Naslaggids voor de hardware - dc7700 serie Convertible Minitower Zakelijke personal computers
© Copyright 2006 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze publicatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Microsoft en Windows zijn handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. De enige garanties die gelden voor HP producten en diensten zijn de garanties die worden beschreven in de garantievoorwaarden behorende bij deze producten en diensten. Geen enkel onderdeel van dit document mag als extra garantie worden opgevat.
Over deze handleiding Deze handleiding bevat algemene informatie voor het upgraden van dit model computer. WAARSCHUWING Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of levensgevaar. VOORZICHTIG Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van de apparatuur of verlies van gegevens. Opmerking NLWW De tekst na dit kopje biedt belangrijke aanvullende informatie.
iv Over deze handleiding NLWW
Inhoudsopgave 1 Voorzieningen Voorzieningen van de standaardconfiguratie ....................................................................................... 1 Onderdelen aan de voorkant ................................................................................................................ 2 Onderdelen van mediakaartlezer ......................................................................................................... 3 Onderdelen aan de achterkant ......................................
Bijlage C Externe beveiligingsapparaten Beveiligingssloten bevestigen ............................................................................................................ 49 Kabelslot ............................................................................................................................ 49 Hangslot .............................................................................................................................
1 Voorzieningen Voorzieningen van de standaardconfiguratie De voorzieningen van de HP Compaq Convertible Minitower kunnen per model verschillen. Voer het diagnostische hulpprogramma (alleen bij bepaalde computermodellen inbegrepen) uit voor een compleet overzicht van de hardware en software die op de computer is geïnstalleerd. Raadpleeg voor gebruiksinstructies voor dit hulpprogramma de handleiding Problemen oplossen op de documentatieen diagnose-cd Documentation and Diagnostics.
Onderdelen aan de voorkant De configuratie van de schijfeenheden kan per model verschillen.
Onderdelen van mediakaartlezer De mediakaartlezer is een optioneel apparaat dat alleen beschikbaar is bij bepaalde modellen. In de volgende illustratie en tabel wordt een overzicht gegeven van de onderdelen van de mediakaartlezer.
Onderdelen aan de achterkant Tabel 1-3 Onderdelen aan de achterkant 1 Netsnoerconnector 7 Parallelle poort 2 PS/2-muisconnector (groen) 8 Monitorconnector 3 PS/2-toetsenbordconnector (paars) 9 Uitgang voor audioapparaten met netvoeding (groen) 4 Universal Serial Bus (USB) 10 Audio-ingang (blauw) 5 Seriële poort 11 Microfoonconnector (roze) 6 RJ-45-netwerkconnector Opmerking Aantal en indeling van de connectoren kunnen per model verschillen.
Toetsenbord Tabel 1-4 Onderdelen van het toetsenbord 1 NLWW 1 Functietoetsen Met de functietoetsen kunt u speciale functies uitvoeren, afhankelijk van de gebruikte applicatie. 2 Bewerkingstoetsen Hieronder vallen de volgende toetsen: Insert, Home, Page Up, Delete, End en Page Down. 3 Statuslampjes Deze lampjes geven informatie over de status van de computer en de toetsenbordinstellingen (Num Lock, Caps Lock en Scroll Lock).
Windows-logotoets gebruiken U gebruikt de Windows-logotoets in combinatie met andere toetsen om bepaalde functies in Windows uit te voeren. Zie het gedeelte Toetsenbord voor meer informatie over de Windows-logotoetsen. 6 Windows-logotoets Opent of verbergt het menu Start Windows-logotoets + d Toont het bureaublad Windows-logotoets + m Minimaliseert alle open applicaties.
Speciale muisfuncties De meeste applicaties ondersteunen het gebruik van een muis. De functie van de muisknoppen is afhankelijk van de applicatie waarmee u werkt. Locatie van het serienummer Elke computer heeft een uniek serienummer en een productidentificatienummer die u vindt op het bovenpaneel van de computer. Houd deze nummers bij de hand wanneer u contact opneemt met de klantenondersteuning.
8 Hoofdstuk 1 Voorzieningen NLWW
2 Hardware-upgrades Voorzieningen voor onderhoud De computer beschikt over speciale voorzieningen die het uitvoeren van upgrades en onderhoud aan de computer vergemakkelijken. Voor de meeste installatieprocedures die in dit hoofdstuk worden beschreven, heeft u geen gereedschap nodig. Waarschuwingen en instructies Lees zorgvuldig alle instructies en waarschuwingen in deze handleiding voordat u een upgrade uitvoert.
Smart Cover Lock ontgrendelen Opmerking Smart Cover Lock (Intelligente computerkapvergrendeling) is een optionele voorziening op bepaalde modellen. Smart Cover Lock is een slot van de computerkap dat softwarematig kan worden bestuurd. Het slot is beveiligd met het instelwachtwoord. Hiermee wordt voorkomen dat onbevoegden toegang krijgen tot de interne onderdelen. Uw computer wordt geleverd met Smart Cover Lock in een ontgrendelde positie.
VOORZICHTIG Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de computer te voorkomen. 5. Verwijder met de Smart Cover FailSafe-sleutel de speciale schroeven waarmee de Smart Cover Lock aan het chassis is bevestigd. Afbeelding 2-1 De schroeven van de Smart Cover Lock verwijderen 6.
Toegangspaneel van de computer verwijderen 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals diskettes of cd's, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
Toegangspaneel terugplaatsen 1. Leg de computer op de breedste zijde neer voor meer stabiliteit. 2. Lijn de lipjes op het toegangspaneel uit met de gleufjes op het chassis en druk het toegangspaneel omlaag terwijl u het vooruit schuift tot het vastzit.
Voorpaneel verwijderen 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals diskettes of cd's, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
Voorpaneel terugplaatsen 1. Plaats de onderste scharnierpunten van het voorpaneel in de bijbehorende gleufjes in het chassis (1). 2. Draai het voorpaneel in de richting van het chassis (2). 3. Klik de vergrendelingen bovenaan het voorpaneel vast (3). 4. Klik de ontgrendelingslipjes vast (4).
Afdekplaatjes verwijderen 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals diskettes of cd's, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
Extra geheugen installeren De computer wordt geleverd met DDR2-SDRAM (Double Data Rate 2 Synchronous Dynamic Random Access Memory) DIMM's (Dual-Inline Memory Modules). DIMM's De systeemkaart bevat geheugenmodulevoetjes voor maximaal vier industriestandaard DIMM's. In deze voetjes bevindt zich ten minste één vooraf geïnstalleerde DIMM. Voor een optimale geheugencapaciteit kunt u maximaal 8 GB geheugen op de systeemkaart installeren en configureren voor de snelle tweekanaalmodus.
DIMM-voetjes van geheugen voorzien De systeemkaart bevat vier DIMM-voetjes: twee voetjes per kanaal. De voetjes worden aangeduid met XMM1, XMM2, XMM3 en XMM4. De voetjes XMM1 en XMM2 werken in geheugenkanaal A. De voetjes XMM3 en XMM4 werken in geheugenkanaal B.
worden geplaatst en in het andere kanaal de twee 512 MB DIMM's. In deze configuratie wordt 2 GB gebruikt in tweekanaalmodus en 256 MB in enkelkanaalmodus. ● In elke modus wordt de maximale snelheid bepaald door de traagste DIMM in het systeem. DIMM's installeren VOORZICHTIG Koppel het netsnoer los voordat u geheugenmodules toevoegt of verwijdert.
7. Open beide vergrendelingen van het geheugenvoetje (1) en plaats de geheugenmodule in het voetje (2). Afbeelding 2-8 DIMM installeren Opmerking Een geheugenmodule kan slechts in één stand worden geïnstalleerd. Zorg dat de uitsparing op de module aansluit op het lipje van het geheugenvoetje. In het zwarte XMM1-voetje moet een DIMM zijn geplaatst. Voorzie de voetjes op een dusdanige manier van geheugen dat de geheugencapaciteit zo evenredig mogelijk is verdeeld tussen kanaal A en kanaal B.
Uitbreidingskaarten verwijderen of installeren De computer heeft twee standaard PCI-uitbreidingsslots met ruimte voor uitbreidingskaarten met een lengte van maximaal 34 cm. De computer heeft tevens een PCI Express x1-uitbreidingsslot en een PCI Express x16-uitbreidingsslot.
VOORZICHTIG Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de computer te voorkomen. 5. Verwijder het toegangspaneel van de computer. VOORZICHTIG Controleer na het verwijderen van het toegangspaneel het lampje op de systeemkaart rechts van de DIMM-voetjes.
Opmerking Voordat u een geïnstalleerde uitbreidingskaart verwijdert, ontkoppelt u alle kabels van de kaart. a. Als u een uitbreidingskaart in een leeg slot plaatst, verwijdert u op de achterkant van het chassis het bijbehorende afdekplaatje van het uitbreidingsslot. Til het afdekplaatje uit het uitbreidingsslot.
b. Als u een standaard PCI-kaart verwijdert, houdt u de kaart aan beide uiteinden vast en beweegt u vervolgens de kaart voorzichtig heen en weer tot deze loskomt uit het uitbreidingsvoetje. Houd de kaart recht wanneer u deze optilt. Pas op dat de kaart niet langs andere onderdelen schuurt. Afbeelding 2-12 Standaard PCI-uitbreidingskaart verwijderen c.
10. Als u geen nieuwe uitbreidingskaart installeert, plaatst u het afdekplaatje om het open slot af te dekken. VOORZICHTIG Nadat u een uitbreidingskaart heeft verwijderd, moet deze worden vervangen door een nieuwe uitbreidingskaart of door een afdekplaatje, omdat anders de koeling van de interne onderdelen niet goed functioneert. 11.
Schijfposities Afbeelding 2-15 Schijfposities in desktops en minitowers 1 2 1 Drie externe schijfposities van 5,25 inch voor optionele drives (optischeschijfeenheden en mediakaartlezer worden weergegeven)1 2 Een externe schijfpositie van 3,5 inch voor een optionele schijfeenheid (diskettedrive wordt weergegeven)2 3 Twee interne vaste-schijfposities van 3,5 inch Een optionele montagebeugel voor vaste schijven voor deze schijfposities is verkrijgbaar bij HP.
Schijfeenheid verwijderen uit een schijfpositie VOORZICHTIG Haal alle verwisselbare opslagmedia uit een schijfeenheid voordat u deze uit de computer verwijdert. 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals diskettes of cd's, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4.
8. U verwijdert als volgt de schijfeenheid uit de schijfpositie: ● Als u een schijfeenheid van 5,25 inch wilt verwijderen in de desktopconfiguratie, drukt u de gele schijfvergrendeling (1) omlaag en schuift u de schijfeenheid uit de schijfpositie (2).
● Als u een vaste schijf wilt verwijderen uit een interne schijfpositie van 3,5 inch, trekt u de groene schijfvergrendeling voor de vaste schijf (1) omhoog voor de desbetreffende schijfeenheid en schuift u de schijfeenheid uit de schijfpositie (2). Afbeelding 2-18 Vaste schijf verwijderen 9. NLWW Berg de verwijderde schijfeenheid op in een antistatische verpakking.
Extra schijfeenheden installeren De computer ondersteunt maximaal vijf schijfeenheden, die in verschillende configuraties kunnen worden geïnstalleerd. Houd rekening met de volgende richtlijnen als u extra schijfeenheden installeert: 30 ● De primaire vaste schijf van het type SATA (Serial ATA) moet zijn aangesloten op de donkerblauwe SATA-connector op de systeemkaart met de aanduiding SATA0.
VOORZICHTIG Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om gegevensverlies en schade aan de computer of de schijfeenheid te voorkomen: Wanneer u een schijfeenheid wilt plaatsen of verwijderen, sluit u het besturingssysteem op de juiste manier af, schakelt u de computer uit en haalt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. Verwijder nooit een schijfeenheid terwijl de computer aan staat of de standbystand is geactiveerd.
5,25-inch of 3,5-inch schijfeenheid in een externe schijfpositie plaatsen Opmerking Een 3,5-inch schijfeenheid kan een diskettedrive of een mediakaartlezer zijn. Een 5,25-inch schijfeenheid kan een optische-schijfeenheid (cd-rom-, cd-r/rw-, dvd-rom-, dvd+r/rwdrive of een cd-rw/dvd-combodrive) zijn, of een mediakaartlezer waaraan een adapter voor 5,25inch montage is bevestigd. 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2.
7. Plaats twee geleideschroeven in de onderste schroefgaten aan weerszijden van de schijfeenheid (1). Opmerking Voor optische-schijfeenheden, diskettedrives en mediakaartlezers worden M3 metrische geleideschroeven gebruikt. U vindt acht extra metrische geleideschroeven op de beugel van de diskettedrive onder het toegangspaneel. De door HP geleverde metrische schroeven zijn zwart. Afbeelding 2-19 5,25-inch schijfeenheid installeren in een minitower (boven) en desktop (onder) 8.
9. Sluit de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan op de achterzijde van de optischeschijfeenheid of diskettedrive. Afbeelding 2-20 Drivekabels aansluiten (optische-schijfeenheid wordt weergegeven) 10. Als u een nieuwe schijfeenheid installeert, sluit u het andere uiteinde van de gegevenskabel aan op de juiste connector op de systeemkaart.
Een 3,5-inch vaste schijf van het type SATA installeren in een interne schijfpositie Opmerking Zorg ervoor dat u van tevoren een backup maakt van de gegevens op de oude vaste schijf, zodat u deze gegevens later op de nieuwe vaste schijf kunt terugplaatsen. Zorg er bij het vervangen van de primaire vaste schijf voor dat u de cd-set Restore Plus! bij de hand heeft.
7. Schuif de vaste schijf in de schijfhouder totdat deze vastklikt. De schijfvergrendeling vergrendelt de schijfeenheid automatisch in de schijfpositie. Afbeelding 2-22 Vaste schijf in de vaste-schijfpositie installeren VOORZICHTIG Zorg dat de geleideschroeven zijn uitgelijnd met de geleiders in de schijfhouder. Als u bij het plaatsen van de schijfeenheid in de schijfpositie te veel kracht gebruikt, kunt u de schijfeenheid beschadigen. 8.
Opmerking Als er in het systeem slechts één vaste-schijfeenheid van het type SATA aanwezig is, sluit u de gegevenskabel van deze vaste schijf aan op de donkerblauwe systeemkaartconnector (aangeduid met SATA0). Hierdoor bent u verzekerd van optimale prestaties. Als u een tweede vaste schijf toevoegt, sluit u de gegevenskabel aan op de volgende beschikbare (niet-gebruikte) SATA-connector op de systeemkaart in de volgende volgorde: SATA0, SATA1, SATA3, SATA2. 10. Plaats het toegangspaneel terug. 11.
Minitoweruitvoering omzetten in een desktopuitvoering 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals diskettes of cd's, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
9. Voordat u de schijfeenheden in het chassis terugplaatst, draait u de schijfeenheid zo dat deze haaks staat op de interne 3,5-inch schijfeenheid. Zorg ervoor dat de schijfeenheid parallel is geplaatst met de groene schijfvergrendelingsbeugel. Afbeelding 2-25 Een schijfeenheid installeren in de desktopconfiguratie 10. Schuif de schijfeenheid voorzichtig in de bovenste beschikbare positie totdat deze vastklikt. Als de schijfeenheid correct is geplaatst, wordt deze automatisch vergrendeld.
14. Pas de richting aan van het deelpaneel (draai het 90º), zodat het logo onderaan staat en druk het vast in het paneel. Afbeelding 2-26 Minitoweruitvoering omzetten in een desktopuitvoering 15. Plaats het voorpaneel en het toegangspaneel van de computer terug. 16. Sluit het netsnoer weer aan en zet de computer aan. 17. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel. Desktopuitvoering ombouwen naar een minitoweruitvoeringconfiguratie 1.
8. Druk de korte gele schijfvergrendeling naar beneden om de schijfeenheden in de 5,25-inch schijfpositie te ontgrendelen, zoals wordt weergegeven in de afbeelding. Trek de schijfeenheid uit de schijfpositie terwijl u de schijfvergrendeling ingedrukt houdt. Afbeelding 2-27 5,25-inch schijfeenheden verwijderen uit de schijfposities (desktop) 9. Voordat u de schijfeenheden in het chassis terugplaatst, draait u deze zo dat ze hetzelfde zijn geplaatst als de interne 3,5-inch schijfeenheid.
12. Verwijder het deelpaneel zoals wordt beschreven in het gedeelte Afdekplaatjes verwijderen. VOORZICHTIG Houd het deelpaneel recht wanneer u het van het voorpaneel verwijdert. Als u het deelpaneel onder een hoek wegtrekt, kunnen de pinnen beschadigd raken. 13. Plaats de afdekplaatjes in de voor de minitowerconfiguratie juiste stand. 14. Pas de richting aan van het deelpaneel (draai het 90º), zodat het logo onderaan staat en druk het vast in het paneel.
A Specificaties Afmetingen van de desktopcomputer Hoogte 6,6 inch 16,7 cm Breedte 17,65 inch 44,8 cm Diepte (de diepte neemt toe wanneer de computer is voorzien van een beveiligingsbeugel voor de poorten) 17,8 inch 45,2 cm Hoogte 17,65 inch 44,8 cm Breedte 6,6 inch 16,7 cm Diepte (de diepte neemt toe wanneer de computer is voorzien van een beveiligingsbeugel voor de poorten) 17,8 inch 45,2 cm Geschat gewicht 35 lb 15,9 kg Ondersteund gewicht (maximale verdeelde belasting, uitsluitend
Bedrijfsspanning1 90-264 V wisselspanning Nominale netspanning 100-240 V wisselspanning Nominale lijnfrequentie 90-264 V wisselspanning 100-240 V wisselspanning 50 tot 60 Hz 50 tot 60 Hz 1 44 Uitgangsvermogen 365 W 365 W Nominale ingangsstroom (maximum)1 6 A bij 100 V wisselspanning 3 A bij 200 V wisselspanning Dit systeem is voorzien van een voedingseenheid met actieve nominale correctie om schommelingen in de harmonische ingangsstroom te beperken.
B Batterij vervangen De met de computer meegeleverde batterij voorziet de real-timeklok van elektriciteit. Gebruik bij vervanging een batterij die gelijkwaardig is aan de oorspronkelijke batterij. De computer wordt geleverd met een 3-volt lithium-knoopcelbatterij. WAARSCHUWING De computer bevat een lithium-mangaandioxidebatterij. Als u niet op de juiste manier omgaat met de batterij, kan er brand ontstaan en kunt u brandwonden oplopen.
VOORZICHTIG Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de computer te voorkomen. 5. Verwijder het toegangspaneel van de computer. VOORZICHTIG Controleer na het verwijderen van het toegangspaneel het lampje op de systeemkaart rechts van de DIMM-voetjes.
b. Schuif één kant van de nieuwe batterij onder het palletje van de houder, met de pluspool naar boven. Duw de andere kant van de batterij omlaag totdat de klem vastklikt (2). Afbeelding B-2 Knoopcelbatterij verwijderen en vervangen (type 2) Type 3 a. Trek de batterijklem naar achteren (1) en verwijder de batterij (2). b. Plaats de nieuwe batterij en breng de klem weer in de oorspronkelijke stand.
informatie de handleiding Computerinstellingen op de documentatie- en diagnose-cd Documentation and Diagnostics. 11. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel.
C Externe beveiligingsapparaten Opmerking Raadpleeg voor meer informatie over beveiligingsvoorzieningen de handleiding Computerinstellingen en de handleiding Desktop Management op de documentatie- en diagnose-cd Documentation and Diagnostics en de HP ProtectTools Security Manager Guide (Handleiding HP ProtectTools Security Manager, alleen bepaalde modellen) op http://www.hp.com.
Hangslot Afbeelding C-2 Hangslot aanbrengen 50 Bijlage C Externe beveiligingsapparaten NLWW
D Elektrostatische ontlading Een ontlading van statische elektriciteit via vingers of andere geleiders kan leiden tot beschadiging van de systeemkaart, uitbreidingskaarten of andere onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit. Dit soort schade kan de levensduur van het apparaat bekorten.
52 Bijlage D Elektrostatische ontlading NLWW
E Richtlijnen voor gebruik, regelmatig onderhoud en voorbereiding voor transport Richtlijnen voor gebruik en regelmatig onderhoud Volg deze richtlijnen om de computer en de monitor op de juiste manier te installeren en te onderhouden: NLWW ● Plaats de computer niet in zeer vochtige ruimtes en stel de computer niet bloot aan direct zonlicht of zeer hoge of lage temperaturen. ● Plaats de computer op een stevig, vlak oppervlak.
Voorzorgsmaatregelen voor optische-schijfeenheden Neem de volgende richtlijnen in acht wanneer u een optische-schijfeenheid gebruikt of reinigt. Gebruik ● Verplaats de schijfeenheid niet terwijl deze in gebruik is. Dit kan namelijk leiden tot een storing tijdens het lezen. ● Stel de schijfeenheid niet bloot aan plotselinge temperatuurverschillen, aangezien hierdoor condensatie kan optreden.
Opmerking Zorg dat alle uitbreidingskaarten goed en veilig vastzitten in de uitbreidingsslots voordat u de computer vervoert. 7. NLWW Verpak de systeemonderdelen en externe apparatuur in de originele of een soortgelijke verpakking en gebruik voldoende opvulmateriaal om de apparatuur te beschermen.
56 Bijlage E Richtlijnen voor gebruik, regelmatig onderhoud en voorbereiding voor transport NLWW
Index A Aanbrengen beveiligingsslot 49 Achterkant, onderdelen 4 Afdekplaatje van uitbreidingsslot vervangen 25 verwijderen 23 Audioconnectoren 2, 4 B Backup and Recovery 37 Batterij vervangen 45 Beveiliging hangslot 50 kabelslot 49 Smart Cover Lock 10 C Computergebruik E Elektrostatische ontlading, schade voorkomen 51 10 G Geheugen installeren 17 specificaties 17 voetjes van geheugen voorzien 18 NLWW 30 H Hoofdtelefoonconnector 2 I Ingang 4 Installatierichtlijnen 9 Installeren diskettedrive 32 geheug
vervangen 13 verwijderen 12 Toetsenbord connector 4 onderdelen 5 Transport voorbereiden 54 U Uitbreidingskaart installeren 21 locatie van uitbreidingsslots 21 verwijderen 21 Uitgang 4 USB-poorten achterkant 4 voorkant 2 V Vaste schijf installeren 35 software herstellen 37 verwijderen 27 Ventilatierichtlijnen 53 Verwijderen afdekplaatjes 16 afdekplaatje van uitbreidingsslot 23 batterij 45 mediakaartlezer 27 PCI Express-kaart 24 PCI-kaart 24 schijfeenheden uit schijfpositie 27 Smart Cover Lock 10 toegangspa