Network & Internet Communications Guide
5. Klik op Configureren.
6. Klik op het tabblad Energiebeheer en schakel vervolgens het selectievakje Dit apparaat mag de
computer uit stand-by halen in of uit
Opmerking Raadpleeg de Remote Management Administrator's Guide (Gids voor extern
beheer) voor meer informatie over Wake-On-LAN. De Remote Management Administrators
Guide (Gids voor extern beheer) wordt geleverd bij de hulpprogramma's van Remote
Management Setup en vindt u op de cd met ondersteuningssoftware en op
http://www.hp.com.
Betekenis van de netwerkstatuslampjes
Bepaalde Ethernet-netwerkadapters zijn uitgerust met netwerkstatuslampjes:
●
Verbindingslampje: gaat branden wanneer het systeem fysiek met een actief netwerk is verbonden.
●
Activiteitslampje: gaat branden als de computer netwerkactiviteit signaleert. Als het systeem is
aangesloten op een druk bezet netwerk, blijft het lampje bijna continu branden.
●
Snelheidslampje: gaat branden als het netwerk werkt met een snelheid van 1.000 Mbps of 100
Mbps. De kleur van het licht geeft de snelheid aan.
Bepaalde netwerkadapters zijn slechts uitgerust met twee netwerkstatuslampjes. Hierbij worden
verbinding met het netwerk (lampje brandt) en netwerkactiviteit (lampje knippert) door het ene lampje
aangegeven, en wordt een snelheid van 1.000 Mbps of 100 Mbps aangegeven door het andere lampje.
De geïntegreerde netwerkadapter beschikt over twee netwerkstatuslampjes op de connector van de
netwerkadapter:
●
Netwerkverbinding/activiteit: dit lampje brandt groen wanneer er een fysieke netwerkverbinding is
en knippert wanneer er netwerkactiviteit plaatsvindt.
●
Snelheidslampje: dit lampje brandt groen bij een snelheid van 1.000 Mbps en geel bij een snelheid
van 100 Mbps. Het lampje brandt niet bij een snelheid van 10 Mbps.
802.3u/802.3ab Auto-Negotiation uitschakelen
Een netwerkadapter met ondersteuning voor Auto-Negotiation (automatisch instemming) kan
automatisch de maximale snelheid en de duplexfunctionaliteit van het aangesloten netwerk bepalen,
en zichzelf vervolgens configureren met de hoogste gemeenschappelijke instellingen. De computer start
met dit proces zodra er een geldige netwerkverbinding tot stand wordt gebracht of zodra het
stuurprogramma voor de netwerkadapter wordt geladen.
De computer bepaalt niet alleen de kloksnelheid van het netwerk, maar ook of full-duplex wordt
ondersteund. Full-duplex systemen kunnen in het netwerk tegelijkertijd gegevens verzenden en
ontvangen. Half-duplex systemen kunnen niet tegelijkertijd gegevens verzenden en ontvangen.
Opmerking Zorg ervoor dat de instellingen van de poort van de aangesloten partner
overeenkomen met de instellingen van de netwerkadapters. Als u de Auto-Negotiation heeft
ingesteld voor de netwerkadapter, selecteert u deze instelling ook voor de aangesloten partner.
Als u de netwerkadapter dwingt met een bepaalde snelheid/duplex te werken, zorgt u ervoor dat
ook de switchpoort gedwongen wordt met dezelfde snelheid/duplex te werken.
4 Hoofdstuk 1 Netwerkcommunicatie NLWW