On off

Pictogram Energiemeter weergeven
Het pictogram Energiemeter wordt standaard weergegeven in het systeemvak aan de rechterkant van
de taakbalk. Aan de vorm van het pictogram kunt u zien of de computer op accuvoeding of op externe
netvoeding werkt.
U kunt het pictogram Energiemeter als volgt uit het systeemvak verwijderen:
1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Energiemeter in het systeemvak en klik vervolgens
op Eigenschappen van energiebeheer aanpassen.
2. Klik op het tabblad Geavanceerd.
3. Schakel het selectievakje Pictogram altijd in het systeemvak weergeven uit.
4. Klik op Toepassen en klik vervolgens op OK.
U kunt het pictogram Energiemeter als volgt in het systeemvak weergeven:
1. Selecteer Start > Configuratiescherm > Prestaties en onderhoud > Energiebeheer.
2. Klik op het tabblad Geavanceerd.
3. Schakel het selectievakje Pictogram altijd in het systeemvak weergeven in.
4. Klik op Toepassen en klik vervolgens op OK.
Opmerking Als een pictogram dat u in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk
heeft geplaatst, niet zichtbaar is, klikt u op het pictogram Verborgen pictogrammen weergeven
(< of <<) in het systeemvak.
Energiebeheerschema instellen of wijzigen
Op het tabblad Energiebeheerschema's van het dialoogvenster Eigenschappen voor Energiebeheer
kunt u energieniveaus aan systeemonderdelen toewijzen. U kunt verschillende schema's toewijzen voor
accuvoeding en voor netvoeding.
U kunt ook een energiebeheerschema instellen waarmee de standbystand wordt geactiveerd of het
beeldscherm of de vaste schijf wordt uitgeschakeld na een door u opgegeven periode van inactiviteit.
U stelt als volgt een energiebeheerschema in:
1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Energiemeter in het systeemvak en klik vervolgens
op Eigenschappen van energiebeheer aanpassen.
2. Klik op de tab Energiebeheerschema's.
3. Selecteer het energiebeheerschema dat u wilt wijzigen en pas de gewenste opties aan in de
verschillende lijsten.
4. Klik op Toepassen.
Beveiligingsprompt instellen
Ter beveiliging kunt u instellen dat om een wachtwoord wordt gevraagd wanneer de computer wordt
ingeschakeld of wanneer de standbystand of de hibernationstand wordt beƫindigd.
14 Hoofdstuk 5 Opties voor energiebeheer NLWW