Operation Manual

gebruikershandleiding
bijlage A – SCSI-installatie en -opties
31
Nederlands
b. Plaats de SCSI-module (C9939AC3) in de scanner.
c. Plaats de twee montageschroeven terug en draai deze vast.
3 Installeer de SCSI-kaart in de computer (met de SCSI-kit –
C6271).
Volg hiervoor de aanwijzingen in de SCSI-kit.
4 Sluit de SCSI-kabel aan tussen de computer en de SCSI-module.
5 Sluit het netsnoer en de adapter aan zoals in de volgende illustratie.
6 Zet de computer aan.
7 Als er andere SCSI-apparaten op deze SCSI-kaart zijn aangesloten en de
scanner niet werkt, is er mogelijk een conflict van SCSI-adressen.
8 Als er sprake is van een conflict van SCSI-adressen, wijzigt u het SCSI-
adres van de scanner.
Het SCSI-adres van de scanner wijzigen
Als u verschillende SCSI-apparaten hebt aangesloten op een enkele SCSI-
adapterkaart, moet elk SCSI-apparaat een unieke SCSI-ID hebben. Als de
scanner niet werkt nadat de scanner is toegevoegd aan een SCSI-string van
meerdere apparaten, moet u mogelijk het SCSI-adres wijzigen. Om de SCSI-ID
van de scanner (standaard ingesteld op 2) te wijzigen doet u het volgende:
1 Zet de computer uit.
2 Controleer of de scanner aanstaat.
3 Druk de knop D
OCUMENT SCANNEN NAAR ( ) en de knop TEKST
BEWERKEN ( ) op de scanner tegelijkertijd in.
SCSI-adres: 2 verschijnt op het venster van het bedieningspaneel.
de SCSI-module plaatsen
de twee montageschroeven vastdraaien
de voeding aansluiten
1
2
Netsnoer
Netadaptersnoer
Netadapter