Troubleshooting Guide
2–40 www.hp.com en www.hp.nl Problemen oplossen
Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen
Nieuwe apparatuur wordt 
niet herkend als onderdeel 
van het systeem. 
(vervolg)
Een Plug and Play-kaart 
wordt mogelijk niet 
automatisch 
geconfigureerd als de 
standaardconfiguratie 
een conflict met andere 
apparaten veroorzaakt.
Gebruik Apparaatbeheer van 
Windows XP om de automatische 
instellingen voor de kaart uit te 
schakelen en een basisconfiguratie 
te kiezen die geen conflict met 
systeembronnen veroorzaakt. 
U kunt ook Computer Setup 
(Computerinstellingen) gebruiken 
om apparaten opnieuw te 
configureren of uit te schakelen en 
zodoende het conflict op te lossen.
Computer start niet op. Er zijn verkeerde 
geheugenmodules 
geïnstalleerd of er zijn 
geheugenmodules op 
de verkeerde locatie 
geplaatst.
1. Raadpleeg de documentatie bij 
de computer om te controleren 
of u de juiste geheugenmodules 
gebruikt en of deze modules op 
de juiste manier zijn geïnstalleerd.
2. Let op de geluidssignalen en op 
de lampjes aan de voorkant van 
de computer. Zie Bijlage A, 
“POST-foutberichten” voor 
mogelijke oorzaken.
3. Als u het probleem niet kunt 
oplossen met de voorgaande 
aanwijzingen, neemt u contact 
op met een Business Partner.
Het aan/uit-lampje 
knippert vijf keer in de 
kleur rood met tussenpozen 
van een seconde, gevolgd 
door een pauze van twee 
seconden, en u hoort vijf 
geluidssignalen. (Het 
geluidssignaal stopt na 
5 keer, maar de LED’s 
blijven knipperen)
Het geheugen is 
verkeerd geïnstalleerd 
of defect.
1. Verwijder de DIMM’s en plaats 
deze vervolgens weer terug. Zet 
de computer aan.
2. Vervang de DIMM’s een voor 
een om te bepalen welke 
module defect is.
3. Vervang geheugen van andere 
leveranciers door HP geheugen.
4. Vervang de systeemkaart.
Problemen bij de installatie van hardware oplossen (Vervolg)
Probleem Oorzaak Oplossing










