Troubleshooting Guide
2–44 www.hp.com en www.hp.nl Problemen oplossen
Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen
Diagnoseprogramma
meldt een storing.
(vervolg)
Er is een probleem met de
kabel of een apparaat
aan het andere uiteinde
van de kabel.
Controleer of de kabel en de
eenheid aan het andere uiteinde
van de kabel goed werken.
De netwerkadapter
gebruikt dezelfde interrupt
als een uitbreidingskaart.
Start Computer Setup (Computerin-
stellingen) en open het menu
Advanced (Geavanceerd).
Wijzig de systeembroninstellingen
voor de kaart.
De netwerkadapter
is defect.
Neem contact op met een Business
Partner.
Het diagnoseprogramma
heeft geen fouten
gemeld, maar de
computer communiceert
niet met het netwerk.
De netwerkstuurpro-
gramma’s zijn niet geladen
of de parameters van het
stuurprogramma komen
niet overeen met de
huidige configuratie.
Zorg ervoor dat de stuurprogramma’s
zijn geladen en dat de parameters
van het stuurprogramma
overeenkomen met de configuratie
van de netwerkadapter.
Zorg ervoor dat de juiste
netwerkclient en het juiste
protocol zijn geïnstalleerd.
De netwerkadapter is niet
geconfigureerd voor deze
computer.
Dubbelklik in het
Configuratiescherm op
het pictogram Netwerk en
configureer de netwerkadapter.
De netwerkadapter werkt
niet meer nadat u een
uitbreidingskaart aan
de computer heeft
toegevoegd.
De netwerkadapter
gebruikt dezelfde interrupt
als een uitbreidingskaart.
Start Computer Setup (Computerin-
stellingen) en open het menu
Advanced (Geavanceerd).
Wijzig de systeembroninstellingen
voor de kaart.
Er zijn stuurprogramma’s
nodig voor de
netwerkadapter.
Controleer of de stuurprogramma’s
niet per ongeluk zijn verwijderd
tijdens de installatie van de
stuurprogramma’s voor een nieuwe
uitbreidingskaart.
Netwerkproblemen oplossen (Vervolg)
Probleem Oorzaak Oplossing