Power Management - Linux

De accu wordt opgeladen wanneer de computer op een externe voedingsbron is aangesloten met een
netvoedingsadapter, een optionele voedingsadapter of een optioneel dockingapparaat.
De accu wordt opgeladen ongeacht of de computer in gebruik is of uit staat, maar het opladen verloopt
sneller wanneer de computer is uitgeschakeld.
Het opladen kan langer duren wanneer de accu nieuw is, langer dan twee weken niet is gebruikt of veel
warmer of kouder is dan de normale kamertemperatuur.
Ga als volgt te werk om de accuwerktijd te verlengen en de nauwkeurigheid van de weergave van de
acculading te optimaliseren:
Als u een nieuwe accu oplaadt, wacht u tot de accu volledig is opgeladen voordat u de computer
inschakelt.
Laad de accu op tot het acculampje van de computer uit gaat.
OPMERKING: Als de computer is ingeschakeld wanneer de accu wordt opgeladen, is het
mogelijk dat de Energiemeter in de taakbalk aangeeft dat de accu voor 100 procent is opgeladen,
terwijl dit nog niet het geval is.
Laad de accu pas op wanneer deze door normaal gebruik is ontladen tot ongeveer 5 procent van
de volledige lading.
Als de accu één maand of langer niet is gebruikt, is het noodzakelijk de accu te kalibreren in plaats
van op te laden.
Het acculampje geeft als volgt de status van de acculading aan:
Aan: de accu wordt opgeladen.
Knipperend: een accu die de enige beschikbare voedingsbron is, is bijna leeg. Wanneer de accu
een kritiek laag ladingsniveau bereikt, begint het acculampje snel te knipperen.
Uit: de accu is volledig opgeladen, is in gebruik, of is niet geïnstalleerd.
De accuwerktijd maximaliseren
De ontladingstijd van de accu varieert, afhankelijk van de functies die u gebruikt terwijl de computer op
de accu werkt. De maximale ontladingstijd van de accu neemt geleidelijk af omdat de capaciteit van de
accu afneemt ten gevolge van bepaalde natuurlijke processen.
Tips voor het maximaliseren van de ontladingstijd van de accu:
Verlaag de helderheid van het scherm.
Verwijder de accu uit de computer als deze niet wordt gebruikt of opgeladen.
Bewaar de accu op een koele, droge plaats.
Selecteer de instelling Energie besparen in Energiebeheer.
Ga als volgt te werk om de instelling Energie besparen in Energiebeheer te selecteren.
1. Klik achtereenvolgens op Computer, Controlecentrum en Energiebeheer.
2. Klik op het tabblad Algemeen op Systeeminstellingen.
10 Hoofdstuk 4 Accuvoeding gebruiken