HP DesignJet T1700 Printer Series - User's Guide

OPMERKING: Als u de gewenste papiervoorinstelling niet op het web vindt, is die mogelijk opgenomen in
de meest recente rmware voor uw printer. Raadpleeg de release-info bij de rmware voor meer
informatie; zie De rmware bijwerken op pagina 126.
2. Voordat u begint met het installeren de nieuwe voorinstelling, zorgt u ervoor dat de printer inactief is en dat
de afdrukwachtrij is gestopt. Het installeren van een nieuwe papiervoorinstelling onderbreekt alle gaande
afdrukken.
3. Start HP DesignJet Utility of de geïntegreerde webserver.
Selecteer in HP DesignJet Utility voor Windows Kleurcentrum en vervolgens Papiervoorinstelling
importeren
.
Selecteer in HP Utility voor Mac OS X Alle instellingen > Papiervoorinstellingen importeren.
Klik in de geïntegreerde webserver op het tabblad Papier. Klik in het gedeelte Papierbeheer op het
tabblad Papiervoorinstellingen.
4. Selecteer op de pagina Import (Importeren) het papiervoorinstellingenbestand dat u heeft opgehaald in
stap 1.
5. Klik op de knop Importeren en wacht totdat het updateproces is voltooid. Dit kan enige tijd duren.
6. Controleer of de nieuwe papiersoort verschijnt in de categorie Extra papier of Aangepast papier in het
frontpanel van uw printer.
7. Synchroniseer de nieuwe papiersoort met het stuurprogramma door de HP DesignJet Utility te openen.
Selecteer uw printer en vervolgens Papiervoorinstellingenbeheer en Papiervoorinstellingen synchroniseren
(knop ).
Nu u de papiervoorinstelling hebt geïmporteerd, kunt u de papiersoort selecteren op het frontpanel en in het
stuurprogramma. Het ICC-proel voor de nieuwe papiersoort is gereed voor gebruik door uw toepassing.
Uw eigen papiervoorinstelling aanmaken
U moet een papiervoorinstelling voor het nieuwe papier toevoegen voordat u een aangepaste papiersoort met
uw printer kunt gebruiken. U kunt een nieuwe papiervoorinstelling maken met behulp van het Kleurcentrum in de
HP Utility.
De naam van de papiervoorinstelling zal verschijnen in het printerstuurprogramma op het frontpanel.
Voor het maken van een papiervoorinstelling volgt u deze eenvoudige procedure:
1. Ga naar het tabblad Kleurcentrum in de HP Utility voor Windows of naar de groep
Papiervoorinstellingenbeheer in de HP Utility voor Mac OS.
2. Klik op Papiervoorinstelling maken in Windows of op het pictogram + in Mac OS X.
3. Selecteer een papiercategorie in het vervolgkeuzemenu. De papiercategorie bepaalt de hoeveelheid inkt die
wordt gebruikt en andere fundamentele afdrukparameters. Zie voor meer gegevens de online help in het
Kleurcentrum. Sommige van de algemene categorieën zijn (afhankelijk van het model):
Bond-papier en gecoat papier: op vezels gebaseerde dunne papiersoorten met een mat oppervlak.
Deze papiersoorten gebruiken matzwarte inkt, geen glansverbeteraar, relatief lage inktlimieten en
een hoge wagenpositie.
Fotopapier: relatief dik papier op fotobasis met een verscheidenheid van afwerking, van mat tot satijn
en glanzend. Deze papiersoorten gebruiken fotozwarte inkt en glansverbeteraar (met uitzondering
van fotomat papier), relatief hoge inktlimieten en een lage wagenpositie (met uitzondering van bariet
papier en fotozwart papier). In het algemeen zullen ze met de sterwielen omhoog afdrukken.
Backlit: synthetische en doorzichtige materialen die fotozwart en geen glansverbeteraar met hoge
inktlimieten, een hoge wagenpositie en sterwielen omhoog gebruiken.
NLWW Papiervoorinstellingen 35