HP DesignJet T1700-printerserie Gebruikershandleiding
Uitgave 2 Wettelijke kennisgevingen Handelsmerken © Copyright 2018 HP Development Company, L.P. De informatie in dit document kan zonder vooraankondiging worden gewijzigd. Adobe®, Acrobat®, Adobe Photoshop® en Adobe® PostScript® 3™ zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. De enige garanties voor producten en diensten van HP worden vermeld in de specifieke garantieverklaringen bij dergelijke producten en diensten. Niets in dit document mag worden opgevat als aanvullende garantie.
Inhoudsopgave 1 Inleiding ...................................................................................................................................................................................................... 1 Welkom bij uw printer .............................................................................................................................................................. 2 Printermodellen .....................................................................................
3 Werken met twee rollen (alleen T1700dr) ......................................................................................................................................... 39 Voordelen van een printer met meerdere rollen ............................................................................................................... 40 De manier waarop de printer taken toewijst aan papierrollen ....................................................................................... 40 4 Netwerken .....
Afdrukken en schaal aanpassen vanuit Microsoft Office ............................................................................................... 103 10 Printergebruiksgegevens ophalen .................................................................................................................................................. 107 Printertelgegevens verkrijgen ...........................................................................................................................................
Er is nog een strook aanwezig in de uitvoerlade die een papierstoring veroorzaakt ............................................... 143 De printer geeft de melding dat er geen papier is wanneer er wel papier beschikbaar is ....................................... 143 Afdrukken vallen niet netjes in de mand .......................................................................................................................... 143 Het vel blijft in de printer wanneer het afdrukken is voltooid .................
Printkoppen uitlijnen ........................................................................................................................................................... 166 Statusberichten voor printkoppen .................................................................................................................................... 168 17 Algemene problemen met de printer oplossen ..................................................................................................................
viii NLWW
1 NLWW Inleiding ● Welkom bij uw printer ● Printermodellen ● Veiligheidsmaatregelen ● Belangrijkste onderdelen ● De printer in- en uitschakelen ● Front panel ● Hulpprogramma van HP ● HP Print Preview ● Geïntegreerde webserver ● Demo-afdrukken ● De printer configureren ● Afdrukken vanaf een mobiel apparaat ● Toegankelijkheid ● Andere informatiebronnen 1
Welkom bij uw printer Uw printer is een inktjetkleurenprinter die is ontworpen voor het afdrukken van afbeeldingen van hoge kwaliteit op papier met een maximumbreedte van 1118 mm (of ).
Veiligheidsmaatregelen Lees deze veiligheidsmaatregelen voordat u de printer gebruikt. Lees ook de lokale voorschriften inzake omgeving, gezondheid en veiligheid. Deze apparatuur is niet geschikt is voor gebruik op plaatsen waar de aanwezigheid van kinderen waarschijnlijk is. Om onderhoud uit te voeren of een onderdeel te vervangen, volgt u de instructies die in de HP documentatie worden vermeld om veiligheidsrisico's te minimaliseren en printerbeschadiging te voorkomen.
● Struikel niet over de kabels als u achter de printer loopt. ● Steek het netsnoer stevig en volledig in het wandstopcontact en de printeringang. ● Raak het netsnoer nooit aan als u natte handen hebt. Brandgevaar Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om het risico op brand te vermijden: ● Het is de verantwoordelijkheid van de klant om te voldoen aan de vereisten van de printer en aan de plaatselijke elektrische regelgeving van het land waar de printer wordt geïnstalleerd.
Omgaan met inkt HP beveelt het dragen van handschoenen aan bij de verwerking van inktvoorraden. Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen De volgende symbolen worden in deze handleiding gebruikt om een correct gebruik van de printer te waarborgen en om te voorkomen dat de printer wordt beschadigd. Volg de instructies die met deze symbolen zijn gemarkeerd. WAARSCHUWING! Het niet opvolgen van deze richtlijnen die met dit symbool zijn gemarkeerd, kan leiden tot ernstig letsel of overlijden. VOORZICHTIG: printer.
OPMERKING: De uiteindelijke labelpositie en labelgrootte op de printer kunnen enigszins verschillen, maar labels moeten altijd zichtbaar zijn en zich dicht bij het potentiële risicogebied bevinden. Belangrijkste onderdelen De basisonderdelen worden weergegeven op het volgende voor- en achteraanzicht van de printer. Vooraanzicht 6 1. Venster 2. Printkopwagen 3. Printkop 4. Front panel 5. Inktpatroonsleuf 6. Inktpatroon 7. Uitvoerplaat 8. Lijnen voor papieruitlijning 9.
Achteraanzicht OPMERKING: Deze illustratie toont de T1700dr. 1. Gigabit-Ethernet-poort 2. Communicatiepoort 3. Stroomaansluiting 4. Rolklep 5. Papierrol OPMERKING: NLWW 6. As-stop 7. As De bovenste rol is rol 1 en de onderste rol is rol 2.
Communicatiepoorten 1. Stroomaansluiting 2. Gigabit Ethernet-poort, voor aansluiting op een netwerk 3. Communicatiepoort 4. Diagnostische ledlampjes voor gebruik door servicemonteurs De Hi-Speed USB-hostpoort bevindt zich aan de andere kant van de printer naast het front panel.
Wandtussenschotten (alleen sommige modellen) Als u de printer dicht bij een muur plaatst, zorg er dan voor dat er wat ruimte is tussen de printer en de muur. Anders ondervindt u mogelijk problemen met de papierdoorvoer. Als uw model wandtussenschotten heeft, verlaagt u deze om te zorgen voor een minimale afstand. De printer in- en uitschakelen TIP: De printer kan ingeschakeld blijven zonder energie te verbruiken.
Wanneer de printer weer is ingeschakeld, duurt het initialiseren en controleren van de printkoppen ongeveer drie minuten. Het gereedmaken van de printkoppen duurt ongeveer 75 seconden. Als de printer echter zes weken of langer heeft uitgestaan, dan kan het voorbereiden van de printkoppen maximaal 45 minuten duren. Front panel Het front panel is een aanraakgevoelig scherm met een grafische gebruikersinterface dat zich aan de rechtervoorkant van de printer bevindt.
Startpagina’s Er zijn drie pagina's op het hoogste niveau waartussen u kunt schakelen door uw vinger over het scherm te bewegen: NLWW ● De pagina met alle apps geeft een lijst weer met alle toepassingen die in de printer beschikbaar zijn en de status van elk van deze. ● Als u naar links naar de widgetpagina veegt, ziet u in een oogopslag de status van de inktvoorraad en papierbenodigdheden.
Dimstand Na enige tijd zonder activiteit (standaard 5 minuten) gaat de printer naar de dimstand, waardoor de helderheid van het front panel met 25% wordt verminderd. Elke activiteit, zoals het gebruik van het front panel of de aankomst van een afdruktaak, eindigt de dimstand en herstelt de normale helderheid. Na enige tijd in de dimstand (standaard 15 minuten), gaat de printer naar de slaapstand. De perioden kunnen worden gewijzigd vanaf het front panel.
● Schermhelderheid om de helderheid van het front-paneldisplay te wijzigen. De standaard helderheid is 50. ● Energieopties > Slaapstand printer om de lengte te wijzigen van de periode dat de printer wacht voordat hij in de slaapstand gaat (zie Slaapstand op pagina 12). U kunt een tijd instellen tussen 5 en 240 minuten. De standaardtijd is 20 minuten (totale tijd inclusief 5 minuten in de dimstand).
● In Mac OS X start u de HP Utility via de snelkoppeling op de Dock, of door op Toepassingen > HP > HP Utility te klikken. Hierdoor wordt de HP Utility gestart en ziet u de printers die zijn geïnstalleerd op uw computer. Wanneer u uw printer selecteert in het linker deelvenster, is alles in het rechter deelvenster specifiek voor die printer. HP Print Preview Met de toepassing HP Print Preview kunt u een eenvoudige voorbeeldweergave zien van hoe uw taak wordt afgedrukt.
● Mozilla Firefox (meest recente versie) ● Google Chrome (meest recente versie) Wanneer u de geïntegreerde webserver op een willekeurige computer wilt gebruiken, opent u de webbrowser en typt u het IP-adres van de printer in de adresbalk van de browser. U kunt het IP-adres van de printer vinden op het front panel van de printer: Tik op het pictogram en vervolgens op Netwerk. Zie De printer configureren op pagina 15.
TIP: Noteer het IP-adres, omdat u dit nodig kunt hebben tijdens het instellen of bij het verbinden van de Windows- of Mac OS-clients. Netwerkconfiguratie wijzigen Om de huidige netwerkconfiguratie te wijzigen, gaat u naar het front panel en tikt u op het pictogram daarna op het pictogram , en vervolgens op Netwerk > Gigabit Ethernet. Van hieruit is het mogelijk (maar niet altijd nodig) om de instellingen handmatig aan te passen. Dit kan ook worden gedaan op afstand met de geïntegreerde webserver.
3. ● Niet-PostScript-printers: het rasterstuurprogramma ● PostScript-printers, met Windows 7 of Windows Server 2008R2: het PostScript-stuurprogramma ● PostScript-printers, met Windows 8, Windows Server 2012 of hoger: het pdf-stuurprogramma Zodra het bestand is gedownload opent u het en volgt u de stappen op het scherm. Als uw computer geen printers vindt op het netwerk, dan wordt het venster Printer niet gevonden getoond, waarmee u wordt geholpen uw printer te vinden.
● Als u de juiste naam vindt, scrolt u zo nodig opzij om de kolom Verbinding te bekijken en controleert u of er Bonjour staat. Markeer vervolgens die regel. Ga anders door met zoeken in de lijst. ● Als u de naam van uw printer niet kunt vinden, klikt u op Doorgaan en voert u de installatie handmatig uit. Open Systeemvoorkeuren en selecteer in Printers en scanners het +-teken onderaan de tabel. Ga vervolgens naar het tabblad IP, voer uw IP-adres in en selecteer het protocol HP Jetdirect-Socket.
Als er een probleem is met het maken van verbinding met HP, krijgt u met een beschrijving van het probleem en een paar mogelijke oplossingen. Afdrukken via e-mail met HP ePrint inschakelen Met de service HP Connected kunt u gemakkelijk taken naar uw printer verzenden door deze aan een emailbericht toe te voegen. U moet de ‘Overeenkomst inzake het uitwisselen van productgegevens’ accepteren om HP Connected te kunnen gebruiken.
● In de geïntegreerde webserver: Klik op Over printer > Firmware-update. ● Via het front panel: tik op het pictogram en daarna op Systeem > Firmware-update. De volgende instellingen zijn beschikbaar: ● Nieuwe firmware automatisch downloaden: Als u Automatisch (de standaardinstelling) selecteert, downloadt de printer automatisch nieuwe firmware wanneer deze beschikbaar komt. Deactiveer deze optie om nieuwe firmware handmatig te downloaden.
● De configuratie van automatische firmware-updates wijzigen ● Het automatisch downloaden en/of installeren van automatische firmware-updates in- of uitschakelen ● Een eerdere versie van de firmware herstellen ● Fabrieksinstellingen herstellen OPMERKING: Het beheerderswachtwoord kan alleen tekens bevatten die op het schermtoetsenbord op het front panel voorkomen. Als u een nieuw wachtwoord instelt met de geïntegreerde webserver, worden de tekens die niet voorkomen in de beperkte tekenset afgewezen.
Configuratiehulpprogramma HP universeel printerstuurprogramma Het configuratiehulpprogramma HP UPD is een hulpprogramma waarmee u de UPD’s van de DesignJet en DesignJet XL kunt personaliseren door de standaardinstellingen te wijzigen of bepaalde instellingen te vergrendelen, zodat gebruikers ze niet kunnen wijzigen. Dit hulpprogramma is bedoeld voor IT-beheerders. Om het hulpprogramma te installeren, gaat u naar http://www.hp.
● Selecteer CALS/G4 alleen als u dat type bestand rechtstreeks naar de printer verzendt, zonder langs een printerstuurprogramma te gaan. ● Selecteer TIFF alleen als u dat type bestand rechtstreeks naar de printer verzendt, zonder langs een printer driver te gaan. ● Selecteer JPEG alleen als u dat type bestand rechtstreeks naar de printer verzendt, zonder langs een printer driver te gaan.
Raadpleeg http://www.hp.com/hpinfo/abouthp/accessibility/ voor meer informatie over het toegankelijkheidsprogramma van HP en over hoe HP zijn producten en diensten beschikbaar maakt voor mensen met beperkingen. Andere informatiebronnen U kunt de volgende documenten downloaden van http://www.hp.
2 NLWW Papiertoevoer ● Algemeen advies ● Een rol op de as plaatsen ● Een rol in de printer laden ● Een papierrol verwijderen ● Eén vel laden ● Eén vel verwijderen ● Gevoelig-papiermodus (alleen T1700dr) ● Informatie over het papier bekijken ● Papiervoorinstellingen ● Informatie afdrukpapier ● Het papier verplaatsen ● Onderhoud papier ● De droogtijd wijzigen ● De automatische snijder aan- en uitzetten ● Het papier invoeren en snijden 25
Algemeen advies VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat er zowel aan de voorkant als aan de achterkant genoeg ruimte is rondom uw printer voordat u begint met papier laden. VOORZICHTIG: Zorg dat de printerwielen zijn vergrendeld (de remhendel moet omlaag staan) om te voorkomen dat de printer wegrolt. VOORZICHTIG: Al het papier moet 280 mm of langer zijn. A4-papier en papier op Letter-formaat kan niet in liggende positie worden geladen.
2. Verwijder het zwarte uiteinde van de as uit de printer en verwijder vervolgens het blauwe uiteinde. VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat u het zwarte uiteinde als eerst verwijdert. Als u het blauwe uiteinde als eerst verwijdert, kan het zwarte uiteinde beschadigd raken. WAARSCHUWING! 3. Aan elk uiteinde van de as bevindt zich een stop om de rol op zijn plaats te houden.
5. Schuif de nieuwe rol op de as. Zorg ervoor dat de papiersoort in de juiste richting is geplaatst (de zwarte stopper geeft de juiste richting van het papier aan). Als het papier niet juist is geplaatst, verwijdert u de rol, draait u deze 180° en schuift u de rol weer op de as. Er zijn labels op de as waarmee de juiste richting wordt aangegeven. OPMERKING: De illustraties tonen de printer gezien vanaf de voorkant.
Een rol in de printer laden Voordat u deze procedure uitvoert, moet u een rol op de as hebben geplaatst. Zie Een rol op de as plaatsen op pagina 26. TIP: Als uw printer twee rollen accepteert, mag u niet proberen beide rolkleppen tegelijkertijd te openen; dit kan problemen veroorzaken. Sluit altijd één klep voordat u de andere opent. OPMERKING: De eerste drie onderstaande stappen zijn optioneel: u kunt beginnen met stap 4.
5. Laat het blauwe uiteinde van de as rusten op de linker rolhouder. 6. Druk de as met beide handen tegelijkertijd in beide rolhouders. 7. Als de rand van de rol scheef is of is gescheurd (soms als gevolg van plakband dat wordt gebruikt om het uiteinde van de rol op zijn plaats te houden), trek het papier er dan iets uit en snij een rechte rand. 8. Plaats de papierrand in de printer. WAARSCHUWING! Duw uw vingers niet in het papierpad van de printer.
9. Rol het papier de printer in totdat u weerstand voelt en het papier iets buigt. Wanneer de printer het papier detecteert, klinkt er een geluidssignaal en wordt het papier automatisch ingevoerd. 10. Als de voorrand van het papier een streepjescode heeft, dan leest de printer deze en snijdt de streepjescode eraf waarna deze in de mand valt. U moet de papiersnijstrook verwijderen en weggooien. 11.
Procedure bij lege papierrol Wanneer het uiteinde van het papier niet meer aan de as is bevestigd, trekt u het papier uit de printer. Trek vanuit waar het papier toegankelijk is; de achterkant van de printer wordt aanbevolen. Het kan zijn dat u de rolklep moet openen. Eén vel laden 1. Zorg ervoor dat alle rolkleppen gesloten zijn. Als een klep wordt geopend terwijl een vel is geplaatst, wordt het vel direct verwijderd. 2. Tik op het front panel op het pictogram 3.
7. De printer controleert de uitlijning en meet het vel. OPMERKING: 8. Afhankelijk van de lengte van het vel wordt dit via de voorzijde uit de printer gevoerd. Als het vel niet goed is uitgelijnd, wordt u mogelijk gevraagd dit opnieuw te laden. Volg de instructies op het scherm van het voorpaneel. OPMERKING: Als u bij het laden van papier onverwachte problemen ondervindt, gaat u naar Het lukt niet om het papier te laden op pagina 136.
Opmerkingen ● De gevoelig-papiermodus blijft actief totdat de rol is verwijderd. Als de modus actief is, wordt dit aangeduid met een pictogram op het papierinformatiescherm op het frontpanel. ● Wanneer een rol is geladen of wordt behandeld als gevoelig papier, kan deze niet door de printer worden geparkeerd. Dit betekent dat er geen ander papier beschikbaar zal zijn voor afdrukken zolang de gevoeligpapiermodus actief is. In deze modus werkt de printer dus zoals een printer met één rol.
OPMERKING: Als u de gewenste papiervoorinstelling niet op het web vindt, is die mogelijk opgenomen in de meest recente firmware voor uw printer. Raadpleeg de release-info bij de firmware voor meer informatie; zie De firmware bijwerken op pagina 126. 2. Voordat u begint met het installeren de nieuwe voorinstelling, zorgt u ervoor dat de printer inactief is en dat de afdrukwachtrij is gestopt. Het installeren van een nieuwe papiervoorinstelling onderbreekt alle gaande afdrukken. 3.
4. Voer de naam van het papier in. TIP: De commerciële naam van uw papier is waarschijnlijk de meest begrijpelijke voor andere gebruikers van de printer. 5. Selecteer de juiste instellingen: droogtijd, horizontale snijder, enz. 6. Klik op Volgende of Gereed in Windows (afhankelijk van uw printermodel) en Doorgaan in Mac OS. 7. U kunt de papiernaam vinden in de categorie Aangepast papier op het frontpanel en in de HP Utility. 8.
Tik op de pijl omhoog om het papier door te voeren en op de pijl omlaag om de rol terug op te wikkelen. Onderhoud papier Volg om de papierkwaliteit te behouden de aanbevelingen hieronder op.
TIP: Zie Het papier invoeren en snijden op pagina 38 voor het snijden van rolpapier terwijl de automatische snijder is uitgeschakeld. Het papier invoeren en snijden Er zijn twee manieren om het papier door te voeren en te snijden op het front panel: ● Tik op en Papierbron, en vervolgens op het snijmachinepictogram bovenaan de pagina. ● In het statuscentrum drukt u op het snijmachinepictogram. De printer voert daarna het papier door en maakt een rechte snede langs de voorste rand.
3 NLWW Werken met twee rollen (alleen T1700dr) ● Voordelen van een printer met meerdere rollen ● De manier waarop de printer taken toewijst aan papierrollen 39
Voordelen van een printer met meerdere rollen Een printer met meer rollen kan om verschillende redenen handig zijn: ● De printer kan, afhankelijk van uw voorkeur, automatisch tussen verschillende papiersoorten schakelen. ● De printer kan, afhankelijk van uw voorkeur, automatisch tussen verschillende papierbreedtes schakelen. Zo kunt u papier besparen door kleinere afbeeldingen op smaller papier af te drukken.
– Papiersoort: gebruik de printerinstellingen – Papierbron: gebruik de printerinstellingen – Rolselectiebeleid: Minimize paper waste (Papier besparen) TIP: U kunt in sommige gevallen ook papier besparen door uw afbeeldingen te draaien of te nesten. Zie Zuinig omgaan met papier op pagina 62.
4 42 Netwerken ● Inleiding ● Configuratie netwerkprotocollen ● Menu-items van het voorpaneel ● Verbindingsconfiguratiemethoden ● Probleemoplossing Hoofdstuk 4 Netwerken NLWW
Inleiding De printer heeft een enkele RJ-45-verbindingspoort voor een netwerkverbinding. Om te voldoen aan de Class Blimieten is het gebruik van beschermde I/O-kabels vereist. De geïntegreerde Jetdirect-printserver ondersteunt verbinding met netwerken compatibel met IEEE 802.3 10Base-T Ethernet-, IEEE 802.3u 100Base-TX Fast Ethernet en 802.3ab 1000Base-T Gigabit Ethernet.
Menu-item Submenu-item TCP/IP Hostnaam IPv4-instellingen Submenu-item Waarden en beschrijving Een alfanumerieke tekenreeks van maximaal 32 tekens die wordt gebruikt voor de identificatie van het apparaat. Deze naam staat op de configuratiepagina van HP Jetdirect. De standaardhostnaam is NPIxxxxxx, waarbij xxxxxx staat voor de laatste zes cijfers van het adres van de LAN-hardware (MAC).
Menu-item Submenu-item Submenu-item Waarden en beschrijving Secundaire DNS Geef het IP-adres (n.n.n.n) op van een secundaire DNS-server (Domain Name System) op. OPMERKING: Dit item wordt alleen weergegeven als de configuratie Handmatig een hogere prioriteit heeft dan DHCP in de tabel Configuratie Voorrang, die wordt geconfigureerd via de geïntegreerde webserver. IPv6-instellingen Inschakelen Met dit item schakelt u de IPv6-werking op de printserver in of uit. Uit: IPv6 is uitgeschakeld.
Menu-item Submenu-item Beveiligd web Submenu-item Waarden en beschrijving Geef voor het configuratiebeheer op of de geïntegreerde webserver voor communicatie alleen HTTPS (veilige HTTP) of zowel HTTP als HTTPS accepteert. HTTPS Vereist: Voor veilige, gecodeerde communicatie wordt alleen HTTPS-toegang geaccepteerd. De printserver wordt weergegeven als een beveiligde site. HTTP/HTTPS optioneel: Toegang via HTTP of HTTPS is toegestaan.
Als de printer geen verbinding met het netwerk kan maken via automatische onderhandeling, kunt u de verbindingsinstellingen instellen via één van de volgende methoden: ● Het front panel ● De geïntegreerde webserver ● De Telnet-interface, via een systeemopdrachtprompt ● Een TFTP-configuratiebestand (Trivial File Transfer Protocol) dat is gedownload, bijvoorbeeld van een BootP- of DHCP-server ● Netwerkmanagementhulpmiddelen zoals HP Web Jetadmin Probleemoplossing IO-configuratiekaart De IO-configura
Koppeling probleemoplossing De printer heeft statuslampjes (leds) naast de netwerkaansluiting die de verbindingsstatus en netwerkactiviteit aangeven. ● Wanneer het groene lampje brandt, is de printer verbonden met het netwerk. ● Als het gele lampje knippert, is er netwerkoverdrachtactiviteit. Als u geen verbinding tussen de printer en het netwerk tot stand kunt brengen: ● Beide leds zijn uit. ● De waarschuwing Geen netwerkkabel aangesloten wordt op het front panel weergegeven.
Communicatieproblemen tussen de computer en de printer Dit kan onder andere de volgende symptomen hebben: ● De melding Ontvangen taken verschijnt niet op het voorpaneel wanneer u taken naar de printer hebt verzonden. ● Op de computer verschijnt een foutmelding wanneer u probeert af te drukken. ● De computer of printer loopt vast (blijft inactief) terwijl communicatie plaatsvindt. ● Afdruktaken komen vast in de print spooler van uw computer.
3. Zorg ervoor dat uw printerstuurprogramma beschikbaar is en naar behoren werkt voor de HP DesignJet Utility in Windows. 4. Tik op het front panel op het pictogram , vervolgens op Beveiliging > Webservices > Afdrukken en beheer en controleer of dit is ingeschakeld. Als dit is uitgeschakeld, werken sommige delen van HP Utility mogelijk niet correct. Het ontvangen van afdruktaken door de printer duurt te lang.
5 NLWW Afdrukken ● Inleiding ● Afdrukken vanaf een USB-flashstation ● Afdrukken vanaf een computer met een printerstuurprogramma ● Geavanceerde afdrukinstellingen 51
Inleiding Er zijn verschillende manieren waarop u kunt afdrukken, afhankelijk van uw omstandigheden en voorkeuren: ● Druk een TIFF-, JPEG-, HP-GL/2-, RTL-, PDF- of PostScript-bestand direct af vanaf een USB-flash-station. Zie Afdrukken vanaf een USB-flashstation op pagina 52. ● U kunt een TIFF-, JPEG-, HP-GL/2- of PDF-bestand rechtstreeks afdrukken vanaf een computer die verbonden is met de printer via HP Click. Zie http://www.hp.com/go/DesignJetclick.
OPMERKING: De op de fabriek ingestelde quicksets kunnen niet worden gewijzigd. De volgende instellingen zijn beschikbaar: ● Met Naam quickset kunt u de quickset waarmee u werkt een naam geven. ● Met Uitvoerschaal kunt u het formaat van de afdruk op twee verschillende manieren wijzigen: naar een percentage van zijn originele formaat, of om op een bepaald papierformaat te passen. De standaardwaarde is 100% (het originele formaat).
TIP: Als u van plan bent een bepaalde groep instellingen herhaaldelijk te gebruiken, kunt u deze instellingen opslaan onder een naam van uw keuze en ze later opnieuw oproepen. Een opgeslagen groep instellingen wordt een 'quickset' genoemd in de Windows-printer driver en een 'voorinstelling' in het Mac OS-printer driver.
● In het dialoogvenster van het Mac OS X-printstuurprogramma: ga naar het scherm Papier/kwaliteit en kijk naar het gedeelte Kwaliteitsopties. Als u Standaard selecteert, verschijnt er een eenvoudige schuifbalk waarmee u kunt kiezen voor snelheid of kwaliteit. Als u Aangepast selecteert, ziet u de specifiekere opties die hierboven worden beschreven. ● Via het front panel: tik op en daarna op Standaard afdrukinstellingen > Afdrukkwaliteit.
Aangepaste papierformaten Als u een papierformaat wilt kiezen dat niet in de lijst van standaard papierformaten wordt vermeld, dan zijn er verschillende manieren om het op te geven. De Windows-printer driver (versie 3) gebruiken 1. Klik op het tabblad Papier/kwaliteit. 2. Klik op Aangepast. 3. Voer de naam en afmetingen van uw nieuwe papierformaat in. 4. Klik op OK. Het nieuwe papierformaat wordt automatisch geselecteerd. De Windows-printer driver (versie 4) gebruiken 1. Klik op het tabblad Papier.
Een aangepast papierformaat dat met Windows is gemaakt, heeft de volgende eigenschappen: ● Het papierformaat is permanent. Het verdwijnt niet wanneer het stuurprogramma wordt afgesloten of wanneer de computer wordt uitgeschakeld. ● Beperkte gebruikers kunnen geen papierformulieren maken. De rol 'manage documents' (documenten beheren) in Windows Active Directory is de minimale vereiste. ● Het papierformaat is gekoppeld aan de computer.
Lay-outopties voor marges kiezen ● In het dialoogvenster van het Windows V3-stuurprogramma: selecteer het tabblad Papier/kwaliteit en klik op de knop Instellingen van de optie Marges/snijmachine. Het venster Layout en marges wordt weergegeven. ● In het dialoogvenster van het Windows V4-stuurprogramma: Klik op het tabblad Layout en ga naar het gedeelte Layout-modus. ● In het afdrukdialoogvenster van Mac OS X: selecteer het scherm Marges/layout.
U kunt een afbeelding op de volgende manieren schalen: ● In het dialoogvenster van het Windows-stuurprogramma: ga naar het tabblad Layout/uitvoer of Layout (afhankelijk van de versie van het stuurprogramma) en kijk naar het gedeelte met aanpassingsopties voor de grootte. – De optie Ware grootte laat het formaat van de afbeelding onveranderd. – Met de optie Aanpassen aan past u het formaat van de afbeelding aan aan het paginaformaat dat u hebt geselecteerd.
Samenvoegen aanpassen vanuit de software. Als u in de software instellingen aanpast, worden de instellingen van het frontpanel overschreven. Afdrukvoorbeeld weergeven Met een afdrukvoorbeeld op het scherm kunt u de lay-out van de afdruk controleren voordat u gaat afdrukken. Zo kunt u papier- en inktverspilling op een verkeerde afdruk voorkomen.
Door Economode te gebruiken kunt u een nog snellere afdruk van conceptkwaliteit maken. Dit doet u als volgt. Dit is vooral bedoeld voor documenten die alleen tekst en lijntekeningen bevatten. ● In het dialoogvenster van het Windows-stuurprogramma: ga naar het tabblad Papier/kwaliteit of Papier (afhankelijk van de versie van het stuurprogramma) en kijk naar het gedeelte Afdrukkwaliteit.
Afdrukken met bijsnijdlijnen Snijlijnen geven aan waar het papier afgesneden moet worden om het passend te maken aan uw geselecteerde papierformaat. U kunt snijlijnen afdrukken met individuele taken op de volgende manieren: ● In het dialoogvenster van het Windows V3-stuurprogramma: selecteer het tabblad Papier/kwaliteit en klik daarna op de knop Instellingen van de optie Marges/snijmachine. Schakel het selectievakje Snijlijnen tekenen in het venster Layout en marges in.
1. Richting van papierstroom 2. Nesten uit 3. Nesten aan 4. Papier bespaard door nesten Wanneer probeert de printer pagina's te nesten? Wanneer aan beide voorwaarden is voldaan: ● De printer bevat een papierrol, geen losse vellen. ● De optie Nesten van de printer is ingeschakeld. Zie Hoe u nesten kunt in- en uitschakelen op pagina 64.
Hoe u nesten kunt in- en uitschakelen Om nesten in of uit te schakelen, moet u er eerst voor zorgen dat het starten van de afdruk is ingesteld op Na verwerken (zie Selecteren wanneer een taak wordt afgedrukt op pagina 74). Daarna gaat u naar het frontpanel en tikt u op en vervolgens op Taakbeheer > Nestopties > Nesten inschakelen. De volgende opties verschijnen: ● ● ● In volgorde: pagina's worden genest in de volgorde waarin ze naar de printer worden gestuurd (dit is de standaardoptie).
Zuinig omgaan met inkt Hier volgen een aantal adviezen om zuinig om te gaan met inkt: ● Gebruik voor conceptafdrukken egaal papier en verplaats de schuifbalk voor afdrukkwaliteit helemaal naar links ('Speed': snelheid). Voor nog zuiniger gebruik selecteert u de aangepaste afdrukkwaliteitsopties en vervolgens Snel en Economode. ● Reinig alleen de printkoppen wanneer nodig en reinig alleen die printkoppen die gereinigd moeten worden.
● Controleer of het papier breed genoeg is voor alle taken. De taken die te breed zijn kunnen in de wacht voor papier gezet worden als papier komt niet overeen met actie is ingesteld op Taak in de wachtrij zetten, zie Papierconflict oplossen op pagina 75. ● Controleer het resterende inktniveau in de inktcartridges. ● Wanneer u uw afdruktaken hebt verzonden, kunt u met de geïntegreerde webserver de status ervan controleren vanaf een externe locatie. ● De droogtijd moet zijn ingesteld op Optimaal.
6 NLWW Afdrukken vanaf een mobiel apparaat ● Afdrukken vanaf een mobiel apparaat ● Afdrukken vanuit OS ● Afdrukken via e-mail (HP Print) ● Afdrukken en delen vanuit de HP Smart-app ● Mobiele specificaties 67
Afdrukken vanaf een mobiel apparaat U kunt afdrukken vanaf veel mobiele apparaten en vanaf bijna iedere locatie.
Chromebook met HP Print voor Chrome Voor het afdrukken vanaf Chromebook-apparaten installeert u de uitbreiding HP Print voor Chrome uit de Chrome Web Store: https://chrome.google.com/webstore/detail/hp-print-for-chrome/ cjanmonomjogheabiocdamfpknlpdehm. Zorg ervoor dat het apparaat en de printer actief zijn in hetzelfde netwerk en volg onderstaande stappen: 1. Kies uw inhoud. Open het document dat of de foto die u wilt afdrukken, tik op het menupictogram en selecteer Afdrukken. 2. Kies uw printer.
Mobiele specificaties 70 ● Mobiele apparaten moeten beschikken over een internetverbinding en de mogelijkheid om e-mail te versturen. ● Om het afdrukken, scannen en kopiëren te beheren, moeten het mobiele apparaat en de printer zich op hetzelfde netwerk bevinden. ● Voor afdrukken per e-mail moet de printer ook zijn verbonden met internet. ● iOS 7.0 en nieuwer, of Android KitKat4.4 en nieuwer, is vereist.
7 NLWW Taakwachtrijbeheer ● Taakwachtrijen in het front panel ● Afdrukwachtrij in de geïntegreerde webserver of HP DesignJet Utility 71
Taakwachtrijen in het front panel Tik op het pictogram op het beginscherm om de taakwachtrij op het front panel te bekijken. De afdrukwachtrij bevat taken die worden ontvangen, geparseerd, weergegeven, afgedrukt, al zijn afgedrukt, enzovoort. Tik op de naam van de taak om alle taakgegevens, zoals informatie over de status, pagina’s, kopieën, totalen en een voorbeeld, weer te geven.
OPMERKING: Tijdens het afdrukken kunt u soms een status Zelfonderhoud zien, wat betekent dat de printer een taak aan het uitvoeren is, zoals het wijzigen van de papiersoort of de afdrukmodus tussen pagina's van dezelfde taak. In de wacht De taak kan niet worden afgedrukt totdat u actie onderneemt. U moet op één van de volgende manieren reageren: ● In de wacht: Privétaak: Voer de PIN-code in die nodig is om af te drukken. De taak wordt verwijderd uit de wachtrij na het afdrukken.
Opnieuw afdrukken Tik in het gedeelte Geschiedenis op de taak die u opnieuw wilt afdrukken. Tik op het detailscherm op de knop Printer en vervolgens op en Opnieuw afdrukken. Op het volgende scherm kunt u het aantal exemplaren, de bron en de bestemming selecteren. Volgende afdrukken Als u een taak in de wachtrij wilt bijwerken om direct af te drukken na de afdruktaak die momenteel wordt afgedrukt, selecteert u de gewenste taak en tikt u op de knop Hierna afdrukken.
– ● Automatische rol selecteren. – – ● Automatisch draaien van de taak: De printer kan automatisch een taak roteren om papier te besparen. Rolbreedte selecteren: de printer kan meer of minder beperkend worden bij het selecteren van de breedte van de rol waarop wordt afgedrukt. U kunt de volgende opties selecteren: ○ Alleen afdrukken op dezelfde breedte: elke pagina wordt afgedrukt op een rol met dezelfde paginabreedte.
wat u wilt doen: de taak annuleren, toch afdrukken, in de wacht zetten of papier laden. Deze opties zijn tevens beschikbaar in de taakwachtrij. ● Taak aanhouden en met de volgende doorgaan: Plaats taken met een conflict in de wacht tot het juiste papier is geladen en ga door met het afdrukken van de rest van de wachtrij. De printer geeft een melding wanneer een afdruktaak in de wacht komt te staan.
Afdrukwachtrij in de geïntegreerde webserver of HP DesignJet Utility HP DesignJet Utility zorgt voor een andere manier om toegang te krijgen tot de taakbeheerfaciliteiten van de geïntegreerde webserver, maar de faciliteiten zijn exact hetzelfde, of u nu de geïntegreerde webserver of HP DesignJet Utility gebruikt. Om de afdrukwachtrij in de geïntegreerde webserver weer te geven, selecteert u Taakwachtrij op het tabblad Algemeen.
Een taak boven aan afdrukwachtrij plaatsen U kunt een taak in de wachtrij selecteren en deze de volgende maken die moet worden afgedrukt. Nadat u de afdruktaak hebt geselecteerd, klikt u op Naar voren plaatsen. Als nesten is ingeschakeld, is de taak die bovenaan is geplaatst mogelijk nog genest met andere taken. Als u deze taak wilt loskoppelen en als volgende taak wilt afdrukken, moet u eerst nesten uitschakelen via het front panel en vervolgens de taak bovenaan de wachtrij plaatsen.
● In de wacht voor papier: de taak kan niet worden afgedrukt omdat het benodigde papier niet in de printer is geladen. Laad het vereiste papier (zie Papiertoevoer op pagina 25) en klik op Doorgaan om de taak voort te zetten. ● Wachten op tellen: de taak kan niet worden afgedrukt omdat voor de printer alle taken een account-id moeten hebben: voer de account-id in en klik vervolgens op Doorgaan om de taak te hervatten. TIP: Zie Account-id vereisen op pagina 21 voor het instellen van een account-id.
8 80 Kleurbeheer ● Inleiding ● Hoe kleuren worden weergegeven ● Een samenvatting van het kleurbeheerproces ● Kleurkalibratie ● Kleurprofilering ● Kleurbeheer van printer drivers ● Een kleurenfax verzenden met behulp van het frontpanel Hoofdstuk 8 Kleurbeheer NLWW
Inleiding Kleurbeheer wordt uitgevoerd met een set hulpprogramma's waarmee u een kleur zo accuraat mogelijk kunt reproduceren op een willekeurige display of afdrukapparaat. Daarnaast is uw printer ontworpen met geavanceerde hardware- en softwarefuncties om voorspelbare en betrouwbare resultaten te waarborgen. ● Kleurkalibratie voor consistente kleuren. ● De Photo Black-inkt zorgt voor pure zwarten als u op fotopapier afdrukt.
U kunt de status van de kleurkalibratie van het huidige geladen papier op elk moment controleren door op het front panel op , daarna op en vervolgens op Status kleurkalibratie te tikken. Een van de volgende statussen kan worden weergegeven: ● Aanbevolen: het papier is niet gekalibreerd. OPMERKING: Wanneer u de firmware van de printer bijwerkt, wordt de kleurkalibratiestatus van alle papieren hersteld naar Aanbevolen.
Windows-procedure 1. Ga naar het Kleurcentrum in de HP Utility. Klik op Profielbeheer en vervolgens op het . 2. Selecteer de papiersoort die u gaat gebruiken met het ICC-profiel, en selecteer het bestand met het ICCprofiel. OPMERKING: Normaal gesproken hebben bestandsnamen van ICC-profielen de extensie '.icc' (International Color Consortium) of '.icm' (Image Color Matching). 3. Controleer de naam van het ICC-profiel en klik op Volgende. 4.
Mac OS X-procedure 1. Ga naar Beheer papiervoorinstellingen in de HP Utility en selecteer het ICC-profiel. 2. Klik op en vervolgens op Fabrieksinstellingen ICC-profiel herstellen. Kleurbeheer van printer drivers Kleurbeheeropties Het doel van kleurbeheer is de kleuren zo accuraat mogelijk op alle apparaten te reproduceren: wanneer u een afbeelding afdrukt, ziet u dus kleuren die sterk lijken op de kleuren van de afbeelding op een beeldscherm.
Kleuropties Afdrukken in kleur De printer drukt standaard in kleur af. U kunt afdrukken in kleur alleen op de volgende manieren instellen: ● In uw toepassing: veel programma's hebben deze optie. ● In het dialoogvenster van het Windows-stuurprogramma: ga naar het tabblad Kleur en kijk naar het gedeelte Uitvoerkleur of Kleuropties (afhankelijk welke beschikbaar is in het stuurprogramma). Selecteer Afdrukken in kleur.
HP Professional PANTONE-emulatie biedt niet alleen de meest gelijkende overeenkomst die met uw printer kan worden bereikt; het biedt ook duidelijke informatie over hoe dicht de emulatie bij de originele steunkleur komt. Standaard kleurruimten Wanneer een document of afbeelding niet de kleurruimte specificeert waarin de inhoud oorspronkelijk is beschreven, kan de gebruiker kiezen tussen verschillende normen.
De andere kleuropties in het front panel kunt u allemaal vinden door te tikken op en daarna op Standaard afdrukinstellingen > Kleuropties (ze kunnen ook worden gevonden onder Geavanceerde afdrukvoorkeuren). Alle taken ● Kleur ● Grijstinten ● Zuiver zwart-wit ● RGB-bronprofiel: u kunt kiezen uit een selectie van RGB-bronprofielen die herkend worden door de printer. Standaard: sRGB IEC 1966-2.1.
9 88 Praktische afdrukvoorbeelden ● Een proefontwerp afdrukken voor herziening op de juiste schaal ● Een PDF-taak met meerdere pagina's afdrukken vanuit Adobe Acrobat Reader of Adobe Acrobat Pro ● Een bestand afdrukken met de juiste kleuren ● Een project afdrukken ● Een presentatie afdrukken ● Afdrukken en schaal aanpassen vanuit Microsoft Office Hoofdstuk 9 Praktische afdrukvoorbeelden NLWW
Een proefontwerp afdrukken voor herziening op de juiste schaal Dit gedeelte toont hoe u een proefontwerp kunt afdrukken voor revisie met de juiste schaal via Adobe Acrobat. Adobe Acrobat gebruiken 1. Verplaats in het Acrobat-venster de muiscursor naar linksonder in het documentendeelvenster om het pagina-formaat te controleren. 2. Selecteer Bestand > Afdrukken en zorg ervoor dat Paginaformaat en paginaverwerking is ingesteld op Ware grootte.
Een PDF-taak met meerdere pagina's afdrukken vanuit Adobe Acrobat Reader of Adobe Acrobat Pro Een rasterstuurprogramma gebruiken 1. Open een taak van meerdere pagina's in Adobe Acrobat Reader of Adobe Acrobat Pro (HP raadt aan om altijd de meest recente versie te gebruiken). 2. Klik op Bestand > Afdrukken. 3. Selecteer de printer en het stuurprogramma. 4. Schakel het selectievakje Kies papierbron op PDF-paginaformaat in. 5.
4. Selecteer de selectievakjes Kies papierbron op PDF-paginaformaat en Gebruik aangepast papierformaat indien nodig. 5. Pas desgewenst andere eigenschappen aan in het venster met stuurprogramma-eigenschappen. 6. Klik op de knop Afdrukken. Als u het selectievakje Gebruik aangepast papierformaat indien nodig hebt ingeschakeld, worden de pagina's afgedrukt op het papierformaat dat overeenkomt met het papierformaat van het oorspronkelijke document.
Een bestand afdrukken met de juiste kleuren In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een bestand afdrukt vanuit Adobe Acrobat en Adobe Photoshop en met name hoe u de kleuren beheert. Adobe Acrobat Reader gebruiken Acrobat Reader is een zeer eenvoudige toepassing voor PDF-bestanden; diverse kleurbeheerfuncties uit meer geavanceerde toepassingen zijn niet beschikbaar en er wordt standaard gewerkt met voorinstellingen die kunnen niet worden gewijzigd.
NLWW 3. Wijzig de kleurinstellingen in het eigenschappenvenster van het stuurprogramma. Klik op de knop Eigenschappen in het dialoogvenster Afdrukken en stel de optie Kleur op het tabblad Kleur in. Schakel het selectievakje Door de printer beheerde kleuren in en als u een V4-stuurprogramma hebt, selecteert u het handigst bronprofiel. Klik op OK. 4. Als u een V3-stuurprogramma gebruikt, klikt u op de knop Geavanceerd in het dialoogvenster Afdrukken om de kleurbeheeropties in te stellen.
dialoogvenster Advanced Print Setup (Geavanceerde afdrukinstellingen) in. In dit geval wordt de rastering uitgevoerd door Acrobat Reader voordat het stuurprogramma wordt aangeroepen. Als u dit vakje niet inschakelt, wordt de rastering uitgevoerd door het stuurprogramma. De instelling van dit selectievakje kan dus een zichtbaar effect hebben op het uiterlijk van het afgedrukte document. Adobe Acrobat Pro gebruiken Acrobat Pro is een professionele toepassing met uitgebreid kleurbeheer.
3. PDF-bestanden kunnen elementen met verschillende kleurprofielen bevatten. Sommige PDF-bestanden hebben kleurprofielen, andere misschien niet. De kleurruimte wordt alleen toegepast op bestanden zonder kleurprofiel. Als u een bepaald kleurprofiel aan het document wilt koppelen, moet u de inhoud van het document als volgt converteren. Selecteer eerst Kleuren converteren in Weergave > Extra > Productie of door op het pictogram op de statusbalk te klikken. 4.
● sRGB of Adobe RGB (sRGB is de standaard voor de meeste bestanden) ● CMYK: Kies papier met coating FOGRA39 of US Web Coated (SWOP) v2. 6. Als u het V3-stuurprogramma gebruikt, klikt u op de knop Geavanceerd in het dialoogvenster Afdrukken. Stel Kleurverwerking in op Kleurbeheer van de printer en klik op OK. 7. Klik in het afdrukdialoogvenster op de knop Afdrukken om het document af te drukken. Met Adobe Photoshop 1. 96 Klik in Photoshop op Bestand > Afdrukken en selecteer vervolgens uw printer.
2. In het gedeelte Kleurbeheer stelt u de optie Kleurverwerking in op Printer beheert kleuren. 3. Op het tabblad Kleur van het stuurprogramma zorgt u ervoor dat de optie kleurbeheer op Door de printer beheerde kleuren is ingesteld. Dit is de juiste optie omdat u Printer beheert kleuren al hebt geselecteerd in Photoshop. Een project afdrukken In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een project vanuit AutoCAD kunt afdrukken. Autodesk AutoCAD gebruiken 1.
2. Klik op het pictogram Winkelen onderaan het venster van. 3. Het Plot-venster wordt geopend. 4. U kunt meerdere opties bekijken door te klikken op de ronde knop rechtsonder in het venster. OPMERKING: De kwaliteitsoptie hier verwijst niet naar de uiteindelijke afdrukkwaliteit maar naar de kwaliteit van AutoCAD-viewportobjecten die worden verzonden om af te drukken.
5. Selecteer de printer en klik op de knop Eigenschappen. 6. Selecteer het tabblad Apparaat- en documentinstellingen en druk op de knop Aangepaste eigenschappen. 7. Selecteer de papiersoort die u wilt gebruiken op het tabblad Papier/kwaliteit of Papier. OPMERKING: Als u noch de papierbron noch de papiersoort selecteert, drukt de printer niet af op een beschermde rol (zie Een papiersoort beschermen op pagina 65). 8. Selecteer de afdrukkwaliteit (uw eigen keuze tussen snelheid en afdrukkwaliteit). 9.
11. Klik op de knop OK en sla uw configuratiewijzigingen op als een PC3-bestand. 12. Nadat u hebt geklikt op de knop OK in het venster Plot, stelt de printer een afdrukvoorbeeld samen. Inhoud knippen volgens marges toepassen U kunt de margeopties selecteren vanuit Geavanceerde instellingen > Papier > Papier/marges > Afdrukken met marges > Opmaak > Inhoud knippen volgens marges.
2. Klik op het pictogram Winkelen onderaan het venster van. 3. Controleer of de juiste printer is geselecteerd en klik vervolgens op de knop Eigenschappen. 4. Selecteer het tabblad Apparaat- en documentinstellingen en druk op de knop Aangepaste eigenschappen. 5. Selecteer op het tabblad Papier/Kwaliteit de papiersoort die u wilt gebruiken. OPMERKING: Als u noch de papierbron noch de papiersoort selecteert, drukt de printer niet af op een beschermde rol (zie Een papiersoort beschermen op pagina 65).
8. Selecteer het tabblad Layout/uitvoer en selecteer de optie Automatisch draaien. Automatisch draaien kan helpen om papierverspilling te voorkomen. 9. Klik op de knop OK en sla uw configuratiewijzigingen op als een PC3-bestand. 10. Nadat u hebt geklikt op de knop OK in het venster Plot, stelt de printer een afdrukvoorbeeld samen. Met Adobe Photoshop 1. Klik in Photoshop op Bestand > Afdrukken en selecteer vervolgens uw printer.
2. Klik op Afdrukinstellingen en vervolgens op het tabblad Papier/kwaliteit. 3. Kies uit de beschibkare papiersoorten. Als u het gewenste papierformaat niet vindt, klik dan op de knop Aangepast. Voer de breedte, de lengte en de naam van uw aangepaste papierformaat in. Druk op de knop Opslaan en OK. 4. Selecteer Voorbeeld weergeven vóór afdrukken. U kunt de standaardinstellingen voor papierbron, papiertype en afdrukkwaliteit wijzigen. 5.
2. Klik op Printereigenschappen > Layout/uitvoer > Aanpassen aan om de schaal van het document aan te passen aan een specifiek formaat. 3. Selecteer het tabblad Papier/kwaliteit en selecteer vervolgens Paper Source en Paper Type. 4. Inhoud afsnijden op marges gebruiken: ● Met het Windows V3-stuurprogramma: klik op het tabblad Papier/kwaliteit, klik op de knop Instellingen van de optie Marges/snijmachine en vervolgens op Inhoud afsnijden op marges.
3. In het gedeelte Instellingen kunt u de pagina's die moeten worden afgedrukt, de afdrukstand en het papierformaat kiezen. 4. Klik op Pagina-instelling om het Papierformaat te kiezen dat u wilt. 5. Selecteer Opties om naar de printer driver te gaan. De standaardopties op het tabblad Papier/kwaliteit zijn waarschijnlijk geschikt: Papierbron: Printerinstellingen gebruiken en Papiersoort: Printerinstellingen gebruiken. 6.
Microsoft Excel gebruiken 1. Klik op Bestand > Afdrukken. Selecteer de naam van uw printer en klik vervolgens op de pijl terug om het menu Bestand te verlaten. 2. Selecteer het tabblad Pagina-layout, vervolgens Formaat en kies het papierformaat dat u wilt. 3. Klik op Bestand > Afdrukken > Printereigenschappen om naar de printer driver te gaan. Selecteer het tabblad Papier/kwaliteit, vervolgens Papierbron, Papiersoort en Afdrukkwaliteit. 4.
10 Printergebruiksgegevens ophalen Printertelgegevens verkrijgen Er zijn verschillende manieren waarop u telgegevens kunt opvragen van uw printer. ● Statistische informatie over het gebruik van de printer weergeven voor de hele levensduur van de printer, zie Gebruiksstatistieken controleren op pagina 107. ● Raadpleeg Gebruiksstatistieken voor een taak controleren op pagina 110 om het inkt- en papierverbruik van elke recente taak weer te geven.
– Afbeelding met hoge dichtheid: meer dan 50% van de niet-witte pixeldekking afgedrukt op standaardpapier – Blauwdruk: elk type inhoud afgedrukt op blauwdrukpapier – Beste kwaliteit afbeelding: elk type inhoud afgedrukt op premium papier ● Inktverbruik geeft de verbruikte inkt in milliliter per categorie en de totale hoeveelheid verbruikte inkt weer. ● Verbruik papieroppervlakte geeft de verbruikte papieroppervlakte in Engelse of metrische eenheden weer, op categorie en de totale hoeveelheid.
● Het tabblad Inkt geeft de inkt die door elke patroon wordt verbruikt in milliliters en de totale hoeveelheid verbruikte inkt weer. ● Het tabblad Papier geeft de hoeveelheid verbruikt papier en de totale hoeveelheid papier bovenaan weer, verdeeld in papiercategorieën of papiergroepen. Het gebruik is voor elk niveau zichtbaar. Als u op het drukt, wordt een bericht weergegeven: het verbruiksrapport is verzonden naar de taakwachtrij en wordt binnenkort afgedrukt.
De pagina Verbruik toont alle printerverbruiksgegevens onderverdeeld in verschillende tabellen: ● Samenvatting: het totale inktverbruik en het totale papierverbruik (in de maateenheden voor oppervlakte en lengte). ● Verbruik afdrukcategorieën: het inkt- en papierverbruik en het aantal afgedrukte pagina's voor de verschillende afdrukcategorieën (inhoudsoort, zoals zwart-witlijnen, gekleurde lijnen, premium qualityafbeelding, blauwdrukpapier).
● Nummer: het nummer van de taak ● Tijd: de datum en tijd waarop de taak is voltooid ● Gebruiker: de naam die is ingevoerd door de persoon die de taak heeft verzonden (dit item is alleen aanwezig als de overeenkomstige beveiligingsinstelling is ingeschakeld) De naam van de gebruiker wordt alleen weergegeven als de instelling Gebruikersnaam en naam van de taak in taaktelgegevens beschikbaar is voor gebruikers onder Beveiliging > Beveiligingsinstellingen.
Twee knoppen verschijnen in de tabel met telgegevens: ● Help: deze knop opent een venster met helpinformatie. ● Naar CSV exporteren: deze knop opent een venster met een voortgangsbalk en genereert en downloadt een CSV-bestand. Het gedownloade bestand bevat informatie overeenkomstig de tellingspagina, in de indeling CSV. Als de kostentoewijzing is ingeschakeld, geeft de CSV gedetailleerdere informatie over de kosten van de taak.
11 Omgaan met inktcartridges en printkoppen NLWW ● Over de inktcartridges ● De status van de inktcartridges controleren ● Een inktcartridge verwijderen ● Een inktcartridge plaatsen ● Over de printkoppen ● De printerstatus controleren ● Een printkop verwijderen ● Printkop plaatsen ● Veilige modus 113
Over de inktcartridges Inktcartridges bevatten inkt en zijn verbonden met de printkoppen waaruit de inkt op het substraat wordt afgezet. Zie Accessoires op pagina 129 om extra printkoppen aan te schaffen. VOORZICHTIG: Neem de veiligheidsmaatregelen in acht wanneer u met inktcartridges werkt omdat de cartridges gevoelig zijn voor ESD (zie de Woordenlijst op pagina 183). Voorkom contact met de pennen, geleiders en het circuit. OPMERKING: Printer met dynamische beveiliging.
OPMERKING: Als een patroon geen inkt meer heeft, wordt de huidige taak niet automatisch geannuleerd: tenzij u deze handmatig annuleert gaat het verder met afdrukken als de lege patroon is vervangen. Als er een vertraging is in het verplaatsen van de patroon kan het zijn dat u een streepeffect ziet op de afdruk. 1. Tik op het front panel op , daarna op en vervolgens op Inktpatronen vervangen. 2. Open de inktpatroondeur aan de rechterkant van de printer. 3.
Een inktcartridge plaatsen 1. Voordat u de patroon uit de verpakking haalt moet u deze stevig schudden. 2. Zoek het etiket met de inktkleur op de nieuwe inktpatroon. Controleer of de letter of de letters die de lege opening markeren (bijvoorbeeld M voor magenta) overeenkomen met de letter of letters op het patroonlabel. 3. Plaats de inktpatroon in zijn sleuf. 4. Duw de patroon stevig in de houder totdat de patroon op zijn plaats klikt.
Er kleven meerdere nadelen aan het gebruik van opnieuw gevulde of gewijzigde inktpatronen: ● De printer kan beschadigd raken. In dat geval geldt de printergarantie niet voor de reparatie van schade die is veroorzaakt door de inktpatroon of voor problemen vanwege inktvervuiling. ● U verliest hiermee de aanspraak op garantie voor alle printkoppen van dezelfde kleur die in de printer worden gebruikt. ● Mogelijk vermindert de afdrukkwaliteit.
● Verbruikt inktvolume ● Garantiestatus U kunt deze informatie ook krijgen uit HP DesignJet Utility. In de HP DesignJet Utility voor Windows gaat u naar het tabblad Overzicht en daarna naar het tabblad Benodigdheden. Zie Statusberichten voor printkoppen op pagina 168 voor een beschrijving van de statusberichten voor de printkoppen. Als de garantiestatus Zie garantieverklaring is, betekent dit dat u inkt van een andere leverancier dan HP gebruikt.
NLWW 5. Trek de hendel omhoog en naar u toe om de lus te ontgrendelen. 6. Duw de grendel terug om het deksel te openen. 7. Hierdoor krijgt u toegang tot de printkoppen. 8. Zet de blauwe hendel omhoog om een printkop te verwijderen.
9. Gebruik de blauwe hendel om de printkop voorzichtig los te maken. 10. Trek de blauwe hendel voorzichtig omhoog tot de printkop los komt uit de wagen. VOORZICHTIG: Ga niet te bruusk te werk, omdat de printkop hierdoor beschadigd kan raken. 11. Het frontpanel geeft aan welke printkop ontbreekt. Printkop plaatsen OPMERKING: U kunt geen nieuwe printkop met succes plaatsen als een van de aangesloten inktcartridges leeg of bijna leeg is.
2. De printkop is ontworpen om in een van de beschikbare sleuven te worden geplaatst. Nadat de printkop in een specifieke sleuf is geplaatst, wordt deze ingesteld om alleen met die kleurencombinatie te werken. Daarom is het belangrijk om de printkop te markeren met zijn specifieke kleur op het bijbehorende label, zodat deze overeenkomt met de kleur van de wagensleuf waarin de printkop moet worden geplaatst. 3. Plaats de nieuwe printkop in de juiste wagensleuf.
5. Plaats eventuele andere printkoppen die moeten worden geïnstalleerd en sluit het deksel van de wagen. 6. Controleer of het uiteinde van de blauwe hendel in de draadlus grijpt aan de dichtstbijzijnde kant van de wagen. 7. Laat de hendel rusten op de afdekplaat van de wagen. Wanneer alle printkoppen correct zijn geplaatst en door de printer zijn geaccepteerd, geeft de printer een piepsignaal.
8. Sluit het venster. 9. Op het voorpaneel verschijnt de bevestiging dat alle printkoppen correct zijn geplaatst. De printer controleert de printkoppen en bereidt deze voor. Het standaardproces, wanneer alle printkoppen zijn vervangen, kan tot 10 minuten duren. Wanneer de printer een probleem detecteert bij het voorbereiden van de printkoppen, duurt het proces langer, tot wel 45 minuten. Voor het plaatsen van één printkop ligt de tijd tussen de 2 en 45 minuten.
12 De printer onderhouden ● Printerstatus controleren ● De buitenkant van de printer reinigen ● De inktcartridges onderhouden ● De printer verplaatsen of opslaan ● De firmware bijwerken ● De software bijwerken ● Printeronderhoudspakketten ● Bestanden veilig verwijderen ● Schijf wissen 124 Hoofdstuk 12 De printer onderhouden NLWW
Printerstatus controleren U kunt de actuele status van de printer op de volgende manieren controleren: ● Als u de geïntegreerde webserver opvraagt, ziet u informatie over de algemene status van de printer. De pagina Benodigdheden op het tabblad Start beschrijft de status van het papier en de inkt. ● Op het front panel kunt u informatie bekijken over het papier, het inktniveau, de inktpatronen en de printkoppen door te drukken op het desbetreffende pictogram.
Als u de printer voor langere tijd uit laat staan, volg dan de overige stappen hieronder: 1. Schakel de voeding uit met de aan/uit-knop op het front panel. 2. Koppel het netsnoer van de printer los. VOORZICHTIG: Draai de printer niet ondersteboven: er kan inkt uit het servicestation lekken en hierdoor kan de printer beschadigd raken. Wanneer u het netsnoer opnieuw aansluit, denk er dan aan om het snoer netjes langs de achterzijde te plaatsen.
Automatische firmware-updates Automatische firmware-updates zijn handig en mogelijk met printers aangesloten op het web. Uw printer kan automatisch de nieuwste firmware downloaden en deze voor u installeren. Belangrijke opmerkingen ● Uw printer moet zijn verbonden met het internet, zie Printerservices instellen op pagina 18. ● Om automatische firmware-updates te configureren, kunt u gebruik maken van het frontpanel of de geïntegreerde webserver, zie Firmware-updates configureren op pagina 19.
Als u een dergelijke melding ziet, moet u contact opnemen met HP Support (zie Neem contact op met HP Support op pagina 177) en het onderhoudspakket bestellen. De kits worden uitsluitend door servicemonteurs geïnstalleerd. Bestanden veilig verwijderen De harde schijf van de printer wordt gebruikt als tijdelijk opslaggebied voor afdruktaken. De functie Bestanden veilig verwijderen kan de gegevens op de harde schijf volledig wissen om deze te beschermen tegen onbevoegde toegang.
13 Accessoires NLWW ● Benodigdheden en accessoires bestellen ● Inleiding tot de accessoires ● Instructies voor verwijderen 129
Benodigdheden en accessoires bestellen U kunt op twee manieren accessoires voor uw printer bestellen: ● Bezoek http://www.hplfmedia.com op internet. ● Neem contact op met HP Support (zie Neem contact op met HP Support op pagina 177). In de rest van dit hoofdstuk vindt u de beschikbare toebehoren en accessoires, en de onderdeelnummers. Inktbenodigdheden bestellen U kunt de volgende inktbenodigdheden bestellen voor uw printer.
● (E) geeft papiersoorten aan die verkrijgbaar zijn in Europa, het Midden-Oosten en Afrika ● (J) geeft papiersoorten aan die verkrijgbaar zijn in Japan ● (L) geeft papiersoorten aan die verkrijgbaar zijn in Latijns-Amerika ● (N) geeft papiersoorten aan die verkrijgbaar zijn in Noord-Amerika Het papier is in alle regio's verkrijgbaar wanneer het onderdeelnummer niet wordt gevolgd door haakjes.
Rol papier (vervolg) Papiersoort HP Universal papier met coating g/m2 Lengte Breedte Productnummer 840 mm (A0) Q1441A (EJ) 914 mm C6020B 1066 mm C6567B 91,4 m 914 mm C6980A 90 45,7 m 610 mm Q1404B SA029B (pakket van 2) (J) HP Universal papier met coating, extra zwaar 131 30,4 m 914 mm Q1405B 1066 mm Q1406B 610 mm Q1412B 914 mm Q1413B 1066 mm Q1414B 610 mm C3860A (AJLN) 914 mm C3859A (AJLN) 594 mm (A1) Q1439A (J) 610 mm C3869A 914 mm C3868A 610 mm C3876A 914 mm C3875
Rol papier (vervolg) Papiersoort g/m2 Lengte 60,9 m HP Premium fotopapier, mat 210 30,4 m Breedte Productnummer 1066 mm Q8755A (AELN) 610 mm CG459B 914 mm CG460B 914 mm Q8747A 1066 mm Q8748A (AELN) 610 mm C0F18A (AELN) 914 mm C0F19A (AELN) 1066 mm C0F20A (AELN) 914 mm C0F28A (AELN) 1066 mm C0F29A (AELN) 610 mm W4Y93A (ELN) 914 mm C2T51B (pakket van 2) (ELN) 1066 mm C2T52B (pakket van 2) (ELN) 610 mm CH022A (AELN) 914 mm CH023A (AELN) 1066 mm CH025A 914 mm CH024A (AELN)
Inleiding tot de accessoires As Met extra assen kunt u snel van het ene papiersoort overstappen op een andere. Instructies voor verwijderen HP biedt vele gratis en handige manieren voor het recyclen van uw gebruikte originele HP inktvoorraad. Bovendien biedt HP een gratis programma voor zakelijke klanten om reclamemateriaal te retourneren dat is afgedrukt met geselecteerde recycleerbare grootformaat-substraten van HP. Zie voor aanvullende informatie over deze programma's van HP http://www.hp.com/recycle.
14 Problemen met papier oplossen NLWW ● Het lukt niet om het papier te laden ● Papiersoort niet aanwezig in stuurprogramma ● Er is afgedrukt op de verkeerde papiersoort ● Automatisch afsnijden niet beschikbaar ● In de wacht voor papier ● Rol papier voert niet door ● Papier is vastgelopen ● Er is nog een strook aanwezig in de uitvoerlade die een papierstoring veroorzaakt ● De printer geeft de melding dat er geen papier is wanneer er wel papier beschikbaar is ● Afdrukken vallen niet netje
Het lukt niet om het papier te laden ● Controleer of er geen papier al geladen is. ● Zorg ervoor dat het papier ver genoeg in de printer is: U moet de printer voelen Pak het papier. ● Probeer het papier niet recht te trekken tijdens het uitlijningsproces, tenzij hiertoe geïnstrueerd op het frontpanel. De printer zal automatisch proberen het papier recht te trekken. ● Mogelijk is het papier verfrommeld of scheefgetrokken, of heeft het onregelmatige randen.
Vel laden mislukt ● Leid het vel wanneer de printer het vindt. Doe dit vooral bij dikkere vellen. ● Zorg ervoor dat het vel is uitgelijnd met de referentielijn op de klep van de rol. ● Probeer het vel niet recht te trekken tijdens het laadproces, tenzij hiertoe geïnstrueerd op het frontpanel. ● Gebruik geen vellen die met de hand zijn gesneden, omdat deze onregelmatige vormen kunnen hebben. Gebruik alleen losse vellen die in de handel verkrijgbaar zijn.
Mat papier Als u gebruikmaakt van mat papier, gebruik dan een van de papiersoorten in de categorie Bond-papier en gecoat papier. Als uw papier als fotozwart is geclassificeerd, hangt de categorie ervan af of het papier geschikt is voor matzwarte inkt. Probeer in dit geval zowel zwaar papier met coating en halfglanzend fotopapier/satijnfotopapier en kies het beste resultaat.
Automatisch afsnijden niet beschikbaar Sommige papiersoorten, zoals canvas, kunnen niet worden gesneden door de automatische snijder. Wanneer een dergelijk papiersoort is geladen en actief is, kan de printer niet automatisch overgaan naar de andere rol: De actieve rol moet eerst handmatig worden verwijderd.
een TIFF van 914 mm af te drukken, de printer marges moet toevoegen en dat de tekening 925 mm papier nodig heeft om te worden afgedrukt; Dit zou de taak in de wacht zetten omdat het papier dat is geladen op de printer 914 mm breed is. Als u deze bestandsindelingen wilt afdrukken zonder dat extra marges rond de tekeningen worden toegevoegd, kunt u de optie Inhoud afsnijden op marges gebruiken. Met deze optie worden de marges in de tekening opgenomen.
3. Probeer de printkopwagen opzij te schuiven. 4. Verwijder voorzichtig al het vastgelopen papier dat u via de bovenkant van de printer kunt lostrekken. VOORZICHTIG: 5. NLWW Verwijder het papier niet zijwaarts, aangezien de printer hierdoor beschadigd kan raken. De rol terugspoelen.
6. Als het papier is vastgelopen en niet verder kan worden teruggespoeld, snijd dit dan van de rol af. 7. Verwijder al het papier uit de achterzijde van de printer. 8. Sluit het venster. 9. Schakel de printer in. 10. Laad de rol opnieuw of plaats een nieuw vel, zie Papiertoevoer op pagina 25.
OPMERKING: Als er papier is achtergebleven waardoor er een belemmering in de printer ontstaat, voer de procedure dan opnieuw uit en verwijder alle stukken papier zorgvuldig.
De snijmachine snijdt niet goed De printer is standaard ingesteld om het papier automatisch te snijden nadat de droogtijd is verstreken. Als de snijder aan staat maar niet goed snijdt, controleer dan of het spoor van de snijder schoon is en vrij van obstakels. Als de snijder is uitgeschakeld, wordt met Formulier invoeren en snijden alleen het papier doorgevoerd.
1. Tik op het frontpanel op en daarna op Kalibratie papierdoorvoer > Papierdoorvoer kalibreren. De printer zal de papierdoorvoer automatisch kalibreren en drukt een kalibratie-afbeelding voor de papierdoorvoer af. 2. Wacht totdat het front panel de statuspagina weergeeft en druk uw afbeelding opnieuw af. OPMERKING: Het herkalibratieproces duurt ongeveer 3 minuten. De kalibratie-afbeelding voor de papierdoorvoer is niet belangrijk. Het frontpanel kan foutmeldingen tonen tijdens het proces.
15 Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen ● Algemeen advies ● Horizontale strepen over de afbeelding (banding) ● De hele afbeelding is wazig of korrelig ● Papier is niet vlak ● De afdruk heeft veegvlekken of krassen ● Inktvlekken op het papier ● Zwarte horizontale lijnen op een gele achtergrond ● Er wordt zwarte inkt afgegeven wanneer u de afdruk aanraakt ● Randen van objecten zijn getrapt of niet scherp ● Randen van objecten zijn donkerder dan verwacht ● Horizontale lijnen aan het
Algemeen advies Wanneer u problemen hebt met de afdrukkwaliteit, doet u het volgende: ● Voor de beste printerprestaties mag u alleen originele benodigdheden en accessoires van de fabrikant gebruiken, waarvan de betrouwbaarheid en prestaties grondig zijn getest voor probleemloos afdrukken en de hoogst mogelijke kwaliteit. Zie Papier bestellen op pagina 130 voor informatie over aanbevolen papiersoorten.
3. Druk de beelddiagnoseafdruk af en volg de instructies in Beelddiagnoseafdruk op pagina 157, waaronder printkopreiniging als dit wordt aangeraden. 4. Als de printkop goed functioneert, ga dan naar het frontpanel en tik op en vervolgens op Kalibratie papierdoorvoer. Kies de papierbron en dan Kalibratie papierdoorvoer. Zie De papierdoorvoer opnieuw kalibreren op pagina 144.
Papier is niet vlak Als het papier niet vlak is maar ondiepe golven heeft wanneer het uit de printer komt, vertoont de afgedrukte afbeelding wellicht zichtbare defecten, zoals verticale strepen. Dit probleem kan zich voordoen wanneer u dun papier gebruikt dat doordrenkt wordt met inkt. 1. Controleer of de papiersoort die u hebt geladen, overeenkomt met de papiersoort die u op het frontpanel en in de software hebt geselecteerd. Zie Informatie over het papier bekijken op pagina 34. 2.
Horizontale vlekken op de voorkant van papier met coating Als veel inkt wordt gebruikt op papier met coating, absorbeert het papier de inkt snel en zet het uit. Wanneer de printkop over het papier schuift, raakt de kop het papier en maakt deze vlekken op de afgedrukte afbeelding. Dit probleem doet zich gewoonlijk alleen voor op gesneden vallen papier (niet op rolpapier). Als u dit probleem detecteert, moet u de afdruktaak onmiddellijk annuleren. Tik op vanuit de computertoepassing.
Randen van objecten zijn getrapt of niet scherp 1. Als randen van objecten of lijnen niet goed zijn gedefinieerd of een lichtere dichtheid hebben en als u de schuifbalk voor afdrukkwaliteit al op Kwaliteit hebt gezet in het dialoogvenster van het stuurprogramma, selecteer dan aangepaste opties voor afdrukkwaliteit en zet het kwaliteitsniveau op Normaal. Zie Afdrukken op pagina 51. 2. Het probleem kan te maken hebben met de afdrukstand.
1. Gebruik een dikkere papiersoort en kies uit aanbevolen papiersoorten zoals HP Heavyweight Coated Paper (zwaar papier met coating) en HP Super Heavyweight Paper (extra zwaar papier). Zie Papier bestellen op pagina 130. 2. Probeer een hogere instelling voor afdrukkwaliteit (zie Afdrukken op pagina 51). Als u bijvoorbeeld de schuifbalk voor afdrukkwaliteit hebt ingesteld op Snelheid, probeer dan de instelling Kwaliteit Witte plekken op de afdruk Er kunnen witte plekken op de afdruk aanwezig zijn.
7. Als het probleem bestaat uit kleurverschillen tussen uw afdruk en het beeldscherm, probeer dan uw beeldscherm te kalibreren. U kunt nu proberen de taak opnieuw af te drukken om te controleren of het probleem is opgelost. 8. De beelddiagnoseafdruk afdrukken. Zie Beelddiagnoseafdruk op pagina 157. Als het probleem zich ondanks de hierboven beschreven maatregelen blijft voordoen, neem dan contact op met een klantenservicevertegenwoordiger voor verdere ondersteuning.
● Als uw afbeelding eigen marges heeft, kunt u de afbeelding mogelijk goed afdrukken door de optie Inhoud afsnijden op marge te gebruiken (zie Margeopties selecteren op pagina 57). ● Als u een heel lange afbeelding probeert af te drukken op een rol, controleert u of uw software afbeeldingen van dat formaat kan afdrukken. ● Als u een bredere afbeelding probeert af te drukken dan uw software kan verwerken, wordt de onderkant van de afbeelding mogelijk afgesneden.
1. Controleer of de papiersoort die u hebt geladen, overeenkomt met de papiersoort die u op het frontpanel en in de software hebt geselecteerd. Zie Informatie over het papier bekijken op pagina 34. 2. Controleer of u geschikte kwaliteitsinstellingen voor uw toepassing gebruikt (zie Afdrukken op pagina 51). Selecteer het dialoogvenster voor aangepaste afdrukkwaliteitsopties en schakel de optie Maximumdetail in indien beschikbaar.
● De randen van gekleurde blokken hebben niet de juiste kleur. Zo verhelpt u dit type probleem: 1. Stel de printkop opnieuw in door deze te verwijderen en opnieuw te plaatsen. Zie Een printkop verwijderen op pagina 118 en Printkop plaatsen op pagina 120. 2. Lijn de printkoppen uit. Zie Printkoppen uitlijnen op pagina 166. De lijnen zijn onderbroken Als de lijnen op de volgende manier zijn onderbroken: 1. Controleer of u geschikte instellingen voor de afdrukkwaliteit gebruikt.
3. Selecteer dan aangepaste afdrukkwaliteitsopties en selecteer Hoog en Maximaal detail (indien beschikbaar). Zie Afdrukken met hoge kwaliteit op pagina 61. 4. Probeer een zwaarder papiertype te gebruiken, zoals HP Heavyweight Coated Paper (zwaar papier met coating) of HP Super Heavyweight Plus Matte Paper (extra zwaar mat papier). 5. Kies een papiersoort die iets dunner is dan het papier dat u hebt geladen; hierdoor zal de printer minder inkt gebruiken.
De afdruk is verdeeld in twee delen waarvan beide de kwaliteit van de printkop testen: ● Deel 1 (bovenaan) bestaat uit rechthoeken van pure kleuren, één voor elke printkop. Dit onderdeel vertegenwoordigt de afdrukkwaliteit die u van elke kleur krijgt. ● Deel 2 (onderkant) bestaat uit kleine strepen, één voor elke sproeier van elke printkop. Dit deel sluit aan bij het eerste deel en richt zich meer specifiek op de detectie van het aantal defecte spuitstukken van elke printkop. Kijk goed naar de afdruk.
En dit is een voorbeeld van dezelfde printkop in slechte staat: Oplossing NLWW 1. Reinig defecte printkoppen (zie De printkoppen reinigen op pagina 163). Druk de beelddiagnoseafdruk dan nogmaals af om te kijken of het probleem is verholpen. 2. Wanneer het probleem blijft bestaan, reinigt u de printkoppen nogmaals en drukt u de beelddiagnoseafdruk nogmaals af om te kijken of het probleem is verholpen. 3.
Als het probleem nog steeds niet is opgelost Wanneer u na naleving van de adviezen in dit hoofdstuk nog steeds problemen ondervindt met de afdrukkwaliteit, volgen hieronder enkele andere dingen die u kunt doen: ● Probeer een hogere instelling voor de afdrukkwaliteit. Zie Afdrukken op pagina 51. ● Controleer het stuurprogramma waarmee u afdrukt. Als het een stuurprogramma betreft dat niet van HP is, neem dan contact op met de leverancier van het stuurprogramma over het probleem.
16 Problemen met inktcartridge en printkop oplossen NLWW ● Kan inktcartridge niet plaatsen ● Statusberichten voor inktcartridges ● Kan printkop niet plaatsen ● Een printkop opnieuw installeren of vervangen op basis van front panel ● De printkoppen reinigen ● Reinig de druppeldetector van de printkop ● Printkoppen uitlijnen ● Statusberichten voor printkoppen 161
Kan inktcartridge niet plaatsen 1. Controleer of u het juiste type cartridge hebt (modelnummer). 2. Controleer of de kleur van het etiket op de cartridge overeenkomt met de kleur van het etiket op de sleuf. 3. Controleer of de cartridge goed is georiënteerd en of de letters zich aan de rechterkant bevinden en goed leesbaar zijn. VOORZICHTIG: Maak nooit de binnenkant van de inktcartridgesleuven schoon.
4. Maak de elektrische verbindingen aan de achterkant van de printkop schoon met een pluisvrije doek. U kunt voorzichtig schoonmaakalcohol gebruiken als er vochtigheid nodig is om residu te verwijderen. Gebruik geen water. VOORZICHTIG: Dit is een delicaat proces en kan de printkop beschadigen. Raak de spuitstukken aan de onderkant van de printkop niet aan, vooral niet met alcohol. VOORZICHTIG: Laat de printkop niet lang buiten de printer liggen.
Reinig de druppeldetector van de printkop De druppeldetector van de printkop is een sensor die detecteert welke sproeiers op de printkoppen niet afdrukken zodat u deze kunt vervangen met goede afdruksproeiers. Als deeltjes zoals vezels, haar of stukjes papier de sensor blokkeren, dan kan dit de afdrukkwaliteit beïnvloeden. Wanneer het frontpanel een waarschuwing geeft dat het reinigingsproces benodigd is, wordt u aanbevolen de druppeldetector van de printkop te reinigen.
NLWW 3. Open het venster. 4. Zoek de druppeldetector van de printkop naast de opgeslagen printkopwagen. 5. Verwijder elk vuil dat de druppeldetector van de printkop blokkeert. 6. Veeg met een droge, pluisvrije doek het oppervlak van de druppeldetector verwijder alle niet-zichtbaar vuil. 7. Sluit het venster.
8. Steek de stekker in het stopcontact en schakel de printer in. 9. Schakel de printer in op het frontpanel. Printkoppen uitlijnen Een nauwkeurige uitlijning tussen printkoppen is essentieel voor kleuraccuratesse, vloeiende kleurovergangen en scherpe randen in grafische elementen. De printer lijnt printkoppen automatisch uit wanneer er een printkop opnieuw is geïnstalleerd of is vervangen.
4. Zorg ervoor dat het venster is gesloten. Een sterke lichtbron in de buurt van de printkop kan de uitlijning verstoren. 5. Het uitlijnen duurt ongeveer 6 minuten. Gebruik de printer niet voordat het frontpanel de melding weergeeft dat het uitlijnen is voltooid. OPMERKING: De printer drukt een calibratieafbeelding af. Maakt u geen zorgen over de afbeelding. Het frontpanel kan foutmeldingen tonen tijdens het proces. Procedure in het menu Onderhoud afdrukkwaliteit 1.
Scannen tijdens het uitlijnen Als het uitlijnen mislukt, verschijnt het bericht ‘Problemen met scannen’ op het front panel. Dit geeft aan dat het uitlijnen niet succesvol is voltooid. Daarom is de printer niet uitgelijnd en moet de uitlijning worden herhaald om afdrukken met een goede afdrukkwaliteit te verkrijgen. Het probleem kan verschillende oorzaken hebben: ● Het gebruikte papier is niet geldig. Herhaal de uitlijning met een geldige papiersoort.
17 Algemene problemen met de printer oplossen NLWW ● Printer drukt niet af ● Front panel kan niet worden gestart ● De printer lijkt langzaam ● Communicatieproblemen tussen de computer en de printer ● Geen toegang tot geïntegreerde webserver ● Kan geen verbinding maken met internet ● Webservice-problemen ● Automatische controle bestandssysteem ● Meldingen 169
Printer drukt niet af Zelfs als alles in orde is (printer bevat papier, alle inktonderdelen zijn geïnstalleerd en er zijn geen bestandsfouten), wordt een bestand dat u vanaf uw computer hebt verzonden, mogelijk niet afgedrukt: ● Mogelijk is er een probleem met de elektriciteit. Als de printer geen enkele activiteit vertoont en het front panel niet reageert, controleer dan of het netsnoer correct is aangesloten en of er spanning staat op het stopcontact.
De printer lijkt langzaam Er zijn verschillende oorzaken mogelijk: ● Hebt u de afdrukkwaliteit ingesteld op Hoog of Maximale details? Afdrukken met hoge kwaliteit en maximaal detail duren langer. ● Hebt u het juiste papiersoort opgegeven bij het laden van papier? Sommige papiersoorten hebben meer tijd nodig om af te drukken; foto- en gecoat papier moet bijvoorbeeld langer drogen tussen passes.
Als u een proxyserver gebruikt, probeer dan de webserver rechtstreeks te benaderen: ● Als u Internet Explorer 6 voor Windows gebruikt, dan gaat u naar Hulpmiddelen > Internetopties > Verbindingen > LAN-instellingen en schakelt u het selectievakje Proxyserver niet gebruiken voor lokale adressen in. Voor meer nauwkeurige controle kunt u ook op de knop Geavanceerd klikken en het IP-adres van de printer toevoegen aan de lijst van uitzonderingen waarvoor de proxyserver niet wordt gebruikt.
Er zijn vier verschillende meldingsindicaties in het systeem van de printer. ● Frontpaneldisplay: Op het frontpanel wordt alleen de meest relevante waarschuwing getoond. Een waarschuwing verdwijnt na een time-out. Er zijn permanente meldingen zoals wanneer een inktcartridge bijna leeg is, die opnieuw verschijnen wanneer de printer niet actief is en er geen ernstigere meldingen zijn.
18 Foutmeldingen op het frontpanel De printer kan in sommige gevallen een systeemfout weergeven, bestaande uit een numerieke code van 12 cijfers, gevolgd door de aanbevolen actie die u moet ondernemen. In de meeste gevallen wordt u gevraagd om de printer te herstarten, omdat als de printer start, deze het probleem beter kan diagnosticeren en dit mogelijk automatisch kan oplossen.
19 HP Klantenondersteuning NLWW ● Inleiding ● HP Professional Services ● Reparatie door klant ● Neem contact op met HP Support 175
Inleiding HP Customer Care biedt bekroonde ondersteuning zodat u optimaal kunt gebruikmaken van uw HP DesignJet. Hiervoor heeft HP Customer Care uitgebreide, bewezen ervaring op het gebied van ondersteuning en worden nieuwe technologieën toegepast om de klant unieke eind-tot-eindondersteuning te bieden.
Ze bieden ondersteuning op afstand. Service ter plaatse wordt ook geboden wanneer nodig, met twee alternatieve opties voor responstijden: ● Volgende werkdag ● Dezelfde werkdag binnen vier uur (mogelijk niet in alle landen beschikbaar) Door de HP Installation-service wordt de printer voor u uitgepakt, geïnstalleerd en aangesloten. Meer informatie over HP Care Packs is beschikbaar op http://cpc.ext.hp.com/portal/site/cpc.
vervolgens op Ondersteuning > Service-ondersteuning > Service-informatie > Weergeven. Wanneer u informatie per e-mail moet opsturen, kunt u de pagina als bestand downloaden vanuit uw internetbrowser en het bestand later verzenden. OPMERKING: Nadat u hebt geklikt op Weergeven, kan uw browser voorkomen dat het popupvenster wordt geopend. In dit geval moet u de browseroptie zoeken waarmee het venster kan worden geopend.
20 Printerspecificaties NLWW ● Functionele specificaties ● Fysieke specificaties ● Geheugenspecificaties ● Voedingsspecificaties ● Milieuspecificaties ● Milieuspecificaties ● Akoestische specificaties 179
Functionele specificaties Inktbenodigdheden van HP Printkoppen Universele printkoppen die in een van de beschikbare sleuven kunnen worden geplaatst. Nadat ze in een bepaalde sleuf zijn geïnitialiseerd, kunnen ze niet naar een andere worden verplaatst.
Mechanische nauwkeurigheid ±0,1% van de opgegeven vectorlengte of ±0,2 mm (de grootste waarde geldt) bij 23°C, 50-60% relatieve vochtigheid, op E/A0afdrukmateriaal in de modus Best of Normal met rol HP Matte Film. Ondersteuning voor grafische talen HP DesignJet Talen T1700, T1700dr HP-PCL3GUI, HP-GL/2, CALS G4, TIFF, JPEG T1700 PS, T1700dr PS HP-PCL3GUI, HP-GL/2, CALS G4, TIFF, JPEG, Adobe PDF 1.7 ext.
Milieuspecificaties Milieuspecificaties voor de printer Gebruikstemperatuur 5 tot 40°C Aanbevolen bedrijfstemperatuur 15 to 35°C, afhankelijk van papiersoort Opslagtemperatuur –25 tot 55°C Aanbevolen luchtvochtigheid, in bedrijf 20 tot 80% relatieve luchtvochtigheid (afhankelijk van het mediatype) Opslagvochtigheid 0 tot 95% RV Akoestische specificaties Akoestische specificaties voor de printer (vastgesteld conform ISO 9296).
Woordenlijst AirPrint Een technologie gebruikt door iPod, iPhone, iPad en Mac OS X, die een onmiddellijke afdruk naar een printer op hetzelfde netwerk toestaan zonder een printerstuurprogramma nodig te hebben. AppleTalk Een serie protocollen die Apple Computer in 1984 ontwikkelde voor computernetwerken. Apple beveelt in plaats daarvan nu TCP/IP- en Bonjour-netwerken aan. Producten van HP DesignJet ondersteunen AppleTalk niet meer.
ICC Het International Color Consortium, een groep bedrijven die een gemeenschappelijke standaard voor kleurprofielen zijn overeengekomen. Inktcartridge Een verwijderbaar printeronderdeel waarin een bepaalde inktkleur is opgeslagen die wordt doorgegeven naar de printkop. IP-adres Is hoogstwaarschijnlijk een IPv4-adres of misschien een IPv6-adres.
Plaat Het platte vlak in de printer waarover het substraat gaat tijdens het afdrukken. Printerstuurprogramma Software die een afdruktaak in een algemene indeling omzet in gegevens die bruikbaar zijn voor een specifieke printer. Printkop Een verwisselbaar printeronderdeel dat inkt van een of meer kleuren opneemt van de bijbehorende inktcartridges en dit op het substraat afzet door een groep spuitstukken. In uw printer drukt elk printkop twee verschillende kleuren af.
Index Symbolen en getallen 's nachts afdrukken 65 A accessoires bestellen 133 account-id vereisen 21 achteraanzicht 7 Acrobat, afdrukken 89 Acrobat, meerdere pagina's afdrukken 90 Acrobat Pro, afdrukken 94 Acrobat Reader, afdrukken 92 acties taakwachtrij 73 afdrukken 51 afdrukken met veegvlekken 149 afdrukken vanaf USB-flashstation 52 Afdrukken vanaf een mobiel apparaat 67 afdrukken vanuit printerstuurprogramma 53 afdrukken via e-mail 69 configureren 19 inschakelen 19 afdrukkwaliteit selecteren 54 afdrukre
HP ePrint configureren 19 inschakelen 19 HP Klantenondersteuning 176 HP Print Preview 14 HP Smart-app 69 HP Support 177 HP Support Center 176 Hulpprogramma van HP geen toegang tot 49 toegang 13 vanaf het frontpanel 86 van printer drivers 84 kleurprofilering 82 korreligheid 148 kostentoewijzing 112 kwaliteit, hoog 61 I in de wacht voor papier 139 inschakelen/uitschakelen 139 inkt gebruik 110 zuinig gebruik van 65 inktcartridge bestellen 130 invoegen 116 kan niet plaatsen 162 onderhoud 125 over 114 specific
papierconflict 75 papierformaat 55 papier laden algemeen advies 26 laden lukt niet 136 papier niet in stuurprogramma 137 rol in printer 29 rol kan niet worden geladen 136 rol op een as 26 vel 32 vel kan niet worden geladen 137 papier niet in stuurprogramma 137 papier plaatsen lukt niet 136 papiersoorten 130 papier verwijderen rol 31 vel 33 papiervoorinstelling aanmaken 35 papiervoorinstelling importeren 34 Photoshop, afdrukken 96 Photoshop, presentatie afdrukken 102 plaat reinigen 150 Poorten 8 printer druk
voorkeuren, Windowsstuurprogramma 22 voorpaneeloptie afdrukkwaliteit 55 CMYK-bronprofiel 87 droogtijd 37 economodus inschakelen 61 formaat wijzigen 59 Geïntegreerde webserver 171 grafische taal selecteren 22 grijstinten 87 informatie printkoppen 117 inktpatronen vervangen 115 Kalibratie opnieuw instellen 145 kleur 87 kleurkalibratie 82 maximale details inschakelen 61 nestopties 64 PANTONE-emulatie 87 papierdoorvoer aanpassen 145 papierformaat 55 papiersoort selecteren 137 papier verplaatsen 36 printkoppen r