Computerinstellingen Zakelijke personal computers
© Copyright 2004–2007 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze publicatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Microsoft, Windows en Windows Vista zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in Verenigde Staten en/of andere landen. De enige garanties die gelden voor HP producten en diensten zijn de garanties die worden beschreven in de garantievoorwaarden behorende bij deze producten en diensten.
Over deze handleiding Deze handleiding bevat instructies voor het gebruik van Computer Setup (Computerinstellingen). U gebruikt dit hulpprogramma om standaardinstellingen voor de computer opnieuw te configureren en te wijzigen nadat u nieuwe hardware heeft geïnstalleerd of om onderhoud uit te voeren. WAARSCHUWING! Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of levensgevaar.
iv Over deze handleiding NLWW
Inhoudsopgave Computer Setup Mogelijkheden van Computer Setup .................................................................................................... 1 Werken met Computer Setup .............................................................................................. 2 Computer Setup: File (Bestand) .......................................................................................... 3 Computer Setup: Storage (Opslag) ..................................................................
vi NLWW
Computer Setup Mogelijkheden van Computer Setup Met het hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen) kunt u: NLWW ● De fabrieksinstellingen wijzigen. ● De systeemdatum en -tijd instellen. ● De systeemconfiguratie instellen, weergeven, wijzigen of controleren. U kunt onder andere instellingen wijzigen voor processor, beeldscherm, geheugen, audio, opslag, communicatie en invoerapparatuur.
● Geïntegreerde I/O-functionaliteit beveiligen, waaronder de seriële poorten, USB-poorten en parallelle poorten, audio en ingebouwde netwerkadapter, zodat deze niet kunnen worden gebruikt tenzij de beveiliging wordt opgeheven. ● De mogelijkheid om op te starten vanaf verwisselbare schijfeenheden in- of uitschakelen. ● Schrijftoegang tot oudere typen diskettedrives in- en uitschakelen (indien dit door de hardware wordt ondersteund).
VOORZICHTIG: Schakel de computer NOOIT uit terwijl de wijzigingen in de configuratie van Computer Setup (Computerinstellingen) worden opgeslagen, omdat anders het CMOS beschadigd kan raken. U kunt de computer pas veilig uitschakelen nadat u het scherm van Computer Setup (Computerinstellingen) heeft afgesloten.
Tabel 2 Computer Setup: File (Bestand) (vervolg) Replicated Setup (Gekopieerde configuratie) Save to Removable Media (Opslaan naar verwisselbare media) Hiermee slaat u de systeemconfiguratie, met inbegrip van het CMOS, op naar een geformatteerde diskette van 1,44 MB, een USB-flashapparaat of een opslagapparaat waarmee een diskettedrive wordt geëmuleerd.
Tabel 3 Computer Setup: Storage (Opslag) (vervolg) Cd-rom: geen emulatieopties beschikbaar. ATAPI LS-120: ● Geen (wordt beschouwd als Overige). ● Diskette (wordt beschouwd als diskettedrive). Hard Disk (Vaste schijf) ● Geen (voorkomt gegevenstoegang voor BIOS en schakelt de schijf uit als opstartapparaat). ● Hard Disk (Vaste schijf, wordt beschouwd als vaste schijf).
Tabel 3 Computer Setup: Storage (Opslag) (vervolg) OPMERKING: Nadat u wijzigingen in deze optie heeft opgeslagen, wordt de computer opnieuw opgestart. Zet de computer handmatig uit en weer aan. BIOS DMA Data Transfers (DMA-gegevensoverdracht van BIOS) Hiermee bepaalt u hoe I/O-verzoeken voor schijven van het BIOS worden afgehandeld. Wanneer Enable (Ingeschakeld) is geselecteerd, handelt het BIOS lees- en schrijfverzoeken voor ATAschijven af met DMA-gegevensoverdracht.
Tabel 3 Computer Setup: Storage (Opslag) (vervolg) OPMERKING: Geavanceerde besturingssystemen zoals Windows kunnen het kanaal opnieuw inschakelen. SATA 4 (bepaalde modellen) Hiermee kunt u DOS- en opstarttoegang in- of uitschakelen voor het primaire kanaal van de tweede SATA-controller. Deze optie is alleen van toepassing als SATA Emulation (SATA-emulatie) = IDE. OPMERKING: Geavanceerde besturingssystemen zoals Windows kunnen het kanaal opnieuw inschakelen.
Tabel 4 Computer Setup: Security (Beveiliging) (vervolg) Smart Card Options (Opties voor Smart Card) (bepaalde modellen) Met deze optie kunt u de Smart Card die moet worden gebruikt in plaats van het opstartwachtwoord, in- of uitschakelen. Setup Password (Instelwachtwoord) Hiermee kunt u een instelwachtwoord (beheerderswachtwoord) definiëren en inschakelen.
Tabel 4 Computer Setup: Security (Beveiliging) (vervolg) Embedded Security (Ingebouwde beveiliging) Hiermee kunt u het volgende doen: ● Het ingebouwde beveiligingsapparaat in- of uitschakelen. (Dit menu-item wordt alleen weergegeven wanneer het ingebouwde beveiligingsapparaat is ingeschakeld bij Device Security (Beveiliging apparatuur)). ● De fabrieksinstellingen van het apparaat herstellen. ● Ondersteuning voor verificatie bij opstarten in- of uitschakelen (bepaalde modellen).
Tabel 4 Computer Setup: Security (Beveiliging) (vervolg) OS Security (Beveiliging besturingssysteem) (bepaalde modellen) Setup Security Level (Niveau van configuratiebeveiliging) OPMERKING: De optie die u hier selecteert, heeft alleen gevolgen als de gebruikte processor en het gebruikte besturingssysteem de beveiligingsfunctie ondersteunen en gebruiken.
Tabel 5 Computer Setup: Power (Voeding) (vervolg) nadat zij terugkeren uit S3, voordat de besturing wordt overgedragen aan het besturingssysteem. ● ACPI S3 PS2 Mouse Wakeup (ACPI S3 PS2-muis activeren): hiermee schakelt u activering na S3 op basis van activiteit van de PS2-muis in of uit. ● USB Wake on Device Insertion (USB-activering bij plaatsen van apparaat) (bepaalde modellen): hiermee kunt u het systeem activeren uit de standbystand wanneer een USBapparaat wordt geplaatst.
Tabel 6 Computer Setup: Advanced (Geavanceerd) (voor ervaren gebruikers) (vervolg) and Recovery. Raadpleeg voor meer informatie Factory Recovery Boot Support (Opstartondersteuning voor herstellen naar fabrieksinstellingen). ● F12 prompt (enable/disable or hidden/displayed) (in-/uitschakelen of verbergen/ weergegeven)). Als u deze voorziening inschakelt, verschijnt de tekst F12 = Network (F12 = Netwerk) tijdens de zelftest (POST). Als u deze functie uitschakelt, wordt de tekst niet weergegeven.
Tabel 6 Computer Setup: Advanced (Geavanceerd) (voor ervaren gebruikers) (vervolg) Onboard Devices (Apparaten op systeemkaart) Hiermee kunt u bronnen instellen voor geïntegreerde systeemapparaten (zoals de diskettecontroller, seriële poort of parallelle poort), of deze apparaten uitschakelen. PCI Devices (PCIapparaten) ● Hiermee geeft u een overzicht weer van de geïnstalleerde PCI-apparaten en de bijbehorende IRQ-instellingen.
Tabel 6 Computer Setup: Advanced (Geavanceerd) (voor ervaren gebruikers) (vervolg) AMT Options (AMTopties) ● Internal speaker (Interne luidspreker) (bepaalde modellen) (heeft geen invloed op externe luidsprekers) ● Monitor Tracking (Monitorbewaking; inschakelen/uitschakelen). Hiermee maakt u het voor het BIOS mogelijk dat inventarisinformatie over de monitor wordt opgeslagen. ● NIC PXE Option ROM Download (Optie-ROM voor netwerkadapter met PXE downloaden): enable/disable (in-/uitschakelen).