Cursorbesturing en toetsenbord Artikelnummer van document: 419590-331 Januari 2007 In deze handleiding wordt de werking van de cursorbesturing en het toetsenbord beschreven.
Inhoudsopgave 1 Cursorbesturing Cursorbesturingsapparaten herkennen . . . . . . . . . . . . . . Touchpad gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Knoppen van de EasyPoint-muisbesturing gebruiken (alleen bepaalde modellen) . . . . . . . . . . . . . . Externe muis gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voorkeuren voor het touchpad instellen . . . . . . . . . . . . 2 1–2 1–4 1–4 1–4 1–5 Toetsenbord Hotkeys . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1 Cursorbesturing De volgende gedeelten bevatten informatie over de voorzieningen van de cursorbesturing van de computer, die per model kunnen verschillen. computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte ✎ Uw afgebeelde computer.
Cursorbesturing Cursorbesturingsapparaten herkennen gebruik van de EasyPoint-muisbesturing (alleen bepaalde ✎ Het modellen) en het touchpad is uitwisselbaar. Onderdeel Beschrijving 1 Vingerafdruklezer Hiermee kunt u zich met een vingerafdruk aanmelden bij Windows® in plaats van met een wachtwoord. Bepaalde modellen hebben een middenknop in plaats van een vingerafdruklezer.
Cursorbesturing Onderdeel 3 EasyPoint-muisbesturing (alleen bepaalde modellen) 4 Middenknop van de EasyPoint-muisbesturing (alleen bepaalde modellen) 5 Rechterknop van de EasyPoint-muisbesturing (alleen bepaalde modellen) 6 Schuifzone van het touchpad* 7 Rechterknop van het touchpad 8 Middenknop van het touchpad (alleen bepaalde modellen) 9 Linkerknop van het touchpad* - Touchpad* Beschrijving Hiermee kunt u de aanwijzer (ook wel "cursor" genoemd) verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren
Cursorbesturing Touchpad gebruiken Als u de aanwijzer wilt verplaatsen, schuift u uw vinger over het oppervlak van het touchpad in de richting waarin u de aanwijzer wilt verplaatsen. Gebruik de knoppen van het touchpad zoals u zou doen met de betreffende knoppen op een externe muis. Als u omhoog en omlaag wilt schuiven met de verticale schuifzone van het touchpad, schuift u met uw vinger omhoog en omlaag over de lijnen.
Cursorbesturing Voorkeuren voor het touchpad instellen Via het venster Eigenschappen voor muis van Windows kunt u de instellingen voor cursorbesturing aanpassen aan uw wensen. U kunt bijvoorbeeld: ■ De aantipfunctie van het touchpad (tapping) inschakelen. Hiermee kunt u een object selecteren door eenmaal op het touchpad te tikken of dubbelklikken op een object door tweemaal op het touchpad te tikken (standaard ingeschakeld). ■ De randschuiffunctie (Edge motion) inschakelen.
2 Toetsenbord In de volgende gedeelten vindt u informatie over de toetsenbordvoorzieningen van de computer. Hotkeys Hotkeys zijn vooraf ingestelde combinaties van de fn-toets 1 met de esc-toets 2of of een van de functietoetsen 3. De pictogrammen op de toetsen f3, f4 en f8 tot en met f11 vertegenwoordigen hotkeyfuncties. Hotkeyfuncties en procedures voor hotkeys worden beschreven in de volgende gedeelten. computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte ✎ Uw afgebeelde computer.
Toetsenbord Overzicht van hotkeys Om deze functie uit te voeren Drukt u op De slaapstand inschakelen fn+f3 De slaapstand uitschakelen Aan/uit-knop Schakelen tussen het beeldscherm van de computer en een extern beeldscherm fn+f4 Accu-informatie weergeven/wissen fn+f8 Helderheid van het beeldscherm verlagen fn+f9 Helderheid van het beeldscherm verhogen fn+f10 Omgevingslichtsensor in- en uitschakelen fn+f11 Systeemgegevens weergeven fn+esc Weergave van systeemgegevens sluiten fn+esc of druk
Toetsenbord Slaapstand activeren (fn+f3) Druk op fn+f3 om de slaapstand te activeren. Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, wordt uw werk opgeslagen in het RAM (Random Access Memory), wordt het scherm gewist en wordt er minder energie verbruikt. Wanneer de computer in de slaapstand staat, knipperen de aan/uit-lampjes. De computer moet zijn ingeschakeld voordat u de slaapstand kunt activeren. Als u de slaapstand wilt beëindigen, drukt u kort op de aan/uit-knop.
Toetsenbord Beeld schakelen (fn+f4) Druk op fn+f4 om te schakelen tussen beeldschermen die op het systeem zijn aangesloten. Als er bijvoorbeeld een monitor op de computer is aangesloten, kunt u fn+f4 gebruiken om te schakelen tussen weergave op het computerbeeldscherm, weergave op de monitor en gelijktijdige weergave op de computer en de monitor. De meeste externe monitoren maken gebruik van de externeVGA-videostandaard om videogegevens van de computer te ontvangen.
Toetsenbord Helderheid van het beeldscherm verlagen (fn+f9) Druk op fn+f9 als u de helderheid van het beeldscherm wilt verlagen. Houd beide toetsen ingedrukt om de helderheid steeds verder te verlagen. Helderheid van het beeldscherm verhogen (fn+f10) Druk op fn+f10 als u de helderheid van het beeldscherm wilt verhogen. Houd beide toetsen ingedrukt om de helderheid steeds verder te verhogen. Omgevingslichtsensor activeren (fn+f11) Druk op de hotkey fn+f11 om de omgevingslichtsensor in of uit te schakelen.
Toetsenbord HP Quick Launch-knoppen gebruiken (alleen bepaalde modellen) Met de HP Quick Launch-knoppen opent u veelgebruikte programma's, ook wel applicaties genoemd. In het configuratiescherm HP Quick Launch Buttons stelt u in met welke knop u welk programma wilt starten. computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte ✎ Uw afgebeelde computer.
Toetsenbord Onderdeel Beschrijving 1 Knop Info Center Hiermee start u Info Center (Informatiecentrum), waarin u verschillende softwareoplossingen kunt openen. U kunt deze knop ook anders programmeren om een van de volgende acties uit te voeren: ■ een programma, map, bestand of website openen; ■ de presentatievoorziening of het Q-Menu openen; ■ een e-maileditor openen; ■ een zoekvak openen om een website te zoeken. (Informatiecentrum) 2 Presentatieknop Hiermee start u de presentatievoorziening.
Toetsenbord Presentatieknop De eerste keer dat u op de presentatieknop drukt, verschijnt het dialoogvenster Presentation Settings (Instellingen voor presentatie). In dit dialoogvenster kunt u de knop instellen voor uitvoering van een van de volgende acties: ■ een door u opgegeven programma, map, bestand of website openen; ■ een energiebeheerschema kiezen; ■ een beeldscherminstelling kiezen.
Toetsenbord Als u de standaardinstellingen van de presentatieknop niet wilt gebruiken, kunt u de knop programmeren voor uitvoering van een van de volgende acties: ■ Q-menu of Info Center (Informatiecentrum) openen; ■ een e-maileditor openen; ■ een zoekvak openen om een website te zoeken. Knop Info Center (Informatiecentrum) De eerste keer dat u op de knop Info Center drukt, verschijnt het venster Info Center. Hierin kunt u vooraf ingestelde softwareoplossingen openen.
Toetsenbord Configuratiescherm HP Quick Launch Buttons voorkeuren die staan vermeld in het ✎ Sommige configuratiescherm HP Quick Launch Buttons, worden mogelijk niet door de computer ondersteund.
Toetsenbord Configuratiescherm HP Quick Launch Buttons openen U kunt het configuratiescherm HP Quick Launch Buttons op de volgende manieren openen: ■ Selecteer Start > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Quick Launch Buttons (Quick Launch-knoppen). ■ Dubbelklik op het pictogram HP Quick Launch Buttons in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk.
Toetsenbord ❏ Een e-maileditor openen of een website zoeken bij een druk op de knop: a. Klik op de pijl-omlaag naast de knop die u wilt instellen en klik op Launch eMail (E-mail starten) of Search URL (URL zoeken). b. Om de voorkeuren op te slaan en het configuratiescherm te sluiten, klikt u op Apply (Toepassen) en daarna op OK. ❏ Een programma, map, bestand of website openen bij een druk op de knop: a. Klik op de pijl-omlaag naast de knop die u wilt instellen en klik op Presentation (Presentatie). b.
Toetsenbord Voorkeuren voor het Q-menu instellen In het Q-menu kunnen maximaal 40 onderdelen worden weergegeven. Verschillende door het systeem gedefinieerde onderdelen worden standaard weergegeven. U kunt deze onderdelen al dan niet weergeven. Alleen door de gebruiker gedefinieerde onderdelen kunnen worden toegevoegd, gewijzigd en verwijderd. De onderdelen van het Q-menu worden beheerd vanuit de lijst Items to Display on Q Menu (In Q-menu weer te geven opties).
Toetsenbord Door de gebruiker gedefinieerd onderdeel toevoegen aan het Q-menu Als u een onderdeel dat niet in de lijst Items to Display on Q Menu (In Q-menu weer te geven opties) staat, zoals een onderdeel op een schijfeenheid, in een netwerk of op Internet, wilt toevoegen aan zowel de lijst Items to Display on Q Menu (In Q-menu weer te geven opties) als het Q-Menu, gaat u als volgt te werk: 1. Klik in het configuratiescherm HP Quick Launch Buttons op de tab Q Menu. 2. Klik op Add (Toevoegen). 3.
Toetsenbord Door de gebruiker gedefinieerd onderdeel wijzigen Door de gebruiker gedefinieerde onderdelen kunnen worden gewijzigd, maar door het systeem gedefinieerde onderdelen kunnen niet worden gewijzigd. Als u een door het systeem gedefinieerd onderdeel in de lijst Items to display on Q Menu (In Q-menu weer te geven opties) selecteert, is de knop Modify (Wijzigen) niet beschikbaar. U kunt als volgt de weergavenaam en/of bestandsnaam van een door de gebruiker gedefinieerd onderdeel wijzigen: 1.
Toetsenbord Locatie van een onderdeel van het Q-menu wijzigen Als u de locatie van een onderdeel in het Q-menu wilt wijzigen, gaat u als volgt te werk: 1. Klik in het configuratiescherm HP Quick Launch Buttons op de tab Q Menu. 2. Selecteer het onderdeel in de lijst Items to display on Q Menu (In Q-menu weer te geven opties). Doe daarna het volgende: ❏ Als u het onderdeel naar boven wilt verplaatsen, klikt u op de knop Move Up (Omhoog).
Toetsenbord Voorkeuren voor vensterschikking instellen U stelt als volgt voorkeuren in voor het schikken van vensters op het bureaublad van Windows: 1. Klik in het configuratiescherm HP Quick Launch Buttons op de tab Quick Tile (Snel vensters schikken). 2. Klik op Vertical Tile (Verticaal schikken) of Horizontal Tile (Horizontaal schikken) en klik op de programma's die u wilt schikken in het vak Applications currently running (Momenteel actieve applicaties). 3.
Toetsenbord Overige voorkeuren instellen U kunt ook andere voorkeuren instellen op het tabblad Preferences (Voorkeuren) van het configuratiescherm HP Quick Launch Buttons voorkeuren die staan vermeld op het tabblad ✎ Sommige Preferences (Voorkeuren), worden mogelijk niet door de computer ondersteund. U stelt als volgt een voorkeur in: 1. Klik in het configuratiescherm HP Quick Launch Buttons op de tab Preferences (Voorkeuren). 2.
Index A Acculading, informatie weergeven 2–4 Activeren, slaapstand 2–3 C Calculator, startknop 2–7 E EasyPoint-muisbesturing 1–3 Energiebeheer, schema's 2–12 Energiebeheer, voorkeursinstelling 2–8 Externe muis 1–4 F Functietoetsen 2–1 H Hotkey-opdrachten helderheid van beeldscherm verhogen 2–5 helderheid van beeldscherm verlagen 2–5 informatie over acculading 2–4 schakelen tussen beeldschermen 2–4 Cursorbesturing en toetsenbord slaapstand activeren 2–3 standbystand activeren 2–1 systeeminformatie weerg
Index Presentatievoorziening, voorkeuren instellen 2–11 Q Quick Launch-knoppen 2–6, 2–10 V Vensterschikking, voorkeuren instellen 2–17 Vingerafdruklezer 1–2 S Samengestelde video 2–4 Schakelen, tussen beeldschermen 2–4 Schuifzone, van touchpad 1–3 Systeeminformatie, weergeven 2–5 T Toetsen functie 2–1 hotkeys 2–1 Touchpad definitie 1–3 voorkeuren instellen 1–5 Index–2 Cursorbesturing en toetsenbord
© Copyright 2007 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Windows is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de V.S. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend.