Power Management - Linux

Sla uw werk op en sluit de computer af.
Lage acculading verhelpen wanneer de computer de hibernationstand niet kan
beëindigen
Als de computer niet voldoende acculading heeft om de hibernationstand te beëindigen, doet u het
volgende:
1. Plaats een opgeladen accu of sluit de computer aan op een externe voedingsbron.
2. Als u de hibernationstand wilt beëindigen, drukt u op de aan/uit-knop.
Accu kalibreren
Kalibreer een accu in de volgende gevallen:
als de weergegeven acculading onjuist lijkt te zijn;
als u constateert dat de werktijd van de accu duidelijk anders is dan tevoren.
Zelfs als een accu intensief wordt gebruikt, is het niet nodig om de accu vaker dan eens per maand te
kalibreren. Het is ook niet nodig om een nieuwe accu te kalibreren.
Stap 1: Laad de accu volledig op
WAARSCHUWING! Laad de accu van de computer niet op aan boord van een vliegtuig.
OPMERKING: De accu wordt opgeladen ongeacht of de computer in gebruik is of uit staat, maar het
opladen verloopt sneller wanneer de computer is uitgeschakeld.
U laadt als volgt de accu volledig op:
1. Plaats de accu in de computer.
2. Sluit de computer aan op een netvoedingsadapter, optionele voedingsadapter of optioneel
dockingapparaat, en sluit de adapter of het apparaat aan op een externe netvoedingsbron.
Het acculampje van de computer gaat branden.
3. Zorg dat de computer op de externe voedingsbron aangesloten blijft totdat de accu volledig is
opgeladen.
Het acculampje van de computer gaat uit.
Stap 2: Schakel de voorzieningen voor hibernation en slaapstand uit
1. Klik op het pictogram Energie rechtsonder op de taakbalk en vervolgens op Voorkeuren.
2. Noteer van de tabbladen Werkt op netvoeding en Werkt op accuvoeding de huidige waarden
voor de volgende instellingen:
Put the display to Suspend when the computer is inactive for: (Weergave in de
slaapstand zetten als de computer niet actief is gedurende:)
Put the computer to Suspend when it is inactive for: (Computer in de slaapstand zetten
als de computer niet actief is gedurende:)
12 Hoofdstuk 4 Accuvoeding gebruiken