Computer Setup

1 Toegang tot Computer Setup
Computer Setup (Computerinstellingen) is een vooraf geïnstalleerd programma in het ROM-geheugen,
dat zelfs kan worden gebruikt wanneer het besturingssysteem niet werkt of niet kan worden geladen.
Opmerking Mogelijk worden niet alle in deze handleiding genoemde menuopties voor
Computer Setup (Computerinstellingen) door uw computer ondersteund.
Opmerking Cursorbesturingsapparaten worden niet ondersteund door Computerinstellingen.
U moet het toetsenbord gebruiken om te navigeren en opties te selecteren.
Opmerking Externe, door middel van USB verbonden toetsenborden kunnen in
Computerinstellingen uitsluitend worden gebruikt wanneer de ondersteuning voor oudere USB-
systemen is ingeschakeld.
De informatie en instellingen in Computer Setup zijn beschikbaar via de menu's File (Bestand), Security
(Beveiliging), Diagnostics (Diagnostische gegevens) en System Configuration (Systeemconfiguratie).
1. Open Computer Setup door de computer aan te zetten of opnieuw op te starten en vervolgens
op f10 te drukken terwijl het bericht "F10 = ROM Based Setup" wordt weergegeven in de
linkerbenedenhoek van het scherm.
In Computer Setup zijn de volgende hotkeys beschikbaar:
Druk op f2 om de taal te wijzigen.
Druk op f1 voor navigatie-informatie.
Druk op esc om alle open dialoogvensters te sluiten en terug te keren naar het hoofdscherm
van Computer Setup.
2. Selecteer het menu File (Bestand), Security (Beveiliging), Diagnostics (Diagnostische gegevens)
of System Configuration (Systeemconfiguratie).
3. Gebruik een van de volgende methoden om Computer Setup af te sluiten:
Selecteer met de pijltoetsen File > Ignore Changes and Exit (Bestand > Wijzigingen negeren
en afsluiten) om Computer Setup af te sluiten zonder uw voorkeuren op te slaan. Volg daarna
de instructies op het scherm.
Selecteer met de pijltoetsen File > Save Changes and Exit (Bestand > Wijzigingen opslaan
en afsluiten) om uw voorkeuren op te slaan en Computer Setup af te sluiten. Volg daarna de
instructies op het scherm.
De voorkeursinstellingen worden geactiveerd wanneer de computer opnieuw wordt gestart.
NLWW 1