Quick Setup and Getting Started Guide

Tips
Raadpleeg bij kleinere problemen met de computer, de monitor of de
software de onderstaande lijst met algemene suggesties voordat u verdere
actie onderneemt:
Controleer of de computer en de monitor op een goed werkend
stopcontact zijn aangesloten.
Controleer of de spanningsschakelaar (alleen op bepaalde modellen)
is ingesteld op het juiste voltage voor uw land (115V of 230V).
Controleer of de computer is ingeschakeld en of het groene aan/uit-
lampje brandt.
Controleer of de monitor is ingeschakeld en of het groene aan/uit-
lampje van de monitor brandt.
Controleer of het aan/uit-lampje aan de voorkant van de computer
knippert. Deze knipperende lampjes geven foutcodes aan, waarmee
u een diagnose van het probleem kunt stellen. Zie
Betekenis van
POST-meldingen via lampjes op het voorpaneel en via
geluidssignalen op pagina 27 in deze handleiding voor meer
informatie.
Zet de helderheid en het contrast van de monitor hoger als het scherm
te donker is.
Druk op een willekeurige toets en houd deze ingedrukt. Als u een
geluidssignaal hoort, werkt het toetsenbord goed.
Controleer of alle kabels goed op de juiste connectoren zijn
aangesloten.
Activeer de computer door op een willekeurige toets op het
toetsenbord te drukken of door de aan/uit-knop in te drukken. Als het
systeem langer dan vier seconden in de standbystand blijft, schakelt
u de computer uit door de aan/uit-knop gedurende ten minste vier
seconden ingedrukt te houden. Vervolgens drukt u nogmaals op de
aan/uit-knop om de computer opnieuw te starten. Als het systeem niet
uitgeschakeld kan worden, koppelt u het netsnoer los. Na enkele
seconden sluit u het netsnoer weer aan. De computer start nu
automatisch opnieuw op, als in Computer Setup
(Computerinstellingen) de optie voor automatisch starten na
18 Snel aan de slag NLWW