HP ProtectTools - Windows Vista and Windows XP

Bescherming van een applicatie opheffen
U heft als volgt de beperkingen van een applicatie op:
1. Klik in HP ProtectTools Security Manager op Credential Manager in het linkerdeelvenster.
2. Klik op Services and Applications (Diensten en applicaties).
3. Klik op Application Protection (Applicatiebeveiliging).
4. Selecteer een categorie gebruiker waarvoor u de toegang wilt beheren.
OPMERKING: Als de categorie niet Everyone (Iedereen) is, kan het noodzakelijke zijn om
Override default settings (Standaardinstellingen negeren) te selecteren om de instellingen voor
de categorie Everyone (Iedereen) te negeren.
5. Klik op de applicatie die u wilt verwijderen en vervolgens op Remove (Verwijderen).
6. Klik op OK.
Ingestelde beperkingen voor een beschermde applicatie wijzigen
1. Klik op Application Protection (Applicatiebeveiliging).
2. Selecteer een categorie gebruiker waarvoor u de toegang wilt beheren.
OPMERKING: Als de categorie niet Everyone (Iedereen) is, kunt u Override default settings
(Standaardinstellingen negeren) selecteren om de instellingen voor de categorie Everyone
(Iedereen) te negeren.
3. Klik op de applicatie die u wilt wijzigen en klik op Properties (Eigenschappen). Het dialoogvenster
Properties (Eigenschappen) wordt geopend voor die applicatie.
4. Klik op het tabblad General (Algemeen). Selecteer een van de volgende instellingen:
Disabled (Cannot be used) (Uitgeschakeld (Kan niet worden gebruikt))
Enabled (Can be used without restrictions) (Ingeschakeld (Kan zonder beperkingen worden
gebruikt))
Restricted (Usage depends on settings) (Beperkt (Gebruik is afhankelijk van de instellingen))
5. Wanneer u Restricted (Beperkt) selecteert, zijn de volgende opties beschikbaar:
a. Als u gebruik wil beperken op basis van tijd, dag, of datum, klikt u op het tabblad Schedule
(Planning) en configureert u de instellingen.
b. Als u gebruik wilt beperken op basis van inactiviteit, klikt u op het tabblad Advanced
(Geavanceerd) en selecteert u de periode van inactiviteit.
6. Klik op OK om het dialoogvenster Properties (Eigenschappen) van de applicatie te sluiten.
7. Klik op OK.
Algemene taken 21