HP Color LaserJet Managed MFP E77800 Series, HP LaserJet Managed MFP E72500 Series - Gebruikershandleiding

Table Of Contents
Functie Omschrijving
Contrast Selecteer een waarde om het contrast van het bestand aan te passen.
Scherpte Selecteer een waarde om de scherpte van het bestand aan te passen.
Afbeeldingsvoorbeeld Selecteer of een voorbeeldweergave van de taak vereist of optioneel is of om deze functie uit te
schakelen.
bijsnijdopties Selecteer of een taak bijgesneden mag worden en de manier waarop dit moet gebeuren.
Randen wissen Selecteer deze instelling om de breedte van de te wissen randmarges in millimeters of inches voor de
voor- en achterzijde van een taak op te geven.
Dialoogvenster vijf: Bestandsinstellingen
Voltooi de bestandsinstellingen als volgt.
Stel in het dialoogvenster Bestandsinstellingen de standaardbestandsinstellingen voor de Quick Set in en klik
vervolgens op Volgende.
Bestandsinstellingen:
Functie Omschrijving
Voorvoegsel voor
bestandsnaam
Stel het standaardvoorvoegsel voor bestandsnamen in dat wordt gebruikt voor bestanden die in een
netwerkmap worden opgeslagen.
Bestandsnaam Standaardbestandsnaam voor het bestand dat moet worden opgeslagen.
Schakel het selectievakje Door gebruiker aan te passen in om ervoor te zorgen dat deze instelling op
het bedieningspaneel van de printer kan worden bewerkt.
Achtervoegsel voor
bestandsnaam
Stel het standaardachtervoegsel voor bestandsnamen in dat wordt gebruikt voor bestanden die in een
netwerkmap worden opgeslagen.
Voorbeeld bestandsnaam Voer een bestandsnaam in en klik vervolgens op de knop Voorbeeld bijwerken.
Bestandsnummerindeling Selecteer een bestandsnaamindeling voor wanneer een taak in meerdere bestanden wordt gesplitst.
Nummering toevoegen wanneer
een taak slechts één bestand
bevat (bijv. _1–1)
Selecteer deze instelling om nummering toe te voegen aan een bestandsnaam als de taak slechts één
bestand bevat in plaats van meerdere bestanden.
Bestandstype Selecteer de bestandsindeling voor het opgeslagen bestand.
Schakel het selectievakje Door gebruiker aan te passen in om ervoor te zorgen dat deze instelling op
het bedieningspaneel van de printer kan worden bewerkt.
Hoge compressie (kleiner
bestand)
Selecteer deze instelling om het gescande bestand te comprimeren zodat de bestandsgrootte
afneemt. Het scanproces voor een bestand met hoge compressie kan echter langer duren dan voor een
bestand met normale compressie.
PDF-codering Als het bestandstype PDF is, wordt met deze optie het PDF-uitvoerbestand gecodeerd. Als onderdeel
van de codering moet een wachtwoord worden opgegeven. Hetzelfde wachtwoord moet worden
ingevoerd om het bestand te openen. Als er nog geen wachtwoord is opgegeven wanneer op Start
wordt gedrukt, wordt de gebruiker gevraagd om voorafgaand aan het scannen van de taak een
wachtwoord op te geven.
Oplossing Stel de resolutie van het bestand in. Afbeeldingen met een hogere resolutie bestaan uit meer dpi (dots
per inch) en geven om die reden meer details weer. Afbeeldingen met een lagere resolutie bestaan uit
minder dpi en geven dus minder details weer. De bestandsgrootte is echter kleiner.
NLWW Scannen naar netwerkmap instellen 115