HP ProtectTools - Windows Vista and Windows XP

chathistorie. Een gecodeerd bestand waarin beide kanten van een conversatie in een chatsessie staan
geregistreerd.
Chat History Viewer. Onderdeel van Privacy Manager Chat waarmee u gecodeerde sessies uit de chathistorie
kunt zoeken en weergeven.
codering. Een cryptografische procedure, zoals het gebruik van een algoritme, die wordt gebruikt om platte tekst
om te zetten in vercijferde tekst, zodat niet-gemachtigde ontvangers de gegevens niet kunnen lezen. Er zijn vele
manieren voor het coderen van gegevens, die de basis vormen van netwerkbeveiliging. Veelvoorkomende
coderingsmethoden zijn Data Encryption Standard en codering door middel van publieke sleutels.
cryptografie. Het coderen en decoderen van gegevens, zodat deze alleen door bepaalde gebruikers kunnen
worden gedecodeerd.
CSP (cryptographic service provider). Een leverancier of bibliotheek van cryptografische algoritmen die in
een vastgelegde interface kunnen worden gebruikt om bepaalde cryptografische functies uit te voeren.
decodering. Een cryptografische procedure voor het omzetten van gecodeerde gegevens naar platte tekst.
digitaal certificaat. Elektronische referenties die de identiteit van een individu of een bedrijf bevestigen door de
identiteit van de eigenaar van het digitale certificaat te koppelen aan een stel elektronische sleutels die worden
gebruikt om digitale informatie te ondertekenen.
digitale handtekening. Bij een bestand verzonden gegevens die de afzender van het materiaal verifiëren en
die aantonen dat het bestand na ondertekening niet is gewijzigd.
domein. Groep computers die deel uitmaken van een netwerk en die een gemeenschappelijke
directorydatabase delen. Elk domein heeft een unieke naam en een set gemeenschappelijke regels en procedures.
DriveLock. Beveiligingsvoorziening die de vaste schijf koppelt aan een gebruiker. De gebruiker moet bij het
opstarten van de computer het juiste DriveLock-wachtwoord typen.
eenvoudige verwijdering. Verwijdering van de verwijzing in Windows naar een gegevensbestanddeel. De
inhoud van het gegevensbestanddeel blijft op de vaste schijf staan tot de inhoud wordt overschreven bij het
opschonen van vrije ruimte.
EFS (Encryption File System). Een systeem waarmee alle bestanden en submappen in een geselecteerde
map worden gecodeerd.
gebruiker. Iedereen die het inschrijvingsproces van Drive Encryption heeft doorlopen. Gebruikers die geen
beheerder zijn, hebben beperkte rechten in Drive Encryption. Ze kunnen zich alleen inschrijven (met toestemming
van de beheerder) en aanmelden.
gegevensbestanddeel. Een gegevenscomponent bestaande uit persoonlijke informatie of bestanden,
historiegegevens, webgerelateerde gegevens, enzovoort, op de vaste schijf.
handmatige versnippering. Onmiddellijke versnippering van een of meer geselecteerde
gegevensbestanddelen, waarbij het schema voor automatische versnippering wordt genegeerd.
handtekeningregel. Een ruimte bestemd voor de visuele weergave van een digitale handtekening. Wanneer
een document wordt ondertekend, worden de naam en verificatiemethode van de ondertekenaar weergegeven.
Ook de ondertekeningsdatum en de titel van de ondertekenaar kunnen worden opgenomen.
herstart. Proces waarbij de computer opnieuw wordt opgestart.
HP SpareKey. Backupkopie van coderingssleutel voor een schijfeenheid.
identiteit. Een verzameling referenties en instellingen in de HP ProtectTools Credential Manager, die wordt
behandeld als een account of profiel van een bepaalde gebruiker.
102 Woordenlijst