Power management
4–2 Energiebeheer
Standaardinstellingen voor energiebeheer
Computer of beeldscherm in-
of
uitschakelen
Activiteit Procedure Resultaat
De computer
aanzetten.
Druk op de aan/uit-knop. ■ De aan/uit-lampjes
gaan branden.
✎
Als de aan/uit-
lampjes snel
knipperen, moet een
netvoedingsadapter
met een hoger
vermogen worden
aangesloten.
■ Het besturingssysteem
wordt geladen.
De computer
afsluiten.*
1. Sla uw werk op en sluit alle
geopende applicaties af.
2. Sluit vervolgens de computer
af via het besturingssysteem
door Start
> Uitschakelen >
Uitschakelen te selecteren.*
✎
Raadpleeg "Noodprocedures
voor afsluiten gebruiken" als
het systeem niet reageert en
u de computer niet kunt
afsluiten met deze
procedures.
■ De aan/uit-lampjes
gaan uit.
■ Het besturingssysteem
wordt afgesloten.
■ De computer wordt
uitgeschakeld.
Alleen het
beeldscherm
uitschakelen.
Doe de computer dicht. Als u de computer
dichtdoet, wordt de
beeldschermschakelaar
ingedrukt, waardoor de
standbystand wordt
geactiveerd.
*Als u bij een netwerkdomein bent geregistreerd, heet de knop waarop u moet
klikken Afsluiten in plaats van Uitschakelen.