Computerinstellingen Zakelijke personal computers
© Copyright 2004–2006 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze publicatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Microsoft en Windows zijn handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. De enige garanties die gelden voor HP producten en diensten zijn de garanties die worden beschreven in de garantievoorwaarden behorende bij deze producten en diensten. Geen enkel onderdeel van dit document mag als extra garantie worden opgevat.
Over deze handleiding Deze handleiding bevat instructies voor het gebruik van Computer Setup (Computerinstellingen). U gebruikt dit hulpprogramma om standaardinstellingen voor de computer opnieuw te configureren en te wijzigen nadat u nieuwe hardware heeft geïnstalleerd of om onderhoud uit te voeren. WAARSCHUWING Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of levensgevaar.
iv Over deze handleiding NLWW
Inhoudsopgave Computer Setup Mogelijkheden van Computer Setup .................................................................................................... 1 Werken met Computer Setup .............................................................................................. 2 Computer Setup: File (Bestand) .......................................................................................... 3 Computer Setup: Storage (Opslag) ..................................................................
vi NLWW
Computer Setup Mogelijkheden van Computer Setup Met het hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen) kunt u: NLWW ● De fabrieksinstellingen wijzigen. ● De systeemdatum en -tijd instellen. ● De systeemconfiguratie instellen, weergeven, wijzigen of controleren. U kunt onder andere instellingen wijzigen voor processor, beeldscherm, geheugen, audio, opslag, communicatie en invoerapparatuur.
● Geïntegreerde I/O-functionaliteit beveiligen, waaronder de seriële poorten, USB-poorten en parallelle poorten, audio en ingebouwde netwerkadapter, zodat deze niet kunnen worden gebruikt tenzij de beveiliging wordt opgeheven. ● De mogelijkheid om op te starten vanaf verwisselbare schijfeenheden in- of uitschakelen. ● Schrijftoegang tot oudere typen diskettedrives in- en uitschakelen (indien dit door de hardware wordt ondersteund).
VOORZICHTIG Schakel de computer NOOIT uit terwijl de wijzigingen in de configuratie van Computer Setup worden opgeslagen, omdat anders het CMOS beschadigd kan raken. U kunt de computer pas veilig uitschakelen nadat u het scherm van Computer Setup heeft afgesloten.
Tabel 2 Computer Setup: File (Bestand) (vervolg) Replicated Setup (Gekopieerde configuratie) Save to Removable Media (Opslaan naar verwisselbare media) Hiermee slaat u de systeemconfiguratie, met inbegrip van het CMOS, op naar een geformatteerde diskette van 1,44 MB, een USB-flashapparaat of een opslagapparaat waarmee een diskettedrive wordt geëmuleerd.
Tabel 3 Computer Setup: Storage (Opslag) (vervolg) ATAPI LS-120: ● Geen (wordt beschouwd als Overige). ● Diskette (wordt beschouwd als diskettedrive). Hard Disk (Vaste schijf) ● Geen (voorkomt gegevenstoegang voor BIOS en schakelt de schijf uit als opstartapparaat). ● Hard Disk (Vaste schijf, wordt beschouwd als vaste schijf). Multisector Transfers (Multisectoroverdracht) (alleen ATA-schijven) Hiermee geeft u aan hoeveel sectoren worden verzonden per multisector-PIO-actie.
Tabel 3 Computer Setup: Storage (Opslag) (vervolg) BIOS DMA Data Transfers (DMA-gegevensoverdracht van BIOS) Hiermee bepaalt u hoe I/O-verzoeken voor schijven van het BIOS worden afgehandeld. Wanneer Enable (Ingeschakeld) is geselecteerd, handelt het BIOS lees- en schrijfverzoeken voor ATAschijven af met DMA-gegevensoverdracht. Wanneer Disable (Uitgeschakeld) is geselecteerd, handelt het BIOS lees- en schrijfverzoeken voor ATA-schijven af met PIO-gegevensoverdracht.
Tabel 3 Computer Setup: Storage (Opslag) (vervolg) Hiermee kunt u DOS- en opstarttoegang in- of uitschakelen voor het primaire kanaal van de tweede SATA-controller. Deze optie is alleen van toepassing als SATA Emulation (SATA-emulatie) = IDE. Opmerking Geavanceerde besturingssystemen zoals Windows kunnen het kanaal opnieuw inschakelen. SATA 5 (bepaalde modellen) Hiermee kunt u DOS- en opstarttoegang in- of uitschakelen voor het secundaire kanaal van de tweede SATA-controller.
Tabel 4 Computer Setup: Security (Beveiliging) (vervolg) Setup Password (Instelwachtwoord) Hiermee kunt u een instelwachtwoord (beheerderswachtwoord) definiëren en inschakelen. Opmerking Als het instelwachtwoord is gedefinieerd, heeft u dit wachtwoord nodig om wijzigingen aan te brengen in de opties van Computer Setup, om een ROM-flash uit te voeren en om wijzigingen aan te brengen in bepaalde Plug and play-instellingen van Windows.
Tabel 4 Computer Setup: Security (Beveiliging) (vervolg) beveiligingsapparaat is ingeschakeld bij Device Security (Beveiliging apparatuur)). Device Security (Beveiliging apparatuur) ● Ondersteuning voor verificatie bij opstarten in- of uitschakelen (bepaalde modellen). ● Verificatiereferentie herstellen (bepaalde modellen). Deze optie is alleen voor bepaalde modellen beschikbaar.
Tabel 4 Computer Setup: Security (Beveiliging) (vervolg) OS Security (Beveiliging besturingssysteem) (bepaalde modellen) Setup Security Level (Niveau van configuratiebeveiliging) Opmerking De optie die u hier selecteert, heeft alleen gevolgen als de gebruikte processor en het gebruikte besturingssysteem de beveiligingsfunctie ondersteunen en gebruiken.
Tabel 5 Computer Setup: Power (Voeding) (vervolg) Hardware Power Management (Energiebeheer hardware) Met SATA-energiebeheer kunt u het energiebeheer voor de SATA-bus en/of de SATA-apparaten in- of uitschakelen. Thermal (Warmte) ● Stand Fan idle (Ventilator niet-actief): met dit staafdiagram wordt de minimaal toegestane ventilatorsnelheid bepaald. Opmerking Deze instelling bepaalt uitsluitend de minimale ventilatorsnelheid. De ventilatoren worden nog steeds automatisch bestuurd.
Tabel 6 Computer Setup: Advanced (Geavanceerd) (voor ervaren gebruikers) (vervolg) ● Remote wakeup boot source (Bron voor Remote Wakeup, vanaf een externe server of vanaf de lokale vaste schijf). ● After Power Loss (Na stroomonderbreking): off/on/previous state (uit/aan/vorige staat): Kies een van de volgende instellingen: ● Off (Uit): de computer blijft uitgeschakeld wanneer de netvoeding is herseld. ● On (Aan): de computer wordt automatisch ingeschakeld zodra deze weer netvoeding krijgt.
Tabel 6 Computer Setup: Advanced (Geavanceerd) (voor ervaren gebruikers) (vervolg) Bus Options (Busopties) Device Options (Apparaatopties) Op bepaalde modellen kunt u het volgende in- of uitschakelen: ● PCI SERR# Generation , waarmee u een PCI SERR-nummer kunt aanmaken. ● PCI VGA Palette Snooping, waarmee u de VGA Palette Snooping-bit instelt in de PCIconfiguratie. Dit is alleen nodig als er meerdere grafische controllers zijn geïnstalleerd.
Tabel 6 Computer Setup: Advanced (Geavanceerd) (voor ervaren gebruikers) (vervolg) adressen onder 1 MB in beslag. Dit geheugengebied wordt DCH-ruimte (DOS Compatibility Hole) genoemd en heeft een beperkte omvang. Door middel van deze instelling kan de gebruiker het downloaden van het ingebouwde optie-ROM voor de netwerkadapter uitschakelen, waardoor er meer DCH-ruimte vrijkomt voor PCI-kaarten die misschien ruimte voor een optie-ROM nodig hebben.