HP DesignJet T1700 Printer Series - User's Guide

Koppeling probleemoplossing
De printer heeft statuslampjes (leds) naast de netwerkaansluiting die de verbindingsstatus en netwerkactiviteit
aangeven.
Wanneer het groene lampje brandt, is de printer verbonden met het netwerk.
Als het gele lampje knippert, is er netwerkoverdrachtactiviteit.
Als u geen verbinding tussen de printer en het netwerk tot stand kunt brengen:
Beide leds zijn uit.
De waarschuwing Geen netwerkkabel aangesloten wordt op het front panel weergegeven.
Als een verbindingsfout wordt weergegeven die niet de oorzaak van het probleem is, probeert u het volgende:
1. Controleer de kabelaansluitingen aan beide einden.
2. U kunt ook de kabels door bekende goede vervangen.
3. Overweeg over te schakelen naar een andere netwerkaansluiting in de netwerkswitch, de hub of het
apparaat waarmee de printer is verbonden.
4. Congureer de verbindingsinstelling handmatig zodat deze overeenkomt met de poortconguratie van de
netwerkhub of switch. Zie Verbindingsconguratiemethoden op pagina 46 voor handmatige
conguratiemethoden. Zet de printer uit en vervolgens weer aan om de instelling opnieuw te initialiseren.
5. Druk de pagina Connectiviteitsconguratie af en controleer de verbindingsinstellingen.
Item Beschrijving
Poortconguratie Als de printer juist is gekoppeld, heeft dit item een van de volgende waarden:
10BASE-T HALF: 10 Mbps, half-duplex
10BASE-T FULL: 10 Mbps, full-duplex
100TX-HALF: 100 Mbps, half-duplex
100TX-FULL: 100 Mbps, full-duplex
1000TX volledig
Als de printer niet goed is aangesloten, wordt één van de volgende berichten weergegeven:
ONBEKEND: De printer bevindt zich in een initialisatiestatus.
GEEN VERBINDING: Er is geen netwerkverbinding gevonden. Controleer de netwerkkabels. Congureer
de verbindingsinstellingen of start de printer opnieuw.
Automatische
onderhandeling
Geeft aan of automatisch onderhandelen voor verbindingsconguratie aan of uit staat.
AAN (standaard): De printer zal zichzelf automatisch op het netwerk congureren op de juiste snelheid
en communicatiemodus.
UIT: U moet handmatig de verbindingssnelheid en communicatiemodus met gebruik van het front
panel congureren. Uw instellingen moeten overeenkomen met die van het netwerk voor een goede
werking.
6
. In geval van twijfel of onjuiste conguratie van verbindingsinstellingen, moet u de netwerkparameters
opnieuw naar de fabrieksinstellingen herstellen. Zie Netwerkparameters opnieuw instellen op pagina 47.
48 Hoofdstuk 4 Netwerken NLWW