Naslaggids voor de hardware HP Compaq 6000 Pro Small Form Factor zakelijke pc
© Copyright 2009 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze publicatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Microsoft, Windows en Windows Vista zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in Verenigde Staten en/of andere landen/ regio's. De enige garanties die gelden voor HP producten en diensten zijn de garanties die worden beschreven in de garantievoorwaarden behorende bij deze producten en diensten.
Over deze handleiding Deze handleiding bevat algemene informatie voor het upgraden van dit model computer. WAARSCHUWING! Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of levensgevaar. VOORZICHTIG: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van de apparatuur of verlies van gegevens. OPMERKING: De tekst na dit kopje biedt belangrijke aanvullende informatie.
iv Over deze handleiding
Inhoudsopgave 1 Voorzieningen Voorzieningen van de standaardconfiguratie ....................................................................................... 1 Onderdelen aan de voorkant ................................................................................................................ 2 Onderdelen van de mediakaartlezer .................................................................................................... 3 Onderdelen aan de achterkant ........................................
Bijlage A Specificaties Bijlage B Batterij vervangen Bijlage C Externe beveiligingsapparaten Beveiligingsslot bevestigen ................................................................................................................ 55 Kabelslot ............................................................................................................................ 55 Hangslot .............................................................................................................................
1 Voorzieningen Voorzieningen van de standaardconfiguratie De voorzieningen van de HP Compaq Small Form Factor kunnen per model verschillen. Voer het diagnostische hulpprogramma (alleen meegeleverd bij bepaalde computermodellen) uit voor een compleet overzicht van de hardware en software die op de computer is geïnstalleerd. De handleiding Problemen oplossen bevat instructies voor het gebruik van dit hulpprogramma.
Onderdelen aan de voorkant De configuratie van de schijfeenheden kan per model verschillen.
Onderdelen van de mediakaartlezer De mediakaartlezer is een optioneel apparaat dat alleen beschikbaar is bij bepaalde modellen. In de volgende illustratie en tabel wordt een overzicht gegeven van de onderdelen van de mediakaartlezer. Afbeelding 1-3 Onderdelen van de mediakaartlezer Tabel 1-2 Onderdelen van de mediakaartlezer Nr.
Onderdelen aan de achterkant Afbeelding 1-4 Onderdelen aan de achterkant Tabel 1-3 Onderdelen aan de achterkant 1 RJ-45-netwerkconnector 6 Monitorconnector DisplayPort 2 Seriële poort 7 VGA-monitorconnector 3 PS/2-muisconnector (groen) 8 PS/2-toetsenbordconnector (paars) 4 Netsnoerconnector 9 Uitgang voor audioapparaten met netvoeding (groen) 5 Universal Serial Bus (USB) 10 Audio-ingang (blauw) OPMERKING: Aantal en indeling van de connectoren kunnen per model verschillen.
Toetsenbord Afbeelding 1-5 Onderdelen van het toetsenbord Tabel 1-4 Onderdelen van het toetsenbord 1 1 Functietoetsen Met de functietoetsen kunt u speciale functies uitvoeren, afhankelijk van de gebruikte applicatie. 2 Bewerkingstoetsen Hieronder vallen de volgende toetsen: Insert, Home, Page Up, Delete, End en Page Down. 3 Statuslampjes Deze lampjes geven informatie over de status van de computer en de toetsenbordinstellingen (Num Lock, Caps Lock en Scroll Lock).
Windows-logotoets gebruiken U gebruikt de Windows-logotoets in combinatie met andere toetsen om bepaalde functies in Windows uit te voeren. Raadpleeg Toetsenbord op pagina 5 voor meer informatie over de Windows-logotoets. Tabel 1-5 Functies van de Windows-logotoets De volgende functies van de Windows-logotoets zijn beschikbaar in Microsoft Windows XP en Microsoft Windows Vista. Windows-logotoets Opent of verbergt het menu Start. Windows-logotoets + d Toont het bureaublad.
Locatie van het serienummer Elke computer heeft een uniek serienummer en een productidentificatienummer op de hieronder aangegeven plaats. Houd deze nummers bij de hand wanneer u contact opneemt met de klantenondersteuning.
2 Hardware-upgrades Voorzieningen voor onderhoud De computer beschikt over speciale voorzieningen die het uitvoeren van upgrades en onderhoud aan de computer vergemakkelijken. Voor de meeste installatieprocedures die in dit hoofdstuk worden beschreven, heeft u geen gereedschap nodig. Waarschuwingen en instructies Lees zorgvuldig alle instructies en waarschuwingen in deze handleiding voordat u een upgrade uitvoert.
VOORZICHTIG: Een ontlading van statische elektriciteit kan de elektronische onderdelen van de computer of optionele apparatuur beschadigen. Zorg ervoor dat u niet statisch geladen bent. Raak een geaard metalen voorwerp aan voordat u deze handelingen uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie bijlage D, Elektrostatische ontlading op pagina 61. Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, wordt de systeemkaart altijd van stroom voorzien.
Toegangspaneel van de computer verwijderen 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals cd's of USB-flashdrives, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
Toegangspaneel terugplaatsen Schuif de rand aan de voorkant van het toegangspaneel onder de rand aan de voorkant van de behuizing (1) en druk de achterkant van het toegangspaneel tegen de computer aan totdat het vastklikt (2).
Voorpaneel verwijderen 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals cd's of USB-flashdrives, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Neem de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
Afdekplaatjes verwijderen Bij sommige modellen worden de 3.5-inch en 5.25-inch externe schijfposities afgedekt door afdekplaatjes. Verwijder deze afdekplaatjes voordat u een schijfeenheid installeert. Ga als volgt te werk om een afdekplaatje te verwijderen: 1. Verwijder het toegangspaneel en het voorpaneel. 2.
Voorpaneel terugplaatsen Steek de drie haken aan de onderkant van het paneel in de rechthoekige gaten op de behuizing (1) en draai de bovenkant van het paneel op de behuizing (2) totdat het vastklikt.
Small Form Factor desktopcomputer gebruiken in een minitorenconfiguratie De Small Form Factor computer kan worden gebruikt in staande positie met een optionele torenstandaard die kan worden aangeschaft bij HP. 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals cd's of USB-flashdrives, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit.
Extra geheugen installeren De computer wordt geleverd met DDR3-SDRAM (Double Data Rate 3 Synchronous Dynamic Random Access Memory) DIMM's (Dual Inline Memory Modules). DIMM's De systeemkaart bevat geheugenmodulevoetjes voor maximaal vier DIMM's die aan industrienormen voldoen. In deze voetjes bevindt zich ten minste één vooraf geïnstalleerde DIMM. Voor een optimale geheugencapaciteit kunt u maximaal 16 GB geheugen op de systeemkaart installeren en configureren voor de snelle tweekanaalmodus.
DIMM-voetjes van geheugen voorzien De systeemkaart bevat vier DIMM-voetjes: twee voetjes per kanaal. De voetjes worden aangeduid met DIMM1, DIMM2, DIMM3 en DIMM4. De voetjes DIMM1 en DIMM2 werken in geheugenkanaal A. De voetjes DIMM3 en DIMM4 werken in geheugenkanaal B.
geheugen evenredig wordt verdeeld over de twee kanalen. Als één kanaal meer geheugen bevat dan het andere kanaal, moet de grootste hoeveelheid worden toegewezen aan kanaal A. Als u bijvoorbeeld een 1-GB DIMM en drie 512-MB DIMM's in de voetjes plaatst, moet in kanaal A de 1-GB DIMM en een 512-MB DIMM worden geplaatst en in kanaal B de twee 512-MB DIMM's. In deze configuratie wordt 2 GB gebruikt in tweekanaalmodus en 512 MB in enkelkanaalmodus.
7. Draai de externe schijfpositie omhoog om toegang te krijgen tot de geheugenmodulevoetjes op de systeemkaart.
8. Open beide vergrendelingen van het geheugenvoetje (1) en plaats de geheugenmodule in het voetje (2). Afbeelding 2-9 DIMM installeren OPMERKING: Een geheugenmodule kan slechts in één stand worden geïnstalleerd. Zorg dat de uitsparing op de module aansluit op het lipje van het geheugenvoetje. In het zwarte DIMM1-voetje moet een DIMM zijn geplaatst. Vul de DIMM-voetjes in de volgende volgorde: DIMM1, DIMM3, DIMM2 en DIMM4.
Uitbreidingskaarten verwijderen of installeren De computer heeft één PCI-uitbreidingsslot, twee PCI Express x1-uitbreidingsslots en één PCI Express x16-uitbreidingsslot. OPMERKING: De PCI- en PCI Express-uitbreidingsslots ondersteunen alleen uitbreidingskaarten met een laag profiel.
5. Als de computer op een standaard is geplaatst, verwijdert u de computer van deze standaard. 6. Verwijder het toegangspaneel. 7. Bepaal welk leeg uitbreidingsvoetje op de systeemkaart het voetje is dat u wilt gebruiken en welk uitbreidingsslot op de achterkant van het computerchassis hierbij hoort. 8. Ontgrendel de borgbeugel waarmee de afdekplaatjes van de PCI-slots zijn beveiligd door het groene lipje op de beugel op te tillen en de beugel open te draaien.
9. Voordat u een uitbreidingskaart installeert, verwijdert u het afdekplaatje van het uitbreidingsslot of de geïnstalleerde uitbreidingskaart. a. Als u een uitbreidingskaart in een leeg slot plaatst, verwijdert u op de achterkant van het chassis het bijbehorende afdekplaatje van het uitbreidingsslot. Trek het afdekplaatje recht omhoog en vervolgens van de binnenkant van het chassis af.
b. Als u een standaard PCI-kaart of PCI Express x1-kaart verwijdert, houdt u de kaart aan beide uiteinden vast en beweegt u de kaart voorzichtig heen en weer tot deze loskomt uit het voetje. Trek de uitbreidingskaart recht omhoog uit het uitbreidingsslot en beweeg de kaart vervolgens van de binnenkant van het chassis af om de kaart los te maken van het chassis. Pas op dat de kaart niet langs andere onderdelen schuurt.
c. Als u een PCI Express x16-kaart verwijdert, beweegt u de borgbeugel aan de achterkant van het uitbreidingsslot van de kaart af en beweegt u vervolgens de kaart voorzichtig heen en weer totdat de kaart loskomt uit het slot. Trek de uitbreidingskaart recht omhoog uit het voetje en beweeg de kaart vervolgens van de binnenkant van het chassis af om de kaart los te maken van het chassis. Pas op dat de kaart niet langs andere onderdelen schuurt.
12. Als u een nieuwe uitbreidingskaart installeert, houdt u de kaart vlak boven het uitbreidingsvoetje op de systeemkaart. Vervolgens beweegt u de uitbreidingskaart in de richting van de achterkant van het chassis, zodat de onderkant van de uitbreidingskaart zich recht voor het open slot bevindt aan de achterkant van het chassis. Druk nu de uitbreidingskaart recht naar beneden in het voetje op de systeemkaart.
16. Monteer de eventuele standaard. 17. Sluit het netsnoer weer aan en zet de computer aan. 18. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel. 19. Configureer de computer opnieuw als dat nodig is. Raadpleeg de handleiding Computerinstellingen voor meer informatie over het gebruik van Computer Setup (Computerinstellingen).
Schijfeenheden installeren en verwijderen Houd rekening met de volgende richtlijnen als u extra schijfeenheden installeert: ● Zorg ervoor dat de primaire vaste schijf van het type SATA (Serial ATA) is aangesloten op de donkerblauwe primaire SATA-connector op de systeemkaart met de aanduiding SATA0. ● Sluit een SATA-optischeschijfeenheid aan op de witte SATA-connector op de systeemkaart met de aanduiding SATA1. ● Sluit apparaten aan in de volgorde SATA0, SATA1, SATA2 en SATA3.
1 Zwarte M3 metrische schroeven Alle andere schijfeenheden (met uitzondering van de primaire vaste schijf) 2 Zilverkleurige 6-32 standaardschroeven Secundaire vaste schijf Er zijn in totaal vijf extra zilverkleurige 6-32 standaardschroeven. Vier worden gebruikt als geleideschroeven voor een secundaire vaste schijf. De vijfde wordt gebruikt voor de beveiliging van het paneel (zie Beveiliging van voorpaneel op pagina 59 voor meer informatie).
Schijfeenheidconnectoren op de systeemkaart In de volgende illustratie en tabel wordt een overzicht gegeven van de schijfeenheidconnectoren van de systeemkaart. Afbeelding 2-19 Schijfeenheidconnectoren op de systeemkaart Tabel 2-4 Schijfeenheidconnectoren op de systeemkaart Nr.
Externe 5,25-inch schijfeenheid verwijderen VOORZICHTIG: Haal alle verwisselbare opslagmedia uit een schijfeenheid voordat u deze uit de computer verwijdert. Ga als volgt te werk om een externe 5,25-inch schijfeenheid te verwijderen: 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals cd's of USB-flashdrives, uit de computer. 3.
8. Als u een optischeschijfeenheid verwijdert, koppelt u de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan de achterkant van de optischeschijfeenheid los. Afbeelding 2-21 Gegevenskabel en voedingskabel loskoppelen 9. Kantel de schijfhouder terug in de normale stand. VOORZICHTIG: Let erop dat er geen kabels of snoeren bekneld raken wanneer u de schijfhouder omlaag kantelt.
10. Duw het groene vergrendelingslipje van de vaste schijf (op de linkerzijde van de schijf) omlaag om de schijf uit de schijfhouder los te maken (1). Houd de knop van de schijfhouder ingedrukt en schuif de schijf naar achteren totdat deze niet verder kan en til de schijf uit de schijfpositie (2). Afbeelding 2-23 5,25-inch schijfeenheid verwijderen OPMERKING: Als u de schijfeenheid wilt terugplaatsen, voert u de procedure voor verwijderen in omgekeerde volgorde uit.
8. Installeer vier M3 metrische geleideschroeven in de onderste gaten aan elke kant van de schijfeenheid. HP levert vier extra M3 metrische geleideschroeven mee. Deze bevinden zich aan de voorkant van de behuizing, onder het voorpaneel. De M3 metrische geleideschroeven zijn zwart. Raadpleeg Schijfeenheden installeren en verwijderen op pagina 28 voor een afbeelding van de locatie van de extra M3 metrische geleideschroeven.
10. Kantel de schijfhouder recht omhoog. Afbeelding 2-26 Schijfhouder omhoog draaien 11. Sluit de SATA-gegevenskabel aan op de witte connector op de systeemkaart met de aanduiding SATA1. 12. Leid de gegevenskabel door de kabelgeleiders. VOORZICHTIG: Er zijn twee kabelgeleiders die ervoor zorgen dat de gegevenskabel niet bekneld komt te zitten tegen de schijfhouder wanneer deze omhoog of omlaag wordt verschoven. Eén geleider is aan de onderkant van de schijfhouder geplaatst.
14. Kantel de schijfhouder terug in de normale stand. VOORZICHTIG: Let erop dat er geen kabels of snoeren bekneld raken wanneer u de schijfhouder omlaag kantelt. Afbeelding 2-28 Schijfhouder omlaag kantelen 15. Plaats het toegangspaneel van de computer terug. 16. Monteer de eventuele standaard. 17. Sluit het netsnoer weer aan en zet de computer aan. 18. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel.
2. Ontkoppel de schijfeenheidkabels aan de achterkant van de schijfeenheid, of, als u een mediakaartlezer verwijdert, ontkoppel de USB- en 1394-kabels van de systeemkaart zoals aangegeven in de volgende afbeeldingen. OPMERKING: -kabel.
3. Duw het groene vergrendelingslipje van de vaste schijf (op de linkerzijde van de schijf) omlaag om de schijf uit de schijfhouder los te maken (1). Houd de knop van de schijfhouder ingedrukt en schuif de schijf naar achteren totdat deze niet verder kan en til de schijf uit de schijfpositie (2). Afbeelding 2-31 3,5-inch schijfeenheid verwijderen (mediakaartlezer wordt weergegeven) OPMERKING: Als u de 3,5-inch schijfeenheid weer wilt terugplaatsen, voert u dezelfde procedure in omgekeerde volgorde uit.
3. Plaats de geleideschroeven in de schijfeenheid in de J-slots van de schijfpositie. Schuif de schijfeenheid vervolgens naar voren totdat deze vastklikt. Afbeelding 2-32 Schijfeenheid installeren in de 3,5-inch schijfpositie (mediakaartlezer wordt weergegeven) 4. Sluit de drivekabels aan: a.
Primaire 3,5-inch interne vaste schijf van het type SATA verwijderen en vervangen OPMERKING: Het systeem biedt geen ondersteuning voor vaste schijven van het type Parallel ATA (PATA). Zorg ervoor dat u van tevoren een back-up maakt van de gegevens op de oude vaste schijf, zodat u deze gegevens later op de nieuwe vaste schijf kunt terugplaatsen. De voorgeïnstalleerde 3,5-inch vaste schijf bevindt zich onder de voedingseenheid. Ga als volgt te werk om de vaste schijf te verwijderen en te vervangen: 1.
8. Zet de voedingseenheid rechtop. De vaste schijf bevindt zich onder de voedingseenheid. Afbeelding 2-34 Voedingseenheid rechtop zetten 9. Ontkoppel de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan de achterzijde van de vaste schijf.
10. Druk op de groene ontgrendeling naast de vaste schijf (1). Houd de vergrendeling ingedrukt, schuif de schijfeenheid naar voren tot deze niet meer verder kan en til de eenheid uit de schijfpositie (2). Afbeelding 2-36 Vaste schijf verwijderen 11. Als u een vaste schijf installeert, verwijdert u de zilverkleurige en blauwe 6-32 geleideschroeven met isolatie van de oude vaste schijf en gebruikt u deze voor de nieuwe vaste schijf.
12. Lijn de geleideschroeven uit met de sleuven op de schijfhouder in het chassis, druk de vaste schijf omlaag in de schijfpositie en schuif deze zo ver mogelijk naar achteren tot deze vastklikt. Afbeelding 2-38 Vaste schijf installeren 13. Sluit de gegevenskabel en de voedingskabel aan op de achterkant van de vaste schijf. OPMERKING: Wanneer u de primaire vaste schijf vervangt, zorgt u ervoor dat u de SATA-kabel en de netsnoeren door de kabelgeleider onderaan op het chassis achter de vaste schijf leidt.
Verwisselbare 3,5-inch vaste schijf van het type SATA verwijderen en terugplaatsen Sommige modellen zijn voorzien van een houder voor een verwisselbare vaste schijf van het type SATA in de externe schijfpositie van 5,25 inch. De vaste schijf bevindt zich in een houder die snel en gemakkelijk uit de schijfpositie kan worden verwijderd.
3. Verwijder het plakband waarmee de temperatuursensor aan de bovenkant van de vaste schijf is bevestigd (1) en verwijder de temperatuursensor van de houder (2). Afbeelding 2-40 Temperatuursensor verwijderen 4. Verwijder de vier schroeven aan de onderkant van de houder van de vaste schijf.
5. Schuif de vaste schijf naar achteren om deze los te koppelen van de houder en til deze omhoog uit de houder. Afbeelding 2-42 Vaste schijf verwijderen 6. Plaats de nieuwe vaste schijf in de houder en schuif de eenheid naar achteren zodat deze in de SATA-connector van printplaat van de houder valt. Zorg dat u de connector van de vaste schijf helemaal in de connector van de printplaat van de houder drukt.
7. Plaats de vier schroeven terug in de onderkant van de houder om de vaste schijf te bevestigen. Afbeelding 2-44 Bevestigingsschroeven terugplaatsen 8. Plaats de temperatuursensor zodanig op de bovenkant van de vaste schijf dat het label niet wordt afgedekt (1) en bevestig de temperatuursensor met de plakstrip op de bovenkant van de vaste schijf (2).
9. Schuif het bovenpaneel op de houder (1) en plaats de schroef terug aan de achterkant van de houder om het bovenpaneel te bevestigen (2). Afbeelding 2-46 Bovenpaneel van de houder terugplaatsen 10. Schuif de houder van de vaste schijf in de behuizing en vergrendel deze met de meegeleverde sleutel. OPMERKING: Als de houder niet is vergrendeld, krijgt de vaste schijf geen voeding.
A Specificaties Tabel A-1 Specificaties Afmetingen van de desktopcomputer (in de desktoppositie) Hoogte 3,95 inch 10,0 cm Breedte 13,3 inch 33,8 cm Diepte 14,9 inch 37,8 cm Geschat gewicht 19 lb 8,6 kg Ondersteund gewicht (maximaal verdeelde belasting in desktoppositie) 77 lb 35 kg In bedrijf 50° tot 95 °F 10 tot 35 °C Niet in bedrijf -22 tot 140 °F -30 tot 60 °C Temperatuurbereik OPMERKING: Tot 3.
Tabel A-1 Specificaties (vervolg) Nominale bedrijfsspanning (EPA 87/89/85% @ 20/50/100% lading PS) 100-240V wisselspanning 100-240V wisselspanning 100-240 V wisselspanning 100-240 V wisselspanning 50 tot 60 Hz 50 tot 60 Hz 240W 240W 4 A bij 100 V wisselspanning 2A @ 230 V wisselspanning 4A @ 100 V wisselspanning 2A @ 230 V wisselspanning Nominale lijnfrequentie Uitgangsvermogen Nominale ingangsstroom (maximum)1 STD PS EPA 87/89/85% @ 20/50/100% lading PS 1 Dit systeem is voorzien van een voe
B Batterij vervangen De bij de computer geleverde batterij voorziet de real-timeklok van elektriciteit. Gebruik bij vervanging een batterij die gelijkwaardig is aan de oorspronkelijke batterij. De computer wordt geleverd met een 3-volt lithium-knoopcelbatterij. WAARSCHUWING! De computer bevat een lithium-mangaandioxidebatterij. Als u niet op de juiste manier omgaat met de batterij, kan er brand ontstaan en kunt u brandwonden oplopen.
VOORZICHTIG: Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de computer te voorkomen. 5. Als de computer op een standaard is geplaatst, verwijdert u de computer van deze standaard. 6. Verwijder het toegangspaneel. 7. Bepaal de plaats van de batterij en de batterijhouder op de systeemkaart.
b. Schuif één kant van de nieuwe batterij onder het palletje van de houder, met de pluspool naar boven. Duw de andere kant van de batterij omlaag totdat de klem vastklikt (2). Afbeelding B-2 Knoopcelbatterij verwijderen en vervangen (type 2) Type 3 a. Trek de batterijklem naar achteren (1) en verwijder de batterij (2). b. Plaats de nieuwe batterij en breng de klem weer in de oorspronkelijke stand. Afbeelding B-3 Knoopcelbatterij verwijderen (type 3) OPMERKING: voltooien. 9.
12. Stel de datum en de tijd, de wachtwoorden en eventuele andere speciale systeeminstellingen opnieuw in met behulp van Computer Setup (Computerinstellingen). Raadpleeg hiervoor de handleiding Computerinstellingen. 13. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel.
C Externe beveiligingsapparaten OPMERKING: Raadpleeg voor meer informatie over beveiligingsvoorzieningen de handleiding Computerinstellingen, de handleiding Desktop Management en de handleiding HP ProtectTools Security Manager (alleen bepaalde modellen) op http://www.hp.com. Beveiligingsslot bevestigen De beveiligingsapparaten hieronder en op de volgende pagina's kunnen worden gebruikt om de computer te beveiligen.
Hangslot Afbeelding C-2 Hangslot aanbrengen 56 Bijlage C Externe beveiligingsapparaten
Beveiligingsslot voor zakelijke personal computers 1. Bevestig de beveiligingskabel met een lus rond een stationair object. Afbeelding C-3 Kabel bevestigen aan een vast object 2. Voer de kabels van het toetsenbord en de muis door het slot.
3. Bevestig het slot met de meegeleverde schroef aan het chassis. Afbeelding C-5 Slot aan het chassis bevestigen 4. Plaats het uiteinde van de beveiligingskabel in het slot (1) en druk de knop in (2) om het slot te vergrendelen. Gebruik de meegeleverde sleutel om het slot te ontgrendelen.
Beveiliging van voorpaneel Het voorpaneel kan worden vergrendeld door een door HP geleverde beveiligingsschroef te installeren. Ga als volgt te werk om de beveiligingsschroef te installeren: 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals cd's of USB-flashdrives, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4.
9. Installeer de beveiligingsschroef naast het middelste ontgrendelingslipje van het voorpaneel om het voorpaneel op zijn plek te houden. Afbeelding C-8 Bevestigingsschroef van het voorpaneel bevestigen 10. Plaats het toegangspaneel van de computer terug. 11. Monteer de eventuele standaard. 12. Sluit het netsnoer weer aan en zet de computer aan. 13. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel.
D Elektrostatische ontlading Een ontlading van statische elektriciteit via vingers of andere geleiders kan leiden tot beschadiging van de systeemkaart, uitbreidingskaarten of andere onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit. Dit soort schade kan de levensduur van het apparaat bekorten.
E Richtlijnen voor gebruik, regelmatig onderhoud en voorbereiding voor transport Richtlijnen voor gebruik en regelmatig onderhoud Volg deze richtlijnen om de computer en de monitor op de juiste manier te installeren en te onderhouden: 62 ● Plaats de computer niet in zeer vochtige ruimtes en stel de computer niet bloot aan direct zonlicht of zeer hoge of lage temperaturen. ● Plaats de computer op een stevig, vlak oppervlak.
Voorzorgsmaatregelen voor optischeschijfeenheden Neem de volgende richtlijnen in acht wanneer u een optischeschijfeenheid gebruikt of reinigt. Gebruik ● Verplaats de schijfeenheid niet terwijl deze in gebruik is. Dit kan namelijk leiden tot een storing tijdens het lezen. ● Stel de schijfeenheid niet bloot aan plotselinge temperatuurverschillen, aangezien hierdoor condensatie kan optreden.
Index A Aanbrengen beveiligingsslot 55 Achterkant, onderdelen 4 Afdekplaatje van uitbreidingsslot vervangen 25 verwijderen 23 Audioconnectoren 4 Audio-ingangen 2 B Batterij vervangen 51 Beveiliging hangslot 56 kabelslot 55 voorpaneel 59 zakelijke personal computers, beveiligingsslot voor 57 C Computer specificaties 49 Computergebruik 62 D DIMM's.
Toetsenbord connector 4 onderdelen 5 Torenconfiguratie 15 Transport voorbereiden 63 U Uitbreidingskaart installeren 21 locatie van uitbreidingsslots 21 verwijderen 21 Uitgang 4 USB-poorten achterpaneel 4 voorpaneel 2 V Vaste schijf installeren 40 installeren, secundaire 38 verwijderen 40 Ventilatierichtlijnen 62 Verwijderen afdekplaatjes 13 afdekplaatje van uitbreidingsslot 23 batterij 51 mediakaartlezer 36 optischeschijfeenheid 31 PCI Express-kaart 25 PCI-kaart 24 toegangspaneel 10 uitbreidingskaart 21 v