verdeeld tussen kanaal A en kanaal B.
13. Sluit het netsnoer weer aan en zet de computer aan. 14. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel. Normaal gesproken wordt het extra geheugen automatisch herkend wanneer u de computer weer aanzet.
Uitbreidingskaart verwijderen of installeren De computer heeft één PCI-uitbreidingsslot, twee PCI Express x1-uitbreidingsslots en één PCI Express x16-uitbreidingsslot. OPMERKING: De PCI- en PCI Express-uitbreidingsslots ondersteunen alleen uitbreidingskaarten met een laag profiel. OPMERKING: In het PCI Express x16-slot kunt u een PCI Express x1-, x4-, x8- of x16uitbreidingskaart installeren. Ga als volgt te werk om een uitbreidingskaart te plaatsen: 1.
9. Voordat u een uitbreidingskaart installeert, verwijdert u het afdekplaatje van het uitbreidingsslot of de geïnstalleerde uitbreidingskaart. a. Als u een uitbreidingskaart in een leeg slot plaatst, verwijdert u op de achterkant van het chassis het bijbehorende afdekplaatje van het uitbreidingsslot. Trek het afdekplaatje recht omhoog en vervolgens van de binnenkant van het chassis af.
b. Als u een standaard PCI-kaart of PCI Express x1-kaart verwijdert, houdt u de kaart aan beide uiteinden vast en beweegt u de kaart voorzichtig heen en weer tot deze loskomt uit het voetje. Trek de uitbreidingskaart recht omhoog uit het voetje (1) en beweeg de kaart vervolgens van de binnenkant van het chassis af om de kaart los te maken van het chassis (2). Pas op dat de kaart niet langs andere onderdelen schuurt.
c. Als u een PCI Express x16-kaart verwijdert, beweegt u de borgbeugel aan de achterkant van het uitbreidingsslot van de kaart af en beweegt u vervolgens de kaart voorzichtig heen en weer totdat de kaart loskomt uit het slot. Trek de uitbreidingskaart recht omhoog uit het voetje en beweeg de kaart vervolgens van de binnenkant van het chassis af om de kaart los te maken van het chassis. Pas op dat de kaart niet langs andere onderdelen schuurt.
12. Als u een nieuwe uitbreidingskaart installeert, houdt u de kaart vlak boven het uitbreidingsvoetje op de systeemkaart. Vervolgens beweegt u de uitbreidingskaart in de richting van de achterkant van het chassis (1), zodat de onderkant van de uitbreidingskaart zich recht voor het open slot bevindt aan de achterkant van het chassis. Druk nu de uitbreidingskaart recht naar beneden in het voetje op de systeemkaart (2).
16. Monteer de eventuele standaard. 17. Sluit het netsnoer weer aan en zet de computer aan. 18. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel. 19. Configureer de computer opnieuw als dat nodig is.
Schijfeenheden installeren en verwijderen Houd rekening met de volgende richtlijnen als u extra schijfeenheden installeert: OPMERKING: Raadpleeg Connector voor systeemkaart op pagina 14 voor een illustratie van de schijfeenheidconnectoren van de systeemkaart. ● Zorg ervoor dat de primaire vaste schijf van het type SATA (Serial ATA) is aangesloten op de donkerblauwe primaire SATA-connector op de systeemkaart met de aanduiding SATA0.
Tabel 2-3 Extra montageschroeven (vervolg) Nr. Montageschroef Apparaat 2 Zilverkleurige 6-32 standaardschroeven Tweede harde schijf (in systemen die twee harde schijven ondersteunen) Er zijn in totaal vijf extra zilverkleurige 6-32 standaardschroeven. Vier worden gebruikt als geleideschroeven voor een secundaire vaste schijf. De vijfde wordt gebruikt voor de beveiliging van het paneel (zie Beveiliging van voorpaneel op pagina 52 voor meer informatie).
Externe 5,25-inch schijfeenheid verwijderen VOORZICHTIG: Haal alle verwisselbare opslagmedia uit een schijfeenheid voordat u deze uit de computer verwijdert. Ga als volgt te werk om een externe 5,25-inch schijfeenheid te verwijderen: 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals cd's of USB-flashdrives, uit de computer. 3.
8. Ontkoppel de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan de achterzijde van de optische schijf. Afbeelding 2-20 Gegevenskabel en voedingskabel loskoppelen 9. Kantel de schijfhouder terug in de normale stand. VOORZICHTIG: Let erop dat er geen kabels of snoeren bekneld raken wanneer u de schijfhouder omlaag kantelt.
10. Schuif de schijf terug tot deze niet verder kan en til deze dan omhoog en uit de schijfhouder. Afbeelding 2-22 5,25-inch schijfeenheid verwijderen OPMERKING: Als u een schijfeenheid vervangt, verplaatst u de vier geleideschroeven van de oude schijfeenheid naar de nieuwe schijfeenheid. Optischeschijfeenheid in de 5,25-inch schijfpositie installeren Ga als volgt te werk om een optionele optischeschijfeenheid van 5,25 inch te installeren: 1.
8. Plaats twee M3 metrische geleideschroeven in de onderste schroefgaten aan weerszijden van de schijfeenheid. twee aan de rechterzijde en een aan de linkervoorzijde. HP levert vier extra metrische M3-geleideschroeven mee. Deze bevinden zich aan de voorkant van de behuizing, onder het voorpaneel. De M3 metrische geleideschroeven zijn zwart. Raadpleeg Schijfeenheden installeren en verwijderen op pagina 27 voor een afbeelding van de locatie van de extra M3 metrische geleideschroeven.
10. Draai de schijfhouder in rechtstandige positie (1) en plaats een M3-schroef aan de linkerachterzijde van de schijf (2) om de schijf op de schijfhouder te bevestigen. Afbeelding 2-25 De schijfeenheid uit de schijfhouder verwijderen 11. Sluit de SATA-kabel aan op de witte systeembordconnector met het label SATA1 als deze niet al is aangesloten. 12. Leid de gegevenskabel door de kabelgeleiders.
14. Kantel de schijfhouder terug in de normale stand. VOORZICHTIG: Let erop dat er geen kabels of snoeren bekneld raken wanneer u de schijfhouder omlaag kantelt. Afbeelding 2-27 Schijfhouder omlaag kantelen 15. Plaats het toegangspaneel van de computer terug. 16. Monteer de eventuele standaard. 17. Sluit het netsnoer weer aan en zet de computer aan. 18. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel.
2. Als u een mediakaartlezer verwijdert, koppelt u de USB-kabel los van de systeemkaart. Afbeelding 2-28 USB-kabel van de mediakaartlezer ontkoppelen 3. Draai de schijfhouder in rechtstandige positie (1) en verwijder de schroef aan de linkerachterzijde van de schijf (2). Afbeelding 2-29 Vaste schijf verwijderen uit een schijfpositie 4. Kantel de schijfhouder terug in de normale stand.
5. Schuif de schijf terug tot deze niet verder kan en til deze dan omhoog en uit de schijfhouder. Afbeelding 2-31 3,5-inch schijfeenheid verwijderen (mediakaartlezer wordt weergegeven) OPMERKING: Wanneer u een 3,5-inch schijfeenheid vervangt, zet u de vier geleideschroeven van de oude schijfeenheid over op de nieuwe schijfeenheid. Schijfeenheid installeren in de 3,5-inch externe schijfpositie De 3,5-inch schijfpositie bevindt zich onder de 5,25-inch schijfeenheid.
3. Plaats twee M3 metrische geleideschroeven in de onderste schroefgaten aan weerszijden van de schijfeenheid. twee aan de rechterzijde en een aan de linkervoorzijde. HP levert vier extra metrische M3-geleideschroeven mee. Deze bevinden zich aan de voorkant van de behuizing, onder het voorpaneel. De M3 metrische geleideschroeven zijn zwart. Raadpleeg Schijfeenheden installeren en verwijderen op pagina 27 voor een afbeelding van de locatie van de extra M3 metrische geleideschroeven.
5. Draai de schijfhouder in rechtstandige positie (1) en plaats een M3-schroef aan de linkerachterzijde van de schijf (2) om de schijf op de schijfhouder te bevestigen. Afbeelding 2-34 De schijfeenheid uit de schijfhouder verwijderen 6. Kantel de schijfhouder terug in de normale stand. VOORZICHTIG: Let erop dat er geen kabels of snoeren bekneld raken wanneer u de schijfhouder omlaag kantelt.
7. Als u een mediakaartlezer installeert, sluit u de USB-kabel daarvan aan op de USB-connector op de systeemkaart met de aanduiding MEDIA1. Afbeelding 2-36 USB-kabel van de mediakaartlezer aansluiten OPMERKING: Raadpleeg Connector voor systeemkaart op pagina 14 voor een illustratie van de schijfeenheidconnectoren van de systeemkaart. 8. Plaats de 5,25-inch schijfeenheid terug. 9. Plaats het toegangspaneel van de computer terug. 10. Monteer de eventuele standaard. 11.
Primaire 3,5-inch interne vaste schijf van het type SATA verwijderen en vervangen OPMERKING: Zorg ervoor dat u van tevoren een back-up maakt van de gegevens op de oude vaste schijf, zodat u deze gegevens later op de nieuwe vaste schijf kunt terugplaatsen. De voorgeïnstalleerde 3,5-inch vaste schijf bevindt zich onder de voedingseenheid. Ga als volgt te werk om de vaste schijf te verwijderen en te vervangen: 1.
8. Zet de voedingseenheid rechtop. De vaste schijf bevindt zich onder de voedingseenheid. Afbeelding 2-38 Voedingseenheid rechtop zetten 9. Ontkoppel de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan de achterzijde van de vaste schijf.
10. Druk op de groene ontgrendeling naast de vaste schijf (1). Houd de vergrendeling ingedrukt, schuif de schijfeenheid naar voren tot deze niet meer verder kan en til de eenheid uit de schijfpositie (2). Afbeelding 2-40 Vaste schijf verwijderen 11. Als u een vaste schijf installeert, verwijdert u de zilverkleurige en blauwe 6-32 geleideschroeven met isolatie van de oude vaste schijf en gebruikt u deze voor de nieuwe vaste schijf.
12. Lijn de geleideschroeven uit met de sleuven op de schijfhouder in het chassis, druk de vaste schijf omlaag in de schijfpositie en schuif deze zo ver mogelijk naar achteren tot deze vastklikt. Afbeelding 2-42 Vaste schijf installeren 13. Sluit de gegevenskabel en de voedingskabel aan op de achterkant van de vaste schijf. OPMERKING: Wanneer u de primaire vaste schijf vervangt, zorgt u ervoor dat u de SATAkabel en de netsnoeren door de kabelgeleider onderaan op het chassis achter de vaste schijf leidt.
A Batterij vervangen De bij de computer geleverde batterij voorziet de real-timeklok van elektriciteit. Gebruik bij vervanging een batterij die gelijkwaardig is aan de oorspronkelijke batterij. De computer wordt geleverd met een 3-volt lithium-knoopcelbatterij. WAARSCHUWING! De computer bevat een lithium-mangaandioxidebatterij. Als u niet op de juiste manier omgaat met de batterij, kan er brand ontstaan en kunt u brandwonden oplopen.
8. Het type batterijhouder op de systeemkaart bepaalt welke van de volgende sets instructies van toepassing is voor het vervangen van de batterij. Type 1 a. Neem de batterij uit de houder. Afbeelding A-1 Knoopcelbatterij verwijderen (type 1) b. Schuif de nieuwe batterij in de juiste positie met de pluspool naar boven. De batterij wordt automatisch in de juiste positie vergrendeld. Type 2 a. Knijp de metalen klem die boven één kant van de batterij uitsteekt, iets samen om de batterij te ontgrendelen.
b. Plaats de nieuwe batterij en breng de klem weer in de oorspronkelijke stand. Afbeelding A-3 Knoopcelbatterij verwijderen (type 3) OPMERKING: Voer na vervanging van de batterij de volgende stappen uit om de procedure te voltooien. 9. Plaats het toegangspaneel van de computer terug. 10. Monteer de eventuele standaard. 11. Steek de stekker in het stopcontact en zet de computer aan. 12.
B Externe beveiligingsapparaten OPMERKING: Zie http://www.hp.com voor informatie over opties voor gegevensbeveiliging. Beveiligingsslot bevestigen De beveiligingsapparaten hieronder en op de volgende pagina's kunnen worden gebruikt om de computer te beveiligen.
Hangslot Afbeelding B-2 Hangslot aanbrengen Beveiligingsslot voor zakelijke personal computers 1. Bevestig de beveiligingskabel met een lus rond een stationair object.
2. Steek het kabelslot in het bevestigingspunt voor het kabelslot achterop de monitor en bevestig het slot aan de monitor door de sleutel in het sleutelgat op de achterkant van het slot te steken en de sleutel 90 graden te draaien. Afbeelding B-4 Het kabelslot op de monitor installeren 3. Schuif de beveiligingskabel door het gat in het kabelslot achterop de monitor.
4. Bevestig andere randapparatuur met de beugel in de kit door de apparaatkabel langs het midden van de beugel te leggen (1) en de veiligheidskabel door een van de twee gaten van de beugel te steken (2). Gebruik het gat van de beugel waarmee de kabel van de randapparatuur het stevigst bevestigd kan worden. Afbeelding B-6 Randapparatuur bevestigen (Printer afgebeeld) 5. Voer de kabels van het toetsenbord en de muis door het slot.
6. Verwijder de schroef uit het toegangspaneel (1) en plaats deze in het gat aan de achterste rand van het toegangspaneel (2) om te voorkomen dat u de schroef kwijtraakt. Afbeelding B-8 De schroef verwijderen 7. Bevestig het slot met de meegeleverde schroef aan het chassis.
8. Plaats het uiteinde van de beveiligingskabel in het slot (1) en druk de knop in (2) om het slot te vergrendelen. Gebruik de meegeleverde sleutel om het slot te ontgrendelen. Afbeelding B-10 Slot vergrendelen 9. Hierna zijn alle apparaten van uw werkstation bevestigd. Afbeelding B-11 HP-werkstation met aangesloten randapparatuur Beveiliging van voorpaneel Het voorpaneel kan worden vergrendeld door een door HP geleverde beveiligingsschroef te installeren.
3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten. VOORZICHTIG: Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de computer te voorkomen. 5.
9. Installeer de beveiligingsschroef naast het middelste ontgrendelingslipje van het voorpaneel om het voorpaneel op zijn plek te houden. Afbeelding B-13 Bevestigingsschroef van het voorpaneel bevestigen 10. Plaats het toegangspaneel van de computer terug. 11. Monteer de eventuele standaard. 12. Sluit het netsnoer weer aan en zet de computer aan. 13. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel.
C Elektrostatische ontlading Een ontlading van statische elektriciteit via vingers of andere geleiders kan leiden tot beschadiging van de systeemkaart, uitbreidingskaarten of andere onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit. Dit soort schade kan de levensduur van het apparaat bekorten.
D Richtlijnen voor gebruik, regelmatig onderhoud en voorbereiding voor transport Richtlijnen voor gebruik en regelmatig onderhoud Volg deze richtlijnen om de computer en de monitor op de juiste manier te installeren en te onderhouden: 56 ● Plaats de computer niet in zeer vochtige ruimtes en stel de computer niet bloot aan direct zonlicht of zeer hoge of lage temperaturen. ● Plaats de computer op een stevig, vlak oppervlak.
Voorzorgsmaatregelen voor optischeschijfeenheden Neem de volgende richtlijnen in acht wanneer u een optischeschijfeenheid gebruikt of reinigt. Gebruik ● Verplaats de schijfeenheid niet terwijl deze in gebruik is. Dit kan namelijk leiden tot een storing tijdens het lezen. ● Stel de schijfeenheid niet bloot aan plotselinge temperatuurverschillen, aangezien hierdoor condensatie kan optreden.
Index A Aanbrengen beveiligingsslot 47 Achterkant, onderdelen 4 Afdekplaatje van uitbreidingsslot vervangen 24 verwijderen 22 Audioconnectoren 2, 4 B Batterij vervangen 44 beveiliging kabelslot 47 Beveiliging hangslot 48 voorpaneel 52 zakelijke personal computers, beveiligingsslot voor 48 bevestigen 27 C Computergebruik 56 D DIMM's.
V Vaste schijf installeren 40 verwijderen 40 Ventilatierichtlijnen 56 Verwijderen afdekplaatjes 11 afdekplaatje van uitbreidingsslot 22 batterij 44 mediakaartlezer 34 Optische-schijfeenheid 29 PCI Express-kaart 24 PCI-kaart 23 toegangspaneel 9 Uitbreidingskaart 21 vaste schijf 40 voorpaneel 11 Voorpaneel beveiliging 52 vervangen 13 verwijderen 11 verwijderen, afdekplaatjes 11 W Windows-logotoets 6 Index 59