On off

Stap 3: De accu opnieuw opladen
U laadt de accu als volgt opnieuw op:
1. Sluit de computer aan op een externe voedingsbron en laat de computer daarop aangesloten totdat
de accu volledig is opgeladen. Wanneer de accu volledig is opgeladen, gaat het acculampje op de
computer uit.
U kunt de computer gewoon gebruiken terwijl de accu wordt opgeladen, maar het opladen gaat
sneller met een uitgeschakelde computer.
2. Als de computer is uitgeschakeld, schakelt u deze in wanneer de accu volledig is opgeladen en
het acculampje uit is.
3. Selecteer Start > Configuratiescherm > Prestaties en onderhoud > Energiebeheer.
4. Voer opnieuw de instellingen in die u heeft genoteerd voor de items uit de kolommen
Netvoeding en Accuvoeding.
5. Klik op OK.
VOORZICHTIG Schakel de hibernationvoorziening weer in als de accu is gekalibreerd. Als u
de hibernationvoorziening niet opnieuw inschakelt, is het mogelijk dat de accu helemaal wordt
ontladen en er gegevens verloren gaan.
Om de hibernationvoorziening opnieuw in te schakelen, selecteert u Start >
Configuratiescherm > Prestaties en onderhoud > Energiebeheer > tabblad Slaapstand.
Schakel het selectievakje Slaapstand inschakelen in en klik vervolgens op Toepassen.
Acculading besparen
Als u gebruikmaakt van de in dit gedeelte beschreven procedures en instellingen voor energiebesparing
voor de accu, werkt de computer langer op één acculading.
Energie besparen terwijl u werkt
U kunt als volgt energie besparen terwijl u werkt met de computer:
Schakel draadloze verbindingen en LAN-verbindingen uit en sluit modemapplicaties af wanneer u
deze niet gebruikt.
Ontkoppel externe apparatuur die u niet gebruikt en die niet is aangesloten op een externe
voedingsbron.
Stop of verwijder externe mediakaarten of schakel deze uit.
Verwijder een geplaatste digitale kaart of schakel deze uit.
Gebruik de hotkeys fn+f10 en fn+f9 om de helderheid van het scherm aan uw voorkeur aan te
passen.
Gebruik optionele luidsprekers met versterking in plaats van de geïntegreerde luidsprekers of zet
het geluid alleen aan wanneer dat nodig is.
Druk op fn+f4 om het beeld van de monitor van de computer over te schakelen naar een extern
weergaveapparaat.
30 Hoofdstuk 7 Accu's NLWW