Troubleshooting Guide

Table Of Contents
Het prestatieniveau is erg laag.
Oorzaak Oplossing
De vaste schijf is gefragmenteerd. Defragmenteer de vaste schijf.
Een eerder uitgevoerd programma heeft het toegewezen
geheugen niet vrijgegeven.
Start de computer opnieuw op.
Er is een virus aanwezig op de vaste schijf. Voer een antivirusprogramma uit.
Er zijn teveel applicaties geopend. 1. Sluit overbodige applicaties om geheugen vrij te maken.
2. Voeg extra geheugen toe. Sommige applicaties werken
op de achtergrond en kunnen worden gesloten door met
de rechtermuisknop op de bijbehorende pictogrammen in
de taakbalk te klikken. Als u niet wilt dat deze applicaties
worden gestart zodra u de computer opstart, gaat u
naar Start > Uitvoeren (Windows XP) of Start > Bureau-
accessoires > Uitvoeren (Windows Vista) en typt u
msconfig. Op het tabblad Startup (Opstarten) van het
hulpprogramma voor systeemconfiguratie deselecteert u
de applicaties waarvan u niet wilt dat ze automatisch
opstarten.
Sommige applicaties, met name spellen, vormen een zware
belasting voor het grafische subsysteem.
1. Verlaag de beeldschermresolutie voor de actieve
applicatie of raadpleeg de documentatie bij de applicatie
voor mogelijkheden om de prestaties te verhogen door
bepaalde parameters in de applicatie te wijzigen.
2. Voeg extra geheugen toe.
3. Voer een upgrade uit op het grafische subsysteem.
Onbekende oorzaak. Start de computer opnieuw op.
De computer is automatisch uitgeschakeld en het aan/uitlampje knippert twee keer in de kleur rood met tussenpozen
van een seconde, gevolgd door een pauze van twee seconden, en de computer laat twee keer een geluidssignaal
horen. (De geluidssignalen worden in totaal vijf keer herhaald. De lampjes blijven knipperen).
Oorzaak
Oplossing
De hittebeveiliging van de processor is geactiveerd:
een ventilator is geblokkeerd of werkt niet;
OF
het koelelement is niet goed bevestigd aan de processor.
1. Controleer of de ventilatieopeningen van de computer
niet worden geblokkeerd en of de processorventilator
werkt.
2. Open het chassis, druk op de aan/uit-knop en controleer
of de ventilator draait. Als de ventilator van de processor
niet draait, controleert u of de kabel van de ventilator is
aangesloten op de systeemkaart.
3. Als de ventilator is aangesloten en stevig op zijn plaats
zit, maar toch niet draait, vervangt u het geheel van
koelelement en ventilator.
4. Neem contact op met een HP Business of Service
Partner.
Tabel 2-1 Algemene problemen oplossen (vervolg)
14 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen NLWW