Network & Internet Communications Guide
Indien nodig kunt u Auto-Negotiation uitschakelen en zo het systeem dwingen in één bepaalde stand
te werken.
Windows XP
1. Selecteer Start > Configuratiescherm.
2. Dubbelklik op Netwerkverbindingen.
3. Dubbelklik op LAN-verbinding.
4. Klik op Eigenschappen.
5. Klik op Configureren.
6. Klik op het tabblad Geavanceerd.
7. Selecteer Speed & Duplex in de keuzelijst Eigenschappen.
8. Stel de snelheids- en duplexwaarden in, afhankelijk van het vermogen van het netwerk.
9. Klik op OK. Misschien wordt u gevraagd de computer opnieuw op te starten om de wijzigingen in
werking te laten treden.
Windows 2000
1. Selecteer Start > Instellingen > Configuratiescherm.
2. Dubbelklik op Netwerk- en inbelverbindingen.
3. Klik met de rechtermuisknop op LAN-verbinding.
4. Klik op Eigenschappen.
5. Klik op Configureren.
6. Klik op het tabblad Geavanceerd.
7. Selecteer Verbindingssnelheid/Duplex-modus in de keuzelijst Eigenschappen.
8. Stel de snelheids- en duplexwaarden in, afhankelijk van het vermogen van het netwerk.
9. Klik op OK. Misschien wordt u gevraagd de computer opnieuw op te starten om de wijzigingen in
werking te laten treden.
Raadpleeg de documentatie bij de netwerkcontroller voor aanvullende informatie.
Opmerking Voor een 100Base-TX- of een 1000Base-T-netwerk heeft u UTP-bekabeling van
categorie 5 of beter (CAT5, CAT5a, CAT6) nodig.
Netwerkstuurprogramma's installeren
Dankzij de stuurprogramma's voor de netwerkcontroller worden de stuurprogramma's voor het gebruikte
besturingssysteem juist geladen, zodat er communicatie met het netwerk kan plaatsvinden.
NLWW Netwerkstuurprogramma's installeren 5