Energiebeheer Gebruikershandleiding
© Copyright 2009 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Windows is een in de Verenigde Staten gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend.
Inhoudsopgave 1 Locatie van voedingsknoppen en voedingslampjes 2 Opties voor energiebeheer instellen Energiebesparende standen gebruiken ............................................................................................... 3 Slaapstand activeren of beëindigen ..................................................................................... 3 Hibernationstand activeren of beëindigen ........................................................................... 4 Accumeter gebruiken ..............
Stap 3: Ontlaad de accu .................................................................................................... 19 Stap 4: Laad de accu volledig op ....................................................................................... 19 Stap 5: Schakel de energiebesparende voorzieningen weer in ......................................... 19 Accuvoeding besparen .......................................................................................................................
1 Locatie van voedingsknoppen en voedingslampjes De volgende afbeelding en tabel geven informatie over de locatie en werking van voedingsknoppen en voedingslampjes. (1) (2) Onderdeel Beschrijving Aan/uit-lampjes (2)* ● Aan: de computer is ingeschakeld. ● Knipperend: de computer staat in de slaapstand. ● Uit: de computer is uitgeschakeld of staat in de hibernationstand. ● Oranje: er wordt een accu opgeladen. ● Turkoois: de accu is bijna geheel opgeladen.
Onderdeel Beschrijving computer volledig zijn opgeladen. Als de computer niet is aangesloten op een externe voedingsbron, blijft het lampje uit tot de accu in de computer bijna leeg is. (3) fn+f3 Hiermee activeert u de slaapstand. (4) Aan/uit-knop ● Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aan/uit-knop om de computer in te schakelen. ● Als de computer is ingeschakeld, drukt u op de aan/uit-knop om de computer uit te schakelen.
2 Opties voor energiebeheer instellen Energiebesparende standen gebruiken Standaard zijn twee energiebesparende voorzieningen ingeschakeld: de slaapstandvoorziening en de hibernationvoorziening. Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, knipperen de aan/uit-lampjes en wordt het scherm leeggemaakt. Uw werk wordt opgeslagen in het geheugen. Het beëindigen van de slaapstand gaat sneller dan het beëindigen van de hibernationstand.
Wanneer de slaapstand wordt beëindigd, gaan de aan/uit-lampjes branden en verschijnt uw werk op het punt waar u was gestopt met werken. OPMERKING: Als u heeft ingesteld dat een wachtwoord nodig is om de slaapstand te beëindigen, moet u uw Windows-wachtwoord invoeren voordat uw werk weer op het scherm verschijnt. Hibernationstand activeren of beëindigen Standaard is het systeem zo ingesteld dat de hibernationstand wordt geactiveerd als de computer 1.
Accumeter gebruiken De accumeter bevindt zich in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. Met de accumeter heeft u snel toegang tot Energiebeheer, kunt u de acculading bekijken en een ander energiebeheerschema selecteren. ● Beweeg de cursor over het pictogram van de Accumeter om de acculading en het huidige energiebeheerschema weer te geven. ● Klik op het pictogram van de Accumeter en selecteer een item in de lijst om toegang te krijgen tot Energiebeheer.
Energiebeheerschema's gebruiken Een energiebeheerschema bestaat uit een reeks systeeminstellingen waarmee het energieverbruik van de computer wordt beheerd. U kunt energiebeheerschema’s gebruiken om energie te besparen of de prestaties van de computer te maximaliseren. U kunt de instellingen van energiebeheerschema’s aanpassen of uw eigen energiebeheerschema maken. Huidig energiebeheerschema weergeven ▲ Klik op het accupictogram in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk.
Wachtwoordbeveiliging instellen voor beëindigen slaapstand Ga als volgt te werk om in te stellen dat een wachtwoord moet worden opgegeven bij het beëindigen van de slaapstand of de hibernationstand: 1. Klik op Start > Configuratiescherm > Systeem en beveiliging > Energiebeheer. 2. Klik in het linkerdeelvenster op Wachtwoord vereisen bij uit slaapstand komen. 3. Klik op Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn. 4. Klik op Een wachtwoord vereisen (aanbevolen).
3 Externe netvoeding gebruiken Externe netvoeding wordt geleverd door een van de volgende apparaten: WAARSCHUWING! Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde netvoedingsadapter, een door HP geleverde vervangende adapter of een door HP geleverde compatibele adapter.
Netvoedingsadapter aansluiten WAARSCHUWING! Ga als volgt te werk om het risico van een elektrische schok en schade aan de apparatuur te beperken: Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat altijd gemakkelijk te bereiken is. Ontkoppel de netvoeding van de computer door de stekker uit het stopcontact te halen (niet door het netsnoer los te koppelen van de computer). Als bij het product een geaard netsnoer met een geaarde stekker is geleverd, sluit u het netsnoer aan op een geaard stopcontact.
Netvoedingsadapter testen Test de netvoedingsadapter als de computer een of meer van de volgende symptomen vertoont: ● U kunt de computer niet inschakelen terwijl het systeem is aangesloten op de netvoedingsadapter en externe voeding. ● Het beeldscherm gaat niet aan terwijl de computer is aangesloten op de netvoedingsadapter en externe voeding. ● Het aan/uit-lampje is uit terwijl de computer is aangesloten op de netvoedingsadapter en externe voeding.
4 Accuvoeding gebruiken Wanneer er zich een opgeladen accu in de computer bevindt en de computer niet is aangesloten op een externe voedingsbron, werkt de computer op accuvoeding. Wanneer de computer is aangesloten op een externe netvoedingsbron, werkt de computer op netvoeding. Als er een opgeladen accu in de computer is geplaatst en de computer op externe voeding werkt via de netvoedingsadapter, schakelt de computer over op accuvoeding wanneer de netvoedingsadapter wordt losgekoppeld van de computer.
Accu-informatie vinden in Help en ondersteuning Het gedeelte Accu-informatie in het Learning Center (Informatiecentrum) van Help en ondersteuning biedt de volgende hulpprogramma’s en informatie: ● Accucontrole, waarmee u de prestaties van de accu kunt controleren. ● Informatie over kalibreren, energiebeheer en de juiste manier om een accu te hanteren en op te slaan om de levensduur van de accu te maximaliseren. ● Informatie over soorten accu's, specificaties, levensduur en capaciteit.
Acculading weergeven ▲ Beweeg de cursor over het pictogram Accumeter in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk.
Accu plaatsen of verwijderen VOORZICHTIG: Bij het verwijderen van een accu die de enige beschikbare voedingsbron vormt, kunnen er gegevens verloren gaan. Activeer de hibernationstand of schakel de computer uit via Windows voordat u de accu verwijdert. Zo voorkomt u dat er gegevens verloren gaan. Ga als volgt te werk om de accu te plaatsen: 1. Leg de computer ondersteboven op een vlak oppervlak neer, met de accuruimte naar u toe. 2.
Accu opladen WAARSCHUWING! Laad de accu van de computer niet op aan boord van een vliegtuig. De accu wordt opgeladen wanneer de computer is aangesloten op een externe voedingsbron via een netvoedingsadapter, een optionele voedingsadapter of een optioneel dockingapparaat. De accu wordt opgeladen ongeacht of de computer in gebruik is of uit staat, maar het opladen verloopt sneller wanneer de computer is uitgeschakeld.
Omgaan met een lage acculading In dit gedeelte worden de waarschuwingen en systeemreacties beschreven die standaard zijn ingesteld. Sommige waarschuwingen voor een lage acculading en de manier waarop het systeem daarop reageert, kunt u wijzigen in het onderdeel Energiebeheer van het Configuratiescherm van Windows (Start > Configuratiescherm > Systeem en beveiliging > Energiebeheer). Voorkeuren die u in Energiebeheer instelt, zijn niet van invloed op de werking van de lampjes.
Lage acculading verhelpen wanneer de computer de hibernationstand niet kan beëindigen Als de computer niet voldoende acculading heeft om de hibernationstand te beëindigen, gaat u als volgt te werk: 1. Plaats een opgeladen accu of sluit de computer aan op een externe voedingsbron. 2. Als u de hibernationstand wilt beëindigen, drukt u op de aan/uit-knop.
Accu kalibreren Kalibreer een accu in de volgende gevallen: ● als de weergegeven acculading onjuist lijkt te zijn; ● als u constateert dat de werktijd van de accu duidelijk anders is dan tevoren. Zelfs als een accu intensief wordt gebruikt, is het niet nodig om de accu vaker dan eens per maand te kalibreren. Het is ook niet nodig om een nieuwe accu te kalibreren. Stap 1: Laad de accu volledig op WAARSCHUWING! Laad de accu van de computer niet op aan boord van een vliegtuig.
9. Klik op OK. 10. Klik op Wijzigingen opslaan. Stap 3: Ontlaad de accu Tijdens het ontladen van de accu moet de computer ingeschakeld blijven. De accu wordt ontladen, ongeacht of de computer in gebruik is. Wanneer u de computer gebruikt, verloopt het ontladen echter sneller. ● Als u de computer onbeheerd wilt achterlaten tijdens het ontladen, sla dan uw gegevens op voordat u de ontladingsprocedure start.
3. Voer de instellingen die u heeft genoteerd voor de items in de kolom Op accu opnieuw in. – of – Klik op Standaardinstellingen voor dit schema gebruiken en volg de instructies op het scherm. OPMERKING: Als u standaardinstellingen gebruikt, kunt u de stappen 5 t/m 8 overslaan. 20 4. Klik op Geavanceerde energie-instellingen wijzigen. 5. Klik op het plusje naast Slaapstand en klik vervolgens op het plusje naast Hibernationstand na. 6. Voer de instelling die u heeft genoteerd voor Op accu opnieuw in.
Accuvoeding besparen ● Selecteer het energiebeheerschema Energiebesparing via het onderdeel Energiebeheer onder Systeem en beveiliging in het Configuratiescherm van Windows. ● Schakel draadloze verbindingen en LAN-verbindingen uit en sluit modemapplicaties af wanneer u deze niet gebruikt. ● Ontkoppel externe apparatuur die niet is aangesloten op een externe voedingsbron wanneer u deze apparatuur niet gebruikt.
Accu opbergen VOORZICHTIG: Stel een accu niet gedurende langere tijd bloot aan hoge temperaturen, om beschadiging van de accu te voorkomen. Verwijder de accu en bewaar deze afzonderlijk als de computer meer dan 2 weken niet wordt gebruikt en niet is aangesloten op een externe voedingsbron. Bewaar de accu op een koele en droge plaats, zodat de accu langer opgeladen blijft. OPMERKING: Een opgeborgen accu moet elke 6 maanden worden gecontroleerd.
Afvoeren van afgedankte accu's WAARSCHUWING! Probeer niet een accu uit elkaar te halen, te pletten of te doorboren, zorg dat u geen kortsluiting veroorzaakt tussen de externe contactpunten op een accu en laat een accu niet in aanraking komen met water of vuur. Zo beperkt u het risico van brand en brandwonden. Raadpleeg de bij de computer geleverde Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor aanvullende veiligheidsinformatie.
5 Computer afsluiten VOORZICHTIG: Wanneer u de computer uitschakelt, gaat alle informatie verloren die u niet heeft opgeslagen. Met de opdracht Afsluiten worden alle geopende programma's gesloten, inclusief het besturingssysteem, en vervolgens het beeldscherm en de computer uitgeschakeld. Sluit de computer af in de volgende gevallen: ● Als u de accu wilt vervangen of toegang wilt tot onderdelen in de computer.
Index A Aan/uit-knop, herkennen 2 Aan/uit-lampjes, herkennen 1 Aansluiten, externe netvoedingsbron 9 Accu afvoeren 23 kalibreren 18 lage acculading 16 opbergen 22 opladen 15, 18 opnieuw opladen 19 plaatsen 14 verwijderen 14 voeding besparen 21 Accu, temperatuur 22 Acculampje 1, 15, 16 Accuvergrendeling 14 Accuvoeding 11 Afsluiten 24 K Kalibreren, accu 18 Knop, aan/uit 2 Kritiek lage acculading B Beschrijfbare media 3 Besparen, voeding 21 Besturingssysteem 24 R Reizen met de computer 22 C Computer reage