HP DesignJet Z2600 PostScript® Printer HP DesignJet Z5600 PostScript® Printer Gebruikershandleiding
Uitgave 3 Wettelijke kennisgevingen Handelsmerken © Copyright 2017 HP Development Company, L.P. De informatie in dit document kan zonder vooraankondiging worden gewijzigd. Adobe®, Acrobat®, Adobe Photoshop® en Adobe® PostScript® 3™ zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. De enige garanties voor producten en diensten van HP worden vermeld in de uitdrukkelijke garantieverklaring die bij dergelijke producten en diensten wordt geleverd.
Inhoudsopgave 1 Inleiding ...................................................................................................................................................................................................... 1 Veiligheidsmaatregelen ........................................................................................................................................................... 2 HP Start-Up Kit .......................................................................................
De printer personaliseren ..................................................................................................................................................................... 27 De taal voor het frontpanel wijzigen ................................................................................................................................... 28 HP DesignJet Utility openen ...................................................................................................................
8 Afdrukken via het web ........................................................................................................................................................................... 67 Per e-mail afdrukken ............................................................................................................................................................. 67 9 Taakwachtrijbeheer ..............................................................................................................
De inktcartridges onderhouden ........................................................................................................................................ 114 De printer verplaatsen of opslaan .................................................................................................................................... 114 De firmware bijwerken ....................................................................................................................................................
Witte plekken op de afdruk ................................................................................................................................................ 144 Kleuren zijn niet nauwkeurig .............................................................................................................................................. 144 De afbeelding is onvolledig (afgesneden aan de onderkant) .......................................................................................
Reparatie door klant ............................................................................................................................................................ 170 Neem contact op met HP Support .................................................................................................................................... 171 22 Printerspecificaties ..........................................................................................................................................
1 NLWW Inleiding ● Veiligheidsmaatregelen ● HP Start-Up Kit ● Dit document gebruiken ● De belangrijkste functies van de printer ● Belangrijkste printeronderdelen ● Het frontpanel ● Printersoftware ● Webservices ● In- en uitschakelen van printer ● De interne afdrukken van de printer 1
Veiligheidsmaatregelen Neem altijd de voorzorgsmaatregelen en waarschuwingen hieronder in acht om de printer veilig te gebruiken. Voer geen andere bewerkingen of procedures uit dan degene die beschreven worden in dit document, omdat dit kan resulteren in de dood, ernstig lichamelijk letsel of brand. Aansluiting van stroom ● Gebruik de stroomspanning die op het label staat vermeld. Voorkom dat de printer overbelast raakt met meerdere apparaten. Dit kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
● Tijdens een stroomstoring ● Het netsnoer of de stekker is beschadigd ● Iemand heeft de printer laten vallen ● De printer functioneert niet als normaal HP Start-Up Kit De HP Start-Up Kit is de dvd die bij de printer wordt geleverd. het helpt om de printersoftware en documentatie van internet te downloaden. U hebt een actieve internetverbinding voor dit doel. Dit document gebruiken U kunt dit document downloaden van http://www.hp.com/go/Z2600/manuals of http://www.hp.com/go/Z5600/ manuals.
● Problemen met inktcartridge en printkop oplossen op pagina 152 ● Algemene problemen met de printer oplossen op pagina 159 ● Foutmeldingen op het frontpanel op pagina 165 Accessoires, ondersteuning en specificaties Deze hoofdstukken Accessoires op pagina 118, HP Klantenondersteuning op pagina 168, en Printerspecificaties op pagina 172, bevatten referentie-informatie, waaronder klantenzorg, de printerspecificaties en onderdeelnummers van papiersoorten, inktbenodigdheden en accessoires.
De belangrijkste functies van de printer Uw printer is een kleureninkjetprinter die is ontworpen voor het afdrukken van afbeeldingen van hoge kwaliteit op papier tot 610 mm breed bij de Z2600-printer of tot 1118 mm breed bij de Z5600-printer.
Belangrijkste printeronderdelen De basisonderdelen worden weergegeven op het volgende voor- en achteraanzicht van de printer. Vooraanzicht 1. Inktcartridge 2. Inktcartridgesleuven 3. Blauwe hendel 4. Venster 5. Frontpanel 6. Printkopwagen 7. Printkop 8. Uitvoerlade 9. Lijnen voor papieruitlijning 10.
Achteraanzicht OPMERKING: Deze illustratie toont de Z5600. 1. Rolklep 2. Communicatiepoorten 3. Aan-uitschakelaar 4. Stroomaansluiting 5. As 6. As-stop 7. Papierrol OPMERKING: NLWW De bovenste rol is rol 1 en de onderste rol is rol 2.
Communicatiepoorten 1. Hi-Speed USB-poort, niet beschikbaar bij Z2600 of Z5600 2. Gigabit Ethernet-poort, voor aansluiting op een netwerk 3. Diagnostische ledlampjes voor gebruik door servicemonteurs 4. Hi-Speed USB-hostpoort bedoeld voor het verbinden met een accessoire Er is nog een tweede Hi-Speed USB-hostpoort aan de andere kant van de printer naast het frontpanel, bestemd voor het aansluiten van een USB-flashstation.
Het frontpanel Het frontpanel bevindt zich rechts vooraan op de printer. Het geeft u volledige controle over uw printer: vanuit het frontpanel kunt u afdrukken, informatie bekijken over de printer, printerinstellingen wijzigen, kalibraties en tests uitvoeren, enzovoort. Het frontpanel toont ook waarschuwings- en foutmeldingen wanneer dat nodig is. 1. Een Hi-Speed USB-hostpoort bedoeld voor het verbinden van een USB-flashstation, waarmee bestanden kunnen worden geleverd voor afdrukken.
Dynamische pictogrammen beginscherm De volgende items worden alleen op het beginscherm weergegeven. ● Druk op om informatie te bekijken over de status van de printer, de instellingen van de printer te wijzigen of acties uit te voeren zoals papier laden of inktcartridges vervangen. Een kleiner waarschuwingspictogram verschijnt als er acties moeten worden uitgevoerd. ● Rechts van de bovenstaande knop ziet u een bericht met de printerstatus of de belangrijkste huidige waarschuwing.
– Afdruktaken verzenden – De taakwachtrij beheren, zie Taakwachtrijbeheer op pagina 68 – Telgegevens van de taak weergeven, zie Printergebruiksgegevens ophalen op pagina 98 – Verschillende printerinstellingen wijzigen – E-mailmeldingen beheren – Machtigingen en beveiligingsinstellingen wijzigen Zie Geïntegreerde webserver openen op pagina 28 en HP DesignJet Utility openen op pagina 28. OPMERKING: Er verschijnen regelmatig nieuwe versies van alle printersoftware.
U schakelt deze weer in via de Aan-uitschakelaar aan de achterkant. Wanneer de printer weer is ingeschakeld, duurt het initialiseren en controleren van de printkoppen ongeveer drie minuten. Het gereedmaken van de printkoppen duurt ongeveer 75 seconden. Als de printer echter zes weken of langer heeft uitgestaan, dan kan het voorbereiden van de printkoppen maximaal 45 minuten duren. De interne afdrukken van de printer De interne afdrukken bieden verschillende soorten informatie over de printer.
2 NLWW Installeren van de software ● Kies welke verbindingsmethode u wilt gebruiken ● De printer met het netwerk verbinden ● Een computer met de printer verbinden via het netwerk (Windows) ● De printersoftware verwijderen (Windows) ● Een computer met de printer verbinden via het netwerk (Mac OS X) ● De printersoftware verwijderen (Mac OS X) ● Afdrukken met één klik instellen met HP DesignJet Click Printing Software 13
Kies welke verbindingsmethode u wilt gebruiken U kunt de printer op de volgende manieren aansluiten. Verbindingstype Snelheid Kabellengte Andere factoren Gigabit Ethernet Heel snel; is afhankelijk van het netwerkverkeer Lang: 100 m Vereist extra materiaal (switches). Jetdirect-printserver (optioneel accessoire) Gematigd; is afhankelijk van het netwerkverkeer Lang: 100 m Vereist extra materiaal (switches). Biedt extra functies Zie http://www.hp.
IPv6 gebruiken Uw printer ondersteunt bijna alle netwerkconnectiviteitsfuncties met IPv6, net zoals met IPv4. Om volledig gebruik te maken van IPv6, moet u mogelijk uw printer verbinden met een IPv6-netwerk waar zich IPv6-routers en -servers in bevinden. In de meeste IPv6-netwerken zal de printer zichzelf automatisch als volgt configureren en is er geen gebruikersconfiguratie nodig: 1. De printer wijst zichzelf een link-local IPv6-adres toe (dat start met 'fe80::'). 2.
Installatie van printersoftware 1. Noteer het IP-adres van de printer dat op het frontpanel wordt getoond (zie Geïntegreerde webserver openen op pagina 28). 2. Plaats de HP Start-up Kit-dvd in uw computer. 3. Klik in het venster dat op het scherm verschijnt op Downloaden. U dan gaat de webpagina met de HP DesignJet Z2600- en Z5600-stuurprogramma's. 4. Selecteer Windows- of Mac OS X-software in uw webbrowser en kies welke software u wilt installeren (Standaard: alles).
● De printer moet zijn geconfigureerd en ingeschakeld. ● De Ethernet-switch of router moet aanstaan en correct werken. ● De printer en de computer moeten zijn aangesloten op het netwerk (zie De printer met het netwerk verbinden op pagina 14). U kunt nu de printersoftware installeren en verbinding met de printer maken. Bonjour- of TCP/IP-verbinding 1. Ga naar het frontpanel en druk op 2. Plaats de HP Start-up Kit-dvd in uw computer. 3. Klik op het dvd-pictogram op het bureaublad. 4.
De printersoftware verwijderen (Mac OS X) Tijdens de installatie krijgt u de optie om HP Uninstaller op uw systeem te installeren. U vindt HP Uninstaller in de submap HP van de systeemmap Programma's. BELANGRIJK: Met HP Uninstaller wordt alle HP-software van uw systeem verwijderd. Als u alleen de afdrukwachtrij wilt verwijderen, selecteert u het dialoogvenster Printers en Scanners in de systeemvoorkeuren. Selecteer de naam van de printer en klik op de knop −.
3 NLWW De printer instellen ● Inleiding ● Uw op het web aangesloten printer instellen ● Handmatige configuratie webservices ● Papiersoortopties ● Nesten in- en uitschakelen ● Gebruiksinformatie in- en uitschakelen ● E-mailmeldingen in- en uitschakelen ● Waarschuwingen in- en uitschakelen (alleen Windows) ● Toegang tot de printer beheren ● Account-id vereisen ● Voorkeuren voor Windows-stuurprogrammas instellen 19
Inleiding In dit hoofdstuk worden verschillende printerinstellingen beschreven die de printerbeheerder kan beheren zodra de printer is opgezet en klaar voor gebruik is.
● Proxy > Adres: Voer het proxyadres in. Dit is standaard leeg. ● Proxy > Primaire poort: Voer het proxypoortnummer in. Dit is standaard nul. ● Proxy > Fabrieksinstellingen herstellen: Terug naar de initiële standaardinstellingen. Zie Kan geen verbinding maken met internet op pagina 162 als u problemen hebt met uw internetverbinding. Firmware-updates configureren Vanuit de geïntegreerde webserver of vanuit het frontpanel kunt u kiezen of en hoe firmware-updates worden gedownload.
Papiersoortopties Paper mismatch action (Papier komt niet overeen met actie) Als het papier dat momenteel in de printer is geladen niet geschikt is voor een bepaalde opdracht, kan de printer de afdruktaak in de wachtrij zetten totdat geschikt papier is geladen of het probleem negeren en de afdruktaak afdrukken op ongeschikt papier.
Om nesten in of uit te schakelen moet u ervoor zorgen dat de afdrukwachtrij is ingeschakeld (zie De afdrukwachtrij uitschakelen op pagina 70 of De afdrukwachtrij uitschakelen op pagina 74) en het begin van afdrukken is ingesteld op Na verwerking (zie Selecteer wanneer u een afdruktaak uit de wachtrij wilt afdrukken op pagina 68 of Selecteer wanneer u een afdruktaak uit de wachtrij wilt afdrukken op pagina 72). Vervolgens: ● In HP DesignJet Utility voor Windows: selecteer Instellingen > Taakbeheer > Nesten.
● Telgegevensbestanden versturen: Aan (de standaardwaarde is Uitf) ● Telgegevensbestanden versturen naar: een geldig e-mailadres ● Telgegevens versturen elke: kies een aantal dagen (1–60) of een aantal afdrukken (1–500) U moet ook zorgen dat een e-mailserver is geconfigureerd.
Toegang tot de printer beheren Beveiligingsinstellingen van frontpanel Vanuit het frontpanel kunt u drukken op , dan op Configuratie en vervolgens op Beveiliging, om sommige functies van de printer te beheren. ● USB-station: Het gebruik van een USB-flashstation in- of uitschakelen. ● Firmware-upgrade vanaf USB: Firmware-updates in- of uitschakelen vanaf een USB-flashstation. ● Internetverbinding inschakelen: De internetverbinding in- of uitschakelen.
Met Uitschakelen wordt alleen de functie afdrukken op afstand in de wacht gezet. Als u deze functie wilt blijven gebruiken, moet u die opnieuw inschakelen in hetzelfde menu. Er zijn geen installatiestappen meer vereist. Als u afdrukken op afstand permanent wilt uitschakelen, selecteert u Permanent uitschakelen. Om afdrukken op afstand opnieuw te gebruiken, moet u dit van voren af aan instellen (zie Uw op het web aangesloten printer instellen op pagina 20).
4 NLWW De printer personaliseren ● De taal voor het frontpanel wijzigen ● HP DesignJet Utility openen ● Geïntegreerde webserver openen ● De taal voor HP DesignJet Utility wijzigen ● De taal voor de geïntegreerde webserver wijzigen ● Instelling slaapstand wijzigen ● De zoemer aan- en uitzetten ● De helderheid van het scherm van het frontpanel wijzigen ● De maateenheden wijzigen ● Netwerkinstellingen configureren ● De grafische taalinstelling wijzigen ● Printerbeveiliging beheren ●
De taal voor het frontpanel wijzigen U kunt op twee manieren een andere taal voor de menu's en berichten op het frontpanel selecteren. ● Als u de huidige taal op het frontpanel begrijpt, drukt u achtereenvolgens op , , Instellen > Frontpanelopties > Taal selecteren. ● Als u de huidige taal op het frontpanel niet begrijpt, zet u de printer eerst uit. Druk op de Aan/uit-knop om de printer in te schakelen. Zodra er pictogrammen verschijnen op het frontpanel, drukt u achtereenvolgens en .
De taal voor HP DesignJet Utility wijzigen HP DesignJet Utility werkt in de volgende talen: Engels, Portugees, Spaans, Catalaans (alleen Windows), Frans, Nederlands, Italiaans, Duits, Pools, Russisch, vereenvoudigd Chinees, traditioneel Chinees, Koreaans en Japans. ● Selecteer in Windows achtereenvolgens Hulpmiddelen > Taal instellen en selecteer een taal uit de lijst. ● Voor Mac OS X: de taal wordt gewijzigd zoals bij elke andere toepassing.
In de geïntegreerde webserver selecteert u het tabblad Instellen en vervolgens Netwerken aan de rechterkant van het scherm. In HP DesignJet Utility in Windows selecteert u het tabblad Instellingen en vervolgens Netwerkinstellingen. In Mac OS X selecteert u achtereenvolgens Configuratie > Netwerkinstellingen. De volgende instellingen zijn beschikbaar. ● Methode voor IP-configuratie: Geef de manier op waarop u een IP-adres wilt instellen door BOOTP, DHCP, Auto IP of Manual te selecteren.
● Webdiensten > Kleur- en papierbeheer: De instellingen voor kleur- en papierbeheer bekijken. ● Fabrieksinstellingen herstellen: de initiële standaardwaarden van de netwerkinstellingen herstellen. De grafische taalinstelling wijzigen U kunt de grafische taalinstelling vanuit het HP DesignJet Utility met de volgende stappen wijzigen. 1. Selecteer voor Windows het tabblad Configuratie dan Printerinstellingen > Afdrukvoorkeuren.
5 32 Papiertoevoer ● Algemeen advies ● Een rol op de as plaatsen ● Een rol in de printer laden ● Een papierrol verwijderen ● Eén vel laden ● Eén vel verwijderen ● Gevoelig het papier modus ● Informatie over het papier bekijken ● Papiervoorinstellingen ● Informatie afdrukpapier ● Het papier verplaatsen ● Onderhoud papier ● De droogtijd wijzigen ● De automatische snijder aan- en uitzetten ● Het papier invoeren en snijden Hoofdstuk 5 Papiertoevoer NLWW
Algemeen advies VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat er zowel aan de voorkant als aan de achterkant genoeg ruimte is rondom uw printer voordat u begint met papier laden. VOORZICHTIG: Zorg dat de printerwielen zijn vergrendeld (de remhendel moet omlaag staan) om te voorkomen dat de printer wegrolt. VOORZICHTIG: Al het papier moet 280 mm of langer zijn. A4-papier en papier op Letter-formaat kan niet in liggende positie worden geladen.
2. Verwijder het zwarte uiteinde van de as uit de printer en verwijder vervolgens het blauwe uiteinde. VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat u het zwarte uiteinde als eerst verwijdert. Als u het blauwe uiteinde als eerst verwijdert, kan het zwarte uiteinde beschadigd raken. WAARSCHUWING! 3. Aan elk uiteinde van de as bevindt zich een stop om de rol op zijn plaats te houden.
5. Schuif de nieuwe rol op de as. Zorg ervoor dat u het papier zoals in de figuur houdt. Als het papier niet juist is geplaatst, verwijdert u de rol, draait u deze 180° en schuift u de rol weer op de as. Er zijn labels op de as waarmee de juiste richting wordt aangegeven. OPMERKING: Vanaf de achterzijde van de printer wordt de blauwe stopper in de houder aan de rechterzijde geplaatst. Zorg ervoor dat de beide uiteinden van de rol zich zo dicht mogelijk bij de asstoppen bevinden. 6.
1. Druk op het frontpanel op Of druk achtereenvolgens op , en druk daarna achtereenvolgens op het rolpictogram en Laden. , , Papier > Papier laden > Rol 1 laden of Rol 2 laden (alleen Z5600). Als de rol die u hebt geselecteerd al is geladen, moet u wachten totdat deze automatisch is verwijderd. OPMERKING: Als het geladen papier niet automatisch door de printer kan worden gesneden, dan wordt u gevraagd om het handmatig te verwijderen.
7. Als de rand van de rol scheef is of is gescheurd (soms als gevolg van plakband dat wordt gebruikt om het uiteinde van de rol op zijn plaats te houden), trek het papier er dan iets uit en snij een rechte rand. 8. Plaats de papierrand in de printer. WAARSCHUWING! Duw uw vingers niet in het papierpad van de printer. TIP: Plaats bij het laden van de bovenste rol het rolpapier niet in de papiersnijdersleuf.
12. Als de optie Informatie afdrukpapier is ingeschakeld, wordt u op het frontpanel gevraagd om de lengte van de rol te specificeren. Zie Informatie afdrukpapier op pagina 46. 13. De printer controleert de uitlijning en meet de breedte. Vervolgens wordt u op het frontpanel gevraagd om de rolklep te sluiten. Als de rol niet goed is uitgelijnd, volg dan de instructies op het scherm van het frontpanel.
Procedure bij lege papierrol Wanneer het uiteinde van het papier niet meer aan de as is bevestigd, volgt u de onderstaande procedure. 1. Als u reeds begonnen bent met het verwijderen, druk dan op op het frontpanel om die procedure te annuleren. 2. Trek de blauwe hendel aan de linkerzijde omhoog. U kunt de waarschuwing over de hendel op het frontpanel negeren. 3. Trek het papier uit de printer. Trek vanuit waar het papier toegankelijk is; de achterzijde van de printer worden aanbevolen.
5. Voer het vel in de papiersnijdersleuf aan de rechterzijde van de printer in zodra u erom gevraagd wordt op het frontpanel. Plaats uw vel uitgelijnd met de laadlijn en schuif totdat het papier niet verder kan gaan. Met dikkere of zwaardere vellen voelt u weerstand. WAARSCHUWING! Duw uw vingers niet in het papierpad van de printer. 6. Druk op de toets OK op het frontpanel om het papier in de printer in te voeren.
U kunt ook achtereenvolgens op , , Papier > Papier verwijderen > Vel verwijderen drukken. Het vel wordt uit de voorzijde van de printer gevoerd; u kunt het handmatig pakken of het in de mand laten vallen.
Gevoelig het papier modus De printer gevoelige-papier modus te zorgen dat de hoogste kwaliteit drukt af op papier dat bestemd is bijzonder kwetsbaar voor vervormingen of krassen, zoals film. Gevoelig het papier modus kan op twee manieren worden ingeschakeld: ● Als u een rol met de Plaats rol 1/2 als gevoelig papier het bedieningspaneel opties ● Wanneer de papierrol is reeds geladen met de Behandel rol 1/2 als gevoelig papier het bedieningspaneel opties.
Informatie over het papier bekijken Druk op en vervolgens op het rolpictogram om gegevens over het geladen papier weer te geven. De volgende informatie wordt op het frontpanel weergegeven: ● De geselecteerde papiersoort ● De status van de rol of het vel papier ● De breedte van het papier in millimeters (schatting) ● De lengte van het papier in millimeters (schatting) Als er geen papier is geladen, dan verschijnt het bericht Geen papier.
OPMERKING: Als u de gewenste papiervoorinstelling niet op het web vindt, is die mogelijk opgenomen in de meest recente firmware voor uw printer. Raadpleeg de release-info bij de firmware voor meer informatie; zie De firmware bijwerken op pagina 115. 2. Voordat u begint met het installeren de nieuwe voorinstelling, zorgt u ervoor dat de printer inactief is en dat de afdrukwachtrij is gestopt. Het installeren van een nieuwe papiervoorinstelling onderbreekt alle gaande afdrukken. 3.
● Bond-papier en papier met coating: Op vezels gebaseerde dunne papiersoorten met een mat oppervlak. Deze papiersoorten gebruiken matzwarte inkt, relatief lage inktlimieten en hoge wagenpositie. ● Fotopapier: Relatief dikke papieren op fotobasis met een verscheidenheid van afwerking, van mat tot satijn en glanzend. Deze papiersoorten gebruiken fotozwarte inkt, met uitzondering van fotomatte papieren, relatief hoge inktlimieten en een lage wagenpositie, met uitzondering van bariete en fotozwarte papieren.
Informatie afdrukpapier Schakel de optie Informatie afdrukpapier in om de geschatte lengte te noteren van het overgebleven papier, de papierbreedte en het type. De informatie is een combinatie van streepjescode en tekst die wordt afgedrukt op de invoerrand van de rol als het papier uit de printer wordt verwijderd. OPMERKING: De schatting van de papierlengte is alleen beschikbaar als de printer de hoeveelheid papier die op de rol zat tijdens het laden heeft geregistreerd.
Druk achtereenvolgens op , , Instellen > Afdruk ophalen > Droogtijd.
● Voor het bijsnijden van de voorrand van het papier als dit is beschadigd of niet recht is. ● Om het papier door te voeren en af te snijden wanneer de automatische snijder is uitgeschakeld. ● Om de wachttijd te annuleren en de beschikbare pagina's direct af te drukken, indien de printer wacht om meerdere pagina's te nesten. OPMERKING: De printkoppen ondergaan na elke afdruk een onderhoudsbeurt en het papier kan pas worden gesneden nadat dit proces is afgerond, waardoor u een vertraging kunt bemerken.
6 Werken met twee rollen (alleen Z5600) ● De toepassingen van een printer met meer rollen ● De manier waarop de printer taken toewijst aan papierrollen De toepassingen van een printer met meer rollen Een printer met meer rollen kan om verschillende redenen handig zijn: ● De printer kan, afhankelijk van uw voorkeur, automatisch tussen verschillende papiersoorten schakelen. ● De printer kan, afhankelijk van uw voorkeur, automatisch tussen verschillende papierbreedtes schakelen.
Het printerstuurprogramma voor Windows laat u weten welke papiersoorten en breedtes er momenteel zijn geladen in de printer en op welke rollen. Hier volgen enkele instellingen die kunnen worden gebruikt in een aantal standaardsituaties. OPMERKING: De instellingen Soort is en Bron is bevinden zich in het printerstuurprogramma en de geïntegreerde webserver. Het Rolverwisselbeleid wordt ingesteld op het frontpanel.
7 NLWW Afdrukken ● Inleiding ● Opslaan op een USB-flashstation ● Afdrukken vanaf een computer met de geïntegreerde webserver of HP DesignJet Utility ● Afdrukken vanaf een computer met een printerstuurprogramma ● Geavanceerde afdrukinstellingen 51
Inleiding U kunt op de volgende wijzen afdrukken, afhankelijk van uw omstandigheden en voorkeuren. ● Druk een TIFF-, JPEG-, HP-GL/2-, RTL-, PDF- of PostScript-bestand direct af vanaf een USB-flash-station. Zie Opslaan op een USB-flashstation op pagina 52. ● Druk een bestand af dat al in de afdrukwachtrij staat. Zie Een taak uit de afdrukwachtrij opnieuw afdrukken op pagina 69.
● Met Formaat kunt u de afdruk op twee verschillende manieren van grootte veranderen: naar een percentage van zijn originele formaat, of om op een bepaald papierformaat te passen. De standaardwaarde is 100% (het originele formaat). ● Met Kleur kunt u kiezen tussen afdrukken in kleuren of in grijstinten. ● Met Afdrukkwaliteit kunt u de afdrukkwaliteit instellen op Best, Normal of Fast.
Druk op de knop Bestanden toevoegen om de bestanden op uw computer te selecteren die u wilt afdrukken. De bestanden moeten in één van de volgende indelingen zijn: ● HP-GL/2 ● HP RTL ● TIFF ● JPEG ● PDF ● PostScript OPMERKING: Als u een bestand afdrukt moet het bestand in een van de indelingen hierboven zijn, maar de naam kan een andere extensie hebben zoals .plt of .prn. Als de bestanden niet in een van deze indelingen zijn dan worden ze niet met goed gevolg afgedrukt.
Geavanceerde afdrukinstellingen De rest van dit hoofdstuk legt de verschillende afdrukinstellingen uit die u kunt gebruiken als u met een printerstuurprogramma, de geïntegreerde webserver of HP DesignJet Utility afdrukt. Deze methoden bieden een relatief groot aantal instellingen om aan alle vereisten te kunnen voldoen. TIP: Over het algemeen wordt aanbevolen dat u de standaardinstellingen gebruikt, tenzij u weet dat deze niet voldoen aan uw vereisten.
Papierformaat selecteren U kunt het papierformaat op de volgende manieren instellen: OPMERKING: Het papierformaat dat hier wordt geselecteerd, moet het papierformaat zijn waarin het document werd gemaakt. Het is mogelijk de schaling van het document te wijzigen in een ander formaat om af te drukken. Zie Een afdruk opnieuw schalen op pagina 58. ● In het dialoogvenster van het Windows-stuurprogramma: selecteer het tabblad Papier/kwaliteit en selecteer het papierformaat uit de lijst Documentformaat.
3. Markeer in het tabblad Formulieren de optie Een nieuw formulier maken. 4. Voer de naam en afmetingen van uw nieuwe papierformaat in. Laat de marges op 0,00 staan. 5. Druk op de knop Formulier opslaan. 6. Ga naar het printerstuurprogramma en selecteer het tabblad Papier/kwaliteit. 7. Selecteer Meer... uit de vervolgkeuzelijst van papierformaten. 8. Selecteer uw nieuwe papierformaat in de groep van aangepaste formaten.
OPMERKING: Onder Mac OS X zijn de beschikbare marge-opties afhankelijk van het geselecteerde papierformaat. Voor afdrukken zonder rand moet u bijvoorbeeld een papierformaatnaam kiezen waarin de woorden 'no margins' (geen marges) zitten. ● Standaard. Uw afbeelding wordt afgedrukt op een pagina in het formaat dat u hebt geselecteerd, met een smalle marge tussen de randen van de afbeelding en de randen van het papier. De afbeelding moet klein genoeg zijn om tussen de marges te passen. ● Groter.
afbeelding afdrukt, wordt deze vergroot tot de afmetingen van de A2-pagina. Als u het papierformaat ISO A4 hebt geselecteerd, verkleint de printer een grotere afbeelding tot A4-afmetingen. – Met de optie Percentage van werkelijke formaat wordt het afdrukbare gebied van het oorspronkelijke papierformaat (de pagina met aftrek van de marges) vergroot met het aangegeven percentage en worden vervolgens de marges toegevoegd om het formaat van het uitvoerpapier te maken.
● ● – Gebruik de afdrukvoorbeeldoptie van uw toepassing. – Controleer de optie Voorbeeld weergeven vóór afdrukken. Deze vindt u op het tabblad Papier/ kwaliteit van het stuurprogramma en het tabblad Functies. Deze voorbeeldweergave wordt door de geïntegreerde webserver verschaft en zal in een webbrowserscherm verschijnen. Om een afdrukvoorbeeld in Mac OS X weer te geven, hebt u de volgende opties: – Gebruik de afdrukvoorbeeldoptie van uw toepassing.
Afdrukken met hoge kwaliteit U kunt op de volgende manieren een hoge afdrukkwaliteit instellen: ● In het dialoogvenster van het Windows-stuurprogramma: ga naar het tabblad Papier/kwaliteit en kijk naar het gedeelte Print Quality (Afdrukkwaliteit). Verplaats de schuifbalk van de afdrukkwaliteit helemaal naar rechts ('Quality': kwaliteit).
● In het dialoogvenster van het Windows-stuurprogramma: selecteer het tabblad Papier/kwaliteit en druk op de knop Marges/lay-out. Selecteer vervolgens Zonder randen. ● In het dialoogvenster voor pagina-instelling in Mac OS X: selecteer een papierformaatnaam die de woorden 'geen marges' bevat. Selecteer vervolgens in het dialoogvenster Afdrukken, Marges/opmaak > Zonder randen. OPMERKING: Afdrukken.
Zuinig omgaan met papier Hier volgt een aantal tips om zuinig om te gaan met papier: ● Als u relatief kleine afbeeldingen of documentpagina's afdrukt, kunt u nesten gebruiken om ze zij-aan-zij af te drukken in plaats van onder elkaar. Zie Taken nesten om rolpapier te besparen op pagina 63.
Welke pagina's zijn geschikt voor nesten? Om in hetzelfde nest te worden opgenomen, moeten de afzonderlijke pagina's compatibel zijn op alle volgende gebieden: ● Alle pagina's moeten dezelfde instelling voor afdrukkwaliteit hebben (Economode, Fast, Normal of Best). ● Alle pagina's moeten dezelfde instelling voor Maximale details hebben. ● Alle pagina's moeten dezelfde instelling voor Lay-out/Marges hebben. ● Alle pagina's moeten dezelfde instelling voor Gespiegelde afbeelding hebben.
Rolbescherming Als u ervoor kiest om een rol te beschermen, worden er alleen taken op afgedrukt als voor de taak specifiek het rolnummer of de papiersoort dat op de rol is geladen, wordt opgegeven. Dit kan handig zijn in de volgende gevallen. ● Om ervoor te zorgen dat personen niet per ongeluk onbelangrijke taken afdrukken op duur papier. ● Om te voorkomen dat u vanuit AutoCAD afdrukt op een specifieke rol zonder dat er interactie is met het HPprinterstuurprogramma.
Aanbevolen instellingen voor onbeheerd afdrukken 66 Type afdruk Afdrukmodus Maximale details Droogtijd Papiersoorten Lijnen Normaal Uit Optimal (Optimaal) Met coating, Bond, Extra zwaar met coating, Glanzend Lijnen en vullingen Normaal Uit Optimal (Optimaal) Met coating, Bond, Extra zwaar met coating, Glanzend Kaarten Best Uit Optimal (Optimaal) Met coating, Extra zwaar met coating, Glanzend Renderings, foto's Best Uit Optimal (Optimaal) Met coating, Extra zwaar met coating, Glanze
8 Afdrukken via het web Uw printer kan worden verbonden met het web, wat verschillende voordelen biedt: ● Automatische firmware-updates (zie De firmware bijwerken op pagina 115) ● Afdrukken naar uw printer door het een e-mail bericht te verzenden met het bestand dat moet worden afgedrukt als bijlage. PDF, TIFF- en JPG bestanden worden ondersteund. Ga voor de meest recente informatie naar http://www.hp.com/go/designjeteprinters.
9 Taakwachtrijbeheer ● De taakwachtrij in het frontpanel ● De afdrukwachtrij in de geïntegreerde webserver of HP DesignJet Utility De taakwachtrij in het frontpanel Om de taakwachtrij op het frontpanel weer te geven, drukt u op op het startscherm. Taakwachtrijpagina De taakwachtrijpagina geeft alle afdruktaken weer die beschikbaar zijn in de taakwachtrij. De taakwachtrij bevat afdruktaken die worden ontvangen, geparseerd, weergegeven, afgedrukt en al zijn afgedrukt.
U kunt aangeven wanneer u een bestand uit de wachtrij wilt afdrukken. Druk achtereenvolgens op , , Configuratie > Taakbeheeropties > Wanneer beginnen met afdrukken. Er zijn drie opties: ● Als u Na verwerking selecteert, wacht de printer met afdrukken tot de hele pagina is verwerkt. Dit is de traagste instelling, maar zorgt voor de beste afdrukkwaliteit bij grote of complexe afdrukken. ● Als u Onmiddellijk selecteert, drukt de printer de pagina af terwijl deze wordt verwerkt.
U kunt op dezelfde manier een taak verwijderen die nog niet is afgedrukt. Als de afdruktaak momenteel wordt afgedrukt (de status staat op printing), kunt u drukken op Annuleren en vervolgens op Verwijderen. Alle afdruktaken verwijderen Om alle taken in een wachtrij te verwijderen, klikt u op de knop Opties rechtsboven in het taakwachtrijscherm en drukt u vervolgens op Alle taken verwijderen. OPMERKING: Als er een beheerderswachtwoord is ingesteld, is dit vereist.
De afdrukwachtrij in de geïntegreerde webserver of HP DesignJet Utility HP DesignJet Utility zorgt voor een andere manier om toegang te krijgen tot de taakbeheerfaciliteiten van de geïntegreerde webserver, maar de faciliteiten zijn exact hetzelfde, of u nu de geïntegreerde webserver of HP DesignJet Utility gebruikt. Om de afdrukwachtrij in de geïntegreerde webserver weer te geven, selecteert u Afdrukwachtrij in het tabblad Algemeen.
OPMERKING: De afdrukwachtrijpagina wordt niet automatisch bijgewerkt. Afdrukvoorbeeld De printer genereert een JPEG-bestand die kan worden weergegeven als een afdrukvoorbeeld voor elke binnenkomende afdruktaak. Afdrukvoorbeelden zijn beschikbaar vanaf het moment dat de afdruktaak is verwerkt. OPMERKING: kan zorgen.
Een taak uit de afdrukwachtrij verwijderen In normale omstandigheden hoeft u een taak niet uit de wachtrij te verwijderen nadat deze is afgedrukt, omdat de taak automatisch wordt verwijderd wanneer het eind van de wachtrij bereikt wordt door extra afdruktaken. Als u echter een foutief bestand hebt verzonden en u dit liever niet wil afdrukken, kunt u de taak selecteren en Verwijderen selecteren. U kunt op dezelfde manier een taak verwijderen die nog niet is afgedrukt.
kan schakelen. Laat het vereiste papier, zie Papiertoevoer op pagina 32 en klik op Doorgaan om de taak voort te zetten. ● Wachten op tellen: de taak kan niet worden afgedrukt omdat voor de printer alle taken een account-id moeten hebben: voer de account-id in en klik vervolgens op Doorgaan om de taak te hervatten TIP: Zie Account-id vereisen op pagina 26 voor het instellen van een account-id.
10 Kleurbeheer NLWW ● Inleiding ● Hoe kleuren worden weergegeven ● Een samenvatting van het kleurbeheerproces ● Kleurkalibratie ● Kleurbeheer van printerstuurprogramma's ● Kleurbeheer voor de printerdriver ● Kleurbeheer via de geïntegreerde webserver ● Een kleurenfax verzenden met behulp van het frontpanel 75
Inleiding Kleurbeheer wordt uitgevoerd met een set hulpprogramma's waarmee u een kleur zo accuraat mogelijk kunt reproduceren op een willekeurige display of afdrukapparaat. Daarnaast is uw printer ontworpen met geavanceerde hardware- en softwarefuncties om voorspelbare en betrouwbare resultaten te waarborgen. ● Kleurkalibratie voor consistente kleuren. ● De Photo Black-inkt zorgt voor pure zwarten als u op fotopapier afdrukt.
● Wanneer er een printkop wordt vervangen ● Wanneer er een nieuwe papiersoort wordt geladen die nog niet met de huidige printkoppen is gekalibreerd ● Wanneer de omgevingsomstandigheden (temperatuur en vochtigheid) sterk veranderen U kunt de kalibratiestatus van het huidige geladen papier op elk moment controleren door op het frontpanel op te drukken en vervolgens op ● . Een van de volgende statussen kan worden weergegeven: Aanbevolen: het papier is niet gekalibreerd.
Kleurbeheer van printerstuurprogramma's Kleurbeheeropties Het doel van kleurbeheer is de kleuren zo accuraat mogelijk op alle apparaten te reproduceren: zodat, wanneer u een afbeelding afdrukt, u kleuren ziet die sterk lijken op de kleuren van de afbeelding op een beeldscherm.
opgegeven printer met een opgegeven papiertype. Deze technologie is gemaakt om emulaties te produceren die lijken op die handmatig geïnstalleerd worden door prepress-professionals. Om HP Professional PANTONE Emulation te gebruiken hoeft u het alleen maar aan te zetten. In feite staat het standaard aan. ● In het dialoogvenster van het Windows-stuurprogramma: ga naar het tabblad Kleur en selecteer HP Professional PANTONE-emulatie.
Kleurbeheer via de geïntegreerde webserver Pagina Submit Job (Taak verzenden) Als u taken verstuurd naar de printer met de pagina Submit Job van de geïntegreerde webserver, hebt u de volgende kleurbeheeropties. Als u een optie op Standaard laat staan, wordt de instelling gebruikt die in de taak is opgeslagen. Als de taak geen instelling voor de desbetreffende taak bevat, wordt de instelling van de printer gebruikt. Alle taken ● Kleur/Grijswaarden. u kunt kiezen om in kleur af te drukken of in grijstinten.
PANTON-stalenboeken afdrukken U kunt ook de geïntegreerde webserver of HP DesignJet Utility gebruiken om een stalenboek af te drukken die emulaties van PANTONE-kleuren weergeeft zoals ze door uw printer worden gemaakt, samen met een meting van het kleurverschil (ΔE) tussen elke emulatie en de orignele PANTONE-steunkleur.. Om het stalenboek te gebruiken, selecteert u het tabblad Algemeen, en vervolgens HP Professional PANTONEemulatie.
Alleen PostScript- en PDF-taken 82 ● Selecteer CMYK-bronprofiel: u kunt kiezen uit een selectie CMYK-bronprofielen die herkend worden door de printer. Default (Standaard): US Coated SWOP v2. ● De rendering intent instellen: u kunt de rendering intent kiezen. Default (Standaard): Perceptueel: ● Zwartpuntcompensatie: u kunt de zwartpuntcompensatie uit- of aanzetten. Default (Standaard): Aan. ● HP Professional PANTONE-emulatie: u kunt HP Professional PANTONE Emulation uit- of aanzetten.
11 Praktische afdrukvoorbeelden NLWW ● Een proefontwerp afdrukken voor herziening op de juiste schaal ● Een bestand afdrukken met de juiste kleuren ● Een project afdrukken ● Een presentatie afdrukken ● Afdrukken en schaal aanpassen vanuit Microsoft Office 83
Een proefontwerp afdrukken voor herziening op de juiste schaal Dit gedeelte toont hoe u een proefontwerp kunt afdrukken voor revisie met de juiste schaal via Adobe Acrobat. Adobe Acrobat gebruiken 1. Verplaats in het Acrobat-venster de muiscursor naar linksonder in het documentendeelvenster om het pagina-formaat te controleren. 2. Selecteer File > Print en zorg ervoor dat Page Scaling is ingesteld op None. OPMERKING: Het paginaformaat wordt niet automatisch geselecteerd volgens het afbeeldingsformaat.
kunnen niet worden gewijzigd. Zo kunt u bijvoorbeeld geen werkkleurruimte selecteren; er wordt een standaardkleurruimte, meestal sRGB, toegepast. Deze kleurruimte wordt onder andere gebruikt bij de weergave van bestanden op het scherm. De kleurruimte wordt ook gebruikt als alternatief kleurprofiel als er geen kleurprofiel is opgegeven in een bestand, zoals verderop wordt uitgelegd. Acrobat Reader-afdrukdialoogvenster Het afdrukproces is zeer eenvoudig. 1.
86 2. Wijzig de kleurinstellingen in het eigenschappenvenster van het stuurprogramma. 3. Klik op de knop Geavanceerd in het afdrukdialoogvenster om kleurbeheeropties in te stellen. Schakel het selectievakje Printer bepaalt de kleuren in. HP raadt aan om de andere selectievakjes voor kleurbeheer eveneens in te schakelen, die de zuiverheid van bepaalde kleuren behouden: Grijstinten behandelen als K , Zwart behouden en Primaire CMYK-kleuren behouden. 4.
Adobe Acrobat Pro gebruiken Acrobat Pro is een professionele toepassing met uitgebreid kleurbeheer. In dit gedeelte worden de opties beschreven waarmee u een werkleurruimte selecteert, afbeeldingen converteert naar de gewenste kleurruimte en afdrukt. NLWW 1. PDF-bestanden bevatten mogelijk geen kleurprofiel. Bij gebrek aan een kleurprofiel gebruikt Acrobat standaard een werkkleurruimte. Als u een werkkleurruimte wilt kiezen, klikt u eerst op Bewerken > Voorkeuren. 2.
3. PDF-bestanden kunnen elementen met verschillende kleurprofielen bevatten. Sommige PDF-bestanden hebben kleurprofielen, andere misschien niet. De kleurruimte wordt alleen toegepast op bestanden zonder kleurprofiel. Als u een bepaald kleurprofiel aan het document wilt koppelen, moet u de inhoud van het document als volgt converteren. Selecteer eerst Kleuren converteren in Weergave > Extra > Productie of door op het pictogram op de statusbalk te klikken. 4.
U kunt ook een standaardkleurprofiel selecteren, dat wordt gebruikt voor elementen zonder kleurprofiel. HP raadt aan: ● RGB: kies sRGB- of Adobe RGB; de laatste biedt doorgaans levendigere kleuren. ● CMYK: Kies papier met coating FOGRA39 of US Web Coated (SWOP) v2. 6. Druk op de knop Geavanceerd in het afdrukdialoogvenster, stel Kleurverwerking in op Kleurbeheer van de Printer en klik op OK. 7. Klik in het afdrukdialoogvenster op de knop Afdrukken om het document af te drukken.
AutoCAD gebruiken 1. Het AutoCAD-venster kan een model of layout weergeven. Meestal wordt liever de layout afgedrukt dan het model. 2. Klik op het pictogram Winkelen onderaan het venster van. 3. Het venster TV wordt geopend. 4. U kunt meerdere opties bekijken door te drukken op de ronde knop rechts onderin het venster. OPMERKING: De kwaliteitsoptie hier verwijst niet naar de uiteindelijke afdrukkwaliteit maar naar de kwaliteit van AutoCAD-viewportobjecten die worden verzonden om af te drukken. 5.
9. Als u van plan bent op een rol papier af te drukken dan moet u bepalen waar de printer het papier moet bijsnijden. Druk op de knop Marges/opmaak en selecteer Inhoud knippen volgens marges. 10. Selecteer het tabblad Eigenschappen en selecteer de optie Automatisch draaien en Snijlijnen. Autorotatie kan helpen voorkomen dat u onnodig papier verspild en de snijlijnen laten zien waar het papier na het afdrukken te knippen. 11. Druk op de knop OK en sla uw configuratiewijzigingen op als een PC3-bestand. 12.
Druk op de knop Bestanden toevoegen, of (Bestand kiezen, Een ander bestand toevoegen om de bestanden op uw computer te selecteren die u wilt afdrukken. De bestanden moeten in één van de volgende indelingen zijn: ● PDF ● PostScript ● TIFF ● JPEG ● HP-GL/2 ● HP RTL OPMERKING: Als u een bestand afdrukt moet het bestand in een van de indelingen hierboven zijn, maar de naam kan een andere extensie hebben zoals .plt of .prn.
AutoCAD gebruiken 1. Open het Autocad-bestand en selecteer een lay-out. 2. Klik op het pictogram Winkelen onderaan het venster van. 3. Controleer of de juiste printer is geselecteerd en druk vervolgens op de knop Eigenschappen. 4. Selecteer het tabblad Apparaat- en documentinstellingen en druk op de knop Custom Properties. 5. In het tabblad Papier/Kwaliteit, controleert u het vakje Voorbeeld weergeven vóór afdrukken en selecteer de papiersoort die u van plan bent te gebruiken.
7. Als u van plan bent op een rol papier af te drukken dan moet u bepalen waar de printer het papier moet bijsnijden. Druk op de knop Marges/opmaak en selecteer Inhoud knippen volgens marges. 8. Als u foto of glanzend papier gebruikt, kunt u Zonder rand afdrukken selecteren. 9. Selecteer het tabblad Eigenschappen en selecteer de optie Automatisch draaien en Snijlijnen. Autorotatie kan helpen voorkomen dat u onnodig papier verspild en de snijlijnen laten zien waar het papier na het afdrukken te knippen.
11. Als u hebt gedrukt op de knop OK op het venster Waarnemingspunt, dan zal de printer een afdrukvoorbeeld samenstellen. Met Adobe Photoshop 1. Selecteer in Photoshop Bestand > Afdrukken en selecteer vervolgens uw printer. 2. Selecteer Afdrukinstellingen en vervolgens het tabblad Papier/kwaliteit. 3. Kies uit de beschibkare papiersoorten. Als u het gewenste papierformaat neit vindt, druk dan op de knop Aangepast. Voer de breedte, de lengte en de naam van uw aangepaste papierformaat in.
Afdrukken en schaal aanpassen vanuit Microsoft Office In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u kunt afdrukken en schalen vanuit Microsoft Office 2013. PowerPoint gebruiken 1. Selecteer het tabblad Bestand en vervolgens Print, en selecteer de naam van uw printer. 2. Selecteer Printereigenschappen > Functies > Documentatie afdrukken op om het document te schalen op een bepaalde grootte. 3. Selecteer het tabblad Papier/kwaliteit en selecteer vervolgens Paper Source en Paper Type. 4.
3. Selecteer Pagina-instelling, en kies het Papierformaat dat u wilt. 4. Selecteer Opties om naar het printerstuurprogramma te gaan. De standaardopties in het tabblad Papier/ kwaliteit zijn waarschijnlijk geschikt: Papierbron: Automatische papierselectie en Papiersoort: Printerinstellingen gebruiken. 5. Selecteer Functies > Document afdrukken op om het document te schalen op een bepaalde grootte. U kunt ook de schaal van het document aanpassen in Project. MS Excel NLWW 1.
12 Printergebruiksgegevens ophalen 98 ● Printertelgegevens verkrijgen ● Gebruiksstatistieken controleren ● Gebruiksstatistieken voor een taak controleren ● Telgegevens aanvragen per e-mail Hoofdstuk 12 Printergebruiksgegevens ophalen NLWW
Printertelgegevens verkrijgen Er zijn verschillende manieren waarop u telgegevens kunt opvragen van uw printer. ● Statistische informatie over het gebruik van de printer weergeven voor de hele levensduur van de printer, zie Gebruiksstatistieken controleren op pagina 99. ● Voor informatie over het inkt- en papierverbruik weergeven voor elk van uw recente taken met HP DesignJet Utility, zie Gebruiksstatistieken voor een taak controleren op pagina 99.
OPMERKING: De nauwkeurigheid van de gebruiksstatistieken is niet gegarandeerd. Telgegevens met HP DesignJet Utility 1. Zie HP DesignJet Utility openen op pagina 28 voor informatie over toegang tot HP DesignJet Utility. 2. In Windows selecteert u Taakcentrum om informatie over de meest recente taken weer te geven en klikt u op de koppeling Telgegevens. Selecteer in Mac OS X Job Accounting en klik op de knop Look Up. Taak verzenden via de geïntegreerde webserver 1.
14. Stel Telbestanden verzenden elke in op de frequentie waarin u wilt dat de gegevens worden verzonden. U kiest een specifiek aantal dagen of afdrukken. 15. Mogelijk wilt u Persoonlijke informatie van tel-e-mail uitsluiten instellen op Aan, zodat de telberichten geen persoonlijke gegevens bevatten. Als deze optie op Uit staat, worden gegevens als gebruikersnaam, taaknaam en account-id niet inbegrepen.
13 Omgaan met inktcartridges en printkoppen ● Over de inktcartridges ● De status van de inktcartridges controleren ● Een inktcartridge verwijderen ● Een inktcartridge plaatsen ● Over de printkoppen ● De printerstatus controleren ● Een printkop verwijderen ● Printkop plaatsen 102 Hoofdstuk 13 Omgaan met inktcartridges en printkoppen NLWW
Over de inktcartridges Inktcartridges bevatten inkt en zijn verbonden met de printkoppen waaruit de inkt op het substraat wordt afgezet. Zie Accessoires op pagina 118 om extra printkoppen aan te schaffen. VOORZICHTIG: Neem de veiligheidsmaatregelen in acht wanneer u met inktcartridges werkt omdat de cartridges gevoelig zijn voor ESD (zie de Woordenlijst op pagina 176). Voorkom contact met de pennen, geleiders en het circuit. OPMERKING: Deze printer is niet ontworpen om continue inktsystemen te gebruiken.
1. Druk vanuit het frontpanel op , dan op U kunt ook achtereenvolgens drukken op , vervolgens op Inktcartridges vervangen. , , Inkt > Inktcartridges vervangen. 2. Open de inktcartridgedeur aan de linkerkant van de printer. 3. Ga naar de inktcartridge die u wilt verwijderen. 4. Trek de cartridge naar buiten OPMERKING: Raak het utieinde van de cartridge dat u in de printer plaatst, niet aan omdat er zich inkt kan bevinden op de verbinding. OPMERKING: 5.
Een inktcartridge plaatsen 1. Voordat u de cartridge uit de verpakking haalt moet u deze stevig schudden. 2. Zoek het etiket met de inktkleur op de nieuwe inktcartridge. Controleer of de letter of de letters die de lege opening markeren (in deze illustraties de M voor magenta) overeenkomen met de letter of letters op het cartridgelabel. 3. Plaats de inktcartridge in zijn sleuf. 4. Duw de cartridge stevig in de houder totdat de cartridge op zijn plaats klikt.
Over de printkoppen De printkoppen zijn verbonden met de inktcartridges en spuit de inkt op het papier. VOORZICHTIG: Neem de veiligheidsmaatregelen in acht wanneer u met printkoppen werkt omdat deze gevoelig zijn voor ESD (zie de Woordenlijst op pagina 176). Voorkom contact met de pennen, geleiders en het circuit. De printerstatus controleren De printer controleert na iedere afdruk automatisch de printkoppen en voert een servicebeurt uit. Volg onderstaande stappen voor meer informatie over de printkoppen.
1. Druk vanuit het frontpanel op U kunt ook drukken op 2. , dan op , dan op , vervolgens op Printkop vervangen. , en vervolgens op Inkt > Printkop vervangen. De printer verplaatst de wagen naar de juiste positie. VOORZICHTIG: Wanneer de wagen langer dan 3 minuten in de verwijderstand blijft staan zonder dat een inktkop worden geplaatst of verwijderd, probeert deze terug te rijden naar de normale positie (rechteruiteinde). NLWW 3.
7. Hierdoor krijgt u toegang tot de printkoppen. 8. Zet de blauwe hendel omhoog om een printkop te verwijderen. 9. Gebruik de blauwe hendel om de printkop voorzichtig los te maken.
10. Trek de blauwe hendel voorzichtig omhoog tot de printkop los komt uit de wagen. VOORZICHTIG: Ga niet te bruusk te werk, omdat de printkop hierdoor beschadigd kan raken. 11. Het frontpanel geeft aan welke printkop ontbreekt. Printkop plaatsen OPMERKING: U kunt geen nieuwe printkop met succes plaatsen als een van de aangesloten inktcartridges leeg of bijna leeg is. In dit geval moet u de inktcartridge vervangen voordat u de nieuwe printkop plaatst. NLWW 1.
3. Plaats de nieuwe printkop in de juiste wagensleuf. VOORZICHTIG: Plaats de printkop langzaam en verticaal, recht omlaag. Als u de kop te snel of onder een bepaalde hoek plaatst, of als u deze bij het plaatsen roteert, kan de kop beschadigd raken. 4. Druk de kop omlaag zoals is aangegeven door de pijl in de volgende figuur. VOORZICHTIG: Mogelijk voelt u enige weerstand bij het plaatsen van de nieuwe printkop. Oefen daarom stevige druk uit maar ga altijd voorzichtig te werk.
6. Controleer of het uiteinde van de blauwe hendel in de draadlus grijpt aan de dichtstbijzijnde kant van de wagen. 7. Laat de hendel rusten op de afdekplaat van de wagen. Wanneer alle printkoppen correct zijn geplaatst en door de printer zijn geaccepteerd, geeft de printer een piepsignaal. OPMERKING: Als u geen geluidssignaal hoort wanneer u de printkop plaatst en het bericht Vervang op het frontpanel verschijnt, moet u mogelijk de printkop verwijderen en opnieuw plaatsen. NLWW 8. Sluit het venster.
automatisch met het uitlijnen van de printkop als er papier is geladen. Zie Printkoppen uitlijnen op pagina 156. 10. Het wordt aanbevolen om een kleurkalibratie uit te voeren nadat u een nieuwe printkop hebt geplaatst. Zie Kleurkalibratie op pagina 76.
14 De printer onderhouden NLWW ● Printerstatus controleren ● De buitenkant van de printer reinigen ● De inktcartridges onderhouden ● De printer verplaatsen of opslaan ● De firmware bijwerken ● De software bijwerken ● Printeronderhoudspakketten ● Secure Disk Erase (Schijf veilig wissen) 113
Printerstatus controleren U kunt de actuele status van de printer op verschillende manieren controleren: ● Als u HP DesignJet Utility start en uw printer selecteert, dan ziet u een pagina met informatie waarin de status van de printer en de papier- en inkttoebehoren daarvan worden beschreven. ● Als u de geïntegreerde webserver opvraagt, ziet u informatie over de algemene status van de printer. De pagina Toebehoren in het tabblad Main beschrijft de status van het papier en de inkt.
Als u de printer voor langere tijd gaat opslaan, volg dan de stappen hieronder. 1. Schakel de voeding uit met de Aan/uit toets op het frontpanel. 2. Zet ook de Aan/uit-schakelaar aan de achterkant van de printer uit. 3. Koppel het netsnoer van de printer los. VOORZICHTIG: veroorzaken. Als u de printer ondersteboven houdt, kan er inkt uit de printer lekken, wat ernstige schade kan Wanneer de printer weer is ingeschakeld, duurt het initialiseren en controleren van de printkoppen ongeveer drie minuten.
Belangrijke opmerkingen ● Uw printer moet zijn verbonden met het internet, zie Uw op het web aangesloten printer instellen op pagina 20. ● Om automatische firmware-updates te configureren, kunt u gebruik maken van het frontpanel of de geïntegreerde webserver, zie Uw op het web aangesloten printer instellen op pagina 20. ● Als er een beheerderswachtwoord is ingesteld, moeten deze instellingen worden veranderd. ● Een firmware-updatepakket kan groot zijn.
Secure Disk Erase (Schijf veilig wissen) De harde schijf van de printer wordt gebruikt als tijdelijk opslaggebied voor afdruktaken. De functie Secure Disk Erase (Schijf beveiligd wissen) kan volledig de gegevens vanaf de vaste schijf wissen om deze te beschermen tegen onbevoegde toegang. U kunt kiezen bepaalde bestanden of de harde schijf te wissen.
15 Accessoires ● Benodigdheden en accessoires bestellen ● Inleiding tot de accessoires 118 Hoofdstuk 15 Accessoires NLWW
Benodigdheden en accessoires bestellen U kunt op twee manieren accessoires voor uw printer bestellen: ● Bezoek http://www.hplfmedia.com op internet. ● Neem contact op met HP Support (zie Neem contact op met HP Support op pagina 171). In de rest van dit hoofdstuk vindt u de beschikbare toebehoren en accessoires, en de onderdeelnummers. Inktbenodigdheden bestellen U kunt de volgende inktbenodigdheden bestellen voor uw printer.
● (A) geeft papiersoorten aan die verkrijgbaar zijn in Azië (behalve in Japan) ● (C) geeft papiersoorten aan die verkrijgbaar zijn in China ● (E) geeft papiersoorten aan die verkrijgbaar zijn in Europa, het Midden-Oosten en Afrika ● (J) geeft papiersoorten aan die verkrijgbaar zijn in Japan ● (L) geeft papiersoorten aan die verkrijgbaar zijn in Latijns-Amerika ● (N) geeft papiersoorten aan die verkrijgbaar zijn in Noord-Amerika Het papier is in alle regio's verkrijgbaar wanneer het onderdeelnumm
Rol papier (vervolg) Papiersoort HP Everyday Adhesive Matte Polypropylene HP Everyday klevend, glanzend polypropyleen HP Universeel vinyl met kleefrug g/m2 Lengte Breedte Productnummer 120 22,9 m 610 mm C0F18A 914 mm C0F19A 1067 mm C0F20A 914 mm C0F28A 1067 mm C0F29A 914 mm C2T51A 1067 mm C2T52A 914 mm C0F08A 610 mm Q8675C 914 mm Q1898C 1067 mm Q1899C 914 mm C2T53A (AEN) 1067 mm C2T54A (AEN) 610 mm CH022A 914 mm CH023A 1067 mm CH025A 914 mm CH024A 168 met strook 120
Rol papier (vervolg) Papiersoort HP papier met coating, extra zwaar g/m2 Lengte Breedte Productnummer 594 mm (A1) Q1445A 610 mm C1860A 610 mm C6035A 841 mm (A0) Q1444A 914 mm C6036A 914 mm C1861A 91,4 m 914 mm C6810A 130 30,5 m 610 mm C6029C 914 mm C6030C 1067 mm C6569C 1067 mm Q1956A 420 mm (A2) Q1443A 594 mm (A1) Q1442A 610 mm C6019B 841 mm (A0) Q1441A 914 mm C6020B 1067 mm C6567B 91,4 m 914 mm C6980A 390 15,2 m 610 mm E4J54B 914 mm E4J55B 1067 mm E4J56B
Inleiding tot de accessoires As Met extra assen kunt u snel van het ene papiersoort overstappen op een andere. Jetdirect printserver Jetdirect-printservers ondersteunen extra verbinding en beveiligingsopties dan die waarin in het standaard Ethernet-interface is ingebouwd in de printer.
16 Problemen met papier oplossen ● Het lukt niet om het papier te laden ● papiersoort niet aanwezig in driver ● Er is afgedrukt op de verkeerde papiersoort ● Automatisch afsnijden niet beschikbaar ● In de wacht voor papier ● De rol papier voert niet door ● Het papier is vastgelopen ● Er is nog een strook aanwezig in de uitvoerlade die een papierstoring veroorzaakt ● De printer geeft de melding dat er geen papier is wanneer er wel papier beschikbaar is ● Afdrukken vallen niet netjes in de
Het lukt niet om het papier te laden ● Controleer of er geen papier al geladen is. ● Zorg ervoor dat het papier ver genoeg in de printer is: U moet de printer voelen Pak het papier. ● Probeer het papier niet recht te trekken tijdens het uitlijningsproces, tenzij hiertoe geïnstrueerd op het frontpanel. De printer zal automatisch proberen het papier recht te trekken. ● Mogelijk is het papier verfrommeld of scheefgetrokken, of heeft het onregelmatige randen.
Als u opnieuw wilt beginnen met het laadproces, annuleer dan het proces op het frontpanel en rol het papier op vanaf het uiteinde van de as totdat de rand uit de printer is. OPMERKING: Als de rol los van de kern is komen te zitten, dan kan de printer het papier niet laden. Vel laden mislukt ● Leid het vel wanneer de printer het vindt. Doe dit vooral bij dikkere vellen. ● Zorg ervoor dat het vel is uitgelijnd met de referentielijn op de klep van de rol.
papiersoort niet aanwezig in driver Om te werken met papier dat niet aanwezig is in het stuurprogramma, kunt u uw papier gebruiken als een van de voorinstellingen in het stuurprogramma. U moet echter opgeven of het doorschijnend, transparant, glanzend of mat papier betreft. OPMERKING: Voor glanzend papier, is het belangrijk dat u een glanzend papiersoort gebruikt, omdat matte zwarte inkt niet goed wordt afgedrukt op glanzend papier.
● Zwaar papier met coating ● Super zwaar papier met coating Zie Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen op pagina 137 voor andere problemen met de beeldkwaliteit Er is afgedrukt op de verkeerde papiersoort Als de printer de taak afdrukt voordat u het juiste papier kon laden, hebt u mogelijk Printerinstellingen gebruiken of Willekeurig geselecteerd als papiersoort in het printerstuurprogramma. Als een van beide is geselecteerd, zal de printer direct afdrukken, ongeacht welk papier is geladen.
● De papiersoort die de gebruiker heeft geselecteerd is momenteel niet geladen op de opgegeven rol, of op één van de rollen, als er geen rol is opgegeven. ● De papiersoort die de gebruiker heeft geselecteerd, is in de printer geladen, maar de tekening is te breed voor de rol, of voor beide rollen als de rol nog niet is opgegeven. Als ik een nieuwe rol papier laad, worden de taken die op papier wachten dan automatisch afgedrukt? Ja.
Het papier is vastgelopen Wanneer er een papierstoring optreedt, ziet u normaal gesproken het bericht Mogelijke papierstoring op het scherm van het frontpanel. 1. Schakel de printer uit via het frontpanel en schakel het vervolgens ook op de achterzijde van de printer uit. 2. Open het venster. 3. Probeer de printkopwagen opzij te schuiven.
4. Til de blauwe hendel zo ver mogelijk omhoog. 5. Verwijder voorzichtig al het vastgelopen papier dat u via de bovenkant van de printer kunt lostrekken. VOORZICHTIG: 6. NLWW Verwijder het papier niet zijwaarts, aangezien de printer hierdoor beschadigd kan raken. De rol terugspoelen. Als het papier is vastgelopen en niet verder kan worden teruggespoeld, snijd dit dan van de rol af.
7. Verwijder al het papier uit de achterzijde van de printer. 8. Zet de blauwe hendel omlaag. 9. Sluit het venster.
10. Zet de printer aan. 11. Laad de rol opnieuw of plaats een nieuw vel, zie Papiertoevoer op pagina 32. OPMERKING: Als er papier is achtergebleven waardoor er een belemmering in de printer ontstaat, voer de procedure dan opnieuw uit en verwijder alle stukken papier zorgvuldig.
● Controleer of de mand niet vol is. ● Papier op het einde van de rol kan makkelijk gaan krullen en zo problemen met de uitvoer veroorzaken. Plaats een nieuwe rol, of verwijder elke afdruk handmatig zodra deze is voltooid. Het vel blijft in de printer wanneer het afdrukken is voltooid Het papier blijft achter in de printer zodat de inkt kan drogen, zie De droogtijd wijzigen op pagina 46. Als het papier na het drogen slechts gedeeltelijk wordt uitgeworpen, trek het vel dan voorzichtig uit de printer.
OPMERKING: Als u de firmware van het product bijwerkt, dan worden de papierdoorvoerwaarden terug ingesteld op fabrieksinstellingen, zie De firmware bijwerken op pagina 115. VOORZICHTIG: op Transparant papier en films moeten worden gekalibreerd door te drukken op , vervolgens , dan op Onderhoud afdrukkwaliteit > Kalibratie papierdoorvoer > Papierdoorvoer aanpassen, vanaf stap vier in de procedure Recalibrating the paper advance (Papierdoorvoer opnieuw aan het kalibreren)..
5. Druk op het frontpanel op OK om de waarde op te slaan. 6. Wacht totdat het frontpanel het statusscherm weergeeft en druk uw afbeelding opnieuw af. Terug naar standaard kalibratie Bij terugkeer naar de standaard kalibratie worden alle correcties die zijn aangebracht door de doorvoerkalibratie op nul gezet. Om terug te gaan naar de doorvoerkalibratiewaarde, moet u de kalibratie opnieuw instellen. 1.
17 Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen NLWW ● Algemeen advies ● Wizard Probleemoplossing afdrukkwaliteit ● Horizontale strepen over de afbeelding (banding) ● Thin verticale strepen in de afbeelding ● De hele afbeelding is wazig of korrelig ● Het papier is niet vlak ● De afdruk heeft veegvlekken of krassen ● Inktvlekken op het papier ● Er wordt zwarte inkt afgegeven wanneer u de afdruk aanraakt ● Randen van objecten zijn getrapt of niet scherp ● Randen van objecten zijn donkerder
Algemeen advies Wanneer u problemen hebt met de afdrukkwaliteit, doet u het volgende: ● Voor de beste printerprestaties mag u alleen originele benodigdheden en accessoires van de fabrikant gebruiken, waarvan de betrouwbaarheid en prestaties grondig zijn getest voor probleemloos afdrukken en de hoogst mogelijke kwaliteit. Zie Papier bestellen op pagina 119 voor informatie over aanbevolen papiersoorten.
U kunt ook verder lezen in dit hoofdstuk als u andere problemen met de afdrukkwaliteit hebt. Horizontale strepen over de afbeelding (banding) Als de afgedrukte afbeelding toegevoegde horizontale strepen bevat zoals in het voorbeeld (de kleur kan variëren): 1. Controleer of de papiersoort die u hebt geladen, overeenkomt met de papiersoort die u op het frontpanel en in de software hebt geselecteerd. Zie Informatie over het papier bekijken op pagina 43. 2.
Thin verticale strepen in de afbeelding Als u ziet dun, recht, verticale strepen gescheiden door ongeveer 5 cm, in de gehele breedte van de rol in wordt afgedrukt met donker belangrijkst is, probeert u gevoelig het papier modus voor dat de roll. Zie Gevoelig het papier modus op pagina 42. De hele afbeelding is wazig of korrelig 1. Controleer of de papiersoort die u hebt geladen, overeenkomt met de papiersoort die u op het frontpanel en in de software hebt geselecteerd.
1. Controleer of de papiersoort die u hebt geladen, overeenkomt met de papiersoort die u op het frontpanel en in de software hebt geselecteerd. Zie Informatie over het papier bekijken op pagina 43. 2. Gebruik een dikker papiertype, zoals HP Heavyweight Coated Paper (zwaar papier met coating) of HP Super Heavyweight Plus Matte Paper (extra zwaar mat papier). 3. Kies een papiertype dat iets dunner is dan het papier dat u hebt geladen; hierdoor zal de printer minder inkt gebruiken.
Als u dit probleem detecteert, moet u de afdruktaak onmiddellijk annuleren. Druk op en annuleer de taak ook vanuit de computertoepassing. Doorweekt papier kan de printkop beschadigen. Voer de volgende suggesties uit om dit probleem te voorkomen: 1. Controleer of de papiersoort die u hebt geladen, overeenkomt met de papiersoort die u op het frontpanel en in de software hebt geselecteerd. Zie Informatie over het papier bekijken op pagina 43. 2.
Randen van objecten zijn getrapt of niet scherp Als randen van objecten of lijnen niet goed zijn gedefinieerd of een lichtere dichtheid hebben en als u de schuifbalk voor afdrukkwaliteit al op Kwaliteit hebt gezet in het dialoogvenster van het stuurprogramma, selecteer dan aangepaste opties voor afdrukkwaliteit en zet het kwaliteitsniveau op Normaal. Zie Afdrukken op pagina 51.
1. De beelddiagnoseafdruk afdrukken. Zie De beelddiagnoseafdruk op pagina 149. 2. Overweeg afdrukken met rol papier. 3. Overweeg het gebruik van grotere marges rond uw afbeelding. Verticale lijnen van andere kleuren Als de afdruk verticale banden met verschillende kleuren erlangs heeft: 1. Gebruik een dikkere papiersoort en kies uit aanbevolen papiersoorten zoals HP Heavyweight Coated Paper (zwaar papier met coating) en HP Super Heavyweight Paper (extra zwaar papier).
4. Als u de toepassing Color Management (Kleurmanagement) gebruikt, controleer dan of het kleurprofiel dat u gebruikt overeenkomt met het geselecteerde papiersoort en afdrukkwaliteitsinstellingen. Als u niet weet welke kleurinstellingen u moet gebruiken, zie Kleurbeheer op pagina 75. 5. Als er kleurverschillen tussen uw afdruk en uw monitor zijn, dan volgt u de instructies in de sectie 'How to calibrate your monitor' (Hoe kalibreert u uw monitor) van het HP Color Center.
– Sla het bestand op in een andere indeling, zoals TIFF of EPS, en open het in een andere toepassing. – Gebruik een RIP om het bestand af te drukken. ● Mogelijk hebt u de pagina van staand naar liggend geroteerd op een papierformaat dat niet breed genoeg is. ● Verklein indien nodig de afbeelding of het document in uw softwaretoepassing om in de marges te passen.
5. Als het probleem zich blijft voordoen, gaat u naar het frontpanel en drukt u op , dan , vervolgens Onderhoud afdrukkwaliteit > Kalibratiestatus om de uitlijningsstatus van de printkop te bekijken. Als de status op PENDING (in behandeling) staat, moet u de printkop uitlijnen. Zie Printkoppen uitlijnen op pagina 156. Na het uitlijnen kunt u proberen de taak opnieuw af te drukken om te controleren of het probleem is opgelost. 6.
1. Stel de printkop opnieuw in door deze te verwijderen en opnieuw te plaatsen. Zie Een printkop verwijderen op pagina 106 en Printkop plaatsen op pagina 109. 2. Lijn de printkoppen uit. Zie Printkoppen uitlijnen op pagina 156. De lijnen zijn onderbroken Als de lijnen op de volgende manier zijn onderbroken: 1. Controleer of u geschikte instellingen voor de afdrukkwaliteit gebruikt. Zie Afdrukken op pagina 51. 2. Stel de printkop opnieuw in door deze te verwijderen en opnieuw te plaatsen.
Lengte van lijnen is onjuist Als u uw afgedrukte lijnen hebt gemeten en de lengte niet nauwkeurig genoeg is voor uw toepassing, dan kunt u dit proberen te verbeteren op de volgende manieren. 1. Druk af op HP Matte Film, waarvoor de nauwkeurigheid voor de lijnlengte van de printer is gespecificeerd. Zie Functionele specificaties op pagina 173. Polyesterfilm is ongeveer tien keer dimensionaal stabieler dan papier.
Kijk eerst naar het bovenste deel van de afdruk (deel 1). Elke gekleurde rechthoek moet een gelijke kleur hebben zonder horizontale lijnen. Kijk vervolgens naar de onderkant van de afdruk (deel 2). Controleer of voor elke afzonderlijke gekleurde cartridge de meeste strepen zichtbaar zijn. Als u horizontale lijnen in deel 1 ziet en ook ontbrekende streepjes in deel 2 voor dezelfde kleur, moet u de verantwoordelijke printkop reinigen.
Oplossing 1. Reinig defecte printkoppen (zie De printkoppen reinigen op pagina 154). Druk de beelddiagnoseafdruk dan nogmaals af om te kijken of het probleem is verholpen. 2. Wanneer het probleem blijft bestaan, reinigt u de printkoppen nogmaals en drukt u de beelddiagnoseafdruk nogmaals af om te kijken of het probleem is verholpen. 3. Als het probleem blijft bestaan, kunt u de printkoppen ook handmatig reinigen (see De printkoppen reinigen op pagina 154).
18 Problemen met inktcartridge en printkop oplossen ● Kan inktcartridge niet plaatsen ● Statusberichten voor inktcartridges ● Kan printkop niet plaatsen ● Het frontpanel geeft aan dat u de printkop opnieuw moet installeren of vervangen ● De printkoppen reinigen ● Reinig de druppeldetector van de printkop ● Printkoppen uitlijnen ● Statusberichten voor printkoppen 152 Hoofdstuk 18 Problemen met inktcartridge en printkop oplossen NLWW
Kan inktcartridge niet plaatsen 1. Controleer of u het juiste type cartridge hebt (modelnummer). 2. Controleer of de kleur van het etiket op de cartridge overeenkomt met de kleur van het etiket op de sleuf. 3. Controleer of de cartridge goed is georiënteerd en of de letters zich aan de rechterkant bevinden en goed leesbaar zijn. VOORZICHTIG: Maak nooit de binnenkant van de inktcartridgesleuven schoon.
4. Maak de elektrische verbindingen aan de achterkant van de printkop schoon met een pluisvrije doek. U kunt voorzichtig schoonmaakalcohol gebruiken als er vochtigheid nodig is om residu te verwijderen. Gebruik geen water. VOORZICHTIG: Dit is een delicaat proces en kan de printkop beschadigen. Raak de spuitstukken aan de onderkant van de printkop niet aan, vooral niet met alcohol. 5. Plaats de printkop terug, zie Printkop plaatsen op pagina 109. 6. Controleer het bericht op het frontpanel.
NLWW 1. Schakel de printer uit op het frontpanel. 2. Om te voorkomen dat u een elektrische schok krijgt, schakelt u de printer uit en haalt u de stekker eruit. 3. Open het venster. 4. Zoek de druppeldetector van de printkop naast de opgeslagen printkopwagen.
5. Verwijder elk vuil dat de druppeldetector van de printkop blokkeert. 6. Veeg met een droge, pluisvrije doek het oppervlak van de druppeldetector verwijder alle niet-zichtbaar vuil. 7. Sluit het venster. 8. Zet de printer aan en doe de stekker in het stopcontact. 9. Schakel de printer in op het frontpanel. Printkoppen uitlijnen Een nauwkeurige uitlijning tussen printkoppen is essentieel voor kleuraccuratesse, vloeiende kleurovergangen en scherpe randen in grafische elementen.
OPMERKING: Als het papier is vastgelopen, wordt het aangeraden de printkoppen opnieuw in te voegen en het heruitlijnenprocedure te starten door te drukken op , daarna , en dan op Afbeeldingskwaliteit onderhoud > Printkoppen uitlijnen. VOORZICHTIG: Gebruik geen doorschijnend of gedeeltelijk doorschijnend papier om de printkop uit te lijnen. Procedure voor het opnieuw plaatsen van printkoppen 1.
3. Als het geladen papier geschikt is, dan wordt de uitlijning uitgevoerd door de printer en wordt er een uitlijningspatroon afgedrukt. Zorg ervoor dat het venster is gesloten. Een sterke lichtbron in de buurt van de printkop kan de uitlijning verstoren. 4. Het uitlijnen duurt ongeveer vijf minuten. Gebruik de printer niet voordat het frontpanel de melding weergeeft dat het uitlijnen is voltooid.
19 Algemene problemen met de printer oplossen NLWW ● De printer start niet ● De printer drukt niet af ● De printer lijkt langzaam ● Communicatieproblemen tussen de computer en de printer ● Geen toegang tot HP DesignJet Utility ● Geen toegang tot geïntegreerde webserver ● Kan geen verbinding maken met internet ● Webservice-problemen ● Automatische controle bestandssysteem ● Meldingen 159
De printer start niet Als de printer niet start (het bedieningspaneel leeg is of de diagnostische LED-lampjes allemaal uit zijn), wordt aanbevolen dat u start te vervangen de firmware in de volgende manier. 1. Ga naar het HP Support Center (zie HP Support Center op pagina 169) en download de firmware. 2. Zet de firmware op een USB-flashstation. Het USB-flashstation zou idealiter leeg moeten zijn en geformatteerd in het FAT-bestandssysteem. 3. Controleer of de printer uit staat.
● Hebt u de afdrukkwaliteit ingesteld op Best of Maximale details? Afdrukken met hoge kwaliteit en maximaal detail duren langer. ● Hebt u het juiste papiersoort opgegeven bij het laden van papier? Sommige papiersoorten hebben meer tijd nodig om af te drukken; foto- en gecoat papier moet bijvoorbeeld langer drogen tussen passes. Ga naar Informatie over het papier bekijken op pagina 43 om de huidige instelling voor het papiersoort te controleren.
Geen toegang tot geïntegreerde webserver Lees Geïntegreerde webserver openen op pagina 28 als u dat nog niet hebt gedaan. Druk op het frontpanel achtereenvolgens op , , Instellen > Connectiviteit > Geavanceerd > Geïntegreerde webserver > EWS toestaan > Aan. Als u een proxyserver gebruikt, probeer dan de webserver rechtstreeks te benaderen.
Webservice-problemen Bezoek HP Connected voor problemen met HP ePrint: http://www.hpconnected.com. Automatische controle bestandssysteem Als u de printer aanzet, ziet u soms een weergave op het frontpanel zoals hieronder is weergegeven. Er vindt een bestandsysteemcontrole plaats. Dit kan zo'n 40 minuten duren. Wacht totdat deze afrondt.
● stuurprogramma: Het stuurprogramma toont meldingen. De stuurprogramma waarschuwt over instellingen in de taakconfiguratie waardoor er een probleem kan ontstaan in de uitvoer. Als de printer niet gereed is voor afdrukken, wordt hier een waarschuwing getoond. ● HP DesignJet Utility Om waarschuwingen te zien, gaat u naar het tabblad Overzicht en bekijkt de lijst Items die aandacht vereisen aan de rechterzijde. Meldingen worden standaard alleen weergegeven als u aan het afdrukken bent.
20 Foutmeldingen op het frontpanel De volgende meldingen kunnen verschijnen op het frontpanel. Volg in dat geval het advies in de kolom Recommendation (Aanbeveling) op. Als u een foutmelding ziet die hier niet verschijnt en u twijfelt over de juiste actie, of als de aanbevolen actie het probleem niet oplost, neem dan contact op met HP Support. Zie Neem contact op met HP Support op pagina 171.
Tekstberichten (vervolg) Bericht Aanbeveling Printkoppen vereisen individuele tests. Online vervangen Controleer de printkoppen middels Image Diagnostics Print (zie De beelddiagnoseafdruk op pagina 149) en vervang de printkoppen die niet op de juiste wijze werken. Verwijder [color]-printkop Verwijder de onjuiste printkop en plaats een nieuwe printkop van het juiste type (kleur en nummer). Zie Omgaan met inktcartridges en printkoppen op pagina 102.
Numerieke foutcodes (vervolg) Foutmelding Aanbeveling 66:08 De taak kan niet worden afgedrukt op de papiersoort die is geplaatst. 68:03 Start de printer opnieuw op. 71.04 Onvoldoende geheugen beschikbaar. 71:03 Start de printer opnieuw op. 74:04, 74.1:04 De firmware-update is mislukt. Druk op OK en probeer het opnieuw. Zie De firmware bijwerken op pagina 115. 74.1 Probeer de firmware-update opnieuw. Gebruik de computer niet terwijl de update wordt uitgevoerd.
21 HP Klantenondersteuning ● Inleiding ● HP Professional Services ● HP Proactive Support ● Reparatie door klant ● Neem contact op met HP Support 168 Hoofdstuk 21 HP Klantenondersteuning NLWW
Inleiding HP Customer Care biedt bekroonde ondersteuning zodat u optimaal kunt gebruikmaken van uw HP DesignJet. Hiervoor heeft HP Customer Care uitgebreide, bewezen ervaring op het gebied van ondersteuning en worden nieuwe technologieën toegepast om de klant unieke eind-tot-eindondersteuning te bieden.
● Volgende werkdag ● Dezelfde werkdag binnen vier uur (mogelijk niet in alle landen beschikbaar) Door de HP Installation-service wordt de printer voor u uitgepakt, geïnstalleerd en aangesloten. Meer informatie over HP Care Packs is beschikbaar op http://cpc.ext.hp.com/portal/site/cpc.
Neem contact op met HP Support HP Support is telefonisch bereikbaar. Doe het volgende voordat u belt: ● Raadpleeg de probleemoplossingssuggesties in dit document. ● Raadpleeg de relevante documentatie van het stuurprogramma. ● Raadpleeg de documentatie bij softwarestuurprogramma's en RIP's van andere leveranciers als u deze hebt geïnstalleerd.
22 Printerspecificaties ● Functionele specificaties ● Fysieke specificaties ● Geheugenspecificaties ● Voedingsspecificaties ● Milieuspecificaties ● Milieuspecificaties ● Akoestische specificaties 172 Hoofdstuk 22 Printerspecificaties NLWW
Functionele specificaties Inktbenodigdheden van HP Printkoppen Twee inkt in iedere printkop: Mat zwart en cyaan, magenta en geel, fotozwart en lichtgrijs inktcartridges Inktcartridges met 130 ml inkt: Matzwart, fotozwart, lichtgrijs, cyaan, magenta, geel Inktcartridges met 300 ml inkt: Matzwart, fotozwart, lichtgrijs, cyaan, magenta, geel Papierformaten Rolbreedte Minimaal Maximaal 279 mm 1118 mm voor Z5600 610 mm voor Z5600 Rollengte 91 m Roldiameter 135 mm Gewicht rol 11,9 kg Velbreedte 2
* Alleen matglanzend en glanzend papier. ● Afdrukresolutie 2 is van toepassing op canvas, hechtend vinyl, scrim banner, met achtergrondverlichting, proefmat, proefglanzend en digitaal papier voor beeldende kunsten.
Voedingsspecificaties Voedingsspecificaties van de printer Ingangsspanning 100-240 V ±10%, zelfinstellend Frequentie 50–60 Hz Maximum spanning 2A Maximale stroom 120 W Milieuspecificaties Dit product voldoet aan de WEEE-richtlijn 2012/19/EU en de RoHS-richtlijn 2011/65/EU. Raadpleeg voor de ENERGY STAR- en EPEAT-registratiestatus van uw product http://www.hp.com/go/ecolabels.
Woordenlijst AppleTalk Een serie protocollen die Apple Computer in 1984 ontwikkelde voor computernetwerken. Apple beveelt in plaats daarvan nu TCP/IP- en Bonjour-netwerken aan. Producten van HP DesignJet ondersteunen AppleTalk niet meer. As Een staaf die een rol van een substraat ondersteunt wanneer deze voor het afdrukken wordt gebruikt. Bonjour De handelsnaam van Apple Computer voor de implementatie van het IETF Zeroconf-specificatieframework.
Inktcartridge Een verwijderbaar printeronderdeel waarin een bepaalde inktkleur is opgeslagen die wordt doorgegeven naar de printkop. IP-adres Is hoogstwaarschijnlijk een IPv4-adres of misschien een IPv6-adres. IPSec Een verfijnd mechanisme voor netwerkbeveiliging dat werkt door middel van verificatie en codering van IP-pakketten die tussen knooppunten van het netwerk heen en weer worden gestuurd. Elk netwerkknooppunt (computer of toestel) heeft een IPSec-configuratie.
Printerstuurprogramma Software die een afdruktaak in een algemene indeling omzet in gegevens die bruikbaar zijn voor een specifieke printer. Printkop Een verwisselbaar printeronderdeel dat inkt van een of meer kleuren opneemt van de bijbehorende inktcartridges en dit op het substraat afzet door een groep spuitstukken. In uw printer drukt elk printkop twee verschillende kleuren af. Snijder Een printercomponent dat heen en weer over de plaat schuift om het substraat te snijden.
Index Symbolen en getallen 's nachts afdrukken 65 A accessoires bestellen 122 account-id vereisen 26 achteraanzicht 7 Acrobat, afdrukken 84 Acrobat Pro, afdrukken 87 Acrobat Reader, afdrukken 84 afdrukken 51 afdrukken met veegvlekken 141 afdrukken op afstand voorkeuren instellen 21 afdrukken per e-mail 67 afdrukken vanuit Geïntegreerde webserver 53 HP DesignJet Utility 53 printerstuurprogramma 54 USB-flashstation 52 afdrukkwaliteit selecteren 55 afdrukresolutie 173 afdruktaak nesten 63 afdrukvoorbeeld 59 A
papier verwijderen 38 Printerhulpsoftware 161 printkoppen reinigen 154 printkoppen uitlijnen 157 printkoppen vervangen 107 Printverbindingconfiguratie 162 Rendering intent 82 RGB-bronprofiel 81 rolbescherming 65 rolwisselopties 22 samenvoegen inschakelen 59 schermhelderheid 29 selecteer grafische taal 31 snijder inschakelen 47 snijlijnen inschakelen 62 taal selecteren 28 wachttijd selecteren 64 wachttijd slaapstand 29 wizard Connectiviteit: 20, 162 zoemer 29 Zwartpuntcompensatie 82 functionele specificaties
afdrukken op geladen papier 58, 128 beweging 46 blijft achter in printer 134 doorvoer 47 formaat 56 formaten (max en min) 173 foutberichten bij laden 126 gebruik 99 gedrukt op verkeerd papier 128 Gevoelig 42 informatie weergeven 43, 46 invoeren en snijden 47 laden lukt niet 125 niet goed snijden 134 niet vlak 140 onderhoud 46 onjuist bericht dat papier op is 133 papierdoorvoer kalibreren 134 papier niet in driver 127 rol los op as 134 selecteer het type 58 snijden na afdrukken 134 storing 130 storing door a
telefoonnummer 171 telgegevens 99 telgegevens per e-mail 100 toegangscontrole 25 twee rollen 49 V veiligheidsmaatregelen 2 vel papier plaatsen 39 verwijderen 40 voeding aan/uit 11 voedingsspecificaties 175 vooraanzicht 6 voorkeuren, Windowsstuurprogramma 26 W wachttijd slaapstand 29 wandtussenschotten 8 wazige lijnen 148 Webservices inleiding 11 probleemoplossing 163 Webverbinding instellen 20 Z zoemer aan/uit 29 zuinigheid met inkt 64 op papier 63 Zwartpuntcompensatie 80 182 Index NLWW