Operation Manual

De netwerkscanner beheren
Dit gedeelte is bedoeld voor de beheerder of de persoon die verantwoordelijk is voor het
beheer van de netwerkscanner.
•
Programma's voor beheer en administratie
•
HP Scanner Tools Utility
•
Netwerkinstellingen
•
Geïntegreerde webserver
Programma's voor beheer en administratie
Met de volgende hulpmiddelen kunt u het apparaat beheren.
Bedieningspaneel van scanner
(lcd)
Beheren: Informatie ophalen over de status van opdrachten
die worden verwerkt en de bedrijfsstatus van de scanner
(inclusief foutcondities), scansnelkoppelingen selecteren, een
scan of kopie maken en voorkeuren voor het gedrag van de
scanner instellen.
Admin./Beheer: Met de knop Instellingen (
) kunt u de taal
en de energiemodus instellen, toegang krijgen tot de HP
Scanner Tools Utility en netwerkinstellingen bekijken en
instellen.
HP-scansoftware Beheren: Voor het scannen van foto's en documenten,
opvragen van hulp en informatie over het oplossen van
problemen, het openen van het voorbeeldvenster van HP-
scansoftware om scans te bewerken voordat u ze opslaat, het
scannen van dia's en negatieven, en het aanpassen van
scaninstellingen en voorkeuren (zoals het toekennen van
scansnelkoppelingen aan knoppen op het bedieningspaneel).
HP Copy-software Beheren: Voor het afdrukken van kopieën op een printer.
HP Scanner Tools Utility Beheren: Voor het toekennen van scansoftware aan de
knoppen Scannen (
) en Kopiëren ( ) op het
bedieningspaneel van de scanner, het opslaan van
onderhoudsinformatie, het instellen of wijzigen van de pincode,
het verbinden met een andere scanner, en het controleren van
de status van de netwerkverbinding van de scanner.
Geïntegreerde webserver Beheren: Bepalen welke computers toegang hebben tot welke
scanners, en statusinformatie van de scanner ophalen.
Admin./Beheer: Statusinformatie bekijken, instellingen
wijzigen en de scanner vanaf de computer beheren.
Zie ook
• "
Bedieningspaneel van scanner" op pagina 6
• "
HP Scanner Tools Utility" op pagina 23
• "
Geïntegreerde webserver" op pagina 26
Hoofdstuk 2
22 De scanner in een netwerk configureren en beheren