Operation Manual

4. Controleer de geschatte inktniveaus om te bepalen of de inkt van de cartridges bijna op is.
Zie De geschatte inktniveaus bekijken voor meer informatie. Overweeg de cartridges te vervangen als de
inkt bijna op is.
5. Cartridges uitlijnen.
De cartridges uitlijnen
a. Plaats ongebruikt, gewoon wit papier van Letter- of A4-formaat in de invoerlade.
b. Open het printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) voor meer informatie.
c. Klik in de printersoftware op Afdrukken en dan op Uw printer onderhouden om de printerwerkset
te openen.
De printerwerkset verschijnt.
d. Klik op Cartridges uitlijnen op het tabblad Afdrukservices.
De printer drukt een uitlijningspagina af.
e. Lijn de cartridges uit aan de hand van de instructies op het scherm. U kunt de uitlijningspagina
later opnieuw gebruiken of weggooien.
6. Druk een diagnostiekpagina af als de inkt van de cartridges niet bijna op is.
Een diagnostiekpagina afdrukken
a. Plaats ongebruikt, gewoon wit papier van Letter- of A4-formaat in de invoerlade.
b. Open het printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) voor meer informatie.
c. Klik in de printersoftware op Afdrukken en dan op Uw printer onderhouden om de printerwerkset
te openen.
d. Klik op Diagnostische informatie afdrukken in het tabblad Apparaatrapporten om een
diagnosepagina af te drukken.
NLWW Hulp in deze handleiding 75