Operation Manual
Table Of Contents
- Inhoudsopgave
- De scanner gebruiken
- De scanner in een netwerk configureren en beheren
- Nuttige scannerfuncties
- Service en onderhoud
- Probleemoplossing
- Eenvoudige tips voor probleemoplossing
- Scanner-LED's
- Problemen met het installeren van de scanner oplossen
- Problemen met het initialiseren van de scanner of met de hardware
- Problemen bij het gebruik van de scanner
- De scanner wordt niet ingeschakeld
- De scannerlamp blijft branden
- De scanner begint niet meteen met scannen
- De scanner is bijzonder langzaam
- Namen van aangepaste scansnelkoppelingen worden niet goed weergegeven op het lcd-scherm
- Er verschijnen witte, verticale strepen op de afgedrukte pagina
- Scanbestanden zijn te groot
- De onderkant van de afbeelding is afgekapt wanneer er wordt gescand vanaf de glasplaat
- Problemen met het scannen van documenten of tekst (OCR)
- Problemen met scannerknoppen
- Problemen met de automatische documentinvoer (ADI)
- De gescande afbeelding is wazig
- Er zitten vegen of krassen op de gescande afbeeldingen
- Er wordt slechts één zijde van een dubbelzijdige pagina gescand
- Pagina's worden in de verkeerde volgorde gescand
- Sommige pagina's worden niet gescand
- De afbeelding is volledig zwart of volledig wit
- Gescande afbeeldingen zijn niet recht
- Storing verhelpen van de automatische documentinvoer
- Er wordt geen papier door de automatische documentinvoer gevoerd
- De onderkant van de gescande afbeelding is afgekapt
- Problemen met dia's, negatieven en de transparantenadapter
- Netwerkproblemen
- Aanvullende informatie over het oplossen van problemen
- Productondersteuning
- Index

c. Als de negatievenstrook minder dan 3 negatieven bevat, plaatst u de
lichtafscherming van de negatieven in de negatievenstrookhouder. Zorg ervoor
dat de rand van de lichtafscherming het laatste negatief aanraakt.
d. Plaats de negatievenstrookhouder terug in de diahouder.
4. Sluit het deksel van de scanner.
Zie ook
• "
Een scan starten" op pagina 15
• "
Problemen met dia's, negatieven en de transparantenadapter" op pagina 53
Tips voor het scannen van transparante items
• Als u niet-negatieve transparante items wilt scannen die groter zijn dan met de
transparantenadapter (TMA) mogelijk is, plaatst u het transparant met daarop een
wit vel op de glasplaat, selecteert u een scansnelkoppeling die geen gebruik maakt
van de TMA en maakt u de scan.
• Als u een negatief scant, vergroot de standaardscansnelkoppeling de afbeelding
automatisch tot ongeveer 6,7 x 10 cm (2,64 x 4 in). Als u het uiteindelijke beeld groter
of kleiner wilt hebben, start u de scan met de HP-scansoftware en gebruikt u
vervolgens de functie Formaat wijzigen in het voorbeeldvenster van HP-
scansoftware om het gewenste formaat in te stellen. De scanner zal het item op de
geselecteerde afmetingen scannen en de resolutie overeenkomstig aanpassen. Zie
de Help bij de scannersoftware voor meer informatie.
Een scan starten
U kunt op een van de volgende manieren beginnen met scannen:
•
De knop Scannen gebruiken
•
De HP-scansoftware gebruiken
•
Andere software gebruiken
De knop Scannen gebruiken
Volg deze stappen als u wilt scannen met de knop Scannen ( ) op de scanner:
1. Plaats de originelen.
2. Als op het lcd-scherm van de scanner computernamen worden weergegeven:
a. Met de knoppen
en selecteert u op het bedieningspaneel van de scanner
uw computer. Druk vervolgens op OK.
b. Wanneer u hierom wordt gevraagd, voert u uw pincode in en drukt u op OK.
3. Als op het lcd-scherm op de scanner wordt aangegeven dat er geen
scansnelkoppelingen op de scanner beschikbaar zijn, drukt u op de knop Scannen
(
). Het dialoogvenster Scanopties instellen wordt op het computerscherm
Een scan starten 15










