Energiebeheer Gebruikershandleiding
© Copyright 2009 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie.
Inhoudsopgave 1 Locatie van voedingsknoppen en voedingslampjes 2 Opties voor energiebeheer instellen Energiebesparende standen gebruiken ............................................................................................... 3 Slaapstand activeren of beëindigen ..................................................................................... 3 Hibernationstand activeren of beëindigen ........................................................................... 3 Pictogram Energie gebruiken ......
5 Computer afsluiten Index ...................................................................................................................................................................
1 Locatie van voedingsknoppen en voedingslampjes De volgende afbeelding en tabel geven informatie over de locatie en werking van voedingsknoppen en voedingslampjes. Onderdeel Beschrijving (1) fn+f5 De slaapstand activeren. (2) Interne beeldschermschakelaar Wanneer u de computer sluit terwijl de computer is ingeschakeld, wordt deze schakelaar ingedrukt. Daardoor wordt het beeldscherm uitgeschakeld.
Onderdeel Beschrijving knop minstens vijf seconden ingedrukt om de computer uit te schakelen. Als u meer wilt weten over de instellingen voor energiebeheer en over de manier waarop u ze kunt wijzigen, selecteert u Computer > Control Center (Besturingscentrum) > System (Systeem) > Power Management (Energiebeheer). (4) 2 Aan/uit-lampje ● Aan: De computer is ingeschakeld. ● Knipperend: De computer staat in de slaapstand. ● Uit: De computer is uitgeschakeld of staat in de hibernationstand.
2 Opties voor energiebeheer instellen Energiebesparende standen gebruiken Standaard zijn twee energiebesparende voorzieningen ingeschakeld: de slaapstandvoorziening en de hibernationvoorziening. Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, knipperen de aan/uit-lampjes en wordt het scherm leeggemaakt. Uw werk wordt opgeslagen in het geheugen. Het beëindigen van de slaapstand gaat sneller dan het beëindigen van de hibernationstand.
Als de computer is ingeschakeld, kunt u op elk van de volgende manieren de hibernationstand activeren: ● Druk kort op de aan/uit-knop. ● Klik achtereenvolgens op Computer, Shutdown (Afsluiten) en Hibernation. ● Klik op het pictogram Energie rechtsonder op de taakbalk en vervolgens op Hibernation. ▲ U beëindigt als volgt de hibernationstand: Druk kort op de aan/uit-knop. Het aan/uit-lampje gaat branden en uw werk verschijnt op het scherm op het punt waar u was gestopt met werken.
3 Externe netvoeding gebruiken Externe netvoeding wordt geleverd door een van de volgende apparaten: WAARSCHUWING! Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde netvoedingsadapter, een door HP geleverde vervangende adapter, of een compatibele adapter die als accessoire is aangeschaft bij HP.
Netvoedingsadapter aansluiten WAARSCHUWING! Ga als volgt te werk om het risico van een elektrische schok en schade aan de apparatuur te beperken: Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat altijd gemakkelijk te bereiken is. Ontkoppel de netvoeding van de computer door de stekker uit het stopcontact te halen (niet door het netsnoer los te koppelen van de computer). Als bij het product een geaard netsnoer met een geaarde stekker is geleverd, sluit u het netsnoer aan op een geaard stopcontact.
Netvoedingsadapter testen Test de netvoedingsadapter als de computer een of meer van de volgende symptomen vertoont terwijl hij is aangesloten op een netvoedingsbron: ● De computer laat zich niet inschakelen. ● Het beeldscherm gaat niet aan. ● Het aan/uit-lampje brandt niet. U test de netvoedingsadapter als volgt: 1. Verwijder de accu uit de computer. a. Leg de computer ondersteboven op een vlak oppervlak neer, met de accuruimte naar u toe. b.
4 Accuvoeding gebruiken Wanneer er zich een opgeladen accu in de computer bevindt en de computer niet is aangesloten op een externe voedingsbron, werkt de computer op accuvoeding. Wanneer de computer is aangesloten op een externe netvoedingsbron, werkt de computer op netvoeding. Als er een opgeladen accu in de computer is geplaatst en de computer op externe voeding werkt via de netvoedingsadapter, schakelt de computer over op accuvoeding wanneer de netvoedingsadapter wordt losgekoppeld van de computer.
2. Schuif de accu in de accuruimte (1) tot de accuvergrendelingen (2) de accu automatisch op zijn plaats vastzetten. U verwijdert de accu als volgt: 1. Leg de computer ondersteboven op een vlak oppervlak neer, met de accuruimte naar u toe. 2. Schuif de accuvergrendelingen links en rechts (1) naar binnen. 3. Verwijder de accu (2). Accu opladen WAARSCHUWING! Laad de accu van de computer niet op aan boord van een vliegtuig.
De accu wordt opgeladen wanneer de computer op een externe voedingsbron is aangesloten met een netvoedingsadapter, een optionele voedingsadapter of een optioneel dockingapparaat. De accu wordt opgeladen ongeacht of de computer in gebruik is of uit staat, maar het opladen verloopt sneller wanneer de computer is uitgeschakeld. Het opladen kan langer duren wanneer de accu nieuw is, langer dan twee weken niet is gebruikt of veel warmer of kouder is dan de normale kamertemperatuur.
3. Selecteer onder Werkt op accuvoeding de optie Energie besparen. 4. Klik op Voltooien. Omgaan met een lage acculading In dit gedeelte worden de waarschuwingen en systeemreacties beschreven die standaard zijn ingesteld. Sommige waarschuwingen voor een lage acculading en de manier waarop het systeem daarop reageert, kunt u wijzigen in het onderdeel Energiebeheer van het Controlecentrum. Voorkeuren die u in Energiebeheer instelt, zijn niet van invloed op de werking van de lampjes.
Sla uw werk op en sluit de computer af. Lage acculading verhelpen wanneer de computer de hibernationstand niet kan beëindigen Als de computer niet voldoende acculading heeft om de hibernationstand te beëindigen, doet u het volgende: 1. Plaats een opgeladen accu of sluit de computer aan op een externe voedingsbron. 2. Als u de hibernationstand wilt beëindigen, drukt u op de aan/uit-knop.
3. Wijzig alle 4 instellingen in Nooit. 4. Klik op Sluiten. Stap 3: Ontlaad de accu De computer moet ingeschakeld blijven tijdens het ontladen van de accu. De accu wordt ontladen, ongeacht of de computer in gebruik is. Wanneer u de computer gebruikt, verloopt het ontladen echter sneller. ● Als u de computer onbeheerd wilt achterlaten tijdens het ontladen, slaat u uw gegevens op voordat u de ontladingsprocedure start.
Stap 5: Schakel de hibernationstand en slaapstand opnieuw in VOORZICHTIG: Als u de hibernationstand niet opnieuw inschakelt nadat u de accu heeft gekalibreerd, kan de accu volledig worden ontladen. Hierdoor kunt u gegevens verliezen wanneer de acculading van de computer een kritiek laag niveau bereikt. 1. Klik op het pictogram Energie rechtsonder op de taakbalk en vervolgens op Voorkeuren. 2.
Afvoeren van afgedankte accu's WAARSCHUWING! Probeer de batterij niet uit elkaar te halen, in elkaar te drukken of te doorboren, zorg dat u geen kortsluiting veroorzaakt tussen de externe contactpunten en laat de batterij niet in aanraking komen met water of vuur. Zo beperkt u het risico op brand en brandwonden. Raadpleeg voor informatie over het afvoeren van afgedankte accu's de Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu.
5 Computer afsluiten VOORZICHTIG: Als u de computer afsluit zal alle informatie die u niet heeft opgeslagen verloren gaan. Met de opdracht Afsluiten sluit u alle geopende programma's, waaronder het besturingssysteem, en worden vervolgens het beeldscherm en de computer uitgeschakeld.
Index A Aan/uit-knop, herkennen 1 Aan/uit-lampje, herkennen 2 Aansluiten, externe netvoedingsbron 6 Accu afvoeren 15 opbergen 14 opladen 9 plaatsen 8 vervangen 15 verwijderen 8 Accu, temperatuur 14 Accucontrole 15 Acculading, maximaliseren 10 Acculampje 9 Accuvergrendelingen 8 Accuvoeding 8 B Beschrijfbare media 3 E Energiebeheer 4 H Hibernationstand activeren 3 beëindigen 3 Hotkeys slaapstand activeren 1 N Netvoedingsadapter testen 7 Netvoedingsadapter, aansluiten 6 O Opbergen, accu 14 Opladen, accu 9 R