Security - Windows XP and Windows Vista
Instelwachtwoord
Met het instelwachtwoord van Computer Setup beveiligt u de configuratie-instellingen en de
systeemidentificatiegegevens in Computer Setup. Wanneer dit wachtwoord is ingesteld, moet u dit
wachtwoord elke keer opgeven als u Computer Setup opent en hier instellingen wijzigt.
Het instelwachtwoord heeft de volgende kenmerken:
●
Het is niet hetzelfde als het beheerderswachtwoord dat in Windows is ingesteld, hoewel beide
wachtwoorden hetzelfde mogen zijn.
●
Het wordt niet weergegeven als het wordt ingesteld, opgegeven, gewijzigd of verwijderd.
●
Het moet met dezelfde toetsen worden opgegeven als waarmee het wachtwoord is ingesteld. Als
u bijvoorbeeld een wachtwoord instelt met de cijfertoetsen boven aan het toetsenbord, wordt het
niet herkend wanneer u het vervolgens probeert op te geven met de cijfertoetsen van het
geïntegreerde numerieke toetsenblok.
●
Het kan uit een willekeurige combinatie van maximaal 32 letters en cijfers bestaan. Daarbij wordt
geen onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.
Instelwachtwoord beheren
Het instelwachtwoord kan worden ingesteld, gewijzigd en verwijderd in Computer Setup.
U kunt dit wachtwoord als volgt beheren, instellen, wijzigen of verwijderen:
1. Open Computer Setup (Computerinstellingen) door de computer aan te zetten of opnieuw op te
starten en vervolgens op f10 te drukken terwijl terwijl het bericht "F10 = ROM Based Setup" (F10
= ROM-hulpprogramma instellingen) linksonder op het scherm verschijnt.
2. Selecteer Beveiliging > Instelwachtwoord met de pijltoetsen en druk op enter.
●
U kunt een instelwachtwoord instellen door het wachtwoord te typen in de velden Nieuw
wachtwoord en Nieuw wachtwoord bevestigen en vervolgens op f10 te drukken.
●
U kunt een instelwachtwoord wijzigen door het huidige wachtwoord te typen in het veld Oud
wachtwoord, het nieuwe wachtwoord te typen in de velden Nieuw wachtwoord en Nieuw
wachtwoord bevestigen en op f10 te drukken.
●
U kunt een instelwachtwoord verwijderen door het huidige wachtwoord te typen in het veld
Oud wachtwoord en vervolgens op f10 te drukken.
3. Als u uw voorkeuren wilt opslaan, selecteert u met de pijltoetsen de opties Bestand > Save
changes and exit (Wijzigingen opslaan en afsluiten). Volg daarna de instructies op het scherm.
De voorkeursinstellingen worden geactiveerd wanneer de computer opnieuw wordt gestart.
Instelwachtwoord invoeren
Als u bij Setup password wordt gevraagd het instelwachtwoord in te voeren, typt u uw instelwachtwoord
(met dezelfde soort toetsen als waarmee u het wachtwoord heeft ingesteld) en drukt u op enter. Als u
drie keer het verkeerde instelwachtwoord heeft ingevoerd, moet u de computer opnieuw opstarten en
het opnieuw proberen.
NLWW Instelwachtwoord 7