HP Scanjet N9120 Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave 1 De scanner gebruiken Overzicht van scanner................................................................................................................3 De knoppen op het bedieningspaneel van de scanner........................................................4 Instelling van de scannerlamp..............................................................................................5 Originele documenten plaatsen..............................................................................
Problemen met het initialiseren van de scanner of met de hardware.......................................34 Controleren of de scanner voorzien is van stroom.............................................................35 De USB-verbinding controleren..........................................................................................35 De HP Scanjet Utilities verwijderen en opnieuw installeren...............................................36 Problemen bij het gebruik van de scanner.......................
1 De scanner gebruiken De volgende onderwerpen beschrijven de HP Scanjet N9120-scanner en leggen uit hoe u originele documenten kunt scannen of kopiëren.
Hoofdstuk 1 De knoppen op het bedieningspaneel van de scanner Gebruik de knoppen op het bedieningspaneel van de scanner om het scannen te starten en de scanner te configureren. Symbool Knopnaam Beschrijving 1 Kopiëren Druk standaard het aantal exemplaren af dat momenteel in HP Document Copy is ingesteld. U kunt ook de scansoftware starten die aan deze knop is toegekend. 2 Scannen Start standaard een scan die het HP Smart Document Scan Software-profiel gebruikt dat aan deze knop is toekend.
(vervolg) Symbool Knopnaam Beschrijving drukt u op de knop PowerSave om de scanner weer te activeren. Zie ook "Scanner-LED's" op pagina 33 Instelling van de scannerlamp De lamp van de scanner kan in twee modi functioneren: • • In de modus PowerSave gaat de lamp van de scanner automatisch uit als er gedurende 15 minuten niets is gebeurd. Als u weer wilt scannen, drukt u op de knop PowerSave om de scanner weer te activeren.
Hoofdstuk 1 Gewicht: 49–120 g/m2 Opmerking Stel in de scansoftware de afmetingen van de pagina in, zodat het past bij de lengte en breedte van het papier dat u wilt scannen. • • • 6 Het scannen van de volgende soorten documenten kan het papier laten vastlopen of de documenten beschadigen. Als u deze documenten wilt scannen, maakt u een fotokopie en scant u de kopie.
• In de ADI passen maximaal 200 vellen papier van 75 g/m2. Als u zwaarder papier gebruikt, is de capaciteit lager. Gebruik de vullijn, zoals hieronder getoond, als leidraad voor de maximale hoogte van de stapel documenten. • Bij kleine of smalle documenten moet u de zijde die korter is dat 148 mm in de invoerlade laden, zodat de langere zijde in de invoer langs de doorvoerrollen kan worden getrokken.
Hoofdstuk 1 • • Als u kleine of lichte documenten plaatst, zoals indexkaarten (A6-formaat) of carbons van Amerikaanse cheques, moet u een stapel van ten minste vijf documenten gebruiken, om er zeker van te zijn dat de ADI de stapel correct detecteert en door de scanner voert. Als u minder dan vijf kleine of lichte documenten wilt scannen, kunt u ze beter scannen door ze op de glasplaat te leggen.
2. Blader de stapel met documentpagina's los om te zorgen dat pagina's niet aan elkaar blijven plakken. Blader de kant die in de ADI moet steken, in één richting en waaier dezelfde kant vervolgens in de tegenovergestelde richting. 3. Breng de kanten van de documenten op één lijn door de onderkant van de stapel tegen de bovenkant van de tafel te kloppen. Draai de stapel 90 graden en herhaal de vorige stap. 4. Plaats de stapel in het midden van de invoerlade. Plaats de stapel met de bovenkant naar boven.
Hoofdstuk 1 5. Stel de papiergeleiders in op de breedte van de documenten. Zet de papiergeleiders niet te strak, anders kan het doorvoeren van het papier belemmerd worden. Het is het beste als de papiergeleiders de randen van de documenten net raken. 6. Duw de stapel voorzichtig naar voren totdat het de sensor van de lader activeert. Een origineel op de glasplaat leggen Plaats items die niet voldoen aan de specificaties voor de automatische documentinvoer (ADI) direct op de glasplaat.
Plaats het origineel met de te scannen zijde naar beneden op de glasplaat (zoals aangegeven door het referentieteken). Opmerking Kies in de scansoftware de opmaakinstellingen die passen bij de richting van de originelen op de glasplaat.
Hoofdstuk 1 Een scan uitvoeren De basisstappen voor het scannen zijn: 1. Plaats de originelen. 2. Voer een van de volgende handelingen uit: ) op het bedieningspaneel van de scanner • Druk op de knop Scan (Scannen) ( om het scannen te starten met de toegekende software (en profiel, indien van toepassing). • Start op de computer de scansoftware en selecteer vervolgens de gegevensbron ISIS of TWAIN. Selecteer de juiste instellingen en start het scannen.
Zie ook "Werken met HP Smart Document Scan Software-profielen" op pagina 15 Scannen via scansoftware U kunt een afbeelding of document rechtstreeks in een softwareprogramma scannen als het programma compatibel is met ISIS of TWAIN. Over het algemeen is een programma compatibel als het opties biedt als Ophalen, Scannen, Nieuw object importeren of Invoegen. Als u niet zeker weet of het programma geschikt is of om welke optie het gaat, leest u er de documentatie bij het programma op na.
Hoofdstuk 1 Zo kunt u kopiëren De basisstappen voor het kopiëren zijn: 1. Plaats de originelen. 2. Voer een van de volgende handelingen uit: • Druk op het bedieningspaneel van de scanner op de knop Copy (Kopiëren) ( ) om af te drukken met de huidige kopieerinstellingen. • Klik op Start, wijs Programma's of Alle programma's aan, wijs achtereenvolgens HP, Scanjet, N9120 aan en klik op Document Copy. Selecteer de gewenste afdrukinstellingen in het dialoogvenster HP Document Copy.
2 Nuttige scannerfuncties Professionals die ervaring hebben met documentbeheer hebben misschien belangstelling voor de volgende functies die beschikbaar zijn in de HP Smart Document Scan Software. Veel van deze functies zijn ook beschikbaar voor andere ISIS- of TWAINcompatibele scansoftware waarmee u de scaninstellingen kunt wijzigen.
Hoofdstuk 2 Profielen maken Doe het volgende als u een HP Smart Document Scan Software-profiel wilt maken: 1. Klik op Start, wijs Programma's of Alle programma's aan, wijs HP en HP Smart Document Scan aan en klik op HP Smart Document Scan Software. 2. Klik op Nieuw. Het dialoogvenster Create New Profile (Nieuw profiel maken) wordt weergegeven. 3. Typ de gewenste naam in het vak Profile name (Profielnaam) of accepteer de standaardnaam.
Voer de volgende stappen uit om scans van lange pagina's in te schakelen in een HP Smart Document Scan Software-profiel: 1. Open de HP Smart Document Scan Software. 2. Selecteer een scanprofiel en klik op Edit (Bewerken). 3. Selecteer Custom (Aangepast) in de vervolgkeuzelijst Size (Formaat) op het tabblad Layout (Lay-out) van het dialoogvenster Profile Settings (Profielinstellingen). Typ vervolgens de werkelijke pagina-afmetingen, maximaal 300 x 864 mm, in de vakken Width (Breedte) en Height (Hoogte).
Hoofdstuk 2 Achtergrondkleur voor scans uit de automatische documentinvoer instellen Als u scant vanuit de automatische documentinvoer (ADI), kunt u een witte of een zwarte achtergrond voor de scan kiezen. Zorg ervoor dat de achtergrond van de scan contrasteert met de kleur langs de buitenrand van het document, zodat de scansoftware beter in staat is de randen van het gescande document te onderscheiden. Gebruik bijvoorbeeld de zwarte achtergrond om een document te scannen dat op wit papier gedrukt is.
3. Schakel compressie in: ▲ Schakel het selectievakje Use scanner compression (for optimal speed) (Scannercompressie gebruiken (voor optimale snelheid)) in op het tabblad Scan (Scannen) van het dialoogvenster Profile Settings (Profielinstellingen). 4. Stel de mate van compressie in: a. Klik op Advanced Settings (Geavanceerde instellingen) op het tabblad Scan (Scannen) van het dialoogvenster Profile Settings (Profielinstellingen). b.
Hoofdstuk 2 3. Voltooi de scan door te klikken op Done Scanning (Scannen gereed) in het Scan Progress Window (Venster Scanvoortgang). 4. Wacht tot de scansoftware de gescande documentpagina's volgens de profielinstellingen heeft verwerkt. U kunt een profiel instellen waarmee stap 2 en 3 van de standaardprocedure worden overgeslagen.
Printcartridge in de imprinter installeren of vervangen De scanner maakt gebruik van een HP 51604A-printcartridge. U dient de printcartridge apart aan te schaffen. 1. Til de ADI-invoerlade omhoog totdat het op z'n plaats klikt. 2. Trek de groene hendel iets omhoog en schuif de imprinter helemaal naar links. 3. Zet het klemmetje dat de cartridge vasthoudt omhoog.
Hoofdstuk 2 4. Als u een lege printcartridge vervangt, schuift u deze naar rechts om het uit de houder te verwijderen. 5. Haal de printcartridge uit de verpakking. Trek aan het label om het plakband te verwijderen dat de spuitmondjes beschermt. 6. Houd de nieuwe printcartridge vast met de spuitmondjes naar beneden en schuif het in de cartridgehouder. 7. Zet het klemmetje van de houder weer omlaag om de printcartridge op zijn plaats te vergrendelen. 8.
1. Til de ADI-invoerlade omhoog totdat het op z'n plaats klikt. 2. Trek de groene hendel iets omhoog en schuif de imprinter naar de gewenste positie. Opmerking Op de geleider van de imprinter zijn verschillende papierformaten aangegeven. Plaats de imprinter op de passende positie voor het papier dat u gebruikt. De imprintermarkering wordt dan ongeveer 5 mm van de rand van het papier afgedrukt. U kunt de imprinter op elke positie plaatsen binnen de afmetingen van het papier dat u gebruikt.
Hoofdstuk 2 1. Plaats één pagina in de automatische documentinvoerlade. 2. Druk op de knop Tools (Extra) ( ) op het bedieningspaneel van de scanner om de HP Scanner Tools Utility te openen. Klik op het tabblad Imprinter. 3. Klik in Cartridge Status (Cartridgestatus) op Test Imprinter (Testimprinter). De imprinter schoonmaken Maak de imprinter schoon als de imprintermarkering niet meer volledig wordt afgedrukt. 1.
3 Service en onderhoud Dit gedeelte bevat informatie over het onderhoud van de scanner. • • • • • • Toebehoren voor onderhoud en de scanner bestellen De automatische documentinvoer reinigen De glasplaat van de scanner reinigen De ventilatorfilters schoonmaken De doorvoerrol en het scheidingskussen vervangen Onderhoudsinformatie van de scanner in de HP Scanner Tools Utility Als u de scanner af en toe schoonmaakt, blijft de kwaliteit van de scans zeer goed.
Hoofdstuk 3 Als u de ADI verschillende keren per week gebruikt, is het raadzaam om de ADI eens per maand schoon te maken. Gebruik een reinigingsprocedure die geschikt is voor uw scanner. 1. Zet de Aan/uit-schakelaar op Uit en koppel de USB-kabel en het netsnoer los van de scanner. 2. Open het deksel van de scanner.
3. Reinig de doorzichtige scanstrook op het scannerbed. Veeg het doorzichtige gebied af met een schone, vochtige, niet-pluizende doek. 4. Sluit het deksel van de scanner. 5. Til de hendel boven op de ADI omhoog om de ADI-toegangsdeuren aan de bovenen zijkant te openen.
Hoofdstuk 3 6. Zoek de witte strook op de ADI-toegangsdeur aan de zijkant en het doorzichtige scanvenster in de ADI. Veeg beide gebieden af met een schone, vochtige, nietpluizende doek. 7. Veeg de ADI-doorvoerrollen af met een schone, vochtige, niet-pluizende doek. 8. Wacht een paar minuten om de doorvoerrollen te laten drogen en sluit vervolgens de ADI-toegangsdeuren. 9. Sluit de USB-kabel en het netsnoer opnieuw op de scanner aan en druk vervolgens op de Aan/uit-schakelaar om de scanner aan te zetten.
De glasplaat van de scanner reinigen Reinig het scannerglas als: • • • strepen, krassen of vlekken op afbeeldingen verschijnen die vanaf de glasplaat gescand zijn; u vanaf de glasplaat een document hebt gescand dat stoffig of vuil is; de omgeving heel stoffig is. Doe het volgende om de glasplaat van de scanner te reinigen: 1. Zet de Aan/uit-schakelaar op Uit en koppel de USB-kabel en het netsnoer los van de scanner. 2. Open het deksel van de scanner. 3.
Hoofdstuk 3 Voer voor elke ventilatorfilter de volgende stappen uit: 1. Zet de Aan/uit-schakelaar op Uit en koppel de USB-kabel en het netsnoer los van de scanner. 2. Verwijder het filterklepje. 3. Maak het filter op een van de volgende manieren schoon: • Met samengeperste lucht kunt u de rommel van het filter afblazen. • Met een stofzuiger verwijdert u rommel van het filter. • Spoel het filter met water. Opmerking Als het filter beschadigd is, vervangt u deze door een nieuwe. Ga naar www.hp.
De doorvoerrol en het scheidingskussen vervangen Vervang de doorvoerrol en het scheidingskussen als er sprake is van een van de volgende omstandigheden: • • Gescande documenten bevatten vegen of er treden regelmatig papierstoringen op en het probleem is niet verholpen nadat u de automatische documentinvoer hebt schoongemaakt. Op het tabblad Maintenance van de HP Scanner Tools Utility staat dat het weer tijd is voor een onderhoudssessie.
Hoofdstuk 3 Zie de Help bij HP Scanner Tools Utility voor gedetailleerde informatie over HP Scanner Tools Utility 32 Service en onderhoud
4 Problemen oplossen Dit gedeelte bevat oplossingen voor algemene problemen met de scanner. • • • • • • Scanner-LED's Problemen met het initialiseren van de scanner of met de hardware Problemen bij het gebruik van de scanner De scanknoppen werken niet goed Problemen met de automatische documentinvoer Aanvullende informatie over het oplossen van problemen Meer oplossingen bij problemen vindt u met de online helpfunctie van de scansoftware die u gebruikt. En op www.hp.
Hoofdstuk 4 (vervolg) LED-indicator Scanneractie of -status De scanner staat in de PowerSave-modus. Het gele aan/uitlampje brandt continu met een gedimd licht. Het groene aan/ uit-lampje brandt continu. De scanner staat aan en is gereed om te scannen. De scanner is bezig met scannen. Het groene waarschuwingslampje knippert met een middelmatige snelheid. Het groene aan/ uit-lampje brandt continu. Beide LED-lampjes staan uit. De scanner krijgt geen stroom.
Controleren of de scanner voorzien is van stroom Het netsnoer wordt aangesloten op de scanner en een stopcontact. • • • Controleer of het netsnoer op de juiste manier is aangesloten op de scanner en het stopcontact. Als het netsnoer is aangesloten op een overspanningsbeveiliging, controleert u of deze is aangesloten op het stopcontact en is ingeschakeld. Zorg ervoor dat de scanner is ingeschakeld met de Aan/uit-schakelaar op de rechterzijkant van de scanner.
Hoofdstuk 4 Als het probleem blijft optreden nadat u het voorgaande hebt gecontroleerd, kunt u het volgende proberen: 1. Voer een van de volgende stappen uit afhankelijk van de wijze waarop de scanner is aangesloten op de computer: • Als de USB-kabel is aangesloten op een USB-hub of een basisstation voor een laptop, haalt u de USB-kabel uit de USB-hub of het basisstation en sluit u de USBkabel rechtstreeks aan op de computer.
Problemen bij het gebruik van de scanner • • • • • • • • • • • • • • De scanner schakelt niet in De scannerlamp blijft branden De scanner begint niet meteen met scannen Er wordt slechts één zijde van een dubbelzijdige pagina gescand Gescande afbeelding is wazig Pagina's worden in de verkeerde volgorde gescand Sommige pagina's worden niet gescand Snelheid van scannen en taken optimaliseren De afbeelding is volledig zwart of volledig wit Gescande afbeeldingen zijn niet recht Er zitten vegen of krassen op de
Hoofdstuk 4 Er wordt slechts één zijde van een dubbelzijdige pagina gescand Controleer het volgende: • • Wilt u één dubbelzijdig document scannen, gebruik dan de ADI. Selecteer de instelling Duplex in de scan- of kopieersoftware. Gescande afbeelding is wazig Voer de volgende stappen uit als u met de automatische documentinvoer (ADI) scant: 1. Zorg ervoor dat het oorspronkelijke document niet wazig is. 2. Controleer of de papierbanen vrij zijn en of de papierbreedtegeleiders juist zijn geplaatst.
Snelheid van scannen en taken optimaliseren Verschillende instellingen hebben invloed op de totale tijd die nodig is om een scanopdracht uit te voeren. Als u de scanprestaties wilt verbeteren, moet u de volgende informatie in overweging nemen. • Om pagina's met A4-formaat (of Letter) of kleiner sneller te scannen, moet u de pagina's met de lange zijde eerst in de automatische documentinvoer (ADI) invoeren.
Hoofdstuk 4 Als u vanaf de glasplaat scant, kan het item verschoven zijn op het moment dat u het deksel sloot. Leg het origineel recht op de glasplaat en probeer het opnieuw. Er zitten vegen of krassen op de gescande afbeeldingen Voer de onderstaande stappen uit als u met de automatische documentinvoer (ADI) scant: Voer na elke stap een scan uit en controleer of er nog steeds vegen of krassen op de gescande afbeelding zitten. Als dat zo is, probeert u de volgende stap. 1.
als de inkt bijna op is. Als u het inktniveau niet hebt bijgewerkt toen u de printcartridge voor het laatst verving, kunt u verkeerde waarschuwingen over de status van de imprinter ontvangen, of de inkt van de imprinter is ineens op voordat de HP Scanner Tools Ulitity gemeld heeft dat de inkt op raakte. Opmerking Om de imprinter te gebruiken, moet u de originele documenten in de automatische documentinvoer (ADI) plaatsen. De imprinter kan geen markering afdrukken op pagina's die op de glasplaat gelegd zijn.
Hoofdstuk 4 Knoppen werken niet Druk na iedere stap op een knop om te controleren of deze correct werkt. Als het probleem aanhoudt, gaat u verder met de volgende stap. 1. De knoppen zijn mogelijk uitgeschakeld in de HP-scansoftware. Zorg ervoor dat de instelling Disable front panel buttons (Knoppen van bedieningspaneel uitschakelen) in HP Scanner Tools Utility niet gemarkeerd is. 2. Misschien is er een kabel losgeraakt. Controleer of de USB-kabel en de voeding stevig vastzitten. 3.
Druk na iedere stap op een knop om te controleren of deze correct werkt. Als het probleem aanhoudt, gaat u verder met de volgende stap. 1. Op het tabblad Buttons (Knoppen) stelt u de connecties in voor de Scanner Front Panel Buttons (Knoppen voor bedieningspaneel van scanner). Verander zonodig de software die aan een knop is toegekend. 2. Controleer of het verwachte programma op de computer is geïnstalleerd door in het menu Start te kijken. Indien nodig installeert u het programma. 3.
Hoofdstuk 4 Zie ook • • • "De automatische documentinvoer gebruiken" op pagina 5 "Detectie van verkeerde invoer uitschakelen" op pagina 19 "Service en onderhoud" op pagina 25 Een papierstoring in de automatische documentinvoer verhelpen 1. Verwijder alle losse pagina's uit de invoerlade van de automatische documentinvoer (ADI). 2. Til de hendel boven op de ADI omhoog om de ADI-toegangsdeuren aan de bovenen zijkant te openen. 3. Verwijder de vastgelopen pagina's uit de invoerlade van de ADI.
4. Verwijder de vastgelopen pagina's uit het binnenste van de ADI. 5. Verwijder de vastgelopen pagina's uit de uitvoerlade van de ADI. 6. Als u de vastgelopen pagina niet kunt verwijderen, voert u de volgende stappen uit: a. Open het deksel van de scanner. b. Duw het groene label in de richting van het deksel van de scanner om de binnenste ADI-toegangsdeur te openen. Als de deur niet automatisch open gaat, kunt u het voorzichtig openwrikken. c. Trek het papier voorzichtig uit de ADI.
Hoofdstuk 4 7. Sluit de binnenste ADI-toegangsdeuren en sluit het deksel van de scanner. 8. Controleer de uitvoer van de scan om te bepalen welke pagina als laatste volledig werd gescand. 9. Plaats de pagina's die nog niet zijn gescand in de invoerlade van de ADI. Als er pagina's beschadigd zijn, voert u een van de volgende handelingen uit: • Maak een kopie van de beschadigde pagina en gebruik deze kopie bij de invoerstapel om te scannen. • Scan de beschadigde pagina op de glasplaat.
b. Breng de kanten van de documenten op één lijn door de onderkant van de stapel tegen de bovenkant van de tafel te kloppen. Draai de stapel 90 graden en herhaal de vorige stap. 10. Ga verder met scannen. Er wordt geen papier door de automatische documentinvoer gevoerd • • Mogelijk zijn de toegangsdeuren van de automatische documentinvoer (ADI) niet goed vastgezet. Open de ADI-toegangsdeuren en sluit ze door ze stevig dicht te drukken. Er kan een probleem met de ADI-hardware zijn.
5 Toegankelijkheid Toegankelijkheidsfuncties De N9120-scanner beschikt over de volgende toegankelijkheidsfuncties: LED Reader Met de software LED Reader wordt de status van de indicatorlampjes op het bedieningspaneel van de scanner op het computerscherm geprojecteerd als de lampjes veranderen. Met behulp van de LED Reader kunnen hulpprogramma's voor toegankelijkheid in woorden weergeven wat op het bedieningspaneel van de scanner wordt getoond. Ga als volgt te werk om de LED Reader te gebruiken: 1.
Index A Aan/uit-lampje 33 achtergrondkleur 18 ADI afgekapte afbeeldingen 47 onderhoud 25 papier plaatsen 5 problemen met het invoeren oplossen 47 schoonmaken 25 storingen verhelpen 44 vegen, problemen oplossen 40 afdrukstand 16 afgekapte afbeeldingen, problemen oplossen 47 B bestellen vervangende doorvoerrol 31 vervanging scheidingskussen 31 C Compressie door scannerhardware, functie 18 D Detectie van verkeerde invoer, functie 19 documentinvoer.
pagina's in verkeerde volgorde 38 positie van de imprinter 22 PowerSave-modus 5 printcartridge, installeren 21 problemen oplossen ADI 43 ADI-papierdoorvoer 47 afgekapte afbeeldingen 47 dubbelzijdige scans 38 grote scanbestanden 40 HP Smart Document Scan Software 43 imprinter 40 inschakelen 37 knoppen 42 lamp blijft branden 37 LED's 33 ontbrekende pagina's 38 paginavolgorde 38 scanknoppen 42 scanner opnieuw instellen 34 scheve afbeeldingen 39 snelheid 37, 39 software verwijderen en opnieuw installeren 36 str