Computer Setup (F10) Utility Guide - HP Compaq 6005 Pro Models

Optie Beschrijving
Device Security
(Beveiliging apparatuur)
Hiermee kunt u Device Available/Device Hidden (Apparaat beschikbaar/apparaat verbergen)
instellen voor:
seriële poorten
parallelle poort
systeemaudio
netwerkadapters (bepaalde modellen)
ingebouwd beveiligingsapparaat (bepaalde modellen)
SATA0
SATA1
SATA2
SATA3
USB Security (USB-
beveiliging)
Hiermee kunt u afzonderlijke of gegroepeerde USB-poorten uitschakelen.
Slot Security
(Slotbeveiliging)
Hiermee kunt u PCIe- en PCI-slots en de kaarten die daarin zijn geplaatst, uitschakelen.
Network Service Boot
(Opstarten via
netwerkservice)
Hiermee schakelt u de mogelijkheid in of uit om de computer op te starten vanaf een
besturingssysteem dat op een netwerkserver is geïnstalleerd. (Deze optie is alleen beschikbaar voor
modellen met een netwerkadapter. De netwerkkaart moet in dit geval een PCI-uitbreidingskaart zijn
of in de systeemkaart zijn geïntegreerd.)
System IDs
(Systeemidentificatie)
Hiermee kunt u het volgende instellen:
Inventarisnummer (18-byte code), eigendomsidentificatienummer dat het bedrijf heeft
toegekend aan deze computer.
Eigendomslabel (80-byte code) dat wordt weergegeven tijdens POST.
Serienummer van het chassis of het UUID-nummer (Universal Unique Identifier). Het UUID-
nummer kan alleen worden gewijzigd als het huidige serienummer van het chassis ongeldig
is. (Deze identificatienummers worden normaal gesproken in de fabriek ingesteld en dienen
ter eenduidige identificatie van het systeem.)
De toetsenbordinstelling (in Nederland wordt meestal de instelling VS/Internationaal gebruikt).
DriveLock Security
(DriveLock-beveiliging)
Hiermee kunt u een hoofd- of gebruikerswachtwoord toewijzen aan, of wijzigen voor, vaste schijven.
Als deze functie is ingeschakeld, moet een van de DriveLock-wachtwoorden worden ingevoerd
tijdens de POST. Als geen van beide wachtwoorden wordt ingevoerd, is de vaste schijf niet
toegankelijk tot een van de wachtwoorden wordt ingevoerd tijdens de volgende koude start.
OPMERKING: Deze selectie wordt alleen weergegeven wanneer ten minste één drive op het
systeem is aangesloten die DriveLock ondersteunt. Mogelijk moet u het systeem uit- en weer
inschakelen en F10 Setup (Computerinstellingen) opnieuw openen om DriveLock wachtwoorden te
beheren.
Raadpleeg de handleiding Overzicht desktopbeheer voor meer informatie.
OS Security
(Beveiliging
besturingssysteem)
(bepaalde modellen;
deze opties zijn
afhankelijk van de
hardware)
Data Execution Prevention (enable/disable) (Voorkomen van gegevensuitvoering) (in-/uitschakelen)
(bepaalde modellen): helpt inbreuk op de beveiliging van het besturingssysteem te voorkomen.
Virtualization Technology (enable/disable) (Technologie voor virtuele netwerken) (in-/uitschakelen)
(bepaalde modellen): hiermee controleert u de virtualisatievoorzieningen van de processor. Nadat
deze instelling is gewijzigd moet de computer worden uitgeschakeld en weer ingeschakeld.
Tabel 4 Computer Setup: Security (Beveiliging) (vervolg)
10 Computer Setup NLWW