Toetsenbord en cursorbesturing Artikelnummer van document: 404163-331 Maart 2006 In deze handleiding wordt de werking van de cursorbesturing en het toetsenbord beschreven.
Inhoudsopgave 1 Cursorbesturing Touchpad (alleen bepaalde modellen) . . . . . . . . . . . . . . Touchpad gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . EasyPoint-muisbesturing (alleen bepaalde modellen) . . EasyPoint-muisbesturing gebruiken . . . . . . . . . . . . . Externe muis gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voorkeuren voor het touchpad instellen . . . . . . . . . . . . 2 1–1 1–2 1–3 1–4 1–4 1–5 Toetsenbord Hotkeys . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave Knop Info Center (Informatiecentrum) . . . . . . . . . . . . . 2–9 Configuratiescherm HP Quick Launch Buttons. . . . . . 2–10 Configuratiescherm HP Quick Launch Buttons openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–11 Knopvoorkeuren instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–12 Q-menu weergeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–14 Voorkeuren voor vensterschikking instellen . . . . . 2–19 Zoomvoorkeuren instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1 Cursorbesturing Touchpad (alleen bepaalde modellen) In de volgende afbeelding en tabel wordt het touchpad van de computer afgebeeld en beschreven. Onderdeel Beschrijving 1 Touchpad* Hiermee kunt u de aanwijzer (ook wel "cursor" genoemd) verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren. U kunt andere muisfuncties voor dit onderdeel instellen, zoals schuiven, selecteren en dubbelklikken.
Cursorbesturing Onderdeel Beschrijving 2 Linkerknop van het Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een externe muis. touchpad* 3 Schuifzone van het touchpad* 4 Rechterknop van het touchpad* Hiermee schuift u de weergave in een venster op het beeldscherm omhoog of omlaag. Deze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op een externe muis. *Deze tabel beschrijft de standaardinstellingen.
Cursorbesturing EasyPoint-muisbesturing (alleen bepaalde modellen) Onderdeel Beschrijving 1 EasyPoint-muisbesturing Hiermee kunt u de aanwijzer (ook wel "cursor" genoemd) verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren. 2 Linkerknop van Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een externe muis. EasyPoint-muisbesturing 3 Rechterknop van EasyPoint-muisbesturing Toetsenbord en cursorbesturing Deze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op een externe muis.
Cursorbesturing EasyPoint-muisbesturing gebruiken Als u de aanwijzer wilt verplaatsen, drukt u de EasyPointmuisbesturing in de richting waarin u de aanwijzer wilt verplaatsen. Gebruik de knoppen van de EasyPointmuisbesturing zoals u zou doen met de overeenkomende knoppen op een externe muis. Externe muis gebruiken U kunt een externe USB-muis aansluiten via een van de USBpoorten op de computer.
Cursorbesturing Voorkeuren voor het touchpad instellen Via het venster Eigenschappen voor muis van Microsoft Windows kunt u de instellingen voor cursorbesturing aanpassen aan uw wensen. U kunt bijvoorbeeld: ■ De aantipfunctie van het touchpad (tapping) inschakelen. Hiermee kunt u een object selecteren door eenmaal op het touchpad te tikken of dubbelklikken op een object door tweemaal op het touchpad te tikken (standaard ingeschakeld). ■ De randschuiffunctie (Edge motion) inschakelen.
2 Toetsenbord In de volgende gedeelten vindt u informatie over de toetsenbordvoorzieningen van de computer. computer kan er iets anders uitzien dan de in dit hoofdstuk ✎ Uw afgebeelde computer. Hotkeys Hotkeys zijn vooraf ingestelde combinaties van de fn-toets 1 met de esc-toets 2 of met een van de functietoetsen 3. De pictogrammen op de toetsen f3, f4 en f8 tot en met f10 vertegenwoordigen hotkeyfuncties. Hotkeyfuncties en procedures voor hotkeys worden beschreven in de volgende gedeelten.
Toetsenbord Overzicht van hotkeys Om deze functie uit te voeren Drukt u op De standbystand activeren fn+f3 De standbystand beëindigen Aan/uit-knop Schakelen tussen het beeldscherm van de computer en een extern beeldscherm fn+f4 Accugegevens weergeven fn+f8 Weergave van accugegevens sluiten fn+f8 Helderheid van het beeldscherm verlagen fn+f9 Helderheid van het beeldscherm verhogen fn+f10 Systeemgegevens weergeven fn+esc Weergave van systeemgegevens sluiten fn+esc of klik op OK Procedures
Toetsenbord Standbystand activeren (fn+f3) Druk op fn+f3 om de standbystand te activeren. Wanneer de standbystand wordt geactiveerd, wordt uw werk opgeslagen in het RAM (Random Access Memory), wordt het scherm gewist en wordt er minder energie verbruikt. Wanneer de computer in de standbystand staat, knipperen de aan/uit-lampjes. De computer moet zijn ingeschakeld voordat u de standbystand activeert.
Toetsenbord Schakelen tussen beeldschermen(fn+f4) Druk op fn+f4 om te schakelen tussen beeldschermen die op het systeem zijn aangesloten. Als er bijvoorbeeld een monitor op de computer is aangesloten, kunt u fn+f4 gebruiken om te schakelen tussen weergave op het computerbeeldscherm, weergave op de monitor en gelijktijdige weergave op de computer en de monitor. De meeste externe monitoren maken gebruik van de externeVGA-videostandaard om videogegevens van de computer te ontvangen.
Toetsenbord Helderheid van het beeldscherm verlagen (fn+f9) Druk op fn+f9 als u de helderheid van het beeldscherm wilt verlagen. Houd beide toetsen ingedrukt om de helderheid steeds verder te verlagen. Helderheid van het beeldscherm verhogen (fn+f10) Druk op fn+f10 als u de helderheid van het beeldscherm wilt verhogen. Houd beide toetsen ingedrukt om de helderheid steeds verder te verhogen.
Toetsenbord HP Quick Launch-knoppen gebruiken (alleen bepaalde modellen) Met de HP Quick Launch-knoppen opent u veelgebruikte programma's, ook wel applicaties genoemd. In het configuratiescherm HP Quick Launch Buttons stelt u in met welke knop u welk programma wilt starten.
Toetsenbord Onderdeel Beschrijving 1 Knop Info Center Hiermee start u Info Center (Informatiecentrum), waarin u verschillende softwareoplossingen kunt openen. U kunt deze knop ook anders programmeren om een van de volgende acties uit te voeren: ■ de presentatievoorziening starten of het Q-menu openen; ■ een e-maileditor openen; ■ een zoekvak openen om een website te zoeken. Raadpleeg "Knopvoorkeuren instellen" of "Info Center (Informatiecentrum)" voor meer informatie.
Toetsenbord Presentatieknop De eerste keer dat u op de presentatieknop drukt, verschijnt het dialoogvenster Presentation Settings (Instellingen voor presentatie). In dit dialoogvenster kunt u de knop instellen voor uitvoering van een van de volgende acties: ■ een door u opgegeven programma, map, bestand of website openen; ■ een energiebeheerschema kiezen; ■ een beeldscherminstelling kiezen.
Toetsenbord Knop Info Center (Informatiecentrum) De eerste keer dat u op de knop Info Center drukt, verschijnt het venster Info Center. Hierin kunt u vooraf ingestelde softwareoplossingen openen. Als u de standaardinstellingen van de knop Info Center niet wilt gebruiken, kunt u de knop programmeren voor uitvoering van een van de volgende acties: ■ Q-menu openen of de presentatievoorziening starten; ■ een e-maileditor openen; ■ een zoekvak openen om een website te zoeken.
Toetsenbord Configuratiescherm HP Quick Launch Buttons voorkeuren die staan vermeld in het configuratie✎ Sommige scherm HP Quick Launch Buttons, worden mogelijk niet door de computer ondersteund.
Toetsenbord In de volgende gedeelten vindt u instructies voor het instellen van voorkeuren via dit configuratiescherm. Als u meer informatie over een onderdeel van het configuratiescherm wilt bekijken, klikt u op de knop Help in de rechterbovenhoek van het venster. De knop Help herkent u aan het vraagteken.
Toetsenbord Knopvoorkeuren instellen 1. Klik in het configuratiescherm HP Quick Launch Buttons op de tab Programmable Buttons (Programmeerbare knoppen). 2. U kunt een knop programmeren om een van de volgende acties uit te voeren: ❏ Het Q-menu of het Info Center openen bij een druk op de knop: a. Klik op de pijl-omlaag naast de knop die u wilt instellen en klik op Q Menu of HP Info Center. "Q-menu weergeven" voor meer ✎ Raadpleeg informatie over het Q-menu. b.
Toetsenbord d. Om het huidige energiebeheerschema voor de presentatievoorziening weer te geven of te wijzigen, klikt u op een optie in de lijst Power Scheme (Energiebeheerschema) of klikt u op Power Options (Opties voor energiebeheer) om het gelijknamige configuratiescherm te openen. een druk op de presentatieknop wordt standaard het ✎ Bij energiebeheerschema voor de presentatievoorziening geselecteerd. e.
Toetsenbord Q-menu weergeven Het Q-menu geeft snel toegang tot veel van de systeemtaken die u kunt starten met de knoppen, toetsen of hotkeys van de meeste computers. U geeft als volgt het Q-menu weer op het bureaublad: » Klik met de rechtermuisknop op het pictogram HP Quick Launch Buttons en selecteer Launch Q Menu (Q-menu openen). Voorkeuren voor het Q-menu instellen In het Q-menu kunnen maximaal 40 onderdelen worden weergegeven.
Toetsenbord Onderdelen uit de lijst toevoegen aan het Q-menu U voegt als volgt een onderdeel uit de lijst Items to Display on Q Menu (In Q-menu weer te geven opties) toe aan het Q-menu: 1. Klik in het configuratiescherm HP Quick Launch Buttons op de tab Q Menu. 2. Schakel het selectievakje in voor het onderdeel dat u wilt toevoegen. 3. Om de voorkeuren op te slaan en het configuratiescherm te sluiten, klikt u op OK.
Toetsenbord 3. In het dialoogvenster Add New Menu Entry (Nieuwe menuoptie toevoegen) kunt u het onderdeel toevoegen door middel van typen of bladeren: ❏ Als u het onderdeel wilt toevoegen via het toetsenbord, typt u een naam voor het onderdeel in het veld Display Name (Weergavenaam) en typt u het pad naar het onderdeel in het veld File Name (Bestandsnaam). Als u ervoor kiest om de weergavenaam te typen, maar te bladeren naar de bestandsnaam, laat u het vak File Name (Bestandsnaam) leeg.
Toetsenbord Door de gebruiker gedefinieerd onderdeel wijzigen Door de gebruiker gedefinieerde onderdelen kunnen worden gewijzigd, door het systeem gedefinieerde onderdelen niet. Als u een door het systeem gedefinieerd onderdeel in de lijst Items to display on Q Menu (In Q-menu weer te geven opties) selecteert, is de knop Modify (Wijzigen) niet beschikbaar. U kunt als volgt de weergavenaam en/of bestandsnaam van een door de gebruiker gedefinieerd onderdeel wijzigen: 1.
Toetsenbord Locatie van een onderdeel van het Q-menu wijzigen U wijzigt als volgt de locatie van een onderdeel van het Q-menu: 1. Klik in het configuratiescherm HP Quick Launch Buttons op de tab Q Menu. 2. Selecteer het onderdeel in de lijst Items to display on Q Menu (In Q-menu weer te geven opties). Doe daarna het volgende: ❏ Als u het onderdeel naar boven wilt verplaatsen, klikt u op de knop Move Up (Omhoog). ❏ Als u het onderdeel naar beneden wilt verplaatsen, klikt u op de knop Move Down (Omlaag).
Toetsenbord Voorkeuren voor vensterschikking instellen U stelt als volgt voorkeuren in voor het schikken van vensters op het bureaublad van Windows: 1. Klik in het configuratiescherm HP Quick Launch Buttons op de tab Quick Tile (Snel vensters schikken). 2. Klik op Vertical Tile (Verticaal schikken) of Horizontal Tile (Horizontaal schikken) en klik op de programma's die u wilt schikken in het vak Applications currently running (Momenteel actieve applicaties). 3.
Toetsenbord Overige voorkeuren instellen U kunt andere voorkeuren instellen op het tabblad Preferences (Voorkeuren) van het configuratiescherm HP Quick Launch Buttons voorkeuren die staan vermeld op het tabblad ✎ Sommige Preferences (Voorkeuren), worden mogelijk niet door de computer ondersteund. U stelt als volgt een voorkeur in: 1. Klik in het configuratiescherm HP Quick Launch Buttons op de tab Preferences (Voorkeuren). 2.
Toetsenbord Info Center (Informatiecentrum) Info Center (Informatiecentrum) stelt u in staat de volgende softwareoplossingen te openen: ■ Contact HP (Contact opnemen met HP) ■ Hulp en ondersteuning ■ HP Mobile Data Protection ■ Notebook Accessories Tour (Accessoires voor notebookcomputer in vogelvlucht) ■ ProtectTools Security Manager ■ Software installeren ■ Wireless Assistant (Assistent voor draadloze communicatie) ■ System Information (Systeeminformatie) U opent Info Center als volgt: 1.
3 Toetsenblokken De computer heeft een geïntegreerd numeriek toetsenblok en ondersteunt tevens een optioneel extern numeriek toetsenblok of een optioneel extern toetsenbord met een numeriek toetsenblok. computer kan er iets anders uitzien dan de in dit hoofdstuk ✎ Uw afgebeelde computer.
Toetsenblokken 3–2 Onderdeel Beschrijving 1 Num Lock-lampje 2 num lk-toets 3 Geïntegreerd numeriek toetsenblok 4 fn-toets Toetsenbord en cursorbesturing
Toetsenblokken Geïntegreerd numeriek toetsenblok gebruiken U kunt de vijftien toetsen van het geïntegreerde numerieke toetsenblok op dezelfde manier gebruiken als de toetsen van een extern toetsenblok. Wanneer het geïntegreerde numerieke toetsenblok is ingeschakeld, voert u met elke toets van dit toetsenblok de functie uit die wordt aangegeven door het pictogram in de rechterbovenhoek van de toets.
Toetsenblokken Schakelen tussen functies van toetsen op het geïntegreerde toetsenblok U kunt tijdelijk de andere functies van de toetsen op het geïntegreerde numerieke toetsenblok gebruiken door te drukken op de fn-toets of de toetscombinatie fn+shift. ■ Als u de toetsenblokfunctie van een toetsenbloktoets wilt activeren wanneer het toetsenblok is uitgeschakeld, houdt u de fn-toets ingedrukt terwijl u op de toetsenbloktoets drukt.
Toetsenblokken Werken met een extern numeriek toetsenblok De werking van de meeste toetsen op de meeste externe toetsenblokken hangt ervan af of de Num Lock-functie is ingeschakeld. (De Num Lock-functie is standaard uitgeschakeld.) Bijvoorbeeld: ■ Wanneer Num Lock is ingeschakeld, kunt u met de meeste toetsenbloktoetsen cijfers typen. ■ Wanneer Num Lock is uitgeschakeld, werken de meeste toetsenbloktoetsen als pijltoetsen, page up-toets of page down-toets.
Index A Acculading, informatie weergeven 2–4 Activeren, standbystand 2–3 E EasyPoint-muisbesturing knoppen 1–3 locatie 1–3 Energiebeheer, schema's 2–13 Extern toetsenblok 3–5 Externe muis 1–4 F Fn-toets 3–2 Functietoetsen 2–1 G Geïntegreerd numeriek toetsenblok 3–2 Geïntegreerd toetsenblok 3–3 H Hotkeyopdrachten helderheid van beeldscherm verhogen 2–5 helderheid van beeldscherm verlagen 2–5 Toetsenbord en cursorbesturing informatie over acculading 2–4 schakelen tussen beeldschermen 2–4 standbystand ac
Index N T Num Lock inschakelen 3–5 uitschakelen 3–5 Num Lock, toets 3–2 Num Lock-lampje 3–2 Quick Launchknoppen 2–6, 2–10 Toetsen fn 3–2 functie 2–1 hotkeys 2–1 Num Lock 3–2 shift 3–4 Toetsenblok extern 3–5 geïntegreerd 3–3 geïntegreerd numeriek 3–2 Touchpad definitie 1–1 gebruiken 1–2 voorkeuren instellen 1–5 S U Samengestelde video 2–4 Schakelen, tussen beeldschermen 2–4 Schuifvlakken, van touchpad 1–2 Shift, toets 3–4 Systeeminformatie, weergeven 2–5 Uitschakelen, Num Lock 3–5 P Presentatie, kn
© Copyright 2006 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Microsoft en Windows zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend.