HP Workstations XW Series - Installation and Troubleshooting
Table Of Contents
- HP informatiebronnen
- Hardware installeren
- Besturingssysteem installeren
- Het besturingssysteem herstellen
- Problemen oplossen

Tabel 5-2 Problemen met de installatie van de hardware
Probleem Mogelijke oorzaak Aanbevolen oplossing
Een nieuw apparaat wordt
niet als onderdeel van het
systeem herkend.
Het apparaat is niet goed
geplaatst of aangesloten.
Controleer of het apparaat goed is aangesloten en of de pinnen van de
connector niet verbogen zijn.
Een of meer kabels naar het
externe apparaat zitten los of
het netsnoer is niet
aangesloten.
Het nieuwe apparaat is niet
ingeschakeld.
Schakel het werkstation uit, schakel het externe apparaat in en schakel
vervolgens het werkstation weer in om het apparaat in het systeem te
integreren.
U heeft de wijzigingen in de
configuratie niet
geaccepteerd toen het
systeem u hierover
informeerde.
Start het werkstation opnieuw op en volg de instructies voor het
accepteren van de wijzigingen.
Een Plug and Play-kaart
wordt mogelijk niet
automatisch geconfigureerd
als de standaardconfiguratie
niet compatibel is met
andere apparaten.
Gebruik Computer Setup (Computerinstellingen, F10) om apparaten
opnieuw te configureren of uit te schakelen en daarmee het conflict op te
lossen.
Het werkstation start niet op. Er zijn verkeerde
geheugenmodules
geïnstalleerd of er zijn
geheugenmodules op de
verkeerde locatie geplaatst.
1. Raadpleeg de documentatie bij de computer om te controleren of u
de juiste geheugenmodules gebruikt en of deze modules op de juiste
manier zijn geïnstalleerd.
2. Als u het probleem ondanks de voorgaande tips niet kunt oplossen,
neemt u contact op met de klantenondersteuning.
3. Let op de geluidssignalen en op de lampjes aan de voorkant van het
werkstation. Raadpleeg
Diagnoselampjes en geluidssignalen
(pieptonen) op pagina 36 om mogelijke oorzaken te bepalen.
Het werkstation kan niet
worden afgesloten.
De juiste stappen zijn niet
gevolgd.
1. Sluit de software van het besturingssysteem af.
2. Schakel het werkstation handmatig uit door de aan/uit-knop vier
seconden ingedrukt te houden.
VOORZICHTIG: Als u het werkstation handmatig uitschakelt
omzeilt u de standbystand. Dit kan mogelijk leiden tot verlies van
gegevens.
3. Met het hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen,
F10) kunt u de werking van de aan/uit-knop veranderen.
Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van Computer Setup
(Computerinstellingen) de Service and Technical Reference Guide
(Referentiegids voor service en technische ondersteuning) op de cd met
documentatie en diagnosehulpmiddelen (
http://www.hp.com/support/
workstation_manuals).
Diagnoselampjes en geluidssignalen (pieptonen)
Dit gedeelte beschrijft de geluidssignalen en de foutcodes van de diagnoselampjes op het voorpaneel,
die voorafgaand aan of tijdens de POST (Power-On Self-Test) kunnen worden weergegeven.
36 Hoofdstuk 5 Problemen oplossen NLWW










