Desktop Management Guide

Management Technology
Computermodellen kunnen zijn voorzien van vPro-technologie of een standaardtechnologie. Beide
zorgen voor betere ontdekking, reparatie en bescherming van computermiddelen in een netwerk. Beide
technologieën zorgen er bovendien voor dat computers kunnen worden beheerd wanneer ze zijn in- of
uitgeschakeld en wanneer het besturingssysteem is vastgelopen.
De voorzieningen van Management Technology zijn onder andere:
Hardware-inventarisatiegegevens
Waarschuwingen
Energiebeheer: hiermee schakelt u de stroom in of uit of kunt u computers uitschakelen en direct
weer inschakelen als het systeem hangt.
Diagnose en reparatie op afstand
Serial-over-LAN: hiermee kunt u pc’s op afstand vanaf de console besturen tijdens de
opstartfase.
IDE-Redirect: hiermee start u het systeem op afstand op vanaf een opstartschijf, schijf of ISO-
image.
Isoleren en herstellen van de hardware: hiermee beperkt of beëindigt u bij virusactiviteit de toegang
van de pc tot het netwerk.
OPMERKING: Voor een overzicht van Intel vPro-technologie bezoekt u http://www.intel.com/vpro.
Raadpleeg voor specifieke informatie van HP over Intel vPro-technologie de whitepapers op
http://www.hp.com/support. Selecteer uw land en taal, selecteer See support and troubleshooting
information (Ondersteuning en informatie over probleemoplossing raadplegen), typ het modelnummer
van de computer en druk op Enter. Klik in de categorie Resources (Bronnen) op Manuals (guides,
supplements, addendums, etc) (Handleidingen (gidsen, supplementen, enz). Klik bij Quick jump to
manuals by category (Snel naar handleidingen per categorie) op White papers (Whitepapers).
De beschikbare beheertechnologieën zijn onder andere:
AMT (inclusief DASH 1.0)
ASF
ASF en AMT mogen niet tegelijkertijd worden geconfigureerd, maar worden wel allebei ondersteund.
Ga als volgt te werk om Intel vPro-systemen voor AMT of ASF te configureren:
1. Zet de computer aan of start de computer opnieuw op. Selecteer hiervoor in Microsoft Windows
Start > Uitschakelen > Opnieuw opstarten.
2. Druk zodra de computer is ingeschakeld op de sneltoets Ctrl+P, voordat het besturingssysteem
wordt geladen.
OPMERKING: Als u niet op het juiste moment op Ctrl+P drukt, start u de computer opnieuw op
en drukt u op Ctrl+P voordat het besturingssysteem wordt geladen, om het hulpprogramma te
openen.
12 Hoofdstuk 4 Software bijwerken en beheren NLWW