Aan de slag Notebookcomputer
© Copyright 2011 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Bluetooth is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar en wordt door Hewlett-Packard Company onder licentie gebruikt. Microsoft, Windows en Windows Vista zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Het SD-logo is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Kennisgeving aangaande de veiligheid WAARSCHUWING! U kunt het risico van letsel door verbranding of van oververhitting van de computer beperken door de computer niet op schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond.
iv Kennisgeving aangaande de veiligheid
Inhoudsopgave 1 Welkom ............................................................................................................................................................ 1 Informatie zoeken ................................................................................................................................. 1 2 Vertrouwd raken met de computer ................................................................................................................ 4 Bovenkant .....................
Cursorbesturing gebruiken ................................................................................................................. 25 Voorkeuren voor aanwijsapparaten instellen ..................................................................... 25 EasyPoint-muisbesturing gebruiken .................................................................................. 25 Touchpad gebruiken ..........................................................................................................
9 Specificaties .................................................................................................................................................. 50 Ingangsvermogen ............................................................................................................................... 50 Index ...................................................................................................................................................................
viii
1 Welkom ● Informatie zoeken Nadat u de computer gebruiksklaar hebt gemaakt en hebt geregistreerd, moet u de volgende stappen uitvoeren: ● Maak verbinding met internet: configureer een bekabeld of draadloos netwerk waarmee u verbinding kunt maken met internet. Raadpleeg Netwerk op pagina 18 voor meer informatie. ● Werk uw antivirussoftware bij: bescherm uw computer tegen schade door virussen. De software is vooraf geïnstalleerd op de computer en bevat een beperkt abonnement voor gratis updates.
Hulpmiddelen Informatie over Help en ondersteuning ● Informatie over het besturingssysteem U kunt Help en ondersteuning openen door Start > Help en ondersteuning te selecteren.
Hulpmiddelen Informatie over Beperkte garantie* Garantiegegevens U kunt als volgt de garantie weergeven: Selecteer Start > Help en ondersteuning > Gebruikershandleidingen > Garantie-informatie weergeven. – of – Selecteer Start > Alle programma's > HP > HP documentatie > Garantie-informatie weergeven. – of – Ga naar http://www.hp.com/go/orderdocuments.
2 Vertrouwd raken met de computer ● Bovenkant ● Voorkant ● Rechterkant ● Linkerkant ● Beeldscherm ● Achterkant ● Onderkant Bovenkant Touchpad Onderdeel 4 Beschrijving (1) Muisbesturing Hiermee kunt u de aanwijzer (cursor) verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren. (2) Linkerknop van de EasyPoint-muisbesturing Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een externe muis. (3) Aan/uit-knop van het touchpad Hiermee schakelt u het touchpad in en uit.
Onderdeel Beschrijving (4) Touchpadzone Hiermee kunt u de aanwijzer (cursor) verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren. (5) Linkerknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een externe muis. (6) Rechterknop van de EasyPointmuisbesturing Deze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op een externe muis. (7) Rechterknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op een externe muis.
Onderdeel (4) Beschrijving Lampje HP QuickWeb ● Wit: de computer is ingeschakeld. ● Uit: de computer is uitgeschakeld of staat in de hibernationstand. OPMERKING: raadpleeg voor meer informatie "HP QuickWeb" in deze handleiding en de helpfunctie van de HP QuickWeb-software. (5) 6 Lampje Geluid uit ● Wit: de geluidsweergave van de computer is ingeschakeld. ● Oranje: de geluidsweergave van de computer is uitgeschakeld. (6) Caps Lock-lampje Wit: Caps Lock is ingeschakeld.
Knoppen en vingerafdruklezer (alleen bepaalde modellen) Onderdeel (1) Beschrijving Aan/uit-knop ● Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aan/ uit-knop om de computer in te schakelen. ● Als de computer is ingeschakeld, drukt u kort op de aan/uit-knop om de slaapstand te activeren. ● Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort op de aan/uit-knop om de slaapstand te beëindigen.
Onderdeel (3) Beschrijving QuickWeb-knop ● Als de computer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, drukt u op deze knop om HP QuickWeb te openen. ● Als de computer zich in Microsoft Windows bevindt, drukt u op deze knop om de standaardwebbrowser te openen. ● Als de computer zich in HP QuickWeb bevindt, drukt u op deze knop om de standaardwebbrowser te openen. OPMERKING: raadpleeg voor meer informatie "HP QuickWeb" in deze handleiding en de helpfunctie van de HP QuickWeb-software.
Toetsen Onderdeel Beschrijving (1) esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om systeeminformatie weer te geven. (2) fn-toets Druk op deze toets in combinatie met een functietoets, de num lk-toets of de esc-toets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren. (3) Windows-logotoets Hiermee geeft u het menu Start van Windows weer. (4) Functietoetsen (f3 t/m f11) Druk op een van deze toetsen in combinatie met de fntoets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren.
Voorkant Onderdeel Beschrijving (1) ● Wit: een geïntegreerd apparaat voor draadloze communicatie, zoals een draadloosnetwerkadapter en/of een Bluetooth®-apparaat, is ingeschakeld. ● Oranje: alle apparatuur voor draadloze communicatie is uitgeschakeld. ● Wit: de computer is ingeschakeld. ● Knipperend wit: de computer staat in de slaapstand. ● Uit: de computer is uitgeschakeld of staat in de hibernationstand. ● Wit: de accu is bijna geheel opgeladen.
Rechterkant Onderdeel Beschrijving (1) Dockingconnector Hierop sluit u een optioneel dockingapparaat aan. (2) ExpressCard-slot Ondersteunt optionele 34 mm ExpressCards. (3) Mediakaartlezer Ondersteunt de volgende typen digitale kaarten: (4) Audio-uitgang (hoofdtelefoon)/Audio-ingang (microfoon) ● MultiMediaCard ● Secure Digital-kaart (SD) Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een televisietoestel aansluiten.
Onderdeel (7) Beschrijving Ventilatieopening Deze opening zorgt voor luchtkoeling van de interne onderdelen. OPMERKING: de ventilator van de computer start automatisch om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator automatisch aan- en uitgaat terwijl u met de computer werkt. (8) Bevestigingspunt voor een beveiligingskabel Hiermee bevestigt u een optionele beveiligingskabel aan de computer.
Beeldscherm Onderdeel Beschrijving (1) WLAN-antennes (3)* Via deze antennes worden draadloze signalen verzonden en ontvangen om te communiceren met draadloze LAN's (WLAN's, wireless local area networks). (2) WWAN-antennes (2)* Met deze antennes voor draadloze communicatie worden draadloze signalen verzonden en ontvangen binnen een WWAN (Wireless Wide-Area Network). (3) Interne microfoons (2) Hiermee kunt u geluid opnemen. (4) Webcamlampje Wit: de webcam is in gebruik.
Achterkant Onderdeel 14 Beschrijving (1) Externemonitorpoort Hierop kunt u een optionele VGA-monitor of projector aansluiten. (2) USB 2.0-poort Hierop kunt u een optioneel USB-apparaat aansluiten. (3) USB-oplaadpoort Hierop kunt u een optioneel USB-apparaat aansluiten.
Onderkant Onderdeel (1) Beschrijving Ontgrendeling van het onderpaneel Hierin bevinden zich de vaste schijf en de geheugenmoduleslots. OPMERKING: de schroef van het onderpaneel bevindt zich onder de ontgrendeling. (2) Accuruimte Hierin bevindt zich de accu. (3) Accuontgrendeling Hiermee ontgrendelt u de accu uit de accuruimte. (4) SIM-slots Ondersteunt een SIM-kaart (subscriber identity module) voor draadloze communicatie. De SIM-kaart bevindt zich in de accuruimte.
Onderdeel (8) Beschrijving Vaste-schijfruimte en geheugenmodulecompartimenten Bevat de vaste schijf, het slot voor de WLAN-module, het slot voor de WWAN-module en het slot voor de geheugenmodules. VOORZICHTIG: vervang de module voor draadloze communicatie alleen door een module die is goedgekeurd voor gebruik in de computer door de overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor de regelgeving met betrekking tot apparatuur voor draadloze communicatie in uw land.
3 HP QuickWeb Aan de slag HP QuickWeb vormt een leuke en stimulerende omgeving om veel van uw favoriete activiteiten uit te voeren. De computer is binnen een paar seconden na het starten van QuickWeb klaar voor snelle toegang tot internet, widgets en communicatieprogramma's. Druk op de QuickWeb-knop op de computer en begin met surfen op internet, communicatie met Skype en het verkennen van andere HP QuickWeb-programma's.
4 Netwerk ● Gebruikmaken van een internetprovider ● Verbinding maken met een draadloos netwerk OPMERKING: de voorzieningen van internethardware en -software variëren, afhankelijk van het computermodel en uw locatie. Uw computer kan een van de volgende of beide onderstaande typen internettoegang ondersteunen: ● Draadloos: voor mobiele internettoegang kunt u een draadloze verbinding gebruiken. Raadpleeg Verbinding maken met een bestaand WLAN op pagina 19 of Nieuw WLAN instellen op pagina 20.
Met de volgende voorzieningen kunt u een nieuwe internetaccount aanmaken of de computer configureren voor gebruik van een bestaande account: ● Internetservices en aanbiedingen (beschikbaar op sommige locaties): met dit hulpprogramma kunt u zich aanmelden voor een nieuwe internetaccount en de computer configureren voor het gebruik van een bestaande account. Selecteer Start > Alle programma's > Online diensten > Ga online om deze toepassing te openen.
5. Klik op Verbinding maken. 6. Voer, indien vereist, de beveiligingssleutel in. Nieuw WLAN instellen Vereiste apparatuur: ● Een breedbandmodem (DSL of kabel) (1) en een snelle internetservice van een ISP (Internet Service Provider) ● Een draadloze router (afzonderlijk aangeschaft) (2) ● De nieuwe computer met voorzieningen voor draadloze communicatie (3) OPMERKING: sommige modems hebben een ingebouwde draadloze router. Vraag bij uw internetprovider na wat voor type modem u hebt.
Draadloze router configureren Als u hulp nodig hebt bij het installeren van een draadloos netwerk, raadpleegt u de informatie die de routerfabrikant of uw internetprovider heeft verstrekt. Het besturingssysteem Windows biedt ook hulpprogramma's om u te helpen bij het installeren van een draadloos netwerk.
5 Toetsenbord en cursorbesturing ● Toetsenbord gebruiken ● Cursorbesturing gebruiken Toetsenbord gebruiken Hotkeys herkennen Hotkeys zijn combinaties van de fn-toets (1) met de esc-toets (2) of met een van de functietoetsen (3). U gebruikt een hotkey als volgt: ▲ Druk kort op de fn-toets en druk vervolgens kort op de tweede toets van de hotkeycombinatie. Hotkeycombinatie fn+esc 22 Beschrijving Hiermee geeft u systeeminformatie weer.
Hotkeycombinatie fn+f3 Beschrijving Hiermee activeert u de slaapstand, waarbij uw gegevens in het systeemgeheugen worden opgeslagen. Het beeldscherm en andere systeemonderdelen worden uitgeschakeld en de energiebesparingsmodus wordt geactiveerd. Als u de slaapstand wilt beëindigen, drukt u kort op de aan/uit-knop. VOORZICHTIG: sla uw werk op voordat u de slaapstand activeert, om het risico van gegevensverlies te beperken.
Toetsenblokken gebruiken Geïntegreerd numeriek toetsenblok gebruiken (1) Onderdeel Beschrijving fn-toets Als u op deze toets drukt in combinatie met de num lk-toets, wordt het geïntegreerde numerieke toetsenbord ingeschakeld. OPMERKING: het geïntegreerde numerieke toetsenblok functioneert niet wanneer er een extern toetsenbord of een extern toetsenblok op de computer is aangesloten.
Geïntegreerd numeriek toetsenblok in- en uitschakelen Druk op fn+num lk om het geïntegreerde numerieke toetsenblok in te schakelen. Druk nogmaals op fn+num lk om het toetsenblok uit te schakelen. OPMERKING: het geïntegreerde numerieke toetsenblok wordt uitgeschakeld wanneer een extern toetsenbord of een extern numeriek toetsenblok is aangesloten op de computer.
Touchpad in- of uitschakelen Om het touchpad in of uit te schakelen, dubbeltikt u snel op het touchpadlampje. OPMERKING: Wanneer het touchpad is ingeschakeld, is het touchpadlampje uit. Navigeren Als u de aanwijzer wilt verplaatsen, schuift u een vinger over het touchpad in de richting waarin u de aanwijzer wilt bewegen.
Selecteren Gebruik de linker- en rechterknoppen van het touchpad zoals u de knoppen op een externe muis zou gebruiken. Touchpadbewegingen gebruiken Het touchpad ondersteunt een aantal bewegingen. Om touchpadbewegingen te gebruiken, plaatst u twee vingers gelijktijdig op het touchpad. OPMERKING: sommige touchpadbewegingen worden niet in alle programma's ondersteund. U geeft als volgt de demonstratie van een beweging weer: 1.
Schuiven Schuiven kan worden gebruikt om op een pagina of in een afbeelding omhoog, omlaag of opzij te bewegen. Doe het volgende om te schuiven: plaats twee vingers enigszins uit elkaar op het touchpad en sleep deze over het touchpad. Beweeg hierbij omhoog, omlaag, naar links of naar rechts. OPMERKING: de schuifsnelheid wordt bepaald door de snelheid van uw vingers. OPMERKING: schuiven met twee vingers is standaard ingeschakeld.
Draaien Met de draaifunctie kunt u items zoals foto's draaien. U draait als volgt: plaats uw linkerwijsvinger in de touchpadzone. Beweeg de rechterwijsvinger in een veegbeweging rond de linkervinger, waarbij u van twaalf uur naar drie uur beweegt. Voor een omgekeerde draaiing beweegt u uw rechterwijsvinger van drie uur naar twaalf uur. OPMERKING: het draaien moet binnen de touchpadzone gebeuren. OPMERKING: draaien is standaard uitgeschakeld.
6 Onderhoud ● Accu plaatsen of verwijderen ● Vaste schijf vervangen of upgraden ● Geheugenmodules toevoegen of vervangen ● Programma's en stuurprogramma's bijwerken Accu plaatsen of verwijderen OPMERKING: raadpleeg de Naslaggids voor HP notebookcomputer voor aanvullende informatie over het gebruik van de accu. U plaatst de accu als volgt: ▲ Schuif de accu in de accuruimte totdat de accu goed op zijn plaats zit. De accuvergrendeling vergrendelt de accu automatisch.
2. Verwijder de accu uit de computer (2). Vaste schijf vervangen of upgraden VOORZICHTIG: neem de volgende richtlijnen in acht om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt: Sluit de computer af voordat u de vaste schijf uit de vaste-schijfruimte verwijdert. Verwijder de vaste schijf niet wanneer de computer aanstaat of in de slaapstand of de hibernationstand staat.
32 7. Verwijder het onderpaneel door het onderpaneel (4) uit de behuizing te schuiven en het onderpaneel omhoog te tillen (5). 8. Verwijder de vier schroeven van de vaste schijf (1). 9. Til de vaste schijf aan het lipje (2) omhoog en trek de vaste schijf uit de aansluiting.
Vaste schijf plaatsen 1. Schuif de vaste schijf in de vaste-schijfruimte en druk de vaste schijf aan totdat deze stevig vastzit (1). 2. Breng de vier schroeven van de vaste schijf (2) weer aan. 3. Schuif het onderpaneel op de computer (2). 4. Schuif de ontgrendeling van het onderpaneel naar rechts (3) om de schroef van het onderpaneel (4) weer te plaatsen.
5. Schuif de ontgrendeling van het onderpaneel naar links (5) om het onderpaneel te vergrendelen. 6. Plaats de accu terug. 7. Sluit de netvoeding en externe apparaten aan op de computer. 8. Schakel de computer in. Geheugenmodules toevoegen of vervangen De computer heeft twee geheugenmoduleslots.
VOORZICHTIG: neem de volgende richtlijnen in acht om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt: Sluit de computer af voordat u een geheugenmodule aan de computer toevoegt of uit de computer verwijdert. Verwijder een geheugenmodule niet wanneer de computer aan staat of in de slaapstand of de hibernationstand staat. Als u niet weet of de computer is uitgeschakeld of in de hibernationstand staat, zet u de computer aan door op de aan/uit-knop te drukken.
b. Pak de geheugenmodule aan de rand vast (2) en trek de geheugenmodule voorzichtig uit het geheugenmoduleslot. VOORZICHTIG: houd de geheugenmodule bij de randen vast, om te voorkomen dat de geheugenmodule wordt beschadigd. Raak de onderdelen van de geheugenmodule niet aan. Bewaar verwijderde geheugenmodules in een antistatische verpakking om de module te beschermen. 9.
c. Druk de geheugenmodule (3) voorzichtig naar beneden en oefen daarbij druk uit op zowel de linker- als de rechterkant van de geheugenmodule totdat de borgklemmetjes vastklikken. VOORZICHTIG: zorg dat u de geheugenmodule niet buigt om schade aan de geheugenmodule te voorkomen. 10. Steek de lipjes (1) op het onderpaneel in de uitsparingen op de computer. 11. Schuif het onderpaneel op de computer (2). 12.
13. Schuif de ontgrendeling van het onderpaneel naar links (5) om het onderpaneel te vergrendelen. 14. Plaats de accu terug. 15. Sluit de netvoeding en externe apparaten aan op de computer. 16. Schakel de computer in.
Programma's en stuurprogramma's bijwerken U wordt aangeraden regelmatig een update uit te voeren van uw programma's en stuurprogramma's. Ga naar http://www.hp.com/support om de recentste versies te downloaden. U kunt zich ook aanmelden voor het ontvangen van automatische updateberichten wanneer nieuwe updates beschikbaar komen.
7 Back-up en herstel Windows 7 ● Back-up maken van uw gegevens ● Systeemherstelactie uitvoeren Ter bescherming van uw informatie gebruikt u Back-up en terugzetten van Windows om back-ups te maken van afzonderlijke bestanden en mappen, om back-ups te maken van de volledige vaste schijf (alleen bepaalde modellen), om systeemherstelschijven te maken (alleen bepaalde modellen) met behulp van de geïnstalleerde optischeschijfeenheid (alleen bepaalde modellen) of een optionele externe optischeschijfeenheid,
U kunt een back-up maken van uw gegevens op een optionele externe vaste schijf, op een netwerkschijfeenheid of op schijven. Houd bij het maken van back-ups rekening met het volgende: ● Sla persoonlijke bestanden op in de bibliotheek Documenten en maak hiervan periodiek een back-up. ● Maak een back-up van sjablonen die zijn opgeslagen bij de bijbehorende programma's. ● Sla aangepaste instellingen in een venster, werkbalk of menubalk op door een schermafdruk van uw instellingen te maken.
Windows-herstelprogramma's gebruiken U zet als volgt gegevens terug waarvan u eerder een back-up heeft gemaakt: 1. Selecteer Start > Alle programma's > Onderhoud > Back-up en terugzetten. 2. Volg de instructies op het scherm om de systeeminstellingen, de computer (alleen bepaalde modellen) of uw bestanden te herstellen. U herstelt als volgt informatie met Opstartherstel: VOORZICHTIG: met Opstartherstel wordt de inhoud van de vaste schijf volledig gewist en wordt de vaste schijf geformatteerd.
3. Als de HP-herstelpartitie wel vermeld staat, start u de computer opnieuw op en drukt u op esc wanneer het bericht "Press the ESC key for Startup Menu" (Druk op de ESC-toets voor menu Opstarten) onder aan het scherm verschijnt. 4. Druk op f11 terwijl "Press for recovery" (Druk op F11 voor herstel) op het scherm wordt weergegeven. 5. Volg de instructies op het scherm.
● Eerdere toestand van het systeem herstellen ● Informatie herstellen met herstelprogramma's OPMERKING: Voor gedetailleerde instructies zoekt u deze onderwerpen op in Help en ondersteuning. OPMERKING: Als het systeem instabiel is geworden, adviseert HP u om de herstelprocedures af te drukken en te bewaren voor toekomstig gebruik. OPMERKING: Windows® bevat de functie Gebruikersaccountbeheer om de beveiliging van de computer te verbeteren.
Herstelactie uitvoeren Als het systeem niet meer werkt of instabiel is geworden, biedt de computer de volgende hulpmiddelen om uw bestanden te herstellen: ● Windows-herstelprogramma's: met het hulpprogramma Back-upcentrum kunt u informatie herstellen waarvan u een back-up heeft gemaakt. U kunt ook gebruikmaken van Windows Opstartherstel om problemen te verhelpen die voorkomen dat Windows correct opstart.
f11-herstelprogramma's gebruiken VOORZICHTIG: met f11 wordt de inhoud van de vaste schijf volledig gewist en wordt de vaste schijf geformatteerd. Alle bestanden die u heeft gemaakt en alle software die u heeft geïnstalleerd op de computer, worden definitief verwijderd. Het f11-herstelprogramma installeert het besturingssysteem en HP-programma's en stuurprogramma's die in de fabriek zijn geïnstalleerd opnieuw. Software die niet in de fabriek is geïnstalleerd, moet opnieuw worden geïnstalleerd.
3. Druk op een willekeurige toets op het toetsenbord wanneer hierom wordt gevraagd. 4. Volg de instructies op het scherm. 5. Klik op Volgende. 6. Selecteer Uw computer herstellen. 7. Volg de instructies op het scherm.
8 Klantenondersteuning ● Contact opnemen met de klantenondersteuning ● Labels Contact opnemen met de klantenondersteuning Als de informatie in deze gebruikershandleiding, in de Naslaggids voor HP notebookcomputer of in Help en ondersteuning geen antwoord geeft op uw vragen, kunt u contact opnemen met de klantenondersteuning van HP op: http://www.hp.
Labels De labels die zijn aangebracht op de computer, bieden informatie die u nodig kunt hebben wanneer u problemen met het systeem probeert op te lossen of wanneer u de computer in het buitenland gebruikt. ● Het serienummerlabel biedt belangrijke informatie, waaronder: Onderdeel (1) Productnaam (2) Serienummer (s/n) (3) Artikelnummer/productnummer (p/n) (4) Garantieperiode (5) Modelbeschrijving Houd deze gegevens bij de hand wanneer u contact opneemt met de technische ondersteuning.
9 Specificaties ● Ingangsvermogen Ingangsvermogen De gegevens over elektrische voeding in dit gedeelte kunnen van pas komen als u internationaal wilt reizen met de computer. De computer werkt op gelijkstroom, die kan worden geleverd via netvoeding of via een voedingsbron voor gelijkstroom. De capaciteit van de netvoedingsbron moet 100–240 V en 50–60 Hz zijn.
Index A Aan/uit-knop, herkennen 7 Aan/uit-lampje 5 Aan/uit-lampje, herkennen 10 Aanwijsapparaten voorkeuren instellen 25 Acculampje 10 Accuontgrendeling 15 Accuruimte 15, 49 Accu vervangen 30 Afvoeropening; Herkennen 15 Antennes voor draadloze communicatie, herkennen 13 Audio-ingang (microfooningang), herkennen 11 Audio-uitgang (hoofdtelefoonuitgang), herkennen 11 B Back-upcentrum 43, 44 Back-up en terugzetten 41 Beeldschermen, schakelen tussen 23 Beeldscherm schakelen 23 Besturingssysteem Microsoft, certif
draadloze communicatie 7 linkerknop van touchpad 5 QuickLook 8 rechterknop van touchpad 5 voeding 7 L Labels Bluetooth 49 breedbandmodule HP Mobiel 49 certificaat van echtheid van Microsoft 49 kennisgevingen 49 keurmerk voor draadloze communicatie 49 serienummer 49 SIM-kaart 49 WLAN 49 Lampjes accu 10 Caps Lock 6 draadloze communicatie 5, 10 geluid uit 6 HP QuickWeb 6 Num Lock 5 schijfeenheid 10 touchpad 6 voeding 5, 10 webcam 13 Lampje voor draadloze communicatie 5, 10 Luidsprekers, herkennen 10, 15 M Medi
Vingerafdruklezer, herkennen 8 Volumetoetsen, herkennen 23 geluid uit, knop 8 W Webcam 13 Webcam, herkennen 13 Webcamlampje, herkennen 13 Windows 7, dvd met besturingssysteem 43 Windows Back-up and terugzetten 40 Windows Vista, dvd met besturingssysteem 46 WLAN beveiligen 21 verbinding maken 19 WLAN-antennes, herkennen 13 WLAN-apparaat 49 WLAN-label 49 WWAN-antennes, herkennen 13 Index 53