Cursorbesturing en toetsenbord Gebruikershandleiding
© Copyright 2009 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Windows is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de V.S. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend.
Inhoudsopgave 1 Cursorbesturing gebruiken Voorkeuren voor aanwijsapparaten instellen ....................................................................................... 1 Touchpad gebruiken ............................................................................................................................. 2 Externe muis aansluiten ....................................................................................................................... 2 2 Toetsenbord gebruiken Hotkeys gebruiken .
iv
1 Cursorbesturing gebruiken Onderdeel Beschrijving (1) Touchpad* Hiermee kunt u de aanwijzer (ook wel "cursor" genoemd) verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren. (2) Linkerknop van het touchpad* Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een externe muis. (3) Touchpadschuifzone Hiermee schuift u omhoog of omlaag. (4) Rechterknop van het touchpad* Deze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op een externe muis.
Touchpad gebruiken Als u de aanwijzer wilt verplaatsen, schuift u uw vinger over het oppervlak van het touchpad in de richting waarin u de aanwijzer wilt bewegen. Gebruik de knoppen van het touchpad zoals u de knoppen op een externe muis zou gebruiken. Als u omhoog en omlaag wilt schuiven met de verticale schuifzone van het touchpad, schuift u met uw vinger omhoog en omlaag over de lijnen.
2 Toetsenbord gebruiken Hotkeys gebruiken Hotkeys zijn combinaties van de fn-toets (1) met de esc-toets (2) of met een van de functietoetsen (3). OPMERKING: Uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde computer. De pictogrammen op de functietoetsen f1 tot en met f9, f11 en f12 vertegenwoordigen hun hotkeyfuncties. Hotkeyfuncties en procedures voor hotkeys worden beschreven in de volgende gedeelten. Functie Hotkey Systeeminformatie weergeven.
Functie Hotkey Helderheid van het beeldscherm verhogen. fn+f8 Luidsprekergeluid uitschakelen. fn+f9 Geluidsvolume verlagen. fn+f11 Geluidsvolume verhogen. fn+f12 U voert als volgt een hotkeyopdracht uit met het toetsenbord van de computer: ● Druk kort op de fn-toets en druk vervolgens kort op de tweede toets van de hotkeyopdracht. – of – ● Houd de fn-toets ingedrukt, druk kort op de tweede toets van de hotkeyopdracht en laat vervolgens beide toetsen tegelijk los.
Webbrowser openen (fn+f3) Druk op fn+f3 om uw webbrowser te openen. Als u nog geen internet- of netwerkdiensten heeft geïnstalleerd, wordt met de hotkey fn+f3 de wizard Internet-verbinding van Windows geopend. Nadat u uw internet- of netwerkdiensten en de homepage voor uw webbrowser heeft ingesteld, kunt u met de hotkey fn+f3 snel toegang krijgen tot uw homepage en internet. Schakelen tussen beeldschermen (fn+f4) Druk op fn+f4 om te schakelen tussen de weergaveapparaten die op het systeem zijn aangesloten.
Standbystand activeren (fn+f5) Druk op fn+f5 om de standbystand te activeren. Wanneer de standbystand wordt geactiveerd, wordt uw werk opgeslagen in het geheugen, wordt het scherm gewist en wordt er minder energie verbruikt. Wanneer de computer in de standbystand staat, knipperen de aan/uit-lampjes. VOORZICHTIG: Sla uw werk op voordat u de standbystand activeert, om het risico van gegevensverlies te beperken. De computer moet zijn ingeschakeld om de standbystand te kunnen activeren.
Geluidsvolume verlagen (fn+f11) Druk op fn+f11 om het geluidsvolume te verlagen. Houd beide toetsen ingedrukt om het geluidsvolume steeds verder te verlagen. Geluidsvolume verhogen (fn+f12) Druk op fn+f12 om het geluidsvolume te verhogen. Houd beide toetsen ingedrukt om het geluidsvolume steeds verder te verhogen.
3 Toetsenblokken gebruiken De computer heeft een geïntegreerd numeriek toetsenblok en ondersteunt tevens een optioneel extern numeriek toetsenblok of een optioneel extern toetsenbord met een numeriek toetsenblok. Onderdeel Beschrijving (1) fn-toets Druk op deze toets in combinatie met een functietoets of de esctoets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren. (2) Geïntegreerd numeriek toetsenblok Deze toetsen kunt u laten werken als de toetsen op een extern numeriek toetsenblok.
Geïntegreerd numeriek toetsenblok in- en uitschakelen Druk op fn+num lk om het geïntegreerde numerieke toetsenblok in te schakelen. Druk nogmaals op fn +num lk om de toetsen weer in hun standaardwerking te gebruiken. OPMERKING: Het geïntegreerde numerieke toetsenblok functioneert niet wanneer een extern toetsenbord of een extern numeriek toetsenblok is aangesloten op de computer of een optioneel dockingapparaat.
Optioneel extern numeriek toetsenblok gebruiken Voor de meeste externe numerieke toetsenblokken geldt dat de werking van de toetsen afhangt van het wel of niet ingeschakeld zijn van num lock (num lock is standaard uitgeschakeld). Bijvoorbeeld: ● Wanneer num lock is ingeschakeld, kunt u met de meeste toetsenbloktoetsen cijfers typen. ● Wanneer num lock is uitgeschakeld, werken de meeste toetsenbloktoetsen als pijltoetsen, page up-toets of page down-toets.
4 Touchpad en toetsenbord reinigen Als het touchpad vies of vettig wordt, is het mogelijk dat de aanwijzer onverwachte bewegingen gaat maken. U kunt dit vermijden door het touchpad te reinigen met een vochtige doek en uw handen regelmatig te wassen wanneer u met de computer werkt. WAARSCHUWING! Gebruik geen stofzuigeraccessoires om het toetsenbord te reinigen, om het risico van een elektrische schok of schade aan interne onderdelen te beperken.
Index A Aanwijsapparaten voorkeuren instellen 1 Afdrukopties-venster, hotkey 4 B Beeldscherm beeld, schakelen 5 helderheid instellen, hotkeys 6 Beeldscherm, schakelen 5 C Cursorbesturing herkennen 1 QuickLock activeren 6 schakelen tussen beeldschermen 5 standbystand activeren 6 systeeminformatie weergeven 4 venster met afdrukopties openen 4 webbrowser openen 5 Hotkey voor systeeminformatie 4 K Knoppen touchpad 1 V Video-overdrachtstypen F fn-toets 3 Fn-toets, herkennen 8 Functietoetsen 3 M Muis, extern