Getting started - Windows 7

Ga als volgt te werk om een schermopname te maken:
1. Geef het scherm dat u wilt opslaan weer.
2. Het schermbeeld kopiëren:
Druk op alt+prt sc om alleen het actieve venster te kopiëren.
Druk op shift+prt sc om het hele scherm te kopiëren.
3. Open een tekstverwerkingsprogramma en selecteer vervolgens Bewerken > Plakken.
De schermafbeelding wordt aan het document toegevoegd.
4. Sla het document op.
Als u back-ups op schijven opslaat, gebruik dan een van de volgende typen schijven (apart aan
te schaffen): cd-r, cd-rw, dvd+r, dvd+r dl, dvd-r, dvd-r dl, of dvd±rw. Het type externe optische-
schijfeenheid dat op uw computer aangesloten is, bepaalt welke schijven u zult gaan gebruiken.
OPMERKING: op dvd's en dvd's met dubbele laag (DL) kunnen meer gegevens worden
opgeslagen dan op cd's. Als u dus deze typen dvd's gebruikt voor het maken van back-ups, dan
hebt u minder herstelschijven nodig.
Schrijf op elke schijf die u in de op de computer externe optische-schijfeenheid plaatst, een
nummer tijdens het maken van back-ups.
Ga als volgt te werk om met Windows Back-up en terugzetten een back-up te maken:
OPMERKING: zorg dat de computer is aangesloten op een netvoedingsbron voordat u het back-
upproces start.
OPMERKING: het maken van de back-up kan afhankelijk van de bestandsgrootte en de snelheid
van de computer meer dan een uur tijd in beslag nemen.
1. Selecteer Start > Alle programma's > Onderhoud > Back-up en terugzetten.
2. Volg de instructies op het scherm om een back-up te plannen en systeemkopieschijven te
maken.
OPMERKING: Windows bevat de functie Gebruikersaccountbeheer om de beveiliging van de
computer te verbeteren. Mogelijk wordt om uw toestemming of wachtwoord gevraagd bij taken
als het installeren van software, het uitvoeren van hulpprogramma's of het wijzigen van
Windows-instellingen. Raadpleeg Help en ondersteuning van Windows voor meer informatie.
Herstelactie uitvoeren
Als er een systeemfout optreedt of de computer instabiel wordt, dan kunt u Windows Back-up en
terugzetten gebruiken om de gegevens waarvan u eerder een back-up hebt gemaakt, te herstellen.
OPMERKING: als u de computer niet kunt opstarten en de eerder gemaakte systeemkopieschijven
die u eerder hebt gemaakt (alleen bepaalde modellen) niet kunt gebruiken, dan kunt u de bij de
computer meegeleverde systeemherstelschijf in de externe-schijfeenheid plaatsen en de computer
vanaf de externe-schijfeenheid opstarten. Het is mogelijk dat u de opstartvolgorde via F10–Setup
moet wijzigen om deze handeling te kunnen uitvoeren.
OPMERKING: voor optische schijven hebt u een externe USB-schijfeenheid (apart aan te schaffen)
nodig.
Herstelactie uitvoeren 31