Energiebeheer Handleiding
© Copyright 2007 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Windows en Windows Vista zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP-producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend.
Inhoudsopgave 1 Opties voor energiebeheer instellen Standen voor energiebesparing gebruiken .......................................................................................... 1 Slaapstand activeren of beëindigen ..................................................................................... 1 Sluimerstand activeren of beëindigen .................................................................................. 2 Accumeter gebruiken .............................................................
Computer afsluiten Index ...................................................................................................................................................................
1 Opties voor energiebeheer instellen Standen voor energiebesparing gebruiken Voor het besturingssysteem Windows Vista™ zijn standaard twee standen voor energiebesparing ingeschakeld: de slaapstand en de sluimerstand. Als u de slaapstand inschakelt, knipperen de aan/uit-lampjes en wordt het scherm zwart. Uw werk wordt opgeslagen in het geheugen, zodat u de slaapstand sneller kunt beëindigen dan de sluimerstand.
U beëindigt als volgt de slaapstand: ▲ Druk op de aan/uit-knop. Als de slaapstand wordt beëindigd, gaan de aan/uit-lampjes branden en verschijnt uw werk op het punt waar u bent gestopt met werken en de slaapstand is geactiveerd. Opmerking Als u heeft ingesteld dat een wachtwoord nodig is om de slaapstand te beëindigen, moet u uw Windows-wachtwoord invoeren voordat uw werk weer op het scherm verschijnt.
Accumeter gebruiken De accumeter bevindt zich in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. Met de accumeter heeft u snel toegang tot Energiebeheer, kunt u de acculading bekijken en een ander energiebeheerschema selecteren. ● Beweeg de cursor over het pictogram van de accumeter om de acculading en het huidige energiebeheerschema weer te geven. ● Klik op het pictogram van de accumeter en selecteer een item in de lijst om toegang te krijgen tot Energiebeheer.
Energiebeheerschema’s gebruiken Een energiebeheerschema bestaat uit een verzameling systeeminstellingen waarmee het energieverbruik van de computer wordt beheerd. U kunt energiebeheerschema’s gebruiken om energie te besparen of de prestaties van de computer te maximaliseren. U kunt de instellingen van energiebeheerschema’s aanpassen of uw eigen energiebeheerschema maken.
Wachtwoordbeveiliging instellen bij beëindigen slaapstand U stelt als volgt een wachtwoord in dat moet worden opgegeven bij het beëindigen van de slaap- of sluimerstand: NLWW 1. Klik op Start > Configuratiescherm > Systeem en onderhoud > Energiebeheer. 2. Klik in het linkerdeelvenster op Wachtwoord vereisen bij uit slaapstand komen. 3. Click Change Settings that are currently unavailable (Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn). 4. Klik op Een wachtwoord vereisen (aanbevolen).
2 Accuvoeding gebruiken Wanneer er zich een opgeladen accu in de computer bevindt en de computer niet is aangesloten op een externe voedingsbron, werkt de computer op accuvoeding. Wanneer de computer is aangesloten op een externe netvoedingsbron, werkt de computer op netvoeding. Als er een opgeladen accu in de computer is geplaatst en de computer op externe voeding werkt via de netvoedingsadapter, schakelt de computer over op accuvoeding wanneer de netvoedingsadapter wordt losgekoppeld van de computer.
Battery Health (Accustatus) in Help en ondersteuning gebruiken De sectie Battery Health (Accustatus) van Help en ondersteuning biedt de volgende hulpmiddelen en informatie: ● Battery Check (Accucontrole) om de prestaties van de accu te controleren ● informatie over kalibratie, energiebeheer en de juiste manier om een accu te hanteren en op te slaan om de levensduur van de accu te maximaliseren ● informatie over soorten accu’s, specificaties, levensduur en capaciteit U opent Battery Health (Accustatus)
Acculading weergeven ▲ Beweeg de cursor over het pictogram accumeter in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. – of – Bekijk een benadering van de overgebleven accuwerktijd in minuten in het Windows Mobiliteitscentrum: ▲ Klik op het pictogram accumeter in het systeemvak en klik vervolgens op Windows Mobiliteitscentrum. – of – Klik op Start > Configuratiescherm > Draagbare computer > Windows Mobiliteitscentrum.
Accu plaatsen of verwijderen VOORZICHTIG Bij het verwijderen van een accu die de enige beschikbare voedingsbron vormt, kunnen er gegevens verloren gaan. Activeer de sluimerstand of schakel de computer uit via Windows voordat u de accu verwijdert. Zo voorkomt u dat er gegevens verloren gaan. U plaatst de accu als volgt: 1. Leg de computer ondersteboven op een vlak oppervlak neer, met de accuruimte naar u toe. 2. Schuif de accu (1) in de accuruimte totdat deze op zijn plaats zit.
4. 10 Verwijder de accu (3) uit de computer.
Accu opladen WAARSCHUWING Laad de accu van de computer niet op aan boord van een vliegtuig. De accu wordt opgeladen wanneer de computer is aangesloten op een externe voedingsbron via een netvoedingsadapter, een optionele voedingsadapter of een optioneel dockingapparaat. De accu wordt opgeladen ongeacht of de computer in gebruik is of uit staat, maar het opladen verloopt sneller wanneer de computer is uitgeschakeld.
Omgaan met een lage acculading In dit gedeelte worden de waarschuwingen en systeemreacties beschreven die standaard zijn ingesteld. Sommige waarschuwingen voor een lage acculading en de manier waarop het systeem daarop reageert, kunt u wijzigen in het onderdeel Energiebeheer van het Configuratiescherm van Windows. Voorkeuren die u in Energiebeheer instelt, zijn niet van invloed op de werking van de lampjes.
Problemen met lage acculading verhelpen VOORZICHTIG Wacht met het herstellen van de voeding totdat de aan/uit-lampjes uit zijn, om het risico van gegevensverlies te beperken wanneer het ladingsniveau van de accu in de computer kritiek laag is geworden en de sluimerstand is geactiveerd.
Accu kalibreren Kalibreer een accu in de volgende gevallen: ● als de weergegeven acculading onjuist lijkt te zijn ● als u constateert dat de werktijd van de accu duidelijk anders is dan tevoren Zelfs als een accu intensief wordt gebruikt, is het niet nodig om de accu vaker dan eens per maand te kalibreren. Het is ook niet nodig om een nieuwe accu te kalibreren. Stap 1: laad de accu volledig op WAARSCHUWING Laad de accu van de computer niet op aan boord van een vliegtuig.
9. Klik op OK. 10. Klik op Wijzigingen opslaan. Stap 3: ontlaad de accu De computer moet ingeschakeld blijven tijdens het ontladen van de accu. De accu wordt ontladen, ongeacht of de computer in gebruik is. Wanneer u de computer gebruikt, verloopt het ontladen echter sneller. ● Als u de computer onbeheerd wilt achterlaten tijdens het ontladen, slaat u uw gegevens op voordat u de ontladingsprocedure start.
Stap 4: laad de accu opnieuw volledig op U laadt de accu als volgt opnieuw op: 1. Zorg dat de computer op een externe voedingsbron aangesloten blijft totdat de accu volledig is opgeladen. Wanneer de accu volledig is opgeladen, gaat het acculampje op de computer uit. U kunt de computer gewoon gebruiken terwijl de accu wordt opgeladen, maar het opladen gaat sneller wanneer de computer is uitgeschakeld. 2.
Accuvoeding besparen NLWW ● In het onderdeel Energiebeheer van het Configuratiescherm kunt u instellingen selecteren die weinig energie verbruiken. ● Schakel draadloze verbindingen en LAN-verbindingen uit en sluit modemapplicaties af wanneer u deze niet gebruikt. ● Ontkoppel externe apparatuur die niet is aangesloten op een externe voedingsbron wanneer u deze apparatuur niet gebruikt. ● Zet alle optionele externe-mediakaarten die u niet gebruikt stop, schakel ze uit of verwijder ze.
Accu opbergen VOORZICHTIG Stel een accu niet gedurende langere tijd bloot aan hoge temperaturen, om beschadiging van de accu te voorkomen. Verwijder de accu en bewaar deze afzonderlijk als de computer meer dan 2 weken niet wordt gebruikt en niet is aangesloten op een externe voedingsbron. Bewaar de accu op een koele en droge plaats, zodat de accu langer opgeladen blijft. Kalibreer een accu die een maand of langer opgeborgen is geweest voordat u deze in gebruik neemt.
Afvoeren van gebruikte accu's WAARSCHUWING Probeer niet een accu uit elkaar te halen, te pletten of te doorboren, zorg dat u geen kortsluiting veroorzaakt tussen de externe contactpunten op een accu en laat een accu niet in aanraking komen met water of vuur. Zo beperkt u het risico van brand en brandwonden. Stel een accu niet bloot aan temperaturen boven 60 °C (140 °F). Vervang de accu uitsluitend door een accu die is goedgekeurd voor gebruik in deze computer.
3 Externe netvoeding gebruiken Externe netvoeding wordt geleverd door een van de volgende apparaten: WAARSCHUWING Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde netvoedingsadapter, een door HP geleverde vervangende adapter, of een door HP geleverde compatibele adapter.
Netvoedingsadapter aansluiten WAARSCHUWING U kunt als volgt het risico van een elektrische schokken of schade aan de apparatuur beperken: Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat altijd gemakkelijk te bereiken is. Onderbreek de stroomtoevoer aan de computer door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te trekken (niet uit de computer). Als bij het product een netsnoer met een 3-pins stekker is geleverd, sluit u het netsnoer aan op een geaard stopcontact.
4 Computer afsluiten VOORZICHTIG Als u de computer afsluit zal alle informatie die u niet heeft opgeslagen verloren gaan. Met de opdracht Afsluiten sluit u alle geopende programma's, waaronder het besturingssysteem, en worden vervolgens het beeldscherm en de computer uitgeschakeld.
Index A Aansluiten, externe voedingsbron 21 Accu afvoeren 19 kalibreren 14 lage acculading 12 opbergen 18 opladen 11, 14 opnieuw opladen 16 plaatsen 9 verwijderen 9 voeding besparen 17 Accu, temperatuur 18 Acculampje 11, 12 Accuvergrendeling 9 Accuvoeding 6 Afsluiten 22 B Beschrijfbare media 1 Besparen, voeding 17 Besturingssysteem 22 R Reizen met de computer 18 S Schijfmedia 1 Slaapstand activeren 1 beëindigen 1 Sluimerstand activeren 2 beëindigen 2 geactiveerd bij kritiek lage acculading 12 T Temperatuu