Troubleshooting Guide
Table Of Contents
- Diagnosevoorzieningen voor de computer
- Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen
- Veiligheid en comfort
- Voordat u belt voor technische ondersteuning
- Tips
- Algemene problemen oplossen
- Problemen met de elektrische voeding oplossen
- Problemen met diskettes oplossen
- Problemen met de vaste schijf oplossen
- Problemen met mediakaartlezers oplossen
- Problemen met het beeldscherm oplossen
- Problemen met audio oplossen
- Problemen met printers oplossen
- Problemen met toetsenbord en muis oplossen
- Problemen met de installatie van hardware
- Problemen met netwerken oplossen
- Problemen met het geheugen oplossen
- Problemen met de processor oplossen
- Problemen met de cd-rom- of dvd-rom-drive oplossen
- Problemen met de Drive Key oplossen
- Problemen met onderdelen aan de voorkant oplossen
- Problemen met de internettoegang oplossen
- Problemen met de software oplossen
- Contact opnemen met een HP Business of Service Partner
- POST-foutberichten
- Wachtwoordbeveiliging en CMOS opnieuw instellen
- Schijfbeveiligingssysteem (DPS)
- Index

De computer kan niet worden ingeschakeld en de lampjes aan de voorkant van de computer branden niet.
Oorzaak Oplossing
Het systeem kan niet worden gestart. Druk op de aan/uit-knop en houd deze kort (minder dan 4
seconden) ingedrukt. Als het lampje van de vaste schijf groen
gaat branden, doet u het volgende:
1. Controleer aan de achterkant van de voedingseenheid of
de spanningsschakelaar (aanwezig op bepaalde
modellen) op het juiste voltage is ingesteld. Welk voltage
juist is, hangt af van het land waar u zich bevindt.
2. Verwijder de uitbreidingskaarten een voor een, totdat het
lampje 5V_aux op de systeemkaart gaat branden.
3. Vervang de systeemkaart.
OF
Druk op de aan/uit-knop en houd deze kort (minder dan 4
seconden) ingedrukt. Als het lampje van de vaste schijf nu
NIET groen gaat branden, doet u het volgende:
1. Controleer of de computer is aangesloten op een
werkend stopcontact.
2. Open het chassis en controleer of de eenheid met de aan/
uit-knop goed is aangesloten op de systeemkaart.
3. Controleer of beide voedingskabels goed op de
systeemkaart zijn aangesloten.
4. Controleer of het lampje 5V_aux op de systeemkaart
brandt. Als dit lampje brandt, vervangt u de eenheid met
de aan/uit-knop.
5. Als het lampje 5V_aux op de systeemkaart niet brandt,
vervangt u de voedingseenheid.
6. Vervang de systeemkaart.
Tabel 2-1 Algemene problemen oplossen (vervolg)
NLWW Algemene problemen oplossen 15