Energiebeheer Artikelnummer van document: 404162-331 Maart 2006 In deze handleiding wordt het gebruik van elektrische voeding door de computer beschreven.
Inhoudsopgave 1 Locatie van voedingsknoppen en voedingslampjes 2 Voedingsbronnen Netvoedingsadapter aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2–3 3 Standbystand en hibernationstand Standbystand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Hibernationstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Standbystand of hibernationstand activeren of de computer afsluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Wanneer u uw werk onderbreekt . . . . . . . .
Inhoudsopgave 5 Opties voor energiebeheer Opties voor energiebeheer openen. . . . . . . . . . . . . . . . . Pictogram Energiemeter weergeven . . . . . . . . . . . . . . . Energiebeheerschema instellen of wijzigen. . . . . . . . . . Beveiligingsprompt instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Processorsnelheid beheren 7 Accu's 5–1 5–2 5–3 5–4 Accu's herkennen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7–2 Primaire accu plaatsen of verwijderen . . . . . . . . . . . . . .
1 Locatie van voedingsknoppen en voedingslampjes De volgende afbeelding en tabel geven informatie over de locatie en werking van voedingsknoppen en voedingslampjes. computer kan er iets anders uitzien dan de in dit hoofdstuk ✎ Uw afgebeelde computer.
Locatie van voedingsknoppen en voedingslampjes Onderdeel Beschrijving 1 Beeldscherm- Hiermee wordt de standbystand geactiveerd wanneer u het beeldscherm sluit terwijl de computer aanstaat. schakelaar 2 Aan/uit-lampjes* (2) Aan: de computer staat aan. Knipperend: de computer staat in de standbystand. Snel knipperend: er moet een HP Smart netvoedingsadapter (hierna "netvoedingsadapter" genoemd) met een hoger vermogen worden aangesloten. Uit: de computer is uitgeschakeld of staat in de hibernationstand.
Locatie van voedingsknoppen en voedingslampjes Onderdeel 3 Aan/uit-knop Beschrijving Deze knop heeft de volgende werking: ■ Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op deze knop om de computer in te schakelen. ■ Als de computer in de standbystand staat, drukt u kort op deze knop om de standbystand te beëindigen. ■ Als de computer in de hibernationstand staat, drukt u kort op deze knop om de hibernationstand te beëindigen.
2 Voedingsbronnen U kunt voor de computer een interne of een externe voedingsbron gebruiken. In de volgende tabel ziet u voor een aantal veelvoorkomende taken welke voedingsbron daarvoor geschikt is. netvoedingsadapters zijn niet geschikt voor deze ✎ Oudere computer.
Voedingsbronnen Activiteit Aanbevolen voedingsbron Met de meeste applicaties werken ■ ■ Opgeladen accu in de computer Externe voeding geleverd door een van de volgende apparaten: ❐ Netvoedingsadapter die bij de computer is geleverd ❐ Optioneel dockingapparaat ❐ Optionele voedingsadapter Een accu opladen of kalibreren in de computer Externe voeding geleverd via: ■ Netvoedingsadapter die bij de computer is geleverd ■ Optioneel dockingapparaat ■ Optionele voedingsadapter Å Systeemsoftware installer
Voedingsbronnen Netvoedingsadapter aansluiten Å WAARSCHUWING: U kunt als volgt het risico van een elektrische schok en schade aan de apparatuur beperken: ■ Steek de netsnoerstekker in een geaard stopcontact dat altijd makkelijk te bereiken is. ■ Schakel de voeding naar de computer uit door de stekker uit het stopcontact te halen (niet door het netsnoer los te koppelen van de computer).
Voedingsbronnen Al naar gelang de aangesloten netvoedingsadapter kan een van de volgende berichten verschijnen nadat de computer is ingeschakeld: ■ "Vermogen van intelligente netvoedingsadapter is te laag voor deze computer". Als u op dit bericht klikt, verschijnt de volgende aanvullende informatie: "Het vermogen van de HP Smart netvoedingsadapter die op uw computer is aangesloten, is ontoereikend. Sluit een adapter met een hoger vermogen aan".
3 Standbystand en hibernationstand De standbystand en de hibernationstand zijn energiebesparende voorzieningen die het stroomverbruik verminderen en de opstarttijd verkorten. Deze voorzieningen kunnen door u of automatisch (door het systeem) worden geactiveerd. Raadpleeg "Standbystand of hibernationstand activeren of de computer afsluiten" voor meer informatie.
Standbystand en hibernationstand Hibernationstand Ä VOORZICHTIG: Als de configuratie van de computer wordt gewijzigd terwijl de computer in de hibernationstand staat, kan de hibernationstand mogelijk niet worden beëindigd. Neem de volgende richtlijnen in acht wanneer de hibernationstand is geactiveerd: ■ Sluit de computer niet aan op of koppel deze niet los van een dockingapparaat. ■ Installeer en verwijder geen geheugenmodules. ■ ■ ■ Plaats en verwijder geen vaste schijven of optische-schijfeenheden.
Standbystand en hibernationstand U kunt de hibernationvoorziening uitschakelen. Bij een uitgeschakelde hibernationvoorziening wordt uw werk echter niet automatisch opgeslagen als het systeem is ingeschakeld of de standbystand is geactiveerd en de accu bijna leeg is. U schakelt de hibernationvoorziening als volgt weer in in het onderdeel Energiebeheer van Microsoft® Windows® Configuratiescherm: » Selecteer Start > Configuratiescherm > Prestaties en onderhoud > Energiebeheer > tabblad Slaapstand.
Standbystand en hibernationstand Standbystand of hibernationstand activeren of de computer afsluiten In de volgende gedeelten wordt uitgelegd wanneer u de standbystand of hibernationstand moet activeren en wanneer u de computer moet afsluiten. of het uitvoeren van computerfuncties ✎ Netwerkcommunicatie is niet mogelijk wanneer de computer in de standbystand of de hibernationstand staat.
Standbystand en hibernationstand Wanneer de voedingsbron onbetrouwbaar is Zorg ervoor dat de hibernationvoorziening is ingeschakeld, vooral als de computer op accuvoeding werkt en er geen externe voedingsbron beschikbaar is. Als de accu uitvalt, zorgt de hibernationvoorziening ervoor dat uw werk wordt opgeslagen in een hibernationbestand en dat de computer wordt afgesloten.
Standbystand en hibernationstand Bij gebruik van draadloze communicatie of van media die kunnen worden gelezen of beschreven Ä VOORZICHTIG: Activeer de standbystand of hibernationstand niet terwijl er wordt gelezen van of geschreven naar een cd, een dvd of een externemediakaart. Zo voorkomt u mogelijke audio- of videoverslechtering of verlies van audio- of video-afspeelfunctionaliteit.
4 Standaardinstellingen voor energiebeheer In dit gedeelte worden de procedures voor de standbystand, de hibernationstand en het afsluiten van de computer beschreven. Raadpleeg "Opties voor energiebeheer" voor informatie over het wijzigen van de werking van sommige energievoorzieningen op de computer. De in dit hoofdstuk beschreven knoppen en lampjes staan afgebeeld in "Locatie van voedingsknoppen en voedingslampjes".
Standaardinstellingen voor energiebeheer Computer of beeldscherm in- of uitschakelen Activiteit Procedure Resultaat De computer aanzetten Druk op de aan/uit-knop. ■ De aan/uit-lampjes gaan branden. de aan/uit✎ Als lampjes snel knipperen, moet een netvoedingsadapter met een hoger vermogen worden aangesloten. ■ Het besturingssysteem wordt geladen. De computer afsluiten 1. Sla uw werk op en sluit alle geopende applicaties af. 2.
Standaardinstellingen voor energiebeheer Noodprocedures voor afsluiten gebruiken Ä VOORZICHTIG: Noodprocedures voor afsluiten resulteren in het verlies van niet-opgeslagen gegevens. Als de computer niet reageert en het niet mogelijk is de normale afsluitprocedures van Windows te gebruiken, probeert u de volgende noodprocedures in de volgorde waarin ze hier staan vermeld: ■ Druk op ctrl+alt+delete. Selecteer vervolgens Uitschakelen > Uitschakelen.
Standaardinstellingen voor energiebeheer Standbystand activeren of beëindigen Activiteit Procedure Resultaat De standbystand activeren ■ Druk op fn+f3 terwijl de computer ■ De aan/uit-lampjes De standbystand automatisch activeren U hoeft niets te doen. ■ De aan/uit-lampjes knipperen. ■ Als de computer op accuvoeding werkt, wordt de standbystand ■ Het scherm wordt automatisch geactiveerd nadat gewist. de computer tien minuten niet is gebruikt (standaardinstelling).
Standaardinstellingen voor energiebeheer Hibernationstand activeren of beëindigen De hibernationstand kan alleen worden geactiveerd wanneer deze voorziening is ingeschakeld. De hibernationvoorziening is standaard ingeschakeld. U controleert als volgt of de hibernationvoorziening is ingeschakeld: » Selecteer Start > Configuratiescherm > Prestaties en onderhoud > Energiebeheer > tabblad Slaapstand. Als de hibernationvoorziening is ingeschakeld, is het selectievakje Slaapstand inschakelen ingeschakeld.
Standaardinstellingen voor energiebeheer Activiteit Procedure Resultaat De hibernationstand automatisch activeren (als de hibernationvoorziening is ingeschakeld) U hoeft niets te doen. Als de computer op accuvoeding werkt, wordt de hibernationstand automatisch geactiveerd in de volgende situaties: ■ De aan/uit-lampjes gaan uit. ■ Het scherm wordt gewist. ■ nadat de computer 30 minuten niet is gebruikt; ■ wanneer de lading in de accu('s) van de computer een kritiek laag niveau bereikt.
5 Opties voor energiebeheer Een groot aantal standaardinstellingen voor energiebeheer kan worden gewijzigd in het Configuratiescherm van Windows. U kunt bijvoorbeeld instellen dat u bij een bijna lege accu een waarschuwingssignaal wilt horen of u kunt de standaardinstellingen voor de aan/uit-knop wijzigen. Standaard gebeurt het volgende als de computer is ingeschakeld: ■ Als u op fn+f3 drukt (in het besturingssysteem de "slaapknop" genoemd), wordt de standbystand geactiveerd.
Opties voor energiebeheer Pictogram Energiemeter weergeven Het pictogram Energiemeter wordt standaard weergegeven in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. Aan de vorm van het pictogram kunt u zien of de computer op accuvoeding of op externe netvoeding werkt. U verwijdert het pictogram Energiemeter als volgt uit het systeemvak: 1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Energiemeter in het systeemvak en klik op Eigenschappen van energiebeheer aanpassen. 2. Klik op de tab Geavanceerd. 3.
Opties voor energiebeheer Energiebeheerschema instellen of wijzigen Op het tabblad Energiebeheerschema's van het dialoogvenster Eigenschappen voor Energiebeheer kunt u energieniveaus aan systeemonderdelen toewijzen. U kunt verschillende schema's voor accuvoeding of externe netvoeding van de computer toewijzen. U kunt ook een energiebeheerschema instellen waarmee de standbystand wordt geactiveerd of het beeldscherm of de vaste schijf wordt uitgeschakeld na een door u opgegeven periode van inactiviteit.
Opties voor energiebeheer Beveiligingsprompt instellen Ter beveiliging kunt u instellen dat om een wachtwoord wordt gevraagd wanneer de computer wordt ingeschakeld of wanneer de standbystand of de hibernationstand wordt beëindigd. U stelt het vragen om een wachtwoord als volgt in: 1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Energiemeter in het systeemvak en klik op Eigenschappen van energiebeheer aanpassen. 2. Klik op de tab Geavanceerd. 3.
6 Processorsnelheid beheren Ä VOORZICHTIG: Blokkeer de ventilatieopeningen niet, om oververhitting te voorkomen. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg ervoor dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal (zoals een printer) of een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen, een dik kleed of kleding). Door oververhitting kan de computer beschadigd raken en kan de processorsnelheid afnemen.
Processorsnelheid beheren Nadat een energiebeheerschema is ingesteld, hoeft u niets meer te doen om de snelheid van de processor te regelen. In de volgende tabel wordt voor elk van de beschikbare energiebeheerschema's de processorsnelheid beschreven bij gebruik van externe voeding en bij gebruik van accuvoeding. Energiebeheerschema Processorsnelheid bij externe voeding Processorsnelheid bij accuvoeding Thuis/kantoor De processor werkt altijd op het hoogste prestatieniveau.
7 Accu's Wanneer zich een opgeladen accu in de computer bevindt en de computer niet is aangesloten op een externe voedingsbron, werkt de computer op accuvoeding. Wanneer de computer is aangesloten op een externe netvoedingsbron, werkt de computer op netvoeding. Als in de computer een opgeladen accu is geplaatst en de computer op externe voeding werkt via de netvoedingsadapter, schakelt de computer over op accuvoeding wanneer de netvoedingsadapter wordt losgekoppeld van de computer.
Accu's Accu's herkennen Deze computer ondersteunt maximaal twee accu's: ■ Bij de computer wordt één primaire lithium-ion-accu geleverd. ■ Een optionele, als accessoire aangeschafte accu kan worden bevestigd aan de onderkant van de computer. Als u de computer langer dan twee weken niet gebruikt en loskoppelt van de externe voedingsbron, verwijdert u de accu en bergt u de accu op zoals beschreven in "Accu opbergen".
Accu's Primaire accu plaatsen of verwijderen Ä VOORZICHTIG: Activeer de hibernationstand of schakel de computer uit voordat u een accu verwijdert die de enige voedingsbron is. Zo voorkomt u dat gegevens verloren gaan. ✎ Het uiterlijk van accu's verschilt per model. U plaatst een primaire accu als volgt: 1. Plaats de computer ondersteboven op een plat oppervlak, met de accuruimte naar u toe gericht. 2. Schuif de accu 1 in de accuruimte tot deze goed op zijn plaats zit.
Accu's U verwijdert een primaire accu als volgt: 1. Plaats de computer ondersteboven op een plat oppervlak, met de accuruimte naar u toe gericht. 2. Verschuif de rechter accu-ontgrendeling 1 naar rechts. 3. Verschuif de linker accu-ontgrendeling 2 naar rechts en houd deze vast. 4. Schuif de accu 3 uit de computer.
Accu's Meerdere accu's opladen Wanneer er verschillende accu's in het systeem aanwezig zijn, worden deze in een vooraf ingestelde volgorde opgeladen en ontladen. ■ Oplaadvolgorde: 1. Primaire accu in de accuruimte van de computer 2. Optionele extra accu ■ Ontlaadvolgorde: 1. Optionele extra accu 2. Primaire accu in de accuruimte van de computer Het acculampje op de computer brandt oranje wanneer een accu wordt opgeladen. Als de accu bijna volledig is geladen, brandt het acculampje groen.
Accu's Accu opladen U kunt als volgt de accuwerktijd verlengen en de nauwkeurigheid van de weergave van de acculading optimaliseren: Å WAARSCHUWING: Laad de accu van de computer niet op aan boord van een vliegtuig. Door het opladen van de accu kunnen elektronische systemen in een vliegtuig beschadigd raken. ■ Als u een nieuwe accu oplaadt, doet u het volgende: ❏ Laad de accu op terwijl de computer via de netvoedingsadapter is aangesloten op een externe voedingsbron.
Accu's Het acculampje geeft de status van de acculading aan: ■ Aan: de accu wordt opgeladen. ■ Knipperend: de accu is bijna leeg en wordt niet opgeladen. ■ Snel knipperend: het ladingsniveau van de accu is kritiek laag en de accu wordt niet opgeladen. ■ Uit: de accu is volledig opgeladen of niet geplaatst. Raadpleeg "Acculading controleren" voor informatie over het vaststellen van het ladingsniveau van de accu.
Accu's Ladinginformatie op het scherm weergeven In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u informatie over de acculading weergeeft en interpreteert. Informatie over de acculading weergeven U geeft als volgt informatie weer over de status van elke accu in de computer: ■ Dubbelklik op het pictogram Energiemeter in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. – of – ■ Selecteer Start > Configuratiescherm > Prestaties en onderhoud > Energiebeheer > tabblad Energiemeter.
Accu's Omgaan met een bijna lege accu In dit gedeelte worden de waarschuwingen en systeemreacties beschreven die in de fabriek zijn ingesteld. Sommige waarschuwingen voor een bijna lege accu en de manier waarop het systeem daarop reageert, kunt u wijzigen in het onderdeel Energiebeheer van het Configuratiescherm van Windows. Voorkeuren die u in Energiebeheer instelt, zijn niet van invloed op de werking van de lampjes.
Accu's Kritiek laag niveau van de acculading Als u niets onderneemt wanneer de accu bijna leeg is, wordt het niveau van de acculading kritiek en gaat het oranje acculampje sneller knipperen. Bij een kritiek laag niveau van de acculading gebeurt het volgende: ■ Als de hibernationvoorziening is ingeschakeld en de computer aanstaat of in de standbystand staat, wordt de hibernationstand geactiveerd.
Accu's Problemen met een bijna lege accu verhelpen Ä VOORZICHTIG: Om het risico van gegevensverlies te beperken wanneer het ladingsniveau van de accu in de computer kritiek laag is geworden en de hibernationstand is geactiveerd, wacht u met het herstellen van de voeding totdat de aan/uit-lampjes uit zijn.
Accu's Wanneer er geen voedingsbron beschikbaar is Wanneer er geen voedingsbron beschikbaar is, lost u een situatie waarin de accu bijna leeg is als volgt op: ■ Activeer de hibernationstand. – of – ■ Sla uw werk op en sluit de computer af. Als de hibernationstand niet kan worden beëindigd Als de accu bijna leeg is en de computer onvoldoende voeding heeft om de hibernationstand te beëindigen, doet u het volgende: 1. Plaats een opgeladen accu of sluit de computer aan op een externe voedingsbron. 2.
Accu's Accu kalibreren Wanneer is kalibreren noodzakelijk? Zelfs als een accu intensief wordt gebruikt, is het niet altijd nodig om de accu vaker dan eens per maand te kalibreren. Het is niet nodig om een nieuwe accu te kalibreren voordat deze in gebruik wordt genomen. Kalibreer de accu in de volgende gevallen: ■ als de weergegeven acculading onjuist lijkt te zijn; ■ wanneer u een duidelijke wijziging in de werktijd van de accu constateert; ■ wanneer de accu één maand of langer niet is gebruikt.
Accu's Stap 1: de accu opladen Een accu wordt opgeladen ongeacht of de computer in gebruik is of uit staat. Wanneer de computer is uitgeschakeld, verloopt het opladen echter sneller. Å WAARSCHUWING: Laad de accu van de computer niet op aan boord van een vliegtuig. Door het opladen van de accu kunnen vliegtuigsystemen beschadigd raken. U laadt de accu als volgt op: 1. Plaats de accu in de computer. 2.
Accu's ■ Als u de computer onbeheerd wilt achterlaten tijdens het ontladen, slaat u uw werk op voordat u de ontladingsprocedure start. ■ Als u de computer incidenteel gebruikt tijdens de ontladingsprocedure en u time-outperioden voor energiebesparing heeft ingesteld, kunnen de volgende verschijnselen optreden tijdens het ontladingsproces: ❏ De monitor wordt niet automatisch uitgeschakeld. ❏ De snelheid van de vaste schijf neemt niet automatisch af wanneer de computer inactief is.
Accu's Stap 3: de accu opnieuw opladen U laadt de accu als volgt opnieuw op: 1. Sluit de computer aan op een externe voedingsbron en laat de computer daarop aangesloten totdat de accu volledig is opgeladen. Wanneer de accu volledig is opgeladen, gaat het acculampje op de computer uit. U kunt de computer gebruiken terwijl de accu wordt opgeladen. Het opladen verloopt echter sneller als de computer is uitgeschakeld. 2.
Accu's Accuvoeding besparen Als u gebruikmaakt van de in dit gedeelte beschreven procedures en instellingen voor energiebesparing voor de accu, werkt de computer langer op één acculading. Voeding besparen terwijl u werkt U kunt als volgt voeding besparen terwijl u met de computer werkt: ■ Schakel draadloze verbindingen, lokale netwerkverbindingen (LAN) en wide-area netwerkverbindingen (WAN) uit en sluit modemapplicaties af wanneer u deze niet gebruikt.
Accu's Instellingen voor energiebesparing selecteren U stelt de computer als volgt in om energie te besparen: ■ Selecteer een korte wachttijd voor de schermbeveiliging en selecteer een schermbeveiliging met zo weinig mogelijk afbeeldingen en bewegende beelden. U opent als volgt de instellingen voor de schermbeveiliging: Selecteer Start > Configuratiescherm > Vormgeving en thema's > Schermbeveiliging instellen.
Accu's Accu opbergen Å WAARSCHUWING: Voor deze computer mogen uitsluitend de volgende producten worden gebruikt: de bij de computer geleverde accu, een door HP geleverde vervangende accu of een compatibele accu die als accessoire is aangeschaft bij HP. Zo beperkt u mogelijke veiligheidsrisico's. Ä VOORZICHTIG: Stel een accu niet gedurende langere tijd bloot aan hoge temperaturen, om beschadiging van de accu te voorkomen.
Index A B Aan/uit-knop 1–3 Aan/uit-lampje 1–2 Accu accuvoeding vs.
Index H O Hibernationbestand 3–2 Hibernationstand activeren 4–5 beëindigen 4–5 definitie 3–2 geactiveerd bij kritiek laag niveau acculading 7–10 inschakelen/ uitschakelen 3–3 wanneer gebruiken 3–1 Hotkeys, fn+f3 1–3, 4–4, 4–5 HP Smart netvoedingsadapter.
Index U Uitschakelen, computer 4–2, 4–3 V Vastgelopen systeem, noodprocedures voor afsluiten 4–3 Voeding besparen 7–17 bronnen 2–1 locatie van knoppen en lampjes 1–1 Voedingsbron 3–5 W Wachtwoorden, beveiliging 5–4 Energiebeheer Index–3
© Copyright 2006 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Microsoft en Windows zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Bluetooth is een handelsmerk van de desbetreffende houder en wordt door Hewlett-Packard Company onder licentie gebruikt. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.