Energiebeheer Gebruikershandleiding
© Copyright 2008 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Windows is een in de Verenigde Staten gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend.
Inhoudsopgave 1 Locatie van voedingsknoppen en voedingslampjes 2 Opties voor energiebeheer instellen Energiebesparende standen gebruiken ............................................................................................... 3 Standbystand activeren en beëindigen ................................................................................ 3 Hibernationstand activeren en beëindigen .......................................................................... 4 Energiemeter gebruiken ...............
Stap 4: laad de accu volledig op ........................................................................................ 20 Stap 5: schakel de energiebesparende voorzieningen weer in ......................................... 20 Accuvoeding besparen ....................................................................................................................... 21 Accu opbergen .............................................................................................................................
1 Locatie van voedingsknoppen en voedingslampjes De volgende afbeelding en tabel geven informatie over de locatie en werking van voedingsknoppen en voedingslampjes. (1) Onderdeel Beschrijving Aan/uit-knop ● Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aan/uit-knop om de computer in te schakelen. ● Als de computer is ingeschakeld, drukt u op de aan/uit-knop om het systeem uit te schakelen.
Onderdeel Beschrijving ● Als de computer in de standbystand staat, drukt u kort op de aan/uit-knop om de standbystand te beëindigen. ● Als de computer in de hibernationstand staat, drukt u kort op de aan/uit-knop om de hibernationstand te beëindigen. Als de computer niet meer reageert en de afsluitprocedures van Windows geen resultaat hebben, houdt u de aan/uit-knop minstens vijf seconden ingedrukt om de computer uit te schakelen.
2 Opties voor energiebeheer instellen Energiebesparende standen gebruiken Standaard zijn twee energiebesparende voorzieningen ingeschakeld: de standbyvoorziening en de hibernationvoorziening. Wanneer de standbystand wordt geactiveerd, knipperen de aan/uit-lampjes en wordt het scherm leeggemaakt. Uw werk wordt in het geheugen opgeslagen. Het beëindigen van de standbystand gaat sneller dan het beëindigen van de hibernationstand.
Als Stand-by niet wordt weergegeven, doet u het volgende: a. Klik op de pijl-omlaag. b. Selecteer Stand-by in de lijst. c. Klik op OK. Ga als volgt te werk om de standbystand te beëindigen: ▲ Druk op de aan/uit-knop. Wanneer de standbystand wordt beëindigd, gaan de aan/uit-lampjes branden en verschijnt uw werk op het scherm op het punt waar u was gestopt met werken en de standbystand werd geactiveerd.
Energiemeter gebruiken De Energiemeter wordt standaard weergegeven in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. Met behulp van de Energiemeter krijgt u snel toegang tot de instellingen van Energiebeheer en kunt u de resterende acculading bekijken. ● Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Energiemeter in het systeemvak en klik op Eigenschappen van energiebeheer aanpassen om de Eigenschappen van Energiebeheer te openen.
Energiebeheerschema's gebruiken Een energiebeheerschema is een reeks systeeminstellingen waarmee het energieverbruik van de computer wordt geregeld. Met behulp van energiebeheerschema's kunt u energie besparen en de prestaties van de computer optimaliseren.
Wachtwoord instellen voor beëindigen standbystand Ga als volgt te werk om in te stellen dat een wachtwoord moet worden opgegeven bij het beëindigen van de standbystand: 1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Energiemeter in het systeemvak en klik vervolgens op Eigenschappen van energiebeheer aanpassen. 2. Klik op het tabblad Geavanceerd. 3. Schakel de optie Wachtwoord vragen als computer uit standby wordt gehaald in. 4. Klik op Toepassen.
3 Externe netvoeding gebruiken Externe netvoeding wordt geleverd door een van de volgende apparaten: WAARSCHUWING! Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde netvoedingsadapter, een door HP geleverde vervangende adapter of een door HP geleverde compatibele adapter.
Netvoedingsadapter aansluiten WAARSCHUWING! Ga als volgt te werk om het risico van een elektrische schok en schade aan de apparatuur te beperken: Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat altijd gemakkelijk te bereiken is. Ontkoppel de netvoeding van de computer door de stekker uit het stopcontact te halen (niet door het netsnoer los te koppelen van de computer). Als bij het product een geaard netsnoer met een geaarde stekker is geleverd, sluit u het netsnoer aan op een geaard stopcontact.
Netvoedingsadapter testen Test de netvoedingsadapter wanneer de computer een van de volgende symptomen vertoont: ● De computer kan niet worden ingeschakeld terwijl deze is aangesloten op de netvoedingsadapter en een externe voedingsbron. ● Het beeldscherm kan niet worden ingeschakeld terwijl de computer is aangesloten op de netvoedingsadapter en een externe voedingsbron. ● Het aan/uit-lampje is uit terwijl de computer is aangesloten op de netvoedingsadapter en een externe voedingsbron.
4 Accuvoeding gebruiken Wanneer er zich een opgeladen accu in de computer bevindt en de computer niet is aangesloten op een externe voedingsbron, werkt de computer op accuvoeding. Wanneer de computer is aangesloten op een externe netvoedingsbron, werkt de computer op netvoeding. Als er een opgeladen accu in de computer is geplaatst en de computer op externe voeding werkt via de netvoedingsadapter, schakelt de computer over op accuvoeding wanneer de netvoedingsadapter wordt losgekoppeld van de computer.
Acculading weergeven ▲ Dubbelklik op het pictogram Energiemeter in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. – of – Selecteer Start > Configuratiescherm > Prestaties en onderhoud > Energiebeheer > tabblad Energiemeter. Meestal wordt de acculading zowel in percentages als in resterend aantal minuten werktijd weergegeven. ● Het percentage geeft de geschatte resterende lading van de accu aan.
Accu plaatsen of verwijderen VOORZICHTIG: Bij het verwijderen van een accu die de enige beschikbare voedingsbron vormt, kunnen er gegevens verloren gaan. Sla uw werk op en activeer de hibernationstand of schakel de computer uit voordat u een accu verwijdert die de enige voedingsbron is. Zo voorkomt u dat er gegevens verloren gaan. U plaatst de accu als volgt: 1. Leg de computer ondersteboven op een vlak oppervlak neer, met de accuruimte naar u toe. 2.
4. 14 Verwijder de accu (3).
Accu opladen WAARSCHUWING! Laad de accu van de computer niet op aan boord van een vliegtuig. De accu wordt opgeladen wanneer de computer is aangesloten op een externe voedingsbron via een netvoedingsadapter, een optionele voedingsadapter of een optioneel dockingapparaat. De accu wordt opgeladen ongeacht of de computer in gebruik is of uit staat, maar het opladen verloopt sneller wanneer de computer is uitgeschakeld.
Omgaan met een lage acculading In dit gedeelte worden de waarschuwingen en systeemreacties beschreven die standaard zijn ingesteld. Sommige waarschuwingen voor een bijna lege accu en de manier waarop het systeem daarop reageert, kunt u wijzigen in het onderdeel Energiebeheer van het Configuratiescherm van Windows (Start > Configuratiescherm > Prestaties en onderhoud > Energiebeheer). Voorkeuren die u in Energiebeheer instelt, zijn niet van invloed op de werking van de lampjes.
Problemen met lage acculading verhelpen VOORZICHTIG: Wacht met het herstellen van de voeding totdat de aan/uit-lampjes uit zijn. Zo beperkt u het risico van gegevensverlies wanneer de hibernationstand wordt geactiveerd omdat het ladingsniveau van de accu in de computer kritiek laag is geworden.
Accu kalibreren Kalibreer een accu in de volgende gevallen: ● als de weergegeven acculading onjuist lijkt te zijn ● als u constateert dat de werktijd van de accu duidelijk anders is dan tevoren Zelfs als een accu intensief wordt gebruikt, is het niet nodig om de accu vaker dan eens per maand te kalibreren. Het is ook niet nodig om een nieuwe accu te kalibreren. Stap 1: laad de accu volledig op WAARSCHUWING! Laad de accu van de computer niet op aan boord van een vliegtuig.
Stap 3: ontlaad de accu De computer moet ingeschakeld blijven tijdens het ontladen van de accu. De accu wordt ontladen, ongeacht of de computer in gebruik is. Wanneer u de computer gebruikt, verloopt het ontladen echter sneller. ● Als u de computer onbeheerd wilt achterlaten tijdens het ontladen, slaat u uw gegevens op voordat u de ontladingsprocedure start.
Stap 4: laad de accu volledig op Ga als volgt te werk om de accu op te laden: 1. Zorg dat de computer op een externe voedingsbron blijft aangesloten totdat de accu volledig is opgeladen. Wanneer de accu volledig is opgeladen, gaat het acculampje op de computer uit. U kunt de computer gewoon gebruiken terwijl de accu wordt opgeladen, maar het opladen gaat sneller wanneer de computer is uitgeschakeld. 2.
Accuvoeding besparen ● Open het onderdeel Energiebeheer van het Configuratiescherm en selecteer instellingen voor een lager energieverbruik. ● Schakel draadloze verbindingen en LAN-verbindingen uit en sluit modemapplicaties af wanneer u deze niet gebruikt. ● Ontkoppel externe apparatuur die niet is aangesloten op een externe voedingsbron wanneer u deze apparatuur niet gebruikt. ● Zet alle optionele externemediakaarten die u niet gebruikt stop, schakel ze uit of verwijder ze.
Accu opbergen VOORZICHTIG: Stel een accu niet gedurende langere tijd bloot aan hoge temperaturen, om beschadiging van de accu te voorkomen. Verwijder de accu en bewaar deze afzonderlijk als de computer meer dan twee weken niet wordt gebruikt en niet is aangesloten op een externe voedingsbron. Bewaar de accu op een koele en droge plaats, zodat de accu langer opgeladen blijft. OPMERKING: Een opgeborgen accu moet elke 6 maanden worden gecontroleerd.
Afvoeren van afgedankte accu's WAARSCHUWING! Probeer niet een accu uit elkaar te halen, te pletten of te doorboren, zorg dat u geen kortsluiting veroorzaakt tussen de externe contactpunten op een accu en laat een accu niet in aanraking komen met water of vuur. Zo beperkt u het risico van brand en brandwonden. Stel een accu niet bloot aan temperaturen boven 60°C (140°F). Vervang de accu uitsluitend door een accu die is goedgekeurd voor gebruik in deze computer.
5 Computer afsluiten VOORZICHTIG: Wanneer u de computer uitschakelt, gaat alle informatie verloren die u niet heeft opgeslagen. Met de opdracht Afsluiten sluit u alle geopende programma's, waaronder het besturingssysteem, en worden vervolgens het beeldscherm en de computer uitgeschakeld. Sluit de computer af in de volgende gevallen: ● Als u de accu wilt vervangen of toegang wilt tot onderdelen in de computer. ● Als u externe hardware aansluit die niet op een USB-poort kan worden aangesloten.
Index A Aan/uit-knop, herkennen 1 Aan/uit-lampjes, herkennen 2 Aansluiten, externe netvoedingsbron 9 Accu afvoeren 23 kalibreren 18 lage acculading 16 opbergen 22 opladen 15, 18 opnieuw opladen 20 plaatsen 13 verwijderen 13 voeding besparen 21 Accu, temperatuur 22 Acculampje 2, 15, 16 Accuvergrendeling 13 Accuvoeding 11 Afsluiten 24 B Beeldschermschakelaar, herkennen 2 Beschrijfbare media 3 Besparen, voeding 21 Besturingssysteem 24 C Computer reageert niet 24 F Fn+f3-toets, herkennen 2 H Hibernationstand a