Gebruikershandleiding
© Copyright 2014 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Bluetooth is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar en wordt door Hewlett-Packard Company onder licentie gebruikt. Microsoft en Windows zijn In de VS geregistreerde handelsmerken van de Microsoft-bedrijvengroep. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten.
Kennisgeving aangaande de veiligheid WAARSCHUWING! U kunt het risico van letsel door verbranding of van oververhitting van de computer beperken door de computer niet op schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond.
iv Kennisgeving aangaande de veiligheid
Inhoudsopgave 1 Welkom ............................................................................................................................................................. 1 Informatie zoeken ................................................................................................................................. 2 2 Vertrouwd raken met de computer ....................................................................................................................
Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken ......................................... 22 Verbinding maken met een bekabeld netwerk ................................................................................... 23 Verbinding maken met een lokaal netwerk (LAN) ............................................................. 23 4 Navigeren met het toetsenbord, aanraakbewegingen en aanwijsapparaten .................................................. 24 Cursorbesturing gebruiken ..................
6 Energiebeheer ................................................................................................................................................ 39 Computer uitschakelen ....................................................................................................................... 39 Opties voor energiebeheer instellen ................................................................................................... 39 Standen voor energiebesparing gebruiken ........................
9 Beveiliging ....................................................................................................................................................... 54 Computer beveiligen .......................................................................................................................... 54 Wachtwoorden gebruiken ................................................................................................................... 55 Wachtwoorden instellen in Windows .....................
Media met besturingssysteem Windows 7 gebruiken ........................................................ 73 12 Computer Setup (BIOS), Multiboot en HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) .............................................. 74 Computer Setup gebruiken ................................................................................................................ 74 Computer Setup starten .....................................................................................................
De draadloze netwerkverbinding werkt niet ....................................................................... 87 Een schijf wordt niet afgespeeld ........................................................................................ 87 Een film is niet zichtbaar op een extern beeldscherm ....................................................... 88 Het branden van een schijf begint niet of stopt voordat het brandproces is voltooid ......... 88 Bijlage C Elektrostatische ontlading ........................
1 Welkom Nadat u de computer hebt geregistreerd en ingesteld, raden wij de volgende stappen aan om optimaal te profiteren van uw slimme investering: OPMERKING: Uw computer kan zijn voorzien van alleen een tablet of een tablet plus toetsenbord. de kleur, voorzieningen en accessoires van de computer kunnen variëren. Raadpleeg de afbeeldingen in deze handleiding die het meest overeenkomen met uw computer.
Informatie zoeken U heeft Installatie-instructies al gebruikt om de computer in te schakelen en deze handleiding op te zoeken. Gebruik de volgende tabel voor het vinden van hulpmiddelen met productinformatie, uitleg en meer.
Hulpmiddelen Informatie over ● Europa, Midden-Oosten, Afrika: Hewlett-Packard, POD, Via G. Di Vittorio, 9, 20063, Cernusco s/Naviglio (MI), Italië ● Azië en Stille Oceaan: Hewlett-Packard, POD, P.O. Box 200, Alexandra Post Office, Singapore 911507 Wanneer u een gedrukt exemplaar van uw garantie aanvraagt, geef dan het productnummer, de garantieperiode (te vinden op het servicelabel) en uw naam en postadres op. BELANGRIJK: stuur uw HP product NIET terug naar de bovenstaande adressen.
2 Vertrouwd raken met de computer Onderdelen aan de rand van het tablet Onderdelen Beschrijving (1) Vingerafdruklezer (alleen bepaalde modellen) Deze biedt u de mogelijkheid om u bij Windows aan te melden met een vingerafdruk in plaats van een wachtwoord. (2) Ventilatieopeningen (2) Deze openingen zorgen voor de luchtkoeling van de interne onderdelen. OPMERKING: De ventilator van de computer start automatisch om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen.
Onderdelen (7) Beschrijving Aan/uit-schakelaar ● Als u het volume van de luidspreker wilt verhogen, drukt u op de +-zijde van de knop. ● Als u het volume van de luidspreker wilt verlagen, drukt u op de --zijde van de knop. ● Als de computer is uitgeschakeld, verschuift u de schakelaar om de tablet in te schakelen. ● Als de computer is ingeschakeld, verschuift u de schakelaar om de computer uit te schakelen.
Onderdelen (15) Beschrijving Lampje van de netvoedingsadapter/accu ● Wit: de computer is aangesloten op een externe voedingsbron en de accu is 90 tot 99% opgeladen. ● Oranje: de computer is aangesloten op een externe voedingsbron en de accu is 0 tot 90% opgeladen. ● Knipperend oranje: een accu die de enige beschikbare voedingsbron is, is bijna leeg. Wanneer de accu een kritiek laag ladingsniveau bereikt, begint het acculampje snel te knipperen. ● Uit: de accu is volledig opgeladen.
Onderdeel Beschrijving (6) Interne microfoons (2) Hiermee neemt u geluid op. (7) Luidsprekers (2) Deze produceren geluid. (8) Windows-logotoets Hiermee geeft u het menu Start van Windows weer. *De antenne is niet zichtbaar aan de buitenkant van de computer. Voor een optimale signaaloverdracht houdt u de directe omgeving van de antenne vrij van obstakels.
Power-toetsenbord Bovenkant Onderdeel Beschrijving (1) Uitlijnposten Lijn de tablet uit en bevestig deze op het toetsenbord. (2) Dockingconnector Bevestigt het tablad op het toetsenbord. VOORZICHTIG: Om schade aan de dockingconnector te voorkomen, de connector niet aanraken als de tablet is losgekoppeld van het toetsenbord. (3) 8 Ontgrendeling Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer Ontgrendelt het tablet van het toetsenbord. Druk op de ontgrendeling om de tablet los te maken.
Touchpad Onderdeel Beschrijving (1) Touchpad, aan/uit-knop Hiermee kunt u het touchpad in- en uitschakelen. (2) Touchpadzone Hiermee wordt uw vingerbeweging gelezen om de aanwijzer te verplaatsen of items op het scherm te activeren. (3) Linkerknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop van een externe muis. (4) Rechterknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op een externe muis.
Lampjes Onderdeel (1) Caps Lock-lampje ● Aan: Caps Lock is ingeschakeld. Met het toetsenbord kunt u nu alleen hoofdletters typen. (2) Touchpadlampje ● Oranje: de touchpad is uitgeschakeld. ● Uit: de touchpad is ingeschakeld. ● Oranje: Het geluid van de computer is uitgeschakeld. ● Uit: Het geluid van de computer is ingeschakeld. ● Oranje: het geluid van de microfoon is uitgeschakeld. ● Uit: het geluid van de microfoon is ingeschakeld.
Toetsen Onderdeel Beschrijving (1) Esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om systeeminformatie weer te geven. (2) Fn-toets Druk op deze toets in combinatie met een functietoets, de Num Lock-toets of Esc-toets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren. (3) Windows-logotoets Hiermee geeft u het menu Start van Windows weer. (4) Functietoetsen Hiermee voert u veelgebruikte systeemfuncties uit.
Rechterkant Onderdeel (1) Beschrijving Audio-uitgang (hoofdtelefoon)/ Audio-ingang (microfoon) Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een kabel van een televisietoestel aansluiten. WAARSCHUWING! Zet het geluid zacht voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. Raadpleeg Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor aanvullende informatie over veiligheid.
Linkerkant Onderdeel Beschrijving (1) Netvoedingsconnector Hierop kunt u een netvoedingsadapter aansluiten. (2) Lampje van de netvoedingsadapter/ accu ● Wit: de computer is aangesloten op een externe voedingsbron en de accu is 90 tot 99% opgeladen. ● Oranje: de computer is aangesloten op een externe voedingsbron en de accu is 0 tot 90% opgeladen. ● Knipperend oranje: een accu die de enige beschikbare voedingsbron is, is bijna leeg.
Achterkant Onderdeel (1) (2) Beschrijving RJ-45-(netwerk)connector/-lampjes Poort voor een externe monitor Hierop sluit u een netwerkkabel aan. ● Groen (links): het netwerk is aangesloten. ● Oranje (rechts): er vindt een nieuwe activiteit plaats in het netwerk. Hierop kunt u een optionele VGA-monitor of projector aansluiten. Ontgrendelt het tablet van het power-toetsenbord. Ga als volgt te werk om het tablet van het power-toetsenbord los te maken.
Wijzigen van de instellingen van het tablet U kunt de weergave en de helderheid van het beeldscherm wijzigen. Weergave van het tablet wijzigen De weergavestand van het tablet verandert automatisch van liggend in staand of van staand in liggend. 1. U wijzigt de weergavestand van het tablet als volgt van liggend in staand: Houd het tablet omhoog en draai deze 90 graden naar rechts (met de wijzers van de klok mee). 2.
3 Verbinding maken met een netwerk U kunt de computer meenemen waarnaar u maar wilt. Maar ook thuis kunt u met de computer en een bekabelde of draadloze netwerkverbinding de wereld verkennen en u toegang verschaffen tot miljoenen websites. In dit hoofdstuk vindt u informatie over hoe u zich met die wereld in verbinding kunt stellen. Verbinding maken met een draadloos netwerk Met technologie voor draadloze communicatie worden gegevens niet via kabels maar via radiogolven doorgegeven.
U schakelt apparaten voor draadloze communicatie als volgt uit in HP Connection Manager: ▲ Klik met de rechtermuisknop op het pictogram HP Connection Manager in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk en klik daarna op de aan/uit-knop naast het gewenste apparaat. - of Selecteer Start > Alle programma's > Productiviteit en tools > HP Connection Manager en klik daarna op de aan/uit-knop naast het gewenste apparaat.
Voorzieningen van het besturingssysteem gebruiken Met het Netwerkcentrum kunt u een verbinding of netwerk tot stand brengen, verbinding maken met een netwerk, draadloze netwerken beheren en netwerkproblemen diagnosticeren en verhelpen. U gebruikt de bedieningselementen van het besturingssysteem als volgt: ▲ Selecteer Start > Configuratiescherm > Netwerk en internet > Netwerkcentrum. Als u meer informatie wilt, opent u Help en ondersteuning door Start>Help en ondersteuning te selecteren.
WLAN configureren Als u een WLAN wilt instellen en verbinding wilt maken met internet, hebt u de volgende apparatuur nodig: ● een breedbandmodem (DSL- of kabelmodem) (1) en een abonnement voor internet met hoge snelheid via een internetprovider; ● een (afzonderlijk aan te schaffen) draadloze router (2); ● een computer met voorzieningen voor draadloze communicatie (3). OPMERKING: sommige modems hebben een ingebouwde draadloze router. Vraag bij uw internetprovider na wat voor type modem u hebt.
software- als hardwarematige firewalls beschikbaar. Sommige netwerken gebruiken een combinatie van beide typen. ● Gebruik versleuteling voor draadloze communicatie. Codering voor draadloze communicatie maakt gebruik van beveiligingsinstellingen om gegevens die via het netwerk worden verzonden, te versleutelen en ontsleutelen. Als u meer informatie wilt, opent u Help en ondersteuning door Start > Help en ondersteuning te selecteren.
HP ondersteunt de volgende technologieën: ● HSPA (High Speed Packet Access) biedt toegang tot netwerken op basis van de telecommunicatiestandaard GSM (Global System for Mobile Communications). ● EV-DO (Evolution Data Optimized) biedt toegang tot netwerken op basis van de telecommunicatiestandaard CDMA (Code Division Multiple Access). ● LTE (Long Term Evolution), geeft toegang tot netwerken die de LTE-technologie ondersteunen.
5. Plaats de SIM-kaart in het SIM-slot en druk de SIM-kaart voorzichtig in het slot tot deze goed vastzit. OPMERKING: De SIM in uw computer kan er iets anders uitzien dan op de afbeelding in dit onderdeel. 6. Sluit de externe voeding weer aan. 7. Sluit de externe apparaten weer aan. 8. Zet de computer aan. Als u een SIM-kaart wilt verwijderen, drukt u de SIM-kaart iets naar binnen en verwijdert u deze vervolgens uit het slot.
Verbinding maken met een bekabeld netwerk Er zijn twee soorten bekabelde verbindingen: lokaal netwerk (LAN) en modemverbinding. Een LANverbinding maakt gebruik van een netwerkkabel en is veel sneller dan een modem, dat gebruikmaakt van een telefoonkabel. Beide kabels zijn afzonderlijk verkrijgbaar. WAARSCHUWING! Om de kans op elektrische schokken, brand of beschadiging van de apparatuur te beperken, mag u geen modemkabel of telefoonkabel in de RJ-45-netwerkconnector steken.
4 Navigeren met het toetsenbord, aanraakbewegingen en aanwijsapparaten Op de computer kunt u niet alleen gebruikmaken van het toetsenbord en de muis, maar ook op het scherm navigeren met aanraakbewegingen (alleen bepaalde modellen). U kunt aanraakbewegingen gebruiken op het touchpad van uw computer of op een aanraakscherm. Bepaalde computermodellen hebben speciale actietoets- of hotkeyfuncties op het toetsenbord waarmee u veelvoorkomende taken kunt uitvoeren.
Touchpad uit- en inschakelen Om het touchpad uit en in te schakelen, tikt u twee keer snel achtereen op de aan/uit-knop van het touchpad. Tikken Als u een selectie wilt maken op het scherm, gebruikt u de tikfunctie op het TouchPad. ● Tik met één vinger in het TouchPad-gebied om een selectie te maken. Dubbeltik op een item om het te openen. Schuiven Schuiven kan worden gebruikt om op een pagina of in een afbeelding omhoog, omlaag of opzij te bewegen.
In- en uitzoomen met twee vingers Door twee vingers naar buiten of naar binnen te bewegen, kunt u in- of uitzoomen op afbeeldingen of tekst. ● Zoom in door twee vingers bij elkaar te houden op het gebied van de TouchPad en ze daarna van elkaar af te bewegen. ● Zoom uit door twee vingers uit elkaar te houden op de touchpadzone en ze daarna naar elkaar toe te bewegen. Tikken met twee vingers Als u met twee vingers tikt, kunt u menu-opties van een object op het scherm selecteren.
● Plaats twee vingers op de touchpadzone en druk om het optiemenu voor het geselecteerde object weer te geven. Draaien (alleen bepaalde modellen) U kunt met uw vingers items zoals foto's draaien. ● Plaats uw linker wijsvinger in de TouchPad-zone. Gebruik vervolgens de wijsvinger van uw rechterhand om een draaiende beweging te maken van twaalf uur naar drie uur. Voor een omgekeerde draaiing beweegt u uw rechterwijsvinger van drie uur naar twaalf uur.
De digitizer-pen gebruiken (alleen bepaalde modellen) Met de pen kunt u schrijven in penspecifieke programma's, in alle Microsoft® Office-programma's en in veel andere Windows-(hulp)programma's. De informatie die u met de pen op het scherm invoert, kan met deze programma's worden opgeslagen, doorzocht en gedeeld. Onderdelen van de pen herkennen Als de punt (1) van de pen tegen het scherm wordt gedrukt, wordt de interactie tussen de pen en de computer ingeschakeld.
Toetsenbord gebruiken Met het toetsenbord en de muis kunt u typen en dezelfde functies uitvoeren als bij het gebruik van aanraakbewegingen. Via het toetsenbord kunt u met de actietoetsen en hotkeys ook specifieke functies uitvoeren. OPMERKING: Afhankelijk van het land of de regio waarin u woont, is het mogelijk dat uw toetsenbord andere toetsen en toetsenbordfuncties heeft dan de toetsen en functies die in dit gedeelte worden beschreven.
Sneltoetscombinatie fn+f3 Beschrijving Activeert de slaapstand waarbij uw informatie in het systeemgeheugen wordt opgeslagen. Het beeldscherm en andere systeemonderdelen worden uitgeschakeld en de energiebesparingsmodus wordt geactiveerd. Als u de slaapstand wilt beëindigen, drukt u kort op de aan/uit-knop. VOORZICHTIG: sla uw werk op voordat u de slaapstand activeert, om het risico van gegevensverlies te beperken. fn+f4 Hiermee schakelt u tussen de weergaveapparaten die op het systeem zijn aangesloten.
Geïntegreerd numeriek toetsenblok gebruiken (1) Onderdeel Beschrijving fn-toets Als u op deze toets drukt in combinatie met de num lk-toets, wordt het ingebedde numerieke toetsenblok in- of uitgeschakeld. OPMERKING: het ingebedde numerieke toetsenblok functioneert niet als er op de computer een extern toetsenbord of een extern toetsenblok is aangesloten. (2) Ingebed numeriek toetsenblok Wanneer het toetsenblok is ingeschakeld, kan het worden gebruikt als een extern numeriek toetsenblok.
Het geïntegreerde numerieke toetsenblok gebruiken De computer heeft een geïntegreerd numeriek toetsenblok en ondersteunt bovendien een optioneel extern numeriek toetsenblok of een optioneel extern toetsenbord met een numeriek toetsenblok. (1) Onderdeel Beschrijving num lock-toets Hiermee schakelt u tussen de navigatiefuncties en numerieke functies op het geïntegreerde numerieke toetsenblok.
5 Multimedia De computer beschikt mogelijk over het volgende: ● Geïntegreerde luidspreker(s) ● Geïntegreerde microfoon(s) ● Geïntegreerde webcams voor en achter ● Vooraf geïnstalleerde multimediasoftware Audio Op uw computer van HP kunt u muziek-cd’s afspelen, muziek downloaden en beluisteren, audioinhoud van internet (inclusief radio) streamen, audio opnemen, of audio en video mixen om multimedia te maken.
Volg de instructies van de fabrikant van het apparaat als u een draadloze hoofdtelefoon of headset aan wilt sluiten op de computer. WAARSCHUWING! Zet het volume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. Zie Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor aanvullende informatie over veiligheid. Als u toegang wilt krijgen tot deze handleiding, selecteert u Start > Help en ondersteuning > Gebruikershandleidingen.
● VGA ● DisplayPort BELANGRIJK: Zorg ervoor dat het externe apparaat met de juiste kabel is aangesloten op de juiste poort van de computer. Raadpleeg bij vragen de instructies van de fabrikant van het apparaat.
VGA De externe-monitorpoort of VGA-poort is een analoge weergave-interface waarmee u een extern VGA-weergaveapparaat aansluit op de computer, zoals een externe VGA-monitor of VGA-projector. 1. Sluit de VGA-kabel van de monitor of projector zoals weergegeven aan op de VGA-poort van de computer. 2. Druk op fn+f4 om het schermbeeld tussen 4 weergavestatussen te schakelen: ● Alleen het computerscherm: hiermee wordt het beeld alleen weergegeven op het beeldscherm van de computer.
U sluit een video- of audioapparaat als volgt aan op de DisplayPort: 1. Sluit het ene uiteinde van de DisplayPort-kabel aan op de DisplayPort van de computer. 2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op het digitale weergaveapparaat. 3. Druk op fn+f4 om het schermbeeld tussen 4 weergavestatussen te schakelen: ● Alleen het computerscherm: hiermee wordt het beeld alleen weergegeven op het beeldscherm van de computer.
1. Sluit een externe hub (afzonderlijk aan te schaffen) aan op de DisplayPort van de computer met een DP-naar-DP-kabel (afzonderlijk aan te schaffen). Zorg ervoor dat de voedingsadapter van de hub is aangesloten op de netvoeding. 2. Sluit de externe weergaveapparaten aan op de VGA-poorten of DisplayPorts op de hub. 3. Bij meerdere beeldschermen kunt u kiezen voor Dupliceren, waarbij het computerscherm naar alle ingeschakelde beeldschermen wordt gekopieerd.
6 Energiebeheer OPMERKING: Een computer kan een aan/uit-knop of een aan/uit-schakelaar hebben. De term aan/ uit-knop verwijst in deze handleiding naar de twee typen aan/uit-knoppen. Computer uitschakelen VOORZICHTIG: Wanneer u de computer uitschakelt, gaat alle informatie verloren die u niet hebt opgeslagen. Met de opdracht Afsluiten worden alle geopende programma's gesloten, inclusief het besturingssysteem, en worden vervolgens het beeldscherm en de computer uitgeschakeld.
VOORZICHTIG: Activeer de slaapstand niet terwijl er wordt gelezen van of geschreven naar een schijf of een externe geheugenkaart. Zo voorkomt u mogelijke verslechtering van de audio- of videokwaliteit, verlies van audio- of video-afspeelfunctionaliteit of verlies van gegevens. OPMERKING: Verbinding maken met een netwerk of het uitvoeren van computerfuncties is niet mogelijk wanneer de computer in de slaapstand staat.
● Beweeg de aanwijzer over het pictogram van de energiemeter om de acculading en het huidige energiebeheerschema weer te geven. ● Klik op het pictogram van de energiemeter en selecteer een item in de lijst om Energiebeheer te gebruiken of om het energiebeheerschema te wijzigen. Aan de verschillende pictogrammen kunt u zien of de computer op accuvoeding of op externe netvoeding werkt. Als de accu een laag of kritiek laag ladingsniveau heeft bereikt, geeft het pictogram ook een bericht weer.
De accu('s) in dit product kunnen door de gebruiker zelf niet gemakkelijk worden vervangen. Het verwijderen of vervangen van de accu kan van invloed zijn op de garantie. Neem contact op met ondersteuning als een accu geen lading meer vasthoudt. Gooi een accu na het einde van de levensduur nooit weg bij het huishoudelijke afval. Volg de lokale wet- en regelgeving in uw gebied voor het weggooien van accu's.
● Bewaar de door de gebruiker vervangbare accu op een koele, droge plaats. ● Selecteer de instelling Energiespaarstand in Energiebeheer. Omgaan met een lage acculading In dit gedeelte worden de waarschuwingen en systeemreacties beschreven die standaard zijn ingesteld. Sommige waarschuwingen voor een lage acculading en de manier waarop het systeem daarop reageert, kunt u wijzigen in het onderdeel Energiebeheer. Voorkeuren die u in Energiebeheer instelt, zijn niet van invloed op de werking van de lampjes.
44 ● Verlaag de helderheid van het beeldscherm. ● Activeer de slaapstand of sluit de computer af zodra u stopt met werken.
Externe netvoeding gebruiken WAARSCHUWING! Laad de accu van de computer niet op aan boord van een vliegtuig. WAARSCHUWING! Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde netvoedingsadapter, een door HP geleverde vervangende adapter of een door HP geleverde compatibele adapter. OPMERKING: zie de poster Installatie-instructies, die u in de doos vindt van de computer, voor informatie over het aansluiten van de computer op netvoeding.
Netvoedingsadapter testen Test de netvoedingsadapter als de computer een van de volgende symptomen vertoont nadat deze is aangesloten op de netvoeding: ● De computer wordt niet ingeschakeld. ● Het display wordt niet ingeschakeld. ● De aan/uit-lampjes zijn uit. Ga als volgt te werk om de netvoedingsadapter te testen: OPMERKING: de volgende instructies gelden voor computers met een door de gebruiker vervangbare accu. 1. Zet de computer uit. 2.
7 Externe kaarten en apparaten Geheugenkaartlezers gebruiken Met optionele geheugenkaarten kunt u gegevens veilig opslaan en gemakkelijk uitwisselen. Deze kaarten worden vaak gebruikt om gegevens uit te wisselen tussen computers of tussen een computer en apparatuur met digitale media, zoals camera's en pda's. Zie Vertrouwd raken met de computer op pagina 4 voor meer informatie over de types geheugenkaarten die worden ondersteund op de computer.
3. Druk de kaart iets naar binnen (1) en verwijder deze vervolgens uit het slot (2). OPMERKING: als de kaart niet zelf naar buiten komt, trekt u deze uit het slot. Smart Cards gebruiken OPMERKING: De term Smart Card verwijst in dit hoofdstuk zowel naar Smart Cards als Java™ Cards. Een Smart Card is een accessoire met het formaat van een creditcard, dat is voorzien van een microchip met geheugen en een microprocessor.
Smart Card verwijderen ▲ Pak de Smart Card bij de zijkanten vast en trek de kaart vervolgens voorzichtig uit de Smart Card-lezer. USB-apparaat gebruiken USB (Universal Serial Bus) is een hardwarematige interface die kan worden gebruikt om een optioneel extern apparaat aan te sluiten, zoals een USB-toetsenbord, -muis, -drive, -printer, -scanner of -hub. Voor bepaalde USB-apparatuur is extra ondersteunende software nodig. Deze wordt meestal met het apparaat meegeleverd.
USB-apparaat aansluiten VOORZICHTIG: Oefen zo min mogelijk kracht uit bij het aansluiten van het apparaat om beschadiging van een USB-connector te voorkomen. ▲ Sluit de USB-kabel voor het apparaat aan op de USB-poort. OPMERKING: uw computer kan er iets anders uitzien dan de afgebeelde computer. Wanneer het apparaat is gedetecteerd, geeft het systeem dit aan met een geluidssignaal.
Optionele externe apparaten gebruiken OPMERKING: zie de instructies van de fabrikant voor meer informatie over de vereiste software en stuurprogramma's en over de computerpoort die moet worden gebruikt. Ga als volgt te werk om een extern apparaat op de computer aan te sluiten: VOORZICHTIG: Als u een apparaat met eigen netvoedingsaansluiting aansluit, kunt u het risico van schade aan de apparatuur beperken door ervoor te zorgen dat het apparaat is uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is gehaald.
8 Schijfeenheden Schijfeenheden hanteren VOORZICHTIG: schijfeenheden zijn kwetsbare computeronderdelen, die voorzichtig moeten worden behandeld. Lees de volgende waarschuwingen voordat u schijfeenheden hanteert. Waarschuwingen die betrekking hebben op specifieke procedures, worden vermeld bij de desbetreffende procedures.
OPMERKING: Schijfdefragmentatie hoeft niet te worden uitgevoerd voor SSD's (solid-state drives). Nadat u Schijfdefragmentatie heeft gestart, werkt deze toepassing zelfstandig verder. Al naar gelang de grootte van de vaste schijf en het aantal gefragmenteerde bestanden kan de defragmentatie meer dan een uur in beslag nemen. U kunt instellen dat de schijfdefragmentatie 's nachts wordt uitgevoerd, of op een ander tijdstip waarop u de computer niet hoeft te gebruiken.
9 Beveiliging Computer beveiligen Standaardbeveiligingsvoorzieningen van het Windows-besturingssysteem en het onafhankelijk van Windows-computers draaiende Setup-hulpprogramma (BIOS) kunnen uw persoonlijke instellingen en gegevens tegen diverse risico's beschermen. OPMERKING: Van beveiligingsfuncties moet op de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Dergelijke maatregelen kunnen echter niet altijd voorkomen dat een product verkeerd wordt gebruikt of gestolen.
Wachtwoorden gebruiken Een wachtwoord is een groep tekens die u kiest om uw computergegevens te beveiligen. U kunt verscheidene typen wachtwoorden instellen, afhankelijk van hoe u de toegang tot uw informatie wilt beveiligen. Wachtwoorden kunnen worden ingesteld in Windows of in het hulpprogramma Computer Setup, dat geen deel uitmaakt van Windows en dat vooraf is geïnstalleerd op de computer.
Wachtwoorden instellen in Computer Setup Wachtwoord Functie BIOS-beheerderswachtwoord* Beveiligt de toegang tot Computer Setup. OPMERKING: Als er functies ingeschakeld zijn die ervoor zorgen dat het beheerderswachtwoord voor BIOS niet verwijderd kan worden, dient u deze functies eerst uit te schakelen voor u het beheerderswachtwoord voor BIOS kunt verwijderen. DriveLock-hoofdwachtwoord* Beveiligt de toegang tot de interne vaste schijf die wordt beschermd door DriveLock.
BIOS-beheerderswachtwoord wijzigen 1. Schakel de computer in of start deze opnieuw op en druk vervolgens op esc of houd de knop Volume omlaag ingedrukt terwijl het bericht "Hold the Volume Down button to enter the BIOS Startup Menu (Houdt de knop Volume omlaag ingedrukt om het BIOS-startmenu te openen)" onder aan het scherm wordt weergegeven. 2. Druk op f10 om naar Computer Setup te gaan. 3.
BIOS-beheerderswachtwoord invoeren Naast de prompt BIOS-beheerderswachtwoord typt u uw wachtwoord (met behulp van dezelfde soort toetsen die u gebruikt hebt om het wachtwoord in te stellen), en volgt u de instructies op het scherm. Na drie mislukte pogingen om het BIOS-beheerderswachtwoord op te geven moet u de computer opnieuw opstarten en het opnieuw proberen.
DriveLock-wachtwoord instellen Ga als volgt te werk om een DriveLock-wachtwoord in te stellen in Computer Setup: 1. Schakel de computer in en druk vervolgens op esc of houd de knop Volume omlaag ingedrukt terwijl het bericht "Hold the Volume Down button to enter the BIOS Startup Menu (Houdt de knop Volume omlaag ingedrukt om het BIOS-startmenu te openen)" onder aan het scherm wordt weergegeven. 2. Druk op f10 om naar Computer Setup te gaan. 3.
DriveLock-wachtwoord invoeren Zorg ervoor dat de vaste schijf in de computer zelf is ondergebracht (niet in een optioneel dockingapparaat of externe MultiBay). Wanneer u wordt gevraagd een DriveLock-wachtwoord op te geven, typt u het hoofdwachtwoord (met hetzelfde type toetsen als waarmee u het wachtwoord hebt ingesteld) en volgt u de instructies op het scherm. Als u twee keer het verkeerde wachtwoord heeft ingevoerd, moet u de computer uitschakelen en het opnieuw proberen.
DriveLock-wachtwoord wijzigen Ga als volgt te werk om een DriveLock-wachtwoord te wijzigen in Computer Setup: 1. Schakel de computer in en druk vervolgens op esc of houd de knop Volume omlaag ingedrukt terwijl het bericht "Hold the Volume Down button to enter the BIOS Startup Menu (Houdt de knop Volume omlaag ingedrukt om het BIOS-startmenu te openen)" onder aan het scherm wordt weergegeven. 2. Druk op f10 om naar Computer Setup te gaan. 3.
DriveLock-beveiliging verwijderen Ga als volgt te werk om de DriveLock-beveiliging te verwijderen in Computer Setup: 1. Schakel de computer in en druk vervolgens op esc of houd de knop Volume omlaag ingedrukt terwijl het bericht "Hold the Volume Down button to enter the BIOS Startup Menu (Houdt de knop Volume omlaag ingedrukt om het BIOS-startmenu te openen)" onder aan het scherm wordt weergegeven. 2. Druk op f10 om naar Computer Setup te gaan. 3.
4. Voer het BIOS-beheerderswachtwoord in en volg de instructies op het scherm. 5. Selecteer met een aanwijsapparaat of met de pijltoetsen een interne harde schijf en volg de instructies op het scherm. 6. Lees de waarschuwing. Selecteer YES (JA) om verder te gaan. 7. Om de wijzigingen op te slaan en Computer Setup (Computerinstellingen) af te sluiten, klikt u op Save (Opslaan) en volgt u de instructies op het scherm.
Firewallsoftware gebruiken Firewalls zijn bedoeld om ongeoorloofde toegang tot een systeem of netwerk te voorkomen. Een firewall kan een softwareprogramma zijn dat u op uw computer en/of netwerk installeert of het kan een oplossing zijn die zowel uit hardware als software bestaat.
De vingerafdruklezer gebruiken (alleen bepaalde modellen) Op bepaalde computermodellen zijn geïntegreerde vingerafdruklezers beschikbaar. Als u de vingerafdruklezer wilt gebruiken, moet u uw vingerafdrukken in HP Client Security Credential Manager registreren. Raadpleeg de helpfunctie van de HP Client Security software.
10 Onderhoud Computer schoonmaken Gebruik de volgende producten voor het veilig reinigen van uw computer: ● Een maximale concentratie van 0,3 procent dimethylbenzyl ammoniumchloride (bijvoorbeeld wegwerpdoekjes, verkrijgbaar in verschillende merken).
Touchpad, toetsenbord of muis reinigen WAARSCHUWING! Gebruik geen stofzuiger om het toetsenbord te reinigen, om het risico van een elektrische schok of schade aan interne onderdelen te beperken. Een stofzuiger kan stofdeeltjes op het oppervlak van het toetsenbord achterlaten. VOORZICHTIG: Om schade aan interne onderdelen te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat er geen vloeistof tussen de toetsen komt.
SoftPaq Download Manager gebruiken HP SoftPaq Download Manager (SDM) is een hulpprogramma dat snel toegang verschaft tot SoftPaq-informatie voor zakelijke computers van HP zonder dat het SoftPaq-nummer benodigd is. Met dit hulpprogramma kunt u eenvoudig zoeken naar SoftPaq's en deze vervolgens downloaden en uitpakken. Met SoftPaq Download Manager wordt vanaf de FTP-site van HP een gepubliceerd databasebestand gelezen en gedownload dat het computermodel en SoftPaq-informatie bevat.
11 Back-up en herstel Uw computer is uitgerust met hulpprogramma's van HP en Windows om uw gegevens te beschermen en zo nodig op te halen. Met deze hulpprogramma's en eenvoudige stappen werkt de computer weer als vanouds. De volgende processen komen in dit gedeelte aan bod: ● Herstelmedia en back-ups maken ● Uw systeem herstellen en terugzetten Herstelmedia en back-ups maken Bij een systeemfout kunt u het systeem alleen herstellen in de staat van de recentste back-up. 1.
Herstelmedia maken met HP Recovery Disc Creator HP Recovery Disc Creator is een softwareprogramma waarmee u op een alternatieve manier herstelmedia kunt maken. Nadat u uw computer hebt ingesteld, kunt u herstelmedia maken met HP Recovery Disc Creator. Met deze herstelmedia kunt u uw originele besturingssysteem en bepaalde stuurprogramma's en applicaties opnieuw installeren als de vaste schijf beschadigd raakt.
● Sla aangepaste instellingen in een venster, werkbalk of menubalk op door een schermopname van uw instellingen te maken. Een schermafbeelding kan veel tijd besparen als u opnieuw uw voorkeuren moet instellen. ● Wanneer u back-ups maakt op schijven, nummert u elke schijf die u uit het station verwijdert. OPMERKING: Als u uitvoerige instructies zoekt over de verschillende back-up- en herstelopties, kunt u in Help en ondersteuning op deze onderwerpen zoeken.
OPMERKING: Windows bevat de functie Gebruikersaccountbeheer om de beveiliging van de computer te verbeteren. Mogelijk wordt om uw toestemming of wachtwoord gevraagd bij taken als het installeren van software, het uitvoeren van hulpprogramma's of het wijzigen van Windowsinstellingen. Raadpleeg Help en ondersteuning Als u Help en ondersteuning wilt openen, selecteert u Start > Help en ondersteuning. Ga als volgt te werk als u informatie wilt herstellen waarvan u eerder een back-up hebt gemaakt: 1.
3. Start de computer opnieuw op als de partitie HP Recovery in de lijst staat en druk vervolgens op esc of houd de knop Volume omlaag ingedrukt terwijl het bericht "Hold the Volume Down button to enter the BIOS Startup Menu (Houdt de knop Volume omlaag ingedrukt om het BIOSstartmenu te openen)" onder aan het scherm wordt weergegeven. 4. Druk op f11 als het bericht "Press for recovery" (Druk op f11 voor herstellen) op het scherm wordt weergegeven. 5. Volg de instructies op het scherm.
12 Computer Setup (BIOS), Multiboot en HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) Computer Setup gebruiken Computer Setup ofwel het BIOS (Basic Input/Output System) bevat instellingen voor de communicatie tussen alle invoer- en uitvoerapparaten in het systeem (zoals schijfeenheden, beeldscherm, toetsenbord, muis en printer). Computer Setup bevat ook instellingen voor de types geïnstalleerde apparaten, de opstartvolgorde van de computer en de hoeveelheid systeemgeheugen en uitgebreid geheugen.
● Als u een menu of menuonderdeel wilt selecteren, gebruikt u de tab-toets en de pijltoetsen en drukt u vervolgens op enter. U kunt ook gebruikmaken van een aanwijsapparaat om op het onderdeel te klikken. ● Om omhoog of omlaag te schuiven, klikt u op de pijl omhoog of de pijl omlaag in de rechterbovenhoek van het scherm, of gebruikt u de pijl omhoog- of pijl omlaag-toets op het toetsenbord. ● Druk op esc om alle open dialoogvensters te sluiten en terug te keren naar het hoofdscherm van Computer Setup.
OPMERKING: Uw wachtwoord- en beveiligingsinstellingen blijven ongewijzigd wanneer u de oorspronkelijke fabrieksinstellingen herstelt. BIOS bijwerken Geüpdate versies van het BIOS zijn beschikbaar via de website van HP. De meeste BIOS-updates op de website van HP zijn verpakt in gecomprimeerde bestanden die SoftPaq's worden genoemd. Sommige downloadpakketten bevatten een bestand met de naam Readme.txt. Dit bestand bevat informatie over de installatie en over het oplossen van problemen.
update kunt herkennen. Aan de hand van deze gegevens kunt u de update terugvinden nadat deze naar de vaste schijf is gedownload. b. Volg de instructies op het scherm om uw selectie te downloaden naar de vaste schijf. Als de update van recentere datum dan het BIOS is, noteert u het pad naar de locatie op de vaste schijf waar de BIOS-update wordt gedownload. U heeft dit pad nodig wanneer u klaar bent om de update te installeren.
U kunt de volgorde waarin het systeem naar een opstartapparaat zoekt, wijzigen in Computer Setup. U kunt ook drukken op esc of op de knop Volume omlaag terwijl het bericht "Hold the Volume Down button to enter the BIOS Startup Menu (Houdt de knop Volume omlaag ingedrukt om het BIOSstartmenu te openen)" onder aan het scherm wordt weergegeven. Als u op f9 drukt, wordt een menu weergegeven met de geactiveerde opstartapparaten, waaruit u er een kunt kiezen.
(Houdt de knop Volume omlaag ingedrukt om het BIOS-startmenu te openen)" onder aan het scherm wordt weergegeven. Het startmenu wordt weergegeven. 2. Druk op f9. 3. Selecteer met een aanwijsapparaat of met de pijltoetsen een opstartapparaat en volg de instructies op het scherm.
van problemen die mogelijk worden veroorzaakt door het besturingssysteem of andere softwarecomponenten. U kunt HP PC Hardware Diagnostics UEFI als volgt starten: 1. Schakel de computer in of start deze opnieuw op en druk vervolgens snel op esc of houd de knop Volume omlaag ingedrukt terwijl het bericht "Hold the Volume Down button to enter the BIOS Startup Menu (Houdt de knop Volume omlaag ingedrukt om het BIOS-startmenu te openen)" onder aan het scherm wordt weergegeven. Het startmenu wordt weergegeven.
13 Ondersteuning Contact opnemen met de ondersteuning Als de informatie in deze gebruikershandleiding of in Help en ondersteuning geen uitsluitsel geeft over uw vragen, kunt u contact opnemen met de ondersteuning. Voor ondersteuning in de VS gaat u naar http://www.hp.com/go/contactHP. Voor wereldwijde ondersteuning gaat u naar http://welcome.hp.com/country/us/en/wwcontact_us.html.
Labels De labels die zijn aangebracht op de computer, bieden informatie die u nodig kunt hebben wanneer u problemen met het systeem probeert op te lossen of wanneer u de computer in het buitenland gebruikt. BELANGRIJK: Alle in dit gedeelte beschreven labels bevinden zich aan de onderkant van het toetsenbord of de rand van het tablet. ● Servicelabel—Biedt belangrijke informatie voor het identificeren van uw computer.
14 Specificaties ● Ingangsvermogen ● Omgevingsvereisten Ingangsvermogen De gegevens over elektrische voeding in dit gedeelte kunnen van pas komen als u internationaal wilt reizen met de computer. De computer werkt op gelijkstroom, die kan worden geleverd via netvoeding of via een voedingsbron voor gelijkstroom. De netvoedingsbron moet 100-240 V, 50-60 Hz als nominale specificaties hebben.
A Reizen met of transporteren van computer Als u de computer wilt meenemen op reis of de computer wilt verzenden, neemt u de volgende tips in acht om de apparatuur te beschermen. ● Ga als volgt te werk om de computer gereed te maken voor transport: ◦ Maak een back-up van uw gegevens op een externe schijfeenheid. ◦ Verwijder alle schijven en alle externe mediakaarten, zoals geheugenkaarten, uit de computer. ◦ Schakel alle externe apparaten uit en koppel ze vervolgens los. ◦ Schakel de computer uit.
B Problemen oplossen Hulpmiddelen voor het oplossen van problemen ● Raadpleeg Help en ondersteuning voor aanvullende informatie en koppelingen naar websites. Als u Help en ondersteuning wilt openen, selecteert u Start > Help en ondersteuning. OPMERKING: Voor sommige controle- en reparatieprogramma's is een internetverbinding vereist. HP biedt ook aanvullende programma's waarvoor geen internetverbinding vereist is. ● Neem contact op met de ondersteuning van HP.
bereikt. Om deze en andere voedingsinstellingen te wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram Accu op het Windows-bureaublad in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk en klik u vervolgens op Voorkeuren. ● De computer is niet ingesteld om het beeld op het scherm weer te geven. Druk op fn+f4 om de weergave te schakelen naar het beeldscherm van de computer.
Een extern apparaat werkt niet Probeer de volgende suggesties als een extern apparaat niet goed werkt: ● Schakel het apparaat in volgens de instructies van de fabrikant. ● Controleer of alle apparaataansluitingen correct zijn. ● Controleer of het apparaat elektrische voeding krijgt. ● Controleer of het apparaat, met name als het een ouder apparaat betreft, compatibel is met het besturingssysteem. ● Controleer of de juiste stuurprogramma's en de recentste versies hiervan zijn geïnstalleerd.
◦ Het afspeelvenster in het multimediaprogramma wordt gesloten. Klik op de knop Afspelen in uw multimediaprogramma om de schijf weer af te spelen. Heel soms komt het voor dat u het programma moet afsluiten en opnieuw moet starten. Een film is niet zichtbaar op een extern beeldscherm 1. Als zowel het beeldscherm van de computer als een extern beeldscherm zijn ingeschakeld, drukt u een of meer keren op fn+f4 om te schakelen tussen de twee beeldschermen. 2.
C Elektrostatische ontlading Elektrostatische ontlading is de ontlading van statische elektriciteit wanneer twee objecten met elkaar in aanraking komen, bijvoorbeeld de schok die u ontvangt wanneer u over tapijt loopt en vervolgens een metalen deurklink aanraakt. Elektronische onderdelen kunnen worden beschadigd door de ontlading van statische elektriciteit vanaf vingers of andere elektrostatische geleiders.
Index A aan/uit Accu 41 besparen 43 opties 39 aan/uit-knop 39 aan/uit-schakelaar 39 Aan/uit-schakelaar, herkennen 5 aanwijsapparaten, voorkeuren instellen 24 accu lage acculading 43 ontladen 42 resterende lading weergeven 42 voeding besparen 43 Accucontrole 42 Accu-informatie zoeken 42 Accuvoeding 41 Afsluiten 39 Antivirussoftware 63 Audiofuncties controleren 34 audio-ingang (microfoon) herkennen 12 Audio-uitgang (hoofdtelefoon) 5 audio-uitgang (hoofdtelefoon) herkennen 12 Automatische DriveLock, wachtwoord
Functietoetsen herkennen 11 G gebruiken externe netvoeding 45 standen voor energiebesparing 39 Gebruikerswachtwoord 55 geheugenkaart ondersteunde types 47 plaatsen 47 verwijderen 47 geheugenkaartlezer, herkennen 13 geïntegreerd numeriek toetsenblok herkennen 32 Geluidsvolume aanpassen 33 knoppen 33 toetsen 33 Geluid uit, toets herkennen 30 GPS 22 H helderheid aanpassen 15 Herstellen, systeem 71 herstellen, vaste schijf 72 herstelmedia, maken 70 herstelmedia, voor herstel gebruiken 73 Herstelpartitie 72 hers
Lampjes microfoon dempen 10 netvoedingsadapter/accu 13 RJ-45 (netwerk) 14 lampje voor draadloze communicatie 10, 16 Leesbare media 40 Luchthavenbeveiligingsapparatuu r 52 luidsprekers herkennen 7 Openbare WLAN, verbinding maken 20 Opstartherstel, gebruiken 71 Opties voor energiebeheer instellen 39 Optionele externe apparaten gebruiken 51 Optische-schijfeenheid 51 Oudere systemen, USBondersteuning 74 M microfoon dempen, lampje herkennen 10 microfooningang (audio-ingang) herkennen 12 micro-geheugenkaartleze
herkennen 9 knoppen 9 Touchpadbewegingen draaien 27 gebruiken 24 In- en uitzoomen met twee vingers 26 schuiven 25 Tikken met twee vingers 26 Touchpadbewegingen tikken met twee vingers 26 Touchpadbeweging in- en uitzoomen met twee vingers 26 touchpad lampje herkennen 10 Touchpadzone herkennen 9 U uitlijning postconnectoren, herkennen 5 uitlijnposten, herkennen 8 Uitschakelen, computer 39 USB, ondersteuning voor oudere systemen 74 USB 3.0-oplaadpoort, herkennen 13 USB 3.