Computer Setup (F10) Utility Guide (3rd Edition)
Handleiding Computerinstellingen www.hp.com en www.hp.nl 3
Computer Setup (Computerinstellingen)
Werken met Computer Setup (Computerinstellingen)
Computer Setup (Computerinstellingen) kan alleen worden
geactiveerd wanneer u de computer inschakelt of opnieuw opstart. U
krijgt als volgt toegang tot Computer Setup (Computerinstellingen):
1. Zet de computer aan of start deze opnieuw op. Klik hiervoor in
Microsoft Windows op Start > Afsluiten > Opnieuw opstarten.
2. Zodra de computer ingeschakeld is, drukt u op
F10 wanneer
het lampje van de monitor groen wordt om Computer Setup
(Computerinstellingen) te openen. Druk op
Enter om een
eventueel beginscherm over te slaan.
✎
Als u F10 niet tijdig heeft ingedrukt, start u de computer opnieuw op.
Druk opnieuw op
F10 wanneer het lampje van de monitor groen wordt
opdat Computer Setup (Computerinstellingen) op het scherm verschijnt.
3. Selecteer de gewenste taal en druk op
Enter.
4. U ziet een keuzelijst met vijf onderwerpen in het menu
Computer Setup (Computerinstellingen): File (Bestand),
Storage (Opslag), Security (Beveiliging), Power (Energie)
en Advanced (Geavanceerd).
5. Gebruik de toetsen pijl-links en pijl-rechts om naar het gewenste
menu te gaan. Gebruik de toetsen pijl-omhoog en pijl-omlaag
om de gewenste optie te selecteren en druk vervolgens op
Enter.
Druk op
Esc om terug te keren naar het menu Computer Setup
(Computerinstellingen).
6. Als u de wijzigingen wilt opslaan en toepassen, selecteert
u File (Bestand) > Save Settings and Exit (Instellingen
opslaan en afsluiten).
❏ Als u wijzigingen heeft aangebracht die u niet wilt toepassen,
selecteert u Ignore Changes and Exit (Wijzigingen negeren
en afsluiten).
❏ Als u de fabrieksinstellingen of opgeslagen standaardinstellingen
(sommige modellen) wilt herstellen, selecteert u Set Defaults
and Exit (Standaardinstellingen instellen en afsluiten).
Met deze optie herstelt u de originele standaardinstellingen.
Ä
VOORZICHTIG: U mag de computer NOOIT uitschakelen terwijl de
wijzigingen in de configuratie van Computer Setup (Computerinstellingen)
worden opgeslagen, omdat anders het CMOS beschadigd kan raken.
U kunt de computer pas veilig uitschakelen nadat u het scherm van
Computer Setup (Computerinstellingen) heeft afgesloten.