HP LaserJet Analog Fax Accessory 500 - Fax Guide
OPMERKING: Voer indien nodig een komma (,) in om een pauze van twee seconden in te
lassen na een voorkiesnummer (bijvoorbeeld 9 of 0). In deze pauze kan het interne
telefoonsysteem verbinding maken met een buitenlijn voordat de rest van het nummer wordt
gekozen. Druk op de knop Onderbreken op het bedieningspaneel om een komma in te voeren.
Als u een pincode wilt invoeren als onderdeel van het nummer van de ontvanger, gebruikt u het
toetsenbord op het bedieningspaneel. Raak het veld Faxontvangers aan en vervolgens de knop
PIN-code. Hiermee voert u een vierkante haak openen in ([). Typ de pincode en raak de knop
PIN-code nogmaals aan om de vierkante haak sluiten (]) in te voeren. Het nummer tussen de
haken wordt niet weergegeven in het faxnummer dat op faxrapporten verschijnt.
6. Raak Start aan om de fax te verzenden. U kunt hiervoor het pictogram Start op het touchscreen
aanraken of op de groene knop Start op het bedieningspaneel drukken.
7. Als het nummer van de faxontvanger overeenkomt met een of meer opgeslagen snelkiesnummers,
worden de overeenkomende snelkiesnummers weergegeven en wordt u gevraagd of u wilt
doorgaan met het verzenden van de fax aan de opgegeven ontvanger(s). Raak Ja aan om het
nummer te bevestigen en de fax te verzenden. Raak Nee aan om de fax te annuleren. Deze stap
is niet vereist als de functie Overeenkomend faxsnelkiesnummer is uitgeschakeld.
Als het nummer van de faxontvanger niet overeenkomt met een opgeslagen snelkiesnummer,
wordt het nummerbevestigingsscherm weergegeven en moet u het faxnummer opnieuw invoeren.
Voer het nummer opnieuw in en raak OK aan om de fax te verzenden. Deze stap is niet vereist
als de functie Bevestiging faxnummer is uitgeschakeld.
OPMERKING: Als u wijzigingen hebt aangebracht in de instellingen op het scherm Instellingen
(bijvoorbeeld in de waarschuwingsinstelling of de instelling voor enkel- of dubbelzijdig afdrukken),
wordt er een voortgangsscherm weergegeven waarin u wordt gevraagd of u de huidige instellingen
wilt bewaren. Als u op Ja drukt, keert u terug naar het faxscherm en worden de opgegeven instellingen
bewaard. Hierdoor kunt u nog een fax verzenden met dezelfde instellingen. Als u op Nee drukt,
worden de instellingen gewist (de beginwaarden worden hersteld) en wordt het startscherm van het
product weergegeven.
Een fax verzenden met de functie voor snelkiezen
OPMERKING: Voordat u een fax verzendt met de functie voor snelkiezen, moet u een
snelkiesnummer maken. Zie
Een snelkiesnummerlijst maken op pagina 42 voor informatie over het
maken van een snelkiesnummer.
1. Plaats het document in de automatische documentinvoer (ADI) of op de glasplaat.
2. Raak het pictogram Fax op het bedieningspaneel aan om het faxscherm weer te geven.
3. Raak Snelkiesnummers aan om het snelkiesscherm te openen.
4. Raak een Snelkiezen-nummer aan voor de snelkiesnaam die u wilt gebruiken. Raak OK aan.
5. De snelkiesnaam wordt weergegeven in het gedeelte Faxontvangers van het faxscherm.
6. Raak Start aan om de fax te verzenden. U kunt hiervoor de knop Start op het touchscreen
aanraken of op de groene knop Start op het bedieningspaneel drukken.
NLWW
Fax gebruiken
39










