HP Workstations XW Series - Installation and Troubleshooting

Table Of Contents
Tabel 5-3 Diagnoselampjes en geluidssignalen
Activiteit Mogelijke oorzaak Aanbevolen actie
Groen aan/uit-lampje
brandt. Geen pieptonen.
Het werkstation is
ingeschakeld.
Geen.
Groen aan/uit-lampje
knippert iedere twee
seconden.** Geen
pieptonen.
Het werkstation staat in de
stand Suspend to RAM
(Alles behalve RAM
stopzetten) (alleen op
bepaalde modellen) of in de
normale standbystand.
Groen aan/uit-lampje brandt
niet.** Geen pieptonen.
Het werkstation staat in de
stand Suspend to Disk (de
hibernationstand).
Groen aan/uit-lampje
knippert drie keer, eenmaal
per seconde.** Geen
pieptonen.
Het werkstation staat in de
stand Suspend to RAM
(Alles behalve RAM
stopzetten) (alleen op
bepaalde modellen) of in de
normale standbystand.
Groen aan/uit-lampje
knippert vier keer, eenmaal
per seconde.** Geen
pieptonen.
Het werkstation staat in de
stand Suspend to Disk (de
hibernationstand).
OPMERKING: ** — De door u geselecteerde BIOS-optie controleert de functie van het groene lampje tijdens deze standbystanden.
Bij de onderstaande geluidssignalen en activiteiten van de diagnoselampjes geldt dat de geluidssignalen te horen zijn via de luidspreker
in het chassis. De geluidssignalen worden 5 maal herhaald. Het knipperen van de lampjes gaat onbeperkt door.
Het aan/uit-lampje knippert
twee keer in de kleur rood
met tussenpozen van een
seconde, gevolgd door een
pauze van twee seconden.
Twee pieptonen.
De hittebeveiliging van de
processor wordt op een van
onderstaande manieren
geactiveerd:
Een ventilator is
geblokkeerd of werkt
niet.
Het koelelement en de
ventilator zijn niet goed
bevestigd aan de
processor.
VOORZICHTIG: Mogelijk worden interne onderdelen van stroom
voorzien, zelfs wanneer het systeem is uitgeschakeld. Koppel het
netsnoer van het werkstation los voordat u een onderdeel verwijdert, om
schade aan de onderdelen te voorkomen.
1. Controleer of de ventilatieopeningen van het werkstation niet
geblokkeerd zijn en of de ventilator werkt.
2. Open het toegangspaneel, druk op de aan/uit-knop en controleer of
de processorventilator draait. Als de processorventilator niet draait,
controleert u of de kabel van de ventilator op de header van de
systeemkaart is aangesloten. Controleer of de ventilator stevig op
zijn plaats zit.
3. Als de ventilator is aangesloten en stevig op zijn plaats zit maar niet
draait, is er wellicht een probleem met de processorventilator. Neem
contact op met HP.
4. Controleer of de ventilatoreenheid juist is bevestigd. Als problemen
blijven optreden, is er wellicht een probleem met het koelelement
van de processor. Neem contact op met HP.
Het aan/uit-lampje knippert
drie keer in de kleur rood met
tussenpozen van een
seconde, gevolgd door een
pauze van twee seconden.
Drie pieptonen.
De processor is niet
geïnstalleerd (duidt niet op
een defecte processor).
1. Controleer of de processor is geplaatst.
2. Verwijder de processor en plaats deze opnieuw.
NLWW Problemen oplossen 37