HP ProtectTools Gebruikershandleiding
© Copyright 2008 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Microsoft en Windows zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Bluetooth is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar en wordt door Hewlett-Packard Company onder licentie gebruikt. Java is een handelsmerk van Sun Microsystems, Inc. in de Verenigde Staten. Het SD-logo is een handelsmerk van de eigenaar. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Inhoudsopgave 1 Introductie tot beveiliging Voorzieningen van HP ProtectTools .................................................................................................... 2 Toegang tot HP ProtectTools Security ................................................................................................. 4 Belangrijke beveiligingsdoelstellingen realiseren ................................................................................. 6 Bescherming bieden tegen gerichte diefstal ................
Eigenschappen van applicaties wijzigen .......................................... 18 Applicaties uit Single Sign On verwijderen ....................................... 19 Applicatie exporteren ........................................................................ 19 Applicatie importeren ........................................................................ 19 Referenties wijzigen ......................................................................... 19 Applicatiebescherming gebruiken ...............
Vertrouwde contactpersonen beheren ............................................................................... 38 Vertrouwde contactpersonen toevoegen .......................................................... 38 Vertrouwde contactpersoon toevoegen ............................................ 38 Vertrouwde contactpersonen toevoegen via uw Microsoft Outlookadresboek .........................................................................................
7 Embedded Security for HP ProtectTools (alleen bepaalde modellen) Configuratieprocedures ...................................................................................................................... 75 Embedded Security for ProtectTools ................................................................................. 75 Geïntegreerde beveiligingschip initialiseren ...................................................................... 75 Basisgebruikersaccount instellen ............................
1 Introductie tot beveiliging HP ProtectTools Security Manager bevat beveiligingsvoorzieningen die bescherming bieden tegen toegang door onbevoegden tot uw computer, netwerken en belangrijke gegevens.
Voorzieningen van HP ProtectTools In de onderstaande tabel vindt u de belangrijkste voorzieningen van de modules van HP ProtectTools. Module Belangrijkste voorzieningen Credential Manager for HP ProtectTools ● Credential Manager fungeert als een soort kluis voor persoonlijke wachtwoorden. Het programma stroomlijnt het aanmeldingsproces met de voorziening Single Sign On (Eenmalige aanmelding), die automatisch de referenties (aanmeldingsgegevens) van gebruikers onthoudt en toepast.
Module Belangrijkste voorzieningen Embedded Security for HP ProtectTools (alleen bepaalde modellen) ● Embedded Security maakt gebruik van een geïntegreerde TPMbeveiligingschip (Trusted Platform Module) voor de bescherming tegen toegang door onbevoegden tot gevoelige gebruikersgegevens of referenties die lokaal op een computer zijn opgeslagen.
Toegang tot HP ProtectTools Security U opent als volgt HP ProtectTools Security Manager vanuit Windows® Configuratiescherm: 1. Klik in Windows Vista® op Start en klik daarna op HP ProtectTools Security Manager for Administrators. – of – Klik in Windows XP achtereenvolgens op Start, Alle programma's en HP ProtectTools Security Manager. OPMERKING: Als u geen HP ProtectTools-beheerder bent, kunt u HP ProtectTools uitvoeren in de modus voor gebruikers.
● De wizard leidt Windows-systeembeheerders door de configuratie van beveiligingsniveaus en de methoden voor beveiligde aanmelding die worden gebruikt in een opstartomgeving, in Credential Manager en in Drive Encryption. ● Gebruikers kunnen de configuratiewizard gebruiken om hun methoden voor beveiligde aanmelding te configureren. OPMERKING: Als u een HP ProtectTools-module wilt openen om krachtiger voorzieningen in te stellen, klikt u op het pictogram van de betreffende module.
Belangrijke beveiligingsdoelstellingen realiseren De HP ProtectTools modules kunnen samenwerken om oplossingen te bieden voor verschillende beveiligingskwesties, waaronder de volgende belangrijke beveiligingsdoelstellingen: ● Bescherming bieden tegen gerichte diefstal ● Toegang tot gevoelige gegevens beperken ● Toegang door onbevoegden vanaf interne of externe locaties beperken ● Beleid met betrekking tot sterke wachtwoorden voorschrijven ● Voorgeschreven beveiligingseisen opvolgen Bescherming bie
Toegang door onbevoegden vanaf interne of externe locaties beperken Toegang door onbevoegden tot een onbeveiligde bedrijfscomputer vormt een zeer reëel risico voor bronnen in bedrijfsnetwerken, zoals informatie van financiële diensten, een leidinggevende of een R&Dteam, en voor privé-gegevens zoals patiëntendossiers of dossiers met persoonlijke financiële gegevens.
Extra beveiligingsonderdelen Beveiligingsrollen toewijzen Bij het beheren van computerbeveiliging (vooral voor grote organisaties) is het van belang om verantwoordelijkheden en rechten te verdelen over verschillende soorten beheerders en gebruikers. OPMERKING: Binnen een kleine organisatie of voor individueel gebruik kunnen deze rollen allemaal door dezelfde persoon worden vervuld.
HP ProtectTools wachtwoord Instellen in deze HP ProtectTools module Functie Wachtwoord herstelbestand Credential Manager Credential Manager, door systeembeheerder Beveiligt de toegang tot het herstelbestand van Credential Manager. Basic User Key, wachtwoord Embedded Security Dit wachtwoord kunt u gebruiken om toegang te krijgen tot voorzieningen van Embedded Security, zoals beveiligde e-mail en codering van bestanden en mappen.
Veilige wachtwoorden instellen Volg bij het maken van wachtwoorden in de eerste plaats de vereisten van het programma. Neem echter over het algemeen de volgende richtlijnen in acht, om sterke wachtwoorden te creëren en de kans dat iemand uw wachtwoord te weten komt te verkleinen: ● Gebruik wachtwoorden van meer dan 6 tekens, bij voorkeur meer dan 8. ● Gebruik afwisselend hoofdletters en kleine letters in uw wachtwoord.
2 Credential Manager for HP ProtectTools Credential Manager for HP ProtectTools biedt door middel van de volgende beveiligingsvoorzieningen bescherming tegen toegang door onbevoegden tot uw computer: ● Aanmelden bij Windows op een andere manier dan met een wachtwoord, bijvoorbeeld door middel van een Java Card of een biometrische lezer. Raadpleeg “Referenties registreren op pagina 12” voor meer informatie.
Instelprocedures Aanmelden bij Credential Manager Afhankelijk van de configuratie gebruikt u een van de volgende manieren om u aan te melden bij Credential Manager: ● Pictogram van HP ProtectTools Security Manager in het systeemvak ● Klik in Windows Vista® op Start en klik daarna op HP ProtectTools Security Manager for Administrators. ● Klik in Windows XP op Start en klik daarna op HP ProtectTools Security Manager.
Vingerafdruklezer instellen 1. Klik in HP ProtectTools Security Manager op Credential Manager in het linkerdeelvenster. 2. Klik op My Identity (Mijn identiteit) en klik daarna op Register Fingerprints (Vingerafdrukken vastleggen). 3. Volg de instructies op het scherm om het vastleggen van de vingerafdrukken te voltooien en de vingerafdruklezer in te stellen. 4.
Het dialoogvenster Token Properties (Eigenschappen voor token) verschijnt. 6. Typ de pincode van de gebruiker, selecteer Register smart card or token for authentication (Smart card of token voor verificatie vastleggen) en klik daarna op Finish (Voltooien). Andere referenties registreren 1. Klik in HP ProtectTools Security Manager op Credential Manager. 2. Klik op My Identity (Mijn identiteit) en klik daarna op Register Credentials (Referenties vastleggen).
Algemene taken Alle gebruikers hebben toegang tot de pagina “My Identity” (Mijn identiteit) in Credential Manager. Vanaf deze pagina kunt u de volgende taken uitvoeren: ● Het aanmeldingswachtwoord voor Windows wijzigen ● De pincode van een token wijzigen ● Een werkstation vergrendelen OPMERKING: Deze optie is alleen beschikbaar als de klassieke aanmeldprompt is ingeschakeld voor Credential Manager.
Tokenpincode wijzigen 1. Klik in HP ProtectTools Security Manager op Credential Manager in het linkerdeelvenster. 2. Klik op My Identity (Mijn identiteit) en klik daarna op Change Token PIN (Pincode van token wijzigen). 3. Klik in het dialoogvenster Device Type (Apparaattype) op het gewenste apparaattype en klik daarna op Next (Volgende). 4. Selecteer het token waarvoor u de pincode wilt wijzigen en klik op Next (Volgende). 5.
Aanmelden bij Windows met Credential Manager U kunt Credential Manager gebruiken om u aan te melden bij een Windows-netwerk of een lokale account. 1. Als u uw vingerafdruk heeft vastgelegd zodat u zich ermee kunt aanmelden bij Windows, veegt u uw vinger langs de sensor om u aan te melden. 2. Voor Windows XP geldt het volgende: als u geen vingerafdruk heeft vastgelegd voor aanmelding bij Windows, klikt u op het toetsenbordpictogram in de linkerbovenhoek van het scherm naast het vingerafdrukpictogram.
Automatische registratie gebruiken 1. Open een applicatie die aanmelding vereist. 2. Klik op het pictogram Credential Manager SSO in het dialoogvenster waarin u uw wachtwoord voor het programma of de website moet invoeren. 3. Voer uw wachtwoord in voor het programma of de website en klik op OK. Het dialoogvenster Credential Manager Single Sign On wordt geopend. 4. Klik op More (Meer) en selecteer een van de volgende opties: 5.
Applicaties uit Single Sign On verwijderen 1. Klik in HP ProtectTools Security Manager op Credential Manager en klik daarna op Services and Applications (Diensten en applicaties) in het linkerdeelvenster. 2. Klik op Manage Services and Applications (Diensten en applicaties beheren). Het dialoogvenster Single Sign On (Eenmalige aanmelding) van Credential Manager verschijnt. 3. Klik op het applicatie-item dat u wilt verwijderen en klik daarna op Remove (Verwijderen). 4.
4. Selecteer een van de volgende opties: ● ● Applications (Applicaties) ◦ Add New (Nieuwe toevoegen) ◦ Remove (Verwijderen) ◦ Properties (Eigenschappen) ◦ Import Script (Script importeren) ◦ Export Script (Script exporteren) Referenties ◦ ● Create New (Nieuwe aanmaken) View Password (Wachtwoord bekijken) OPMERKING: U moet uw identiteit verifiëren om het wachtwoord te kunnen bekijken. 5. Volg de instructies op het scherm. 6. Klik op OK.
Bescherming van een applicatie opheffen U heft als volgt de beperkingen van een applicatie op: 1. Klik in HP ProtectTools Security Manager op Credential Manager in het linkerdeelvenster. 2. Klik op Services and Applications (Diensten en applicaties). 3. Klik op Application Protection (Applicatiebeveiliging). 4. Selecteer een categorie gebruiker waarvoor u de toegang wilt beheren.
Geavanceerde taken (alleen beheerder) De pagina's “Authentication and Credentials” (Verificatie en referenties) en “Advanced Settings” (Geavanceerde instellingen) van Credential Manager zijn alleen beschikbaar voor gebruikers met beheerdersrechten.
8. Kies de combinatie van methoden door op een van de volgende opties te klikken: ● Gebruik AND (EN) om de verificatiemethoden te combineren. (Gebruikers moeten telkens wanneer ze zich aanmelden alle verificatiemethoden gebruiken die u heeft ingeschakeld.) ● Gebruik OR (OF) om een van twee of meer verificatiemethoden verplicht te stellen (Gebruikers kunnen, telkens wanneer ze zich aanmelden, een van de geselecteerde methoden kiezen.) 9. Klik op OK. 10. Klik op Apply (Toepassen) en vervolgens op OK.
● Security (Beveiliging): hiermee kunt u de software van de vingerafdruklezer selecteren en het beveiligingsniveau van de vingerafdruklezer aanpassen. ● Smart Cards and Tokens (Smart Cards en tokens): hiermee kunt u de eigenschappen voor alle beschikbare Java Cards en tokens bekijken en wijzigen. U wijzigt instellingen van Credential Manager als volgt: 1. Klik in HP ProtectTools Security Manager op Credential Manager in het linkerdeelvenster. 2. Klik op Settings (Instellingen). 3.
3 Drive Encryption for HP ProtectTools (alleen bepaalde modellen) VOORZICHTIG: Als u besluit de Drive Encryption-module te verwijderen, moet u eerst alle gecodeerde schijfeenheden decoderen. Als u dat niet doet, heeft u geen toegang meer tot de gegevens op gecodeerde schijfeenheden, tenzij u zich heeft aangemeld voor de herstelservice van Drive Encryption. U krijgt geen toegang tot de gecodeerde schijfeenheden door de Drive Encryption-module opnieuw te installeren.
Configuratieprocedures Drive Encryption openen 26 1. Klik achtereenvolgens op Start, Alle programma's en HP ProtectTools Security Manager. 2. Klik op Drive Encryption.
Algemene taken Drive Encryption activeren Gebruik de installatiewizard van HP ProtectTools Security Manager om Drive Encryption te activeren. Drive Encryption deactiveren Gebruik de installatiewizard van HP ProtectTools Security Manager om Drive Encryption te deactiveren.
Geavanceerde taken Drive Encryption beheren (beheerderstaak) Op de pagina "Encryption Management" (Coderingsbeheer) kunnen Windows-beheerders de status van Drive Encryption bekijken en wijzigen (actief of inactief) en de coderingsstatus bekijken van alle vaste schijven in de computer. TPM-beveiligd wachtwoord activeren (alleen bepaalde modellen) Gebruik het hulpprogramma Embedded Security in HP ProtectTools om de TPM te activeren.
3. Klik op de pagina "Select Backup Disk" (Backupschijf selecteren) op de naam van het apparaat waarop u een backup van de coderingssleutel wilt opslaan en klik daarna op Next (Volgende). 4. Lees de informatie op de volgende pagina die verschijnt en klik daarna op Next (Volgende). De coderingssleutel wordt opgeslagen op het geselecteerde opslagapparaat. 5. Klik op OK wanneer het dialoogvenster voor bevestiging verschijnt.
13. Voer uw betalingsgegevens in en klik op Continue (Doorgaan). 14. Voer uw creditcardgegevens in en klik op Make Payment (Betaling verrichten). 15. Noteer de couponcode en ga terug naar de pagina "Account Activation (Activering account)" in de wizard. 16. Voer de code voor activering van uw account in en klik op Next (Volgende). 17. Wanneer het dialoogvenster voor bevestiging verschijnt, klikt u op OK.
5. Klik op Local recovery (Lokaal herstel) en klik op Next (Volgende). 6. Selecteer het bestand dat de backupsleutel bevat of klik op Browse (Bladeren) om het bestand op te zoeken, en klik op Next (Volgende). 7. Wanneer het dialoogvenster voor bevestiging verschijnt, klikt u op OK. Het herstelproces wordt uitgevoerd en de computer wordt opgestart. OPMERKING: U wordt dringend geadviseerd het wachtwoord opnieuw in te stellen nadat u een herstelactie heeft uitgevoerd.
OPMERKING: U wordt dringend geadviseerd het wachtwoord opnieuw in te stellen nadat u een herstelactie heeft uitgevoerd.
4 Privacy Manager for HP ProtectTools (alleen bepaalde modellen) Privacy Manager for HP ProtectTools stelt u in staat gebruik te maken van geavanceerde aanmeldingsmethoden (verificatiemethoden) om de bron, integriteit en veiligheid van communicatie te controleren bij het gebruik van e-mail, Microsoft® Office-documenten of expresberichtprogramma's. Privacy Manager maakt gebruik van de beveiligingsinfrastructuur die door HP ProtectTools Security Manager wordt geboden.
Privacy Manager openen U opent Privacy Manager als volgt: 1. Klik achtereenvolgens op Start, Alle programma's en HP ProtectTools Security Manager. 2. Klik op Privacy Manager: Sign and Chat (Privacy Manager: ondertekenen en chatten). – of – Klik met de rechtermuisknop op het pictogram HP ProtectTools in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk, klik op Privacy Manager: Sign and Chat (Privacy Manager: ondertekenen en chatten) en klik op Configuration (Configuratie).
Configuratieprocedures Certificaten van Privacy Manager beheren Privacy Manager-certificaten beveiligen gegevens en berichten door middel van een cryptografische techniek die PKI (public key infrastructure: infrastructuur voor openbare sleutels) wordt genoemd. Bij PKI moeten gebruikers cryptografische sleutels verkrijgen, en een Privacy Manager-certificaat dat wordt verstrekt door een CA (certificeringsinstantie).
VOORZICHTIG: Sla het bestand op een andere locatie dan de vaste schijf op en berg het opslagmedium op een veilige plaats op. Dit bestand is alleen voor u bestemd en is vereist als u uw Privacy Manager-certificaat en de bijbehorende sleutels moet herstellen. 5. Voer een wachtwoord in, bevestig het en klik op Next (Volgende). 6. Voer de verificatie uit met de door u gekozen beveiligde aanmeldingsmethode. 7.
OPMERKING: U bent niet verplicht om het standaard Privacy Manager-certificaat te gebruiken. Vanuit de verschillende functies van Privacy Manager kunt u elk gewenst Privacy Manager-certificaat selecteren voor gebruik. Privacy Manager-certificaat verwijderen Als u een Privacy Manager-certificaat verwijdert, kunt u geen bestanden openen en gegevens weergeven die met dat certificaat zijn gecodeerd.
4. Wanneer het dialoogvenster voor bevestiging verschijnt, klikt u op Yes (Ja). 5. Voer de verificatie uit met de door u gekozen beveiligde aanmeldingsmethode. 6. Volg de instructies op het scherm. Vertrouwde contactpersonen beheren Vertrouwde contactpersonen zijn gebruikers met wie u Privacy Manager-certificaten heeft uitgewisseld, waardoor u veilig met elkaar kunt communiceren. Vertrouwde contactpersonen toevoegen 1.
8. Wanneer u per e-mail antwoord krijgt van een ontvanger die de uitnodiging om een vertrouwde contactpersoon te worden aanneemt, klikt u op Accept (Accepteren) in de rechterbenedenhoek van de e-mail. Er verschijnt een dialoogvenster met de bevestiging dat de ontvanger is toegevoegd aan de lijst met vertrouwde contactpersonen. 9. Klik op OK. Vertrouwde contactpersonen toevoegen via uw Microsoft Outlook-adresboek 1.
Gegevens van vertrouwde contactpersonen weergeven 1. Open Privacy Manager en klik op Trusted Contacts Manager (Beheer vertrouwde contactpersonen). 2. Kik op een vertrouwde contactpersoon. 3. Klik op Contact details (Gegevens contactpersoon). 4. Wanneer u klaar bent met het bekijken van de gegevens, klikt u op OK. Vertrouwde contactpersoon verwijderen 1. Open Privacy Manager en klik op Trusted Contacts Manager (Beheer vertrouwde contactpersonen). 2.
Algemene taken Privacy Manager gebruiken in Microsoft Office Nadat u een Privacy Manager-certificaat heeft geïnstalleerd, verschijnt de knop Sign and Encrypt (Ondertekenen en coderen) aan de rechterkant van de werkbalk van alle Microsoft Word-, Microsoft Excel- en Microsoft PowerPoint-documenten. Privacy Manager configureren in een Microsoft Office-document 1. Open Privacy Manager, klik op Settings (Instellingen) en klik daarna op de tab Documents (Documenten).
4. Klik op de pijl-omlaag naast Sign and Encrypt (Ondertekenen en coderen) en klik daarna op Sign Document (Document ondertekenen). 5. Voer de verificatie uit met de door u gekozen beveiligde aanmeldingsmethode. Voorgestelde ondertekenaars toevoegen aan een Microsoft Word- of Microsoft Exceldocument U kunt meer dan één handtekeningregel toevoegen aan een document door voorgestelde ondertekenaars aan te wijzen.
U ondertekent het document als volgt: 1. Dubbelklik op de van toepassing zijnde handtekeningregel. 2. Voer de verificatie uit met de door u gekozen beveiligde aanmeldingsmethode. De handtekeningregel wordt weergegeven op basis van de instellingen die door de eigenaar van het document zijn opgegeven. Microsoft Office-document coderen U kunt een Microsoft Office-document coderen voor u zelf en voor uw vertrouwde contactpersonen.
U kunt een gecodeerd Microsoft Office-document als bijlage bij een e-mailbericht verzenden zonder de e-mail zelf te ondertekenen of te coderen. Hiervoor maakt en verzendt u een e-mailbericht met een ondertekend of gecodeerd document als bijlage, net als u bij een normaal e-mailbericht met een bijlage zou doen. Voor optimale beveiliging wordt u echter aangeraden het e-mailbericht te coderen wanneer u een ondertekend of gecodeerd Microsoft Office-document als bijlage bijvoegt.
Privacy Manager configureren voor Microsoft Outlook 1. Open Privacy Manager, klik op Settings (Instellingen) en klik daarna op de tab E-mail. – of – Klik in de hoofdwerkbalk van Microsoft Outlook op de pijl-omlaag naast Privacy en klik op Settings (Instellingen). – of – Klik in de werkbalk van een e-mailbericht in Microsoft Outlook op de pijl-omlaag naast Send Securely (Veilig verzenden) en klik op Settings (Instellingen). 2.
U voegt als volgt de chat-voorziening van Privacy Manager toe aan Windows Live Messenger: 1. Meld u aan bij Windows Live Home. 2. Klik op het pictogram Windows Live en klik op Windows Live Services. 3. Klik op Gallery en klik op Messenger. 4. Klik op Activities (Activiteiten) en klik op Safety and Security (Veiligheid en beveiliging). 5. Klik op Privacy Manager Chat en volg de instructies op het scherm.
4. Om sessies automatisch te coderen en op te slaan wanneer u ze sluit, schakelt u de optie Automatically save secure chat history (Historie van veilige chats automatisch opslaan) in. 5. Klik op OK. Chatten in het venster Privacy Manager Chat Nadat Privacy Manager Chat is gestart, wordt er een Privacy Manager Chat-venster geopend in Windows Live Messenger.
– of – ▲ Klik in een chatsessie op History Viewer (Historieweergave) of History (Historie). – of – ▲ Klik op de pagina "Chat Configuration" (Chatconfiguratie) op Start Live Messenger History Viewer (Historieweergave van Live Messenger starten). Alle sessies zichtbaar maken Wanneer alle sessies zichtbaar worden gemaakt, wordt de gedecodeerde schermnaam van de contactpersoon weergegeven voor de geselecteerde sessie(s) en alle sessies in dezelfde account. 1.
De inhoud van de sessie wordt gedecodeerd. Sessies doorzoeken op bepaalde tekst U kunt alleen zoeken naar tekst in zichtbaar gemaakte (gedecodeerde) sessies die worden weergegeven in het weergavevenster. Er zijn sessies waarbij de schermnaam van de contactpersoon wordt weergegeven in gewone tekst. 1. Klik in de Chat History Viewer op de knop Search (Zoeken). 2. Voer de zoektekst in, stel eventuele gewenste zoekparameters in en klik op OK.
3. Voer in de vakken From date (Vanaf datum) en To date (Tot datum) dag, maand en/of jaar in of klik op de pijl naast de kalender om de datums te selecteren. 4. Klik op OK. Sessies weergeven die in een andere map dan de standaardmap zijn opgeslagen 50 1. Klik in de chathistorieweergave op het pictogram Advanced Filter (Geavanceerd filter). 2. Schakel het selectievakje Use an alternate history files folder (Een andere map voor historiebestanden gebruiken) in. 3.
Geavanceerde taken Privacy Manager-certificaten en vertrouwde contactpersonen overbrengen naar een andere computer U kunt uw Privacy Manager-certificaten en vertrouwde contactpersonen veilig overbrengen naar een andere computer. Hiervoor exporteert u ze als een met een wachtwoord beveiligd bestand naar een netwerklocatie of naar een verwisselbaar opslagmedium. Daarna importeert u het bestand op de nieuwe computer.
5 File Sanitizer for HP ProtectTools File Sanitizer is een hulpprogramma waarmee u gegevensbestanddelen (gevoelige informatie of bestanden, historische of internetgerelateerde inhoud of andere gegevenscomponenten) veilig op uw computer kunt "versnipperen" en de vaste schijf periodiek kunt opschonen. OPMERKING: File Sanitizer is momenteel alleen beschikbaar voor de vaste schijf.
Configuratieprocedures File Sanitizer openen U opent File Sanitizer als volgt: 1. Klik achtereenvolgens op Start, Alle programma's en HP ProtectTools Security Manager. 2. Klik op File Sanitizer. – of – ● Dubbelklik op het pictogram File Sanitizer. – of – ● Klik met de rechtermuisknop op het pictogram HP ProtectTools in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk, klik op File Sanitizer en klik op Open File Sanitizer (File Sanitizer openen). Versnipperingsschema instellen 1.
U stelt als volgt een schema in voor het opschonen van vrije ruimte: 1. Open File Sanitizer en klik op Free Space Bleaching (Opschonen van vrije ruimte). 2. Schakel het selectievakje Activate Scheduler (Planner activeren) in, voer uw Windowswachtwoord in en voer daarna een dag en tijdstip in om de vaste schijf op te schonen. 3. Klik op Apply (Toepassen) en daarna op OK. OPMERKING: De opschoning van vrije ruimte kan veel tijd in beslag nemen.
versnippering moet worden bevestigd en welke gegevensbestanddelen moeten worden uitgesloten van versnippering: 1. Open File Sanitizer, klik op Settings (Instellingen), klik op Advanced Security Settings (Geavanceerde beveiligingsinstellingen) en klik daarna op View Details (Gegevens weergeven). 2. Geef het aantal versnipperingscycli op. OPMERKING: Het geselecteerde aantal versnipperingscycli wordt toegepast op elk gegevensbestanddeel.
OPMERKING: U wordt dringend aangeraden het opschonen van vrije ruimte periodiek uit te voeren als u gebruikmaakt van de optie voor eenvoudige verwijdering. 1. Open File Sanitizer, klik op Settings (Instellingen), klik op Simple Delete Setting (Instelling eenvoudige verwijdering) en klik op View Details (Gegevens weergeven). 2. Selecteer de gegevensbestanddelen die u wilt verwijderen: a.
3. ● Web browser open (Bij opening van webbrowser): kies deze optie om alle geselecteerde internetgerelateerde gegevensbestanddelen, zoals de URL-historie van de browser, te versnipperen bij opening van een webbrowser. ● Web browser quit (Bij afsluiten van webbrowser): kies deze optie om alle geselecteerde internetgerelateerde gegevensbestanddelen, zoals de URL-historie van de browser, te versnipperen bij het afsluiten van een webbrowser.
Versnipperingsprofiel aanpassen Wanneer u een versnipperingsprofiel maakt, geeft u het aantal versnipperingscycli op, welke gegevensbestanddelen moeten worden versnipperd, voor welke gegevensbestanddelen de versnippering moet worden bevestigd en welke gegevensbestanddelen moeten worden uitgesloten van versnippering: 1. Open File Sanitizer, klik op Settings (Instellingen), klik op Advanced Security Settings (Geavanceerde beveiligingsinstellingen) en klik daarna op View Details (Gegevens weergeven). 2.
OPMERKING: U wordt dringend aangeraden het opschonen van vrije ruimte periodiek uit te voeren als u gebruikmaakt van de optie voor eenvoudige verwijdering. 1. Open File Sanitizer, klik op Settings (Instellingen), klik op Simple Delete Setting (Instelling eenvoudige verwijdering) en klik op View Details (Gegevens weergeven). 2.
Algemene taken Toetscombinatie gebruiken om versnippering te activeren U geeft als volgt een toetscombinatie op: 1. Open File Sanitizer en klik op Shred (Versnipperen). 2. Schakel het selectievakje Key sequence (Toetscombinatie) in. 3. Typ een teken in het beschikbare vak en schakel het selectievakje CTRL, ALT of SHIFT in, of schakel alle drie de selectievakjes in.
– of – 1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram File Sanitizer op het bureaublad en klik op Shred One (Eén versnipperen). 2. Wanneer het dialoogvenster Browse (Bladeren) verschijnt, navigeert u naar het gegevensbestanddeel dat u wilt versnipperen en klikt u op OK. 3. Wanneer het dialoogvenster voor bevestiging verschijnt, klikt u op Yes (Ja). – of – 1. Open File Sanitizer en klik op Shred (Versnipperen). 2. Klik op de knop Browse (Bladeren). 3.
Versnipperingsactie of opschonen van vrije ruimte afbreken Wanneer een versnipperingsactie of het opschonen van vrije ruimte bezig is, staat boven het pictogram HP ProtectTools Security Manager in het systeemvak een bericht. Het bericht geeft informatie over de versnippering of opschoning van vrije ruimte die bezig is (percentage voltooid) en biedt de mogelijkheid om de bewerking af te breken. U breekt de bewerking als volgt af: ▲ Klik op het bericht en klik op Stop om de bewerking te annuleren.
6 BIOS Configuration for HP ProtectTools BIOS Configuration for HP ProtectTools biedt toegang tot beveiligings- en configuratie-instellingen van Computer Setup (Computerinstellingen). Hierdoor hebben Windows-gebruikers toegang tot de systeembeveiligingsfuncties die met Computer Setup (Computerinstellingen) worden beheerd. Met BIOS Configuration for HP ProtectTools kunt u het volgende doen: ● Beheerderswachtwoorden beheren.
Algemene taken In BIOS Configuration kunt u verschillende computerinstellingen beheren die anders alleen toegankelijk zouden zijn door tijdens het opstarten op f10 te drukken om Computer Setup te openen. BIOS Configuration openen U opent BIOS Configuration als volgt: 1. Klik op Start, klik op Instellingen en klik op Configuratiescherm. 2. Klik op HP ProtectTools Security Manager en klik op BIOS Configuration.
Instellingen weergeven of wijzigen Ga als volgt te werk om configuratie-instellingen weer te geven of te wijzigen: 1. 2. Klik op een van de volgende pagina's van BIOS Configuration: ● File (Bestand) ● Security (Beveiliging) ● System Configuration (Systeemconfiguratie) Breng de wijzigingen aan en klik op Apply (Toepassen) om de wijzigingen op te slaan en het venster open te laten. – of – Breng de wijzigingen aan en klik op OK om de wijzigingen op te slaan en het venster te sluiten. 3.
Systeeminformatie weergeven Gebruik de pagina "File" (Bestand) om de volgende typen informatie weer te geven: ● Identificatiegegevens van de computer (waaronder het serienummer) en informatie over accu's in het systeem ● Specificaties van de processor, de grootte van de cache en het geheugen, de videoversie, de versie van de toetsenbordcontroller en het systeem-ROM OPMERKING: De pagina "File" (Bestand) is uitsluitend informatief bedoeld. De weergegeven informatie kan niet worden gewijzigd.
Geavanceerde taken Opties voor beveiliging instellen Gebruik de pagina "Security" (Beveiliging) van BIOS Configuration om de beveiliging van de computer te verbeteren. OPMERKING: Niet alle opties zijn beschikbaar op alle computers en er kunnen ook extra opties beschikbaar zijn. U stelt als volgt beveiligingsopties in: 1. Open BIOS Configuration en klik op Security (Beveiliging). 2. Selecteer een of meer van de opties die staan aangegeven in de onderstaande tabel. 3.
Optie Actie Power-On Authentication Support (Ondersteuning voor verificatie bij opstarten) Ondersteuning voor smart card-verificatie bij opstarten activeren of deactiveren. OPMERKING: Deze voorziening wordt alleen ondersteund op computers met optionele smart card-lezers. Automatic Drivelock Support (Ondersteuning van Automatic DriveLock) Activeren of deactiveren. Administrator Tools (Hulpprogramma's voor beheerder) Optie Actie HP SpareKey Activeren of deactiveren.
OPMERKING: Niet alle opties zijn beschikbaar op alle computers en er kunnen ook extra opties beschikbaar zijn. U stelt als volgt systeemconfiguratieopties in: 1. Open BIOS Configuration en klik op System Configuration (Systeemconfiguratie). 2.
Optie Actie Floppy boot (Opstarten vanaf diskettedrive) Activeren of deactiveren. PXE Internal NIC boot (Opstarten vanaf PXE interne netwerkadapter) Activeren of deactiveren. Boot Order (Opstartvolgorde) De volgorde instellen waarin systeemapparaten opstarten. Device configuration options (Opties voor apparaatconfiguratie) Optie Actie USB Legacy Support (USB-ondersteuning voor oudere systemen) Activeren of deactiveren.
Optie Actie Embedded Bluetooth® Device Radio (Geïntegreerde radio van Bluetooth-apparaat) Activeren of deactiveren. Wake on LAN (Via LAN uit slaapstand halen) De optie activeren of deactiveren om de computer op afstand vanaf een andere computer in hetzelfde netwerk in te schakelen. AMT options (AMT-opties, alleen bepaalde modellen) Optie Actie Terminal Emulation Mode (Terminalemulatiemodus) Selecteer ANSI of VT100. Firmware Verbosity (Wijdlopigheid firmware) Activeren of deactiveren.
72 LAN/WLAN Switching Security Level (Beveiligingsniveau Schakelen tussen LAN/WLAN) Wijzigen, weergeven of verbergen. Embedded Bluetooth Device Radio Security Level (Beveiligingsniveau Geïntegreerde radio van Bluetooth-apparaat) Wijzigen, weergeven of verbergen. Embedded WWAN Device Radio Security Level (Beveiligingsniveau Geïntegreerde radio van WWANapparaat) Wijzigen, weergeven of verbergen.
Reset of TPM from OS Security Level (Beveiligingsniveau TPM opnieuw instellen vanuit besturingssysteem) Wijzigen, weergeven of verbergen. Virtualization Technology Security Level (Beveiligingsniveau Virtualisatietechnologie) Wijzigen, weergeven of verbergen. Terminal Emulation Mode Security Level (Beveiligingsniveau Terminalemulatiemodus) Wijzigen, weergeven of verbergen. Firmware Verbosity Security Level (Beveiligingsniveau Wijdlopigheid firmware) Wijzigen, weergeven of verbergen.
7 Embedded Security for HP ProtectTools (alleen bepaalde modellen) OPMERKING: De optionele geïntegreerde beveiligingschip TPM (TPM = Trusted Platform Module) moet in de computer zijn geïnstalleerd om Embedded Security for HP ProtectTools te kunnen gebruiken. Embedded Security for HP ProtectTools biedt bescherming tegen toegang door onbevoegden tot gegevens of referenties van de gebruiker.
Configuratieprocedures VOORZICHTIG: Als u beveiligingsrisico's wilt verlagen, is het van belang dat uw systeembeheerder de geïntegreerde beveiligingschip direct initialiseert. Als de geïntegreerde beveiligingschip niet wordt geïnitialiseerd, kan een onbevoegde gebruiker, een computerworm of een virus mogelijk de computer of de zeggenschap over de taken van de eigenaar overnemen, zoals het beheer van het archief voor noodherstel en het configureren van de toegangsinstellingen voor gebruikers.
U initialiseert de geïntegreerde beveiligingschip als volgt: 1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de HP ProtectTools Security Manager in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk en selecteer Embedded Security Initialization (Embedded Security initialiseren). De wizard HP ProtectTools Embedded Security Initialization (Embedded Security initialiseren) wordt geopend. 2. Volg de instructies op het scherm.
Algemene taken Nadat u de basisgebruikersaccount heeft ingesteld, kunt u de volgende taken uitvoeren: ● Bestanden en mappen coderen ● Gecodeerde e-mail versturen en ontvangen Personal Secure Drive (PSD) gebruiken Nadat u de PSD heeft ingesteld, wordt u de volgende keer dat u zich aanmeldt gevraagd het wachtwoord voor de Basic User Key in te voeren. Als u het juiste wachtwoord invoert voor de Basic User Key, heeft u rechtstreeks toegang tot de PSD vanuit Windows Verkenner.
Wachtwoord voor de Basic User Key wijzigen U wijzigt als volgt het wachtwoord voor de Basic User Key: 78 1. Klik achtereenvolgens op Start, Alle programma's en HP ProtectTools Security Manager. 2. Klik in het linkerdeelvenster op Embedded Security (Geïntegreerde beveiliging) en vervolgens op User Settings (Gebruikersinstellingen). 3. Klik in het rechterdeelvenster onder Basic User Key password (Wachtwoord Basic User Key) op Change (Wijzigen). 4.
Geavanceerde taken Backup maken en herstellen De backupvoorziening van Embedded Security maakt een archief met certificeringsinformatie die in geval van nood hersteld kan worden. Backups maken U maakt als volgt een backup: 1. Klik achtereenvolgens op Start, Alle programma's en HP ProtectTools Security Manager. 2. Klik in het linkerdeelvenster op Embedded Security (Geïntegreerde beveiliging) en vervolgens op Backup. 3. Klik in het rechterdeelvenster op Backup.
Embedded Security in- en uitschakelen U kunt de voorzieningen van Embedded Security uitschakelen als u zonder de beveiligingsfunctie wilt werken. De voorzieningen van Embedded Security kunt u op twee verschillende niveaus in- of uitschakelen: ● Tijdelijk uitschakelen: Met deze optie wordt de geïntegreerde beveiliging automatisch weer ingeschakeld wanneer Windows opnieuw wordt opgestart. Deze optie is standaard beschikbaar voor alle gebruikers.
8 Device Access Manager for HP ProtectTools (alleen bepaalde modellen) Dit beveiligingshulpmiddel is alleen beschikbaar voor beheerders.
Achtergrondservice starten Zorg ervoor dat de achtergrondservice HP ProtectTools Device Locking/Auditing wordt uitgevoerd als u apparaatprofielen wilt toepassen. Wanneer u voor de eerste keer apparaatprofielen toepast, opent de HP ProtectTools Security Manager een dialoogvenster waarin u wordt gevraagd of u de achtergrondservice wilt starten. Klik op Yes (Ja) om de achtergrondservice te starten en zo in te stellen dat deze iedere keer dat het systeem opstart automatisch wordt opgestart.
Eenvoudige configuratie Met de voorziening Eenvoudige configuratie kunt u de toegang tot volgende apparaatklassen weigeren: ● USB-apparaten voor alle niet-beheerders ● Alle verwijderbare media (diskettes, penschijven, etc.) voor alle niet-beheerders ● Alle dvd-/cd-rom-drives voor alle niet-beheerders ● Alle seriële en parallelle poorten voor alle niet-beheerders Ga als volgt te werk om in te stellen dat alle niet-beheerders de toegang tot een apparaatklasse wordt geweigerd: 1.
Configuratie van apparaatklassen (geavanceerd) Meerdere selecties zijn beschikbaar, waarmee u verschillende gebruikers of groepen toegang tot bepaalde apparaattypen kunt verlenen of weigeren. Gebruiker of groep toevoegen 1. Klik achtereenvolgens op Start, Alle programma's en HP ProtectTools Security Manager. 2. Klik in het linkerdeelvenster op Device Access Manager en vervolgens op Device Class Configuration (Configuratie apparaatklassen). 3.
U verleent als volgt toegang aan één gebruiker, maar niet aan de hele groep: 1. Klik achtereenvolgens op Start, Alle programma's en HP ProtectTools Security Manager. 2. Klik in het linkerdeelvenster op Device Access Manager en vervolgens op Device Class Configuration (Configuratie apparaatklassen). 3. Klik in de apparaatlijst op de apparaatklasse die u wilt configureren. 4. Voeg onder User/Groups (Gebruiker/groepen) de groep toe die u toegang wilt weigeren. 5.
9 86 Problemen oplossen Hoofdstuk 9 Problemen oplossen
Credential Manager for HP ProtectTools Korte beschrijving Gegevens Oplossing Gebruikers kunnen via de Bij gebruik van TPM-verificatie is de optie Credential Manager gebruiker alleen aangemeld bij de lokale Network Accounts computer. selecteren bij welke domeinaccount zij zich willen aanmelden. Wanneer verificatie door middel van een TPMbeveiligingschip wordt gebruikt, is deze optie niet beschikbaar. Alle andere verificatiemethoden werken naar behoren.
Korte beschrijving Gegevens Oplossing wachtwoord probeert te wijzigen vanuit Credential Manager, wordt een foutbericht weergegeven voor de aanmelding: User account restriction (Beperking gebruikersaccount). van Windows security (Windows-beveiliging), maar omdat de domeingebruiker geen fysieke account op de lokale computer heeft, kan Credential Manager alleen het voor aanmelding gebruikte wachtwoord wijzigen. Credential Manager heeft compatibiliteitsproblemen met de Corel WordPerfect 12 wachtwoord-GINA.
Korte beschrijving Gegevens Oplossing HP Client Manager. Volg de stappen hieronder om de geïntegreerde TPM-beveiligingschip in te schakelen. 1. Open Computer Setup (Computerinstellingen) door de computer aan te zetten of opnieuw te starten en op f10 te drukken wanneer het bericht f10 = ROM Based Setup linksonder op het scherm verschijnt. 2. Selecteer met de pijltoetsen Security (Beveiliging) en klik op Setup Password (Wachtwoord instellen). Stel een wachtwoord in. 3.
Embedded Security for HP ProtectTools (alleen bepaalde modellen) 90 Korte beschrijving Meer informatie Oplossing Bij het coderen van mappen, submappen en bestanden op de PSD wordt een foutbericht weergegeven. Als de gebruiker bestanden en mappen kopieert naar de PSD en de mappen, submappen of bestanden probeert te coderen, wordt het bericht Error Applying Attributes (Fout bij toepassen attributen) weergegeven. De gebruiker kan dezelfde bestanden coderen op de C:\-schijf, of op een extra geïnstalleerde
Korte beschrijving Fouten doen zich voor nadat een spanningonderbreking de initialisatie van Embedded Security heeft onderbroken. Meer informatie Oplossing van Embedded Security, wordt een foutbericht weergegeven. netwerkschijf of op een andere lokale schijf die niet de C-schijf is.
Korte beschrijving 92 Meer informatie Oplossing beheersrechten voor het systeem geen TPM-wachtwoord nodig. Iedere beheerder kan Security Platform Policies (Beleid beveiligingsplatform) wijzigen, met of zonder TPMgebruikerinitialisatie. Wanneer een certificaat wordt bekeken, wordt het als niet-vertrouwd weergegeven. Nadat HP ProtectTools is ingesteld en de wizard User Initialization (Gebruikerinitialisatie) is doorlopen, kan de gebruiker het uitgegeven certificaat bekijken.
Korte beschrijving Meer informatie Oplossing Administration te openen), wordt met verwijderen gewacht totdat het hulpprogramma Administration (Beheer) is gesloten. Als de gebruiker in dat dialoogvenster op No (Nee) klikt, wordt het hulpprogramma Administration (Beheer) helemaal niet geopend en wordt doorgegaan met het ongedaan maken van de installatie. Als een PSD is gemaakt op 2 gebruikersaccounts en snelle gebruikerswisseling wordt gebruikt in 128-MB systeemconfiguraties, loopt het systeem soms vast.
Korte beschrijving Meer informatie Oplossing De fout treedt op nadat de gebruiker de volgende acties uitvoert: Klik op de knop Browse (Bladeren) op het scherm om de locatie te selecteren. Het herstelproces wordt vervolgd. overschreven. De nieuwe bestanden kunnen niet voor herstel worden gebruikt. Automatische aanmeldscripts werken niet wanneer een gebruiker wordt hersteld in Embedded Security.
Korte beschrijving Meer informatie Oplossing op uw PSD en controleer of de PSD niet wordt gebruikt door een ander proces). De gebruiker moet het systeem opnieuw opstarten om de PSD te wissen en de PSD wordt na het opnieuw opstarten niet geladen. Een interne fout wordt gedetecteerd wanneer de gebruiker herstelt vanuit het Automatic Backup Archive (Archief voor automatische backup). Het beveiligingssysteem vertoont bij meerdere gebruikers een herstelfout.
Korte beschrijving Meer informatie Oplossing heeft om de ingestelde schijfeenheid te gebruiken. Als de automatische backup is gepland om te worden gemaakt zodra men zich aanmeldt, geeft het pictogram van Embedded Security in het systeemvak rechtsonder op de taakbalk het volgende bericht weer: The Backup Archive location is currently not accessible. Click here if you want to backup to a temporary archive until the Backup Archive is accessible again.
Device Access Manager for HP ProtectTools Korte beschrijving Gegevens Oplossing Gebruikers is in Device Access Manager de toegang tot apparaten geweigerd, maar de apparaten zijn nog altijd toegankelijk. Simple Configuration (Eenvoudige configuratie) en/of Device Class Configuration (Configuratie apparaatklassen) zijn gebruikt binnen Device Access Manager om gebruikers toegang tot apparaten te weigeren. Ondanks dat de gebruikers de toegang is ontzegd, kunnen zij nog altijd bij alle apparaten.
Overige problemen Invloed op software — korte beschrijving Meer informatie Security Manager — waarschuwing ontvangen: The security application can not be installed until the HP Protect Tools Security Manager is installed (De beveiligingsapplicatie kan niet worden geïnstalleerd voordat HP ProtectTool Security Manager is geïnstalleerd).
Invloed op software — korte beschrijving Meer informatie Oplossing 5. HP ProtectTools Security Manager: soms wordt bij het afsluiten van de Security Manager interface een foutbericht weergegeven. Af en toe (1 op de 12 gebeurtenissen), wordt een foutbericht weergegeven wanneer u op de knop Sluiten in de rechterbovenhoek van het scherm klikt om Security Manager af te sluiten voordat alle invoegtoepassingen volledig zijn geladen. ● Component Info (Onderdeelinformatie): TCG Spec. Version = 1.2 (TCG spec.
Invloed op software — korte beschrijving Meer informatie Oplossing één gebruiker zich bij het systeem aanmelden. heeft, is de eerste gebruiker in principe de beheerder. De eerste gebruiker zal zijn of haar TPM-gebruikerspincode aan andere gebruikers moeten geven, zodat zij deze kunnen gebruiken om zich aan te melden. wordt geconfigureerd door IT-beheerders voor beveiliging op systeemniveau.
Woordenlijst aanmeldingsscherm van Drive Encryption. Een aanmeldingsscherm dat verschijnt voordat Windows wordt gestart. Gebruikers moeten hun Windows-gebruikersnaam en -wachtwoord opgegeven, of de pincode van een Java Card. In de meeste gevallen zorgt het invoeren van de juiste informatie op het aanmeldingsscherm van Drive Encryption ervoor dat u rechtstreeks toegang tot Windows heeft zonder u opnieuw te hoeven aanmelden op het aanmeldingsscherm van Windows. activering.
chathistorie. Een gecodeerd bestand waarin beide kanten van een conversatie in een chatsessie staan geregistreerd. Chat History Viewer. Onderdeel van Privacy Manager Chat waarmee u gecodeerde sessies uit de chathistorie kunt zoeken en weergeven. codering. Een cryptografische procedure, zoals het gebruik van een algoritme, die wordt gebruikt om platte tekst om te zetten in vercijferde tekst, zodat niet-gemachtigde ontvangers de gegevens niet kunnen lezen.
Java Card. Een verwisselbare kaart die in de computer wordt geplaatst. De kaart bevat identificatiegegevens voor aanmelding. Als u zich met een Java Card wilt aanmelden op het aanmeldingsscherm van Drive Encryption, moet u de Java Card in de computer plaatsen en uw gebruikersnaam en de pincode van de Java Card typen. lijst met vertrouwde contactpersonen. Een lijst met de vertrouwde contactpersonen. migratie.
gebruiker, door informatie op te slaan die specifiek op het hostsysteem betrekking heeft, zoals coderingssleutels, digitale certificaten en wachtwoorden. Door gebruik van een TPM wordt het risico verminderd dat informatie op de computer gevaar loopt door fysieke diefstal of door een aanval door een externe hacker. TXT. Trusted Execution Technology. uitnodiging voor vertrouwde contactpersoon. Een e-mailbericht dat naar een persoon wordt verzonden met de vraag om een vertrouwde contactpersoon te worden.
wachtwoord voor intrekking. Een wachtwoord dat wordt gemaakt wanneer een gebruiker een digitaal certificaat aanvraagt. Het wachtwoord is vereist wanneer de gebruiker zijn of haar digitale certificaat wil intrekken. Dit garandeert dat alleen de gebruiker het certificaat kan intrekken. Windows-beheerder. Een gebruiker met volledige rechten om toegangsmachtigingen te wijzigen en andere gebruikers te beheren. Windows-gebruikersaccount.
Index A Account basisgebruiker 76 Achtergrondservice, Device Access Manager 82 AMT-opties 71 Apparaatconfiguratie, opties 68, 70 opties voor beveiliging instellen 67 opties voor systeemconfiguratie instellen 68 systeeminformatie weergeven 66 BIOS Configuration for HP ProtectTools 63 B Backup maken en herstellen certificeringsinformatie 79 Embedded Security 79 HP ProtectToolsreferenties 10 Single Sign On gegevens 19 Basic User Key, wachtwoord instellen 76 wijzigen 78 Basisgebruikersaccount 76 Beheerdersta
Device Access Manager for HP ProtectTools achtergrondservice 82 apparaat, toegang verlenen aan één 85 apparaatklasse, configuratie 84 apparaatklasse, toegang verlenen aan één 84 eenvoudige configuratie 83 gebruiker of groep, toegang weigeren 84 gebruiker of groep, toevoegen 84 gebruiker of groep, verwijderen 84 problemen oplossen 97 Doelstellingen, beveiliging 6 Drive Encryption for HP ProtectTools aanmelden nadat Drive Encryption is geactiveerd 27 activeren 27 afzonderlijke schijfeenheden coderen 28 afzond
Instellen beveiligingsopties 67 opstartopties 68 opties voor apparaatconfiguratie 68 opties voor ingebouwde apparaten 68 opties voor systeemconfiguratie 68 poortopties 68 J Java Card Security for HP ProtectTools Credential Manager 13 pincode 9 N Noodherstel 75 O Openen 64 Opstartopties 68, 69 Opstartwachtwoord definitie 9 P Personal Secure Drive (PSD) 77 Poortopties 68, 69 Privacy Manager 41 Privacy Manager for HP ProtectTools alle sessies zichtbaar maken 48 certificaten van Privacy Manager beheren 35 cha
voorgestelde ondertekenaars toevoegen aan een Microsoft Word- of Microsoft Exceldocument 42 weergegeven sessies filteren 49 Problemen oplossen Credential Manager 87 Device Access Manager 97 Embedded Security 90 overige problemen 98 R Regelen, toegang tot apparaten 81 Registreren applicatie 17 referenties 12 S Security Setup (Beveiligingsinstellingen), wachtwoord 9 Single Sign On applicaties exporteren 19 applicaties verwijderen 19 automatische registratie 18 eigenschappen van applicaties wijzigen 18 handmat