Troubleshooting Guide

Table Of Contents
Problemen met de elektrische voeding oplossen
Raadpleeg de onderstaande tabel wanneer er problemen zijn met de voeding van de computer.
Tabel 2-2 Voedingsproblemen oplossen
De voeding wordt af en toe uitgeschakeld.
Oorzaak Oplossing
De spanningsschakelaar aan de achterzijde van de computer
(op bepaalde modellen) is niet ingesteld op het juiste voltage
(115V of 230V).
Selecteer de juiste netspanning.
De voeding wordt niet ingeschakeld door probleem met de
interne stroomvoorziening.
Neem contact op met een Business of Service Partner om de
netvoeding te vervangen.
De computer is automatisch uitgeschakeld en het aan/uitlampje knippert twee keer in de kleur rood met tussenpozen
van een seconde, gevolgd door een pauze van twee seconden, en de computer laat twee keer een geluidssignaal
horen. (De geluidssignalen worden in totaal vijf keer herhaald. De lampjes blijven knipperen.)
Oorzaak
Oplossing
De hittebeveiliging van de processor is geactiveerd:
een ventilator is geblokkeerd of werkt niet;
OF
het koelelement is niet goed bevestigd aan de processor.
1. Controleer of de ventilatieopeningen van de computer
niet worden geblokkeerd en of de processorventilator
werkt.
2. Open het chassis, druk op de aan/uit-knop en controleer
of de ventilator draait. Als de ventilator van de processor
niet draait, controleert u of de kabel van de ventilator is
aangesloten op de systeemkaart.
3. Als de ventilator is aangesloten en stevig op zijn plaats
zit, maar toch niet draait, vervangt u het geheel van
koelelement en ventilator.
4. Neem contact op met een HP Business of Service
Partner.
Het aan/uitlampje knippert vier keer in de kleur rood met tussenpozen van een seconde, gevolgd door een pauze van
twee seconden, en u hoort vier geluidssignalen. (De geluidssignalen worden in totaal vijf keer herhaald. De lampjes
blijven knipperen.)
Oorzaak
Oplossing
Voeding is uitgevallen (voedingseenheid overbelast). 1. Controleer aan de achterkant van de voedingseenheid of
de spanningsschakelaar (aanwezig op bepaalde
modellen) op de juiste netspanning is ingesteld. Welke
netspanning juist is, hangt af van het land waar u zich
bevindt.
2. Open de kap en controleer of de 4- of 6-aderige
voedingskabel is aangesloten op de connector op de
systeemkaart.
3. Controleer of het probleem door een apparaat wordt
veroorzaakt door ALLE aangesloten apparaten (zoals
vaste schijven, diskettedrives, optische-schijfeenheden
en uitbreidingskaarten) te verwijderen. Zet de computer
aan. Als de POST-zelftest wordt gestart, zet u de
16 Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen NLWW